Respect voor dieren

woensdag 26 maart 2014

dinsdag 25 maart 2014

Tenenkaas



Tenenkaas is een mengeling van epitheelcellen, huidafscheiding, vocht, bacteriën en vuil dat zich kan ophopen onder teennagels met een karakteristieke sterke zure geur, veroorzaakt door melkzuurbacteriën.

Tenenkaas heeft geen relatie met voetschimmel en is geen huidaandoening, maar is een bacteriële ophoping in samenstelling vergelijkbaar met tandplak die verder geen directe kwalijke gevolgen voor de gezondheid heeft. 
Tenenkaas is te voorkomen door regelmatige reiniging van de nagelrand. Te enthousiaste reiniging kan echter leiden tot de infectieziekte fijt.

De geurovereenkomst van tenenkaas en bepaalde kaassoorten is niet toevallig. De bacteriën, weliswaar levend in een andere omgeving, zijn verwant aan de bacteriën die kaas maken. Ze produceren onder andere boterzuur en de afbraakproducten ervan, wat een sterke kaasgeur kan veroorzaken.

maandag 24 maart 2014

Azijnzuur: letale dosis

Azijnzuur: Letale dosis (LD50) 

Ratten: 3310 mg/kg

Konijnen: 1113 mg/kg

----------------

Azijn is een oplossing van 4 tot 15% azijnzuur in water.

zondag 23 maart 2014

Kunstlever

1 left lobe, 2 right lobe, 3 caudate lobe, 4 quadrate lobe, 5 hepatic artery and portal vein, 6 hepatic lymph nodes, 7 gall bladder
Researchers at Empiriko Corporation have developed a chemosynthetic liver, which may replace animal testing as a way to examine the safety of pharmaceutical products. The fake liver was introduced on Tuesday at the 247th National Meeting & Exposition of the American Chemical Society, in Dallas.
Mukund Chorghade, chief scientific officer at Empiriko and president of THINQ Pharma, spoke in a press release about the benefits that the fake liver has over using animals to test drugs.

"Researchers in drug discovery make small quantities of new potential drug compounds and then test them in animals," Chorghade said. "It is a very painstaking, laborious and costly process. Frequently, scientists have to sacrifice many animals, and even after all that, the results are not optimal."

The fake liver works by imitating a group of enzymes in the liver. Chorghade, the lead researcher, said the project acts as a stand-in for the human liver, which is an important organ needed for distributing small molecule drugs.
"Whenever we take a medicine, our liver enzymes start acting on that particular drug," Chorghade said. "The livers are the organs by which drugs get distributed in the human body, and they are the primary method of excretion, because you don't want the drug accumulating in your body."

Researchers can conduct metabolic profiling by mixing drug compounds with chemosynthetic livers in a test tube. Scientists are able to see how well the drug is broken down, and the fake livers speed up the decomposition process. As a result, scientists are able to see results faster on a larger scale than they would with animal testing.
"My testing reproduces the chemical structures of these metabolites- whatever these animals produce after taking the drug," Chorghade said. "Plus, much of this [current] metabolite testing occurs in milligram quantities, but mine occurs in gram quantities."

The fake livers have not been approved to replace animal tests yet
While Chorghade's research team has successfully tested more than 50 drugs with the stand-in, the U.S. Food and Drug Administration requires at least 100 drugs to be tested for regulatory approval.
However, the researchers said the fake livers can be used to detoxify blood for liver transplant patients, which gives the stand-in a good chance of gaining approval. They added that their new tests can help predict side effects when several drugs are taken together.

zaterdag 22 maart 2014

De hormoonfabriek (Organon)

De hormoonfabriek is een roman die losjes gebaseerd is op de geschiedenis van Organon, sinds 1923. Het bedrijf is ontstaan vanuit de visie dat uit het vleesafval van het bestaande slachthuis misschien wel meer te halen zou zijn. En dat blijkt: het eerste product dat met succes ontwikkeld wordt is insuline. De basis van Organon is dus (de zolder van) het slachthuis in Oss.

Maar het verhaal valt toch tegen: de schrijfster staat te ver af van de ontwikkeling en productie van geneesmiddelen. De roman spitst zich toe op een paar grote ruzies: die van de hoofdpersoon (directeur) met zijn tweelingbroer (mededirecteur), en met zijn vrouw. In beide gevallen wordt de hoofdpersoon kwalijk genomen dat hij fabrieksmeisjes misbruikt. De derde ruzie is met zijn compagnon, het hoofd van de researchafdeling. Het is dan ook meer een psychologische dan een historische roman.

Er zijn wel wat vermakelijke aspecten: het verhaal speelt zich af in een joods milieu en de schrijfster gooit er dan ook af en toe wat joods idioom doorheen.
En ik heb nog nooit zoveel verschillende scheldwoorden in één verhaal voor Hitler gelezen.

Er zijn aanvaringen met ‘katholiek tuig’ uit de omgeving, en ook de pastoor komt er niet best van af. De RK-kerk is sowieso niet enthousiast over de richting die het onderzoek neemt: beïnvloeding van de voortplanting.

De schrijfster kruipt - als ik-figuur - in de huid van de mannelijke hoofdpersoon en toont hoe deze naar vrouwen kijkt. Dat doet ze goed. Maar de erotische passages zijn wel weer heel decent.

Een hoogtepunt in het verhaal is de ontwikkeling van testosteron, het mannelijke geslachtshormoon. Hierbij wordt in de testfase een te grote dosis gegeven, wat tot razernij (en ondergang) van de patiënt leidt.

Een nieuwe ontwikkeling die wordt aangestipt, is die van de fabricage van  synthetische geneesmiddelen, dus niet meer uit organen.

Al met al geen aanrader. Het doet een beetje denken aan De Engelenmaker van Stefan Brijs.

***

Saskia Goldschmidt, De hormoonfabriek (Cossee Amsterdam 2012)


PS. De schrijfster (foto) is een zus van Tijs Goldschmidt, de bioloog die ook boeken schrijft en allereerst bekend werd met Darwins hofvijver.

vrijdag 21 maart 2014

Letale dosis

Om de letaliteit van de blootstelling aan gevaarlijke chemische stoffen, zij het gedurende lange tijd of door een eenmalige opgenomen dosis, te bepalen maakt men gebruik van gestandaardiseerde dierproeven.
De resultaten worden uitgedrukt als letale concentratie (LC) of letale dosis (LD), ook weer met aanduiding van een percentage. 

Letale doses worden omgerekend per eenheid lichaamsgewicht; zo zou men van een bepaalde stof kunnen zeggen dat de LD50 (rat) = 10 mg/kg lichaamsgewicht. Dit wil zeggen dat van al de proefdieren die deze dosis toegediend krijgen, de helft sterft binnen de proefperiode. 

Deze waarden kunnen via bepaalde wiskundige modellen omgerekend worden naar letale concentraties of letale doses voor de mens.

Onder acute letaliteit of acute letale dosis wordt verstaan dat het proefdier sterft binnen de 14 dagen na een eenmalige blootstelling.

Methanol
Static renewal bioassays were conducted in the laboratory and in outdoor artificial enclosures to evaluate toxic effects of methanol to one teleost fish and two aquatic invertebrates and to limnological variables of aquatic ecosystem. 

96 hour acute toxicity tests revealed cladoceran crustacea Moina micrura (watervlooien) as the most sensitive to methanol (LC50, 4.82 g/L), followed by freshwater teleost Oreochromis mossambicus (baars; foto) (LC50, 15.32 g/L) and oligochaete worm Branchiura sowerbyi (LC50, 54.89 g/L). 

The fish, when exposed to lethal concentrations of methanol, showed difficulties in respiration and swimming. 

The oligochaete body wrinkled and fragmented under lethal exposure of methanol. 

Effects of five sublethal concentrations of methanol (0, 23.75, 47.49, 736.10, and 1527.60 mg/L) on the feeding rate of the fish and on its growth and reproduction were evaluated by separate bioassays.
96 hour bioassays in the laboratory showed significant reduction in the appetite of fish when exposed to 736.10 mg/L or higher concentrations of methanol. 
Chronic toxicity bioassays (90 days) in outdoor enclosures showed a reduction in growth, maturity index and fecundity of fish at 47.49 mg/L or higher concentrations of methanol. 

Primary productivity, phytoplankton population, and alkalinity of water were also reduced at these concentrations. 
Chronic exposure to 1527.60 mg/L methanol resulted in damages of the epithelium of primary and secondary gill lamellae of the fish. The results revealed 23.75 mg/L as the no-observed-effect concentration (NOEC) of methanol to freshwater aquatic ecosystem.

zaterdag 8 maart 2014

Henk Tennekes, toxicoloog

 
“Ik hoorde jarenlang tot de onderzoekers die hun brood verdienden met zinloos proefdieronderzoek.
 
Daar ben ik nu achter.”

Frank Dales, directeur Dierenbescherming


Sinds het aantreden van Frank Dales als directeur van de Dierenbescherming in 2007 verliest de vereniging 25.000 leden.

Dales is lid van D66. (Niet Partij voor de Dieren.)

vrijdag 7 maart 2014

Lethale dosis van blauwzuur (Zyklon B)



I. Lethale dosis van blauwzuur (Zyklon B)


LD50 is de hoeveelheid van een stof die bij 50% van een populatie tot de dood leidt. De stof wordt in een keer toegediend en hierdoor is de LD50 een maat voor de acute giftigheid en zegt niets over de langetermijntoxiciteit van de stof. De LD50 wordt meestal opgegeven in mg per kg levend weefsel.

Metingen van de LD50 werden voor het eerst in 1927 door J. W. Tervan gebruikt om de potentiële toxiciteit van medicijnen en chemische stoffen te kunnen schatten.

De keuze van 50% mortaliteit als referentiepunt voorkomt het testen van individuen onder extreme omstandigheden en verkleint het aantal tests dat nodig is. Niet ieder individu is namelijk even gevoelig voor de stof. De giftigheid van een stof kan daarom ook worden gemeten bij een LD1 of een LD99, de hoeveelheid vergif die nodig is om respectievelijk 1% en 99% van de populatie te doden.

Het is van belang te vermelden voor welke soort en voor welke toedieningsweg dit getal geldt omdat er tussen soorten grote verschillen in gevoeligheid kunnen bestaan: een bij ratten gemeten waarde hoeft niet automatisch ook voor mensen op te gaan. 
Ook kan het een groot verschil maken of de stof wordt ingeademd, ingespoten, door de huid wordt opgenomen of opgegeten. De meest gebruikte toedieningswegen om de LD50 te bepalen zijn dermaal (via huid) en oraal (via mond). De reden hiervoor is dat deze lichaamsoppervlakken het meest frequent in contact komen met stoffen.

Voor het bepalen van een LD50 wordt een aantal dieren vergiftigd, dat is de reden waarom veel mensen deze experimenten afwijzen.


Bron: wikipedia
-------------------------------

II.  Artikel 10 Wet op Dierproeven

1.      Het is verboden een dierproef te verrichten voor een doel
o   a. dat, naar de algemeen kenbare, onder deskundigen heersende opvatting, ook kan worden bereikt anders dan door middel van een dierproef, of door middel van een dierproef waarbij minder dieren kunnen worden gebruikt of minder ongerief wordt berokkend dan bij de in het geding zijnde proef het geval is;
o   b. waarvan het belang niet opweegt tegen het ongerief dat aan het proefdier wordt berokkend.
2. Het is verboden een dierproef te verrichten door middel van LD50/LC50 test-methoden.

3. Van het in het tweede lid bedoelde verbod kan door Onze Minister vrijstelling worden verleend indien wordt aangetoond dat voor de in dat lid genoemde methoden geen alternatief aanwezig is.

-------

III. Commentaar

De LD50 wordt in elk toepasselijk lemma van wikipedia opgegeven. Daaruit mag je afleiden dat het verbod in de wet een fopspeen is, de zoveelste.

Voor blauwzuur (Zyklon B) wordt de LD50 voor ratten, muizen en apen opgegeven, afhankelijk van het gewicht. Voor muizen van 40 g komt dat neer op 0,04 mg.

Voor ratten is de schrijver nog preciezer:

LC50(ppm)
tijd tot dood
160
30 min.
275
15 min.
323
5 min.

Dierenbescherming beschermt geen proefdieren

Bij een plaatje van een hond, een konijn, een rat en een muis schrijft de Dierenbescherming: Deze dieren gaven hun leven voor uw veiligheid. 
Vervolgens vraagt ze te tekenen tegen “overbodige dierproeven”:

http://www.dierenbescherming.nl/NEE/

---

Gelieve hierbij te bedenken:

- Deze dieren “gaven hun leven” NIET: het werd ze afgenomen.

- Dierenbescherming beschermt proefdieren principieel NIET.

- Dierenbescherming onderscheidt overbodige dierproeven en niet-overbodige.

- Dierenbescherming geeft jaarlijks een prijs aan mensen die dierproeven doen.

- Dierenbescherming hecht meer waarde aan pseudowetenschap dan aan het leven van proefdieren.

zaterdag 1 maart 2014

Dierproeven en Sharon Dijksma

Hoera, we hebben weer een PLAN !



Maar helaas: het ‘plan van aanpak’ - hier - is een optreden voor de bühne. Volksverlakkerij, in goed Nederlands. Sharon Dijksma heeft geen enkele verdienste op dit gebied, sterker: heeft geen notie waar ze het over heeft – dat blijkt op elke bladzij van het plan – en zij mist dan ook ieder gezag.
Het beste wat ervan kan worden gezegd is dat het wèèr een plan is. De plannen en de papieren volgen elkaar op – de ambtenaar moet wat te doen hebben – en intussen neemt het aantal dierproeven jaarlijks eerder toe dan af.

De beleidsvrouw beseft in het geheel niet met wat voor mensen ze te maken heeft. Zonder ervaring is het ook moeilijk je daarvan een voorstelling te maken; je verwacht niet dat goed opgeleide, uiterlijk beschaafde onderzoekers je domweg bij de neus nemen.
Mevrouw Dijksma beseft evenmin dat het om een maffia gaat waaraan iedere onderzoeker gecommitteerd is en waarin iedereen elkaar dekt. De farmaceutische industrie behoort ertoe. Zolang het maar bij praten en plannen maken blijft, slaapt geen laborant er ook maar één nacht slechter van.

Dit plan wordt gepresenteerd op het laagste niveau, dat van staatssecretaris. Om het nog duidelijker te maken: het is niet eens mede-ondertekend door Edith Schippers, de minister van Volksgezondheid. Terwijl het dit departement rechtstreeks raakt.

Te vrezen valt dat Nederland te klein is – en te laf, dat vooral. Proefdieren zullen blijven lijden en sterven tot er een doorbraak komt in een van de grote landen in de EU.
Zo is het ook gegaan met de Wet op de Dierproeven.