Het ontbreken van een 
alternatief voor een dierproef is de volgende dooddoener in de reeks 
waarmee we, vriendelijk gezegd, voor de gek gehouden worden. Het is een 
uitvloeisel van de 3 V/R’s uit 1959: vervangen, verminderen, verfijnen.
 De onderzoeker beweert bij de vergunningaanvraag steevast dat zo’n 
alternatief ontbreekt. Hij of zij voegt daaraan toe, ook steevast: 
“helaas”. ‘Helaas’ moet hij of zij proefdieren opsluiten, martelen en 
doden. Helaas, helaas. Snik, snik.
De vraag is echter hoe we ons zo’n alternatief moeten voorstellen. Ik 
denk dat dat in de meeste gevallen niet kan. Ieder onderzoek is uniek. 
Je hebt niet een alternatief achter de hand, om jouw probleem op te 
lossen. Er bestaan geen zelfstandige alternatieven. Misschien is het 
denkbaar bij toxiteitstesten, dat is een aparte categorie.
 De eis
 van de vergunningverlener van de keuze voor een alternatief, mits dat 
er is, dient er dan ook slechts toe ons zand in de ogen te strooien. Het
 klinkt aardig, gewetensvol, dus wie heeft nog wat te mopperen.
 --------------------------------
Wil je werkelijk af van dierproeven, wil je de geneeskunde op een hoger
 niveau brengen dan moet je als vergunningverlener GEEN genoegen nemen 
met de frase: "Er is geen alternatief."
 Dat is te makkelijk, erger: dat is routine.
 Je moet eisen dat de aanvrager dat a a n t o o n t.
 Hij of zij moet laten zien dat bijvoorbeeld toepassing van een 
kunstorgaan niet het beoogde resultaat oplevert. Beoordeeld kan dan 
worden hoe serieus de onderzoeker hierbij te werk gegaan is. 
 
Daarnaast dient experimenteel onderzoek bij patiënten gemakkelijker 
gemaakt te worden. Nu stelt de Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) 
daar paal en perk aan.
 Echter: wanneer de patiënt in staat is 
toestemming te geven, terwijl hij beschikt over alle informatie - 
'informed consent' - dan moet dat naar mijn mening toegestaan zijn. 
 Een dierproef dient een laatste middel van onderzoek te zijn.
 Alleen als deze aanscherpingen van de vergunningvoorwaarden van kracht 
worden, dan heb je kans dat we echt vooruitkomen met de vervanging van 
dierproeven.