Respect voor dieren

donderdag 4 augustus 2016

Merel Ritskes

.Op de wijs van: Vogeltje wat zing je vroeg






We moeten het nog eens hebben over Merel Ritskes, vriendin van de Dierenbescherming, door de laatste benoemd tot Dierenbeschermer van het Jaar 2011. (foto) 
En intussen hoofd van het Proefdierlab in Nijmegen (Radboud universiteit), met ruim 20.000 dierproeven in datzelfde jaar, exclusief het aantal reservedieren dat in voorraad afgemaakt werd. Met de Dierenbescherming als vriend heb je geen vijanden meer nodig. 

Ritskes begon haar werk met een oratie onder de hooggestemde titel ‘Heeft een rat Boeddhanatuur?’ Dat is inmiddels 10 jaar geleden. Het antwoord op die vraag moet ik schuldig blijven, maar wel schijnt mevrouw alvast tot Zen-meesteres benoemd te zijn. (Door haar echtgenoot?) 

Vijf jaar geleden had Merel een ingeving. Aan onderzoek met proefdieren zou een ‘wetenschappelijk literatuuronderzoek’ vooraf moeten gaan. Even dacht ik dat het een grapje was, maar nee hoor. De situatie is kennelijk zo ernstig dat het niet eens gebruikelijk is om voorafgaand aan een experiment even na te gaan of misschien een ander al eens op dit idee gekomen is. Als om de ernst van de zaak te onderstrepen, kreeg het onderwerp een Engelse titel: ‘Synthesis of evidence.’  

Weer vijf jaar later, in 2016, is dit idee zelfs omarmd door de Nationale Commissie Alternatieven voor Dierproeven. De tijd gaat snel. 

Gaan we nu over naar de Nijmeegse praktijk. Tot haar eer moet gezegd worden dat Ritskes het aantal jaarlijkse dierproeven aan haar instituut met ongeveer een derde teruggebracht heeft, tot het hierboven genoemde aantal. Toegegeven, dat is niet gering. 

NB. Haar voorganger, Joop Koopman, was dierenarts, en ook hij werd onderscheiden. Niet door de Dierenbescherming weliswaar, maar Hare Majesteit Koningin Beatrix behaagde het hem bij gelegenheid van zijn pensionering te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Ach, het Koninklijk Huis kijkt niet op een beestje meer of minder. 

Let wel: de reductie van het aantal proefdieren was eenmalig. Tot 2014. In dat jaar steeg het aantal dierproeven aan het Radboud opeens tot liefst 49.503 (excl. reservedieren). Ruim meer dan een verdubbeling! Een verklaring heb ik niet kunnen vinden. Het is waar dat de implantatie van de Europese regelgeving vaker geleid heeft tot een grotere opgave van het aantal dierproeven, maar zo extreem is mij niet bekend. Ik heb er verder niemand over gehoord. Niet in Nijmegen, en niet daarbuiten. Niet in de media, niet door de Dierenbescherming, Proefdiervrij, Partij voor de Dieren, activistische organisaties. 
Ik heb mevrouw nu maar zelf om opheldering gevraagd.