Respect voor dieren

zaterdag 31 mei 2014

Prof. Hub Zwart over dierproeven

.
Hub Zwart is hoogleraar Filosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen*. Hij was lid van de Dierexperimentencommissie (DEC) in Nijmegen en in Utrecht. En zelfs voorzitter van de landelijke vereniging daarvan, overigens een geheimzinnige organisatie: http://www.nvdec.nl/index.html Daaruit blijkt al wel dat hij dierproeven voorstaat. In onderstaande drie korte artikelen, gepubliceerd tussen 2004 en 2009, verklaart hij zich nader. Om het netjes te zeggen: hij overtuigt mij niet. Dat zit zo, puntsgewijs.

1.   Dierproeven ziet hij als onvermijdelijk. Zonder dierproeven zou het allemaal niks geworden zijn. En niks worden. Dat is dus zijn geloofsovertuiging.  Met rationaliteit heeft dat niets te maken.

2.   In het stuk uit 2004 zegt hij dat een commissie als de DEC de voorgestelde dierproef vaak niet kan beoordelen. Dat noem ik al meteen een zwaktebod. De aanvrager van de proef dient  immers voldoende en overtuigende argumenten te geven. Kan hij/zij dat niet, dan geen vergunning.

3.   Wat wel een goede opmerking is is dat de onderzoeker een terugkoppeling van zijn proeven zou moeten geven, opdat de DEC daaruit lering zou kunnen trekken. Dit gebeurt dus  niet. Teveel werk.

4.   Het artikel uit 2007 levert geen nieuwe gezichtspunten op. Integendeel, we lezen hier: “Experimenteel onderzoek met proefdieren genereert betrouwbare, toetsbare, reproduceerbare  kennisclaims (‘ware kennis’).

5.   Vijf jaar later, in 2009, wijst hij erop dat we de dieren niet kunnen spreken en dat de wereld van het dier – ‘tot op zekere hoogte’ - ontoegankelijk voor ons blijft.
Ook dit kan ik niet volgen. De wereld van de mens is in veel gevallen ook ontoegankelijk. De wereld van de kinderen, die van sommige patiënten. Hoe kan dit dan een argument zijn om dierproeven te doen?

6.   En om iedere twijfel weg te nemen, is dit de uitsmijter: 
 “Wanneer we zeggen dat iets bedenkelijk is aan een dierproef, beweren we daarmee niet dat een dierproef per definitie moreel ongeoorloofd zou zijn. In tegendeel, nog bedenkelijker zou het zijn als we zouden besluiten, om vanaf nu, zoals de “abolitionisten” willen, in het geheel geen dierproeven meer te verrichten. Daarmee zou het proces van kennisontwikkeling tot stilstand komen, en dat zou uitermate bedenkelijk zijn.”  

   Hij gaat er hier gemakshalve vanuit dat er alleen ‘abolitionisten’  bestaan die “vanaf nu” in het geheel geen dierproeven meer willen. Dat zou inderdaad het ideaal zijn. Er zijn echter ook ‘abolitionisten’  met een reëlere kijk. Die staan een tijdpad van uit-fasering voor. Met een einddatum.

Van de moraal van deze professor zal niet iedereen een hoge dunk hebben. Van een filosoof zou je m.i. sowieso een kritischer standpunt mogen verwachten. Hij kiest echter liever de weg van de minste weerstand.

                                                     ---

-2004: 'Het ethisch moment van de DEC' (samen met Ellen ter Gast; in: DEC’s in discussie)

-2007: 'In het licht van de wetenschap. De onmogelijkheid en onmisbaarheid van wetenschapscommunicatie' (in: Leonardo voor het publiek)

-2009: 'De “bedenkelijkheid” van proefdieronderzoek' (in: De weging gewogen)


*Filosoof, ethicus, dichter, wetenschapper. Hub Zwart (1960) studeerde filosofie en psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, was onderzoeker bij het Instituut voor Gezondheidsethiek te Maastricht (1988-1992) en verdedigde in 1993 zijn proefschrift (cum laude). Sinds 2000 is hij hoogleraar filosofie aan de faculteit natuurwetenschappen, wiskunde en informatica. Tevens is hij directeur van het Institute for Science, Innovation and Society.
Zwart publiceerde tien boeken, ruim dertig internationale wetenschappelijke artikelen en ruim honderd Nederlandstalige publicaties, onder meer over de filosofische, ethische en maatschappelijke betekenis van ”genomics” (studie van het genoom, het geheel van erfelijke informatie in een cel).

donderdag 29 mei 2014

Reboxetine

Reboxetine (brand names: Edronax, Prolift) is a drug of the norepinephrine reuptake inhibitor class, marketed as an antidepressant by Pfizer for use in the treatment of unipolar depression. 
Although it has also been used off-label for panic disorder and ADHD. 

It is approved for use in many countries worldwide, but has NOT been approved for use in the United States. Although its efficacy as an antidepressant has been challenged in multiple published reports, its popularity has continued to increase.

Ontwikkeld in en getest op dieren.



Stamceltherapie

De geschiedenisboeken in gaan als redder van talloze mensenlevens omdat je een effectieve therapie tegen hartfalen hebt ontwikkeld. Klinkt aantrekkelijk. Als je de roem al bijna ruikt, wordt het aantrekkelijk om een therapie die nog niet helemaal is uitontwikkeld, alvast wat optimistisch te presenteren. Een recent stuk in het British Medical Journal doet vermoeden dat dit regelmatig voorkomt.
(…)

De ‘optimistische’ artsen en onderzoekers hebben hun wondertherapie nog niet in handen, en de eeuwige roem dus ook niet. Die lijkt me nu verder weg dan ooit. Niemand wordt hier beter van: de brengers van het ‘goede nieuws’ niet, patiënten niet, en collega-onderzoekers ook niet, die op basis van andermans gepubliceerde data proberen hun steentje bij te dragen aan medische vooruitgang.

Hopelijk lokt het waardevolle maar ongebruikelijke monnikenwerk van de Londenaren een constructieve discussie uit in het vakgebied. Een aantal studies was al teruggetrokken, maar men moet elkaar nog beter controleren en corrigeren. De kritische blik van de Londenaren mag als inspiratie dienen; de onderzoekers die deze publicaties ter beoordeling kregen in het peer review proces vóór publicatie hebben duidelijk niet genoeg opgelet.

Naming and shaming kan als rem werken op het toegeven aan toekomstige verleidingen om de eigen reputatie voorrang te geven boven het eigenlijke doel van het werk: mensen beter maken. Want daar ging het om. Toch, dokter?
 ----


Judith Brouwer, ‘Hartstamceltherapie op de pijnbank’(fragment)


***

Commentaar
En maar dierproeven doen.
Wat Judith Brouwer hier zo helder beschrijft is geen uitzondering. Die proeven gaan bijv. zo:

Hartcellen die werden verkregen uit het hart van pasgeboren ratjes, werden gekweekt op kleine ovaalvormige substraten. Vijf van deze kunstmatig gemaakte stukjes hartspier werden over elkaar heen vastgehecht op het hart van een rat met een experimenteel hartinfarct.” (1)

Het totale aantal ratten dat hiervoor misbruikt werd, wordt als gewoonlijk niet vermeld. Dat wordt toch te gênant gevonden.
In dezelfde publicatie waaraan ik dit ontleen, wordt al sterk getwijfeld aan de betekenis van deze proeven. Dat was in 2006.

Andere voorbeelden zijn er te kust en te keur. In het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde van 29 april j.l. staat exact zo’n verhaal als van Judith hier. Concreet betreft het daar een middel voor het herstel van botgroei [(rhBMP)-2] en een antidepressivum (reboxetine). (2)

Ondanks dit geweld tegen dieren is er niemand die ingrijpt. De overheid niet. De wetenschap zelf niet: geen zelfreinigend vermogen. Hier zie je duidelijk hoe ontwikkeling bij mensen geen enkel verband houdt met beschaving. Er is geen enkele terughoudendheid. Extra beschamend is de  hypocrisie van zgn. Dierexperimentencommissies die dit alles maar blijven goedkeuren.

Je mag dit niet eens geweld noemen! ‘Geweld’ wordt genoemd wat van de andere kant komt: van geciviliseerde mensen die zich hiertegen verzetten. In verreweg de meeste gevallen zelfs vreedzaam!  
Maar dierproeven zijn wel degelijk geweld. En het is structureel. Burgeroorlogen zoals we die geregeld meemaken, zijn verschrikkelijk – maar er komt een eind aan. Dat kan van dierproeven nog steeds niet gezegd worden.  

***

(1) Christine Mummery e.a., Stamcellen (Wetenschappelijke bibliotheek)
(2) Daniël A. Korevaar, Lotty Hooft, ‘Het gevaar van ongepubliceerde onderzoeksresultaten’

Werkt dit ook bij mensen?



Huup Dassen antwoordt:

U vraagt naar de relevantie van zinnen als ‘Werkt dit ook bij mensen’ bij een aantal van mijn bijdragen in NRC Handelsblad. Welnu, die zinnen zijn mijns inziens uiterst relevant.

Zoals u ongetwijfeld weet wordt er veel biomedisch onderzoek gedaan met allerlei soorten proefdieren. Het meest met muizen. Daar zijn diverse redenen voor. Het zijn makkelijke diertjes om mee te werken, de generatieduur is betrekkelijk kort (handig voor genetisch onderzoek), het genoom is tot achter de komma bekend en het is betrekkelijk eenvoudig om heel gericht genen uit te schakelen om te zien wat daar het effect van is. Op die manier is veel fundamentele kennis verkregen die nuttig kan zijn voor het achterhalen van wat er precies misgaat bij bepaalde ziekten en hoe dit voorkomen of teruggedraaid kan worden.

Maar aangezien een muis geen mens is, is niet gezegd dat processen die bij muizen worden beschreven één op één ook voor mensen opgaan. Dat komt bijvoorbeeld doordat doorgaans gewerkt wordt met muizenpopulaties die genetisch nagenoeg identiek zijn. Voor het uitvoeren van experimenten is dat handig, maar voor de vertaling naar genetisch diverse patiëntenpopulaties uiteraard niet. Er zijn tal van voorbeelden van potentiële therapieën die bij muizen prima werkten, maar bij mensen faalden (zie bijv. http://www.sciencepalooza.nl/2010/01/muizen-zijn-net-kleine-mensen/). Daarnaast is het zo dat bij muizen wel aspecten van ziekten als die van Alzheimer kunnen worden onderzocht, maar niet de ziekte zoals die zich bij mensen manifesteert.

Onderzoekers krijgen dan ook vaak het verwijt dat ze de resultaten van muizenonderzoek te mooi voorstellen. In zijn algemeenheid deel ik die kritiek, maar kan niet voor elk van de door mij beschreven onderzoeken vaststellen in hoeverre dat daarvoor opgaat. De door u gewraakte zinnen zijn bedoeld om hiervoor te waarschuwen. Hoe interessant en veel veelbelovend sommige resultaten ook zijn, je weet maar nooit of je er uiteindelijk wat aan hebt. Daar kom je uiteindelijk pas achter door het te proberen.

Overigens maakt deze slag om de arm niet dat ik vind dat muizenonderzoek − of nog breder proefdieronderzoek − waardeloos is. Al was het maar omdat er ook meer dan voldoende bruikbare resultaten worden geboekt, veel experimenten domweg niet bij mensen mogelijk zijn en waarschijnlijk ook nooit door ethische toetsingscommissies geaccepteerd zouden worden.

***
Barend: aan Huup Dassen

Als lezer (en abonnee) wil ik niet iedere week onderzoeksverslagen lezen, zonder daarop ooit een bevredigend antwoord te krijgen, t.w. de toepassing. Ik veronderstel dat u een dossier heeft van vele jaren onderzoeksverslaggeving. Dan moet het toch niet zo moeilijk zijn om na te gaan wat er nu van die veelbelovende onderzoeken geworden is? En ons daarover periodiek te berichten? Dan hebben we het tenminste ergens over.
Op de manier waarop het nu gaat kan ik net zo goed of beter de kruiswoordpuzzel proberen op te lossen: daar krijg ik tenminste nog een uitslag van.

Uw standpunt t.o.v. dierproeven, in het bijzonder muizen, deel ik niet. Als ik de ethische kant voor het moment buiten beschouwing laat en me concentreer op de praktisch-wetenschappelijke kant, dan is het niet meer plausibel, of zelfs acceptabel, om iedere week de vraag te moeten lezen of experimenten met muizen wel belang hebben voor mensen.

Wij moeten nu toch onderhand wel weten wat we van proeven met muizen kunnen verwachten.
Want als dat anders is, dan denk ik dat het wijs is ermee op te houden. Sowieso zou dat m.i. winst kunnen opleveren, zowel ethisch als medisch.

PS. De kritiek van Bart Roep op muizenonderzoek is al oud. (in: sciecepalooza.nl)
Wat zijn we daarmee opgeschoten?!

Huup Dassen en muizen

I
De medische journalistiek laat iedere week weer zien wat de geneeskunde NIET kan. Niet erg bemoedigend, maar dar mag de pret niet drukken. Of het nu Ellen de Visser (Volkskrant) is, Huup Dassen (NRC) of een andere linkmiechel, - de schoorsteen moet roken, vandaar.
Vandaag over Huup Dassen (foto), van wie ik toevallig twee krantenstukjes voor me heb liggen. Het ene luidt: ‘Geslaagde proef met aidsvaccin bij muizen’, het andere: ‘Schade herseninfarct kan worden beperkt.’ Kijk eens aan, de vooruitgang staat niet stil!

Nog altijd is er geen vaccin dat hiv/aids voorkomt. Daarom proberen we nu maar eens wat anders. Gelukkig hebben we muizen, en alhoewel die dieren van nature geen hiv krijgen, kunnen we dat in het lab wel regelen. Een beetje morrelen aan het immuunsysteem, dan fokken met de gemodificeerde muizen, afmaken wat niet deugt en aan de slag met gentherapie.

Huup concludeert:
Vectored Immuno Profylaxis (VIP) werkt directer dan vaccinatie doordat de beschermende antilichamen permanent geproduceerd worden, ook als er geen hiv-infectie is.
De vraag is nu of VIP................................. OOK BIJ MENSEN WERKT.

Het vreemde hierbij is dat de beschermende antilichamen ZIJN aangetroffen bij MENSEN. Zij krijgen ondanks hiv-besmetting geen ziekteverschijnselen..

***
II
Ander onderzoek, andere muizen. Zij kregen kunstmatig een herseninfarct, om het effect van enkele uitgeschakelde genen vast te stellen. Dit uitschakelen kan bij mensen niet, maar dat is van later zorg. Gemeten werd de tijd die de dieren staande bleven op een steeds sneller ronddraaiende schijf.

Dit heeft Dassen allemaal gelezen in het tijdschrift ‘Neuron’.
Maar dan, je kunt erop wachten - de echte uitsmijter in de slotzin van zijn navertelling:

>>>>>>>>>>>>WERKT WAT BIJ MUIZEN WERKT OOK BIJ MENSEN?<<<<<<<<<<<<<<

Daar is Dassen nog steeds niet achter…
Ik krijg niet de indruk dat dat hem veel interesseert.

***
III.
Met vooruitziende blik zong Benny Neyman al meer dan 30 jaar geleden: Hij weet niet hoe.
Neyman overleed in 2008, op 56-jarige leeftijd, aan een ongeneeslijke ziekte.

maandag 26 mei 2014

Rouen – Contre la recherche animale

 

Nouveau Happening contre la recherche animale !

Après le méga-happening Opération Cages Vides ! qui a eu lieu à PARIS samedi 26 avril 2014 et a réuni 300 personnes et le happening d’envergure régionale qui aura lieu entre-temps à GRENOBLE 24 mai 2014, maintenons la pression sur les autorités.
TOUS à ROUEN SAMEDI 07 JUIN 2014 pour le 20ème Happening STOP aux animaux dans les labos organisé par le collectif International Campaigns pour les droits des animaux et et l’association rouennaise SARA.

Heure d’arrivée sur la Place de la Cathédrale : 13h. Début du happening : 14h, jusqu’à 17h.

La campagne de Happenings Stop aux Animaux dans les Labos ! qui vise à dénoncer la recherche animale (expérimentation animale) dans toutes les grandes villes de France s’arrête à Rouen, en Normandie, une région qui abrite de nombreux centres pratiquant l’expérimentation animale.

L’objectif de cette campagne de plus en plus puissante est toujours double,  à savoir :

1/ DÉNONCER ce que subissent les animaux dans les labos sur Rouen et en Normandie
2/ EXIGER le développement des méthodes de recherche et de tests SANS animaux sur Rouen et sa région

LIEU EXACT : Place de la Cathédrale, Rouen
Vous souhaitez participer à cet événement d’envergure régionale aux côtés d’International Campaigns et de l’association SARA pour DÉNONCER la vivisection et EXIGER le financement et le développement massif des méthodes de test et de recherche sans animaux ?

Merci de vous inscrire par mail (enlever les crochets antispam) : asso.sara[at]laposte.net en précisant :
  • votre nom et prénom
  • une adresse email que vous consultez régulièrement
  • un numéro de téléphone où vous joindre pour que nous puissions vous contacter en dernière minute
  • votre ville de provenance
Vos informations personnelles ne seront divulguées à aucun tiers.
Quelques jours avant l’action, vous recevrez personnellement toutes les informations et consignes nécessaires au bon déroulement de l’action.

Qu’est-ce qu’un happening STOP aux animaux dans les labos ?

Il s’agit d’une action militante qui consiste à envoyer un message fort aux autorités et aux passants en centre ville en peuplant un triangle de figurants statiques (immobiles) et silencieux qui portent un panneau revendicatif pour dénoncer la vivisection et exiger le développement massif des méthodes de test et de recherche sans animaux.

Un système de remplacement vous permet de faire une pause (de courte durée pour maintenir la cohésion du triangle)  lorsque vous en avez besoin avec eau, café et biscuits vegan à disposition. Il y a aussi quelques sessions, selon la météo, où vous serez assis/e en tailleur dans le triangle, toujours avec port du panneau.

Nous attirons l’attention sur le fait qu’il faut être en forme physiquement et avoir mangé et bu (un peu, même si des toilettes sont toujours à proximité des lieux où nous manifestons) afin d’être accepté(e) dans le triangle, ceci pour éviter les malaises.

Les happenings STOP aux animaux dans les labos sont de plus en plus suivis à travers la France. Leur format et leur durée (3 heures) sont destinés à montrer aux autorités notre DÉTERMINATION à faire cesser l’expérimentation animale.

Même si certaines personnes sont des fidèles et ont déjà fait près de 10 happenings avec nous à travers la France, notre objectif majeur est de donner à tous et toutes l’occasion de manifester en notre compagnie dans leur ville/région.

Inscription obligatoire notamment pour l’envoi des consignes quelques jours avant l’opération et savoir combien nous serons pour adapter notre logistique en conséquence (combinaisons et panneaux surtout).

HISTORIQUE DES PRÉCÉDENTS HAPPENINGS
STOP AUX ANIMAUX DANS LES LABOS

Montpellier - Septembre 2011
Marseille – Octobre 2011
Toulouse – Novembre 2011
Lyon - Janvier 2012
Bordeaux - Février 2012
Paris – Avril 2012
Dijon – Mai 2012
Orléans – Juin 2012
Chartres – Octobre 2012
Montpellier – Septembre 2012
Nice – Novembre 2012
Avignon – Avril 2013
Strasbourg – Avril 2013
Limoges – Mai 2013
Amiens - Juillet 2013
Lyon - Novembre 2013
Paris - Avril 2014
Toulouse – Avril 2014
Grenoble - Mai 2014

donderdag 22 mei 2014

Parkinson: Nieuwe muizen



De Parkinson Vereniging initieert en subsidieert onderzoek, voornamelijk projecten die resultaat kunnen opleveren voor de patiënt van nú. De Parkinson Vereniging zet zich daarnaast in voor patiëntenparticipatie in onderzoek waarbij op verschillende manieren patiënten worden betrokken bij projecten.
-------
Voorbeeld 1 (fragment)
Om in de toekomst nieuwe studies mogelijk te maken, heb ik een nieuwe transgene methode ontwikkeld, waarbij in één en dezelfde muis verschillende groepen van dopamine neuronen gemarkeerd en geïdentificeerd kunnen worden.
Hierbij zijn voornamelijk de dopamine neuronen in de substantia nigra pars compacta (SNc) zichtbaar. Deze neuronen zijn zeer belangrijk voor motorische functies en sterven af bij de ziekte van Parkinson.
Een eerste analyse van deze muizen laat unieke kenmerken zien van hoe deze neuronen ontwikkelen, naar hun doelgebieden (dorsaal striatum) groeien en deze innerveren. Ook biedt het nieuwe inzichten over hoe dopamine neuronen in de SNc zich organiseren om contact te maken met inkomende verbindingen.
Deze nieuwe muizen bieden zo een unieke mogelijkheid om de ontwikkeling van dopamine neuronen in de SNc zeer precies in kaart te brengen en de mechanismen te onderzoeken die deze processen reguleren.

Voorbeeld 2 (fragment) 
De klassieke symptomen die Parkinsonpatiënten vertonen zijn met name motorische verschijnselen zoals stijfheid van ledematen en het trillen bij rust. Echter ondervinden veel patiënten met de ziekte van Parkinson al vaak voor het ontstaan van deze motorische symptomen andere klachten, waaronder darmproblemen. Het feit dat deze klachten zich eerder voordoen geeft aan dat het ontstaan van de ziekte misschien zijn oorsprong heeft in de darmen en het geassocieerde zenuwstelsel aldaar. Hier is de laatste jaren veel onderzoek naar gedaan en deze theorie wordt steeds meer ondersteund door de academische wereld.
Een moeilijkheid bij het onderzoek hiernaar is echter dat de huidige diermodellen voor de ziekte van Parkinson zich met name richten op de motorische verschijnselen en de aantastingen in de hersenen.

Daarom besloten wij een tweetal nieuwe diermodellen op te zetten, waarbij we de focus plaatsten op het ontstaan van darmklachten en de aantasting van het zenuwstelsel aldaar. Hiervoor maakten wij gebruik van de gifstof rotenone wat we in het ene model toedienden in de hersenen van muizen en in het andere model via orale toediening gaven. 
In beide modellen ontwikkelden de muizen de klassieke motorische verschijnselen maar ook de darmfunctie nam af en het zenuwstelsel in de darm werd aangetast. Tijdens mijn stage hebben we nog niet onderzoek kunnen doen naar de onderliggende mechanismen van deze modellen, maar dat zal zowel in Utrecht als in Chicago verder worden onderzocht.
Al met al kan er gesproken worden van het succesvol ontwikkelen van twee nieuwe diermodellen voor onderzoek naar de ziekte van Parkinson. Beide modellen kunnen in de toekomst gebruikt worden om de invloed van de darmen bij de ziekte van Parkinson te onderzoeken, maar met name ook om nieuwe therapeutische middelen te kunnen testen die wellicht al in een vroeger stadium de progressie van de ziekte zouden kunnen remmen.
De resultaten uit deze dierproeven wilden we daarnaast graag toetsen aan resultaten uit een speciale cellijn van neuronen uit de darm en menselijk darmweefsel. Helaas hadden de twee dierproeven nogal veel voeten in de aarde en heb ik dat niet meer kunnen uitvoeren tijdens mijn stage. Maar wellicht dat deze stage zich nog vervolgt in een PhD, waarin de openstaande vragen nog kunnen worden beantwoord. 

Als laatste wil ik graag de Parkinson Vereniging bedanken voor het mogelijk maken van deze stage. Zowel op persoonlijk vlak als onderzoekstechnisch heb ik heel veel geleerd tijdens deze periode en is deze stage een prachtige ervaring geweest. Ik ben daarom ook erg dankbaar voor de financiële hulp die de Vereniging mij heeft geboden.

woensdag 14 mei 2014

Evo-devo

Evolutionary developmental biology (evolution of development or informally, evo-devo) is a field of biology that compares the developmental processes of different organisms to determine the ancestral relationship between them, and to discover how developmental processes evolved.

It addresses the origin and evolution of embryonic development; how modifications of development and developmental processes lead to the production of novel features, such as the evolution of feathers; the role of developmental plasticity in evolution; how ecology impacts development and evolutionary change; and the developmental basis of homoplasy and homology.

Although interest in the relationship between ontogeny and phylogeny extends back to the nineteenth century, the contemporary field of evo-devo has gained impetus from the discovery of genes regulating embryonic development in model organisms. 
General hypotheses remain hard to test because organisms differ so much in shape and form. Nevertheless, it now appears that just as evolution tends to create new genes from parts of old genes (molecular economy), evo-devo demonstrates that evolution alters developmental processes to create new and novel structures from the old gene networks (such as bone structures of the jaw deviating to the ossicles of the middle ear) or will conserve (molecular economy) a similar program in a host of organisms such as eye development genes in molluscs, insects, and vertebrates. 

Initially the major interest has been in the evidence of homology in the cellular and molecular mechanisms that regulate body plan and organ development. However subsequent approaches include developmental changes associated with speciation.


maandag 12 mei 2014

Het probleem 'vet'

Als ezelsbruggetje geldt: verzadigd vet = verkeerd, onverzadigd vet = ok.

Verzadigd vet is verkeerd omdat het de kans op hart- en vaatziekten vergroot. Verzadigd vet kan namelijk het cholesterolgehalte in je bloed laten stijgen en daardoor kunnen je bloedvaten verstopt raken. Kies vooral producten met weinig verzadigd vet. Hoe minder verzadigd vet je eet, hoe beter.

Onverzadigd vet is oké, want het verlaagt het cholesterolgehalte in je bloed en verkleint daarmee het risico op hart- en vaatziekten. 
---

Een voedingsstof, die heel gevoelig is voor zuurstofoxidatie, is vet. Het wordt dan ranzig. Het meest gevoelig voor deze vorm van oxidatie is juist het gezonde, meervoudig onverzadigde vet!

Chemisch gezien is dit logisch. Meervoudig onverzadigd vet bevat meervoudige dubbele verbindingen (tussen sommige van de koolstofatomen). Hoe meer dubbele verbindingen, hoe kwetsbaarder het vet is voor oxidatie en het ontwikkelen van vrije radicalen.

Ook onze hersenen en ruggenmerg bevatten hoofdzakelijk meervoudig onverzadigd vet, dat dus evenzeer kwetsbaar is voor oxidatie. Het is dus zaak om voldoende antioxidanten binnen te krijgen om deze schade binnen de perken te houden!

dubbele binding (etheen)