Respect voor dieren

dinsdag 28 juli 2009

Dierenpark Amersfoort

Zondag zijn we met onze dochter naar de dierentuin in Amersfoort geweest.

Hoewel ik principieel tegen de exploitatie van dieren ben, wil ik wel dat ze zich er zelfstandig een oordeel over kan vormen, geleidelijk aan natuurlijk. Ze is pas zes.
Hoewel deze dierentuin tot de kleinste van ons land behoort – kleiner dan Artis! – hebben we niet alles kunnen zien, maar wel het meeste.

Met name hebben we stilgestaan bij de kooi van de uilen, de oehoes. Dit zijn nachtdieren. Wat betekent dit nu - in een dierentuin?!

En dan nog dit. Vogels hebben wel poten maar ze verplaatsen zich op de wiekslag van hun vleugels. Dit is anders dan alle andere dieren die poten hebben.
Wat betekent dit nu voor deze dieren, die in hun kooien geen ruimte hebben om te vliegen?

***

Wat later kwamen we in het deel dat genoemd wordt: het Dinobos. Dit is een vrij goot perceel, ik schat bijna een kwart van de hele dierentuin. Hier zijn een groot aantal vormen van prehistorische dieren nagemaakt. Ze zijn heel groot en bewegen soms mechanisch een kop, en/of stoten een brullend geluid uit.
Een levend dier vind je hier niet.

Het is een jaar of drie geleden gebouwd – niet zonder reden. Want toen we weer thuis waren, vroeg ik dochterlief wat ze nu eigenlijk het leukste gevonden had.
Het antwoord was: het Dinobos.

En voor dat geknutsel betaal je dan 55 euro. (2 volwassenen, 1 kind)

De aanleg van het Dinobos legt de commerciële motieven van de directie duidelijk bloot.
Kinderen zijn namelijk gauw uitgekeken op dieren in een piepkleine ruimte – meer dood dan levend. De directie heeft dat begrepen en heeft een ‘Dinobos’ aangelegd, dat de fantasie van kinderen wel weet te prikkelen.
Tegelijk is hiervoor veel ruimte opgeofferd – tot schade van de collectie wilde dieren, die met grote aantallen opgepakt zitten op minimale oppervlakten.

Voor kinderen zijn pretparken veel leuker dan dierentuinen.
Dierentuinen - commerciële gewetenloosheid & harteloosheid.




PS. Op de verklarende borden bij de bavianen wordt - uiteraard - met geen woord gerept over het ‘ruimen’ van een groot aantal van deze dieren anno 2004.

maandag 27 juli 2009

Op het terras

Op het terras een paar rijen voor me neemt een man plaats, ik schat hem tussen 30 en 40 jaar. Hij draagt een bril; koordjes hangen van de brilpoten naar beneden. Je ziet dat wel bij oudere mensen, die steeds vergeten waar ze hun bril gelegd hebben.
Ik verbaas me over deze man en denk bij mezelf: ‘Die is al vroeg vergeetachtig.’

Ik blijf een tijdje naar hem kijken tot het moment dat hij zijn hoofd omdraait. Dan zie ik dat hij (witte) oordoppen in heeft, waar die draadjes aan vastzitten.

De man-op-het terras heeft dus een bril voor zijn ogen, en een iPod voor zijn oren.

zondag 26 juli 2009

Geneeskunde

“Ik denk wel eens dat we de laatste vijftig jaar weinig opgeschoten zijn in de geneeskunde” is de openingszin van dr. Bert Keizer vandaag in zijn wekelijkse rubriek in 'Trouw'.

Keizer is de bekendste verpleeghuisarts van dit land, dus die heeft wel enig recht van spreken. Dagelijks verkeert hij temidden van de lijdende medemens.

Ik vrees dat hij gelijk heeft. Helaas vervolgt hij met: “Ik bespaar u mijn narrige overwegingen ” enz. Die had ik nu juist graag gehoord. Voor zover er progressie is, is het m.i. vooral een kwestie van het verzachten van het lijden en het uitstellen van de dood: het streven naar de ‘vijfjaarsoverleving’.

Misschien zouden de resultaten beter zijn als de geneeskunde op andere leest geschoeid zou worden. Meer technologie, minder dierproeven. Voor medici als Keizer vallen proefdieren buiten het gezichtsveld; die behoren eenvoudigweg tot het instrumentarium.

Wel iets om bij stil te staan: ondanks het feit dat wereldwijd ca. 5.000.000.000 proefdieren het leven lieten, is de geneeskunde in 50 jaar weinig verder gekomen.

zaterdag 25 juli 2009

Tour de Frans

Altena
Altena is een gewone Hollandse naam. Ernst van Altena: bekende vertaler.
De plaats met die naam ligt in Duitsland.
Er bestaat ook een kaas met die naam. Vraag je bij AH daarnaar, dan hebben ze die niet.
De AH-uitspraak is namelijk: Al-tee-na.

Kapper
De kapper is allang niet meer wat hij/zij geweest is. Het beroep is blijkbaar van karakter veranderd al moet je mij niet vragen hoe. In ieder geval: het is tegenwoordig hair stylist.
Maar daarmee zijn we er nog niet. In mijn winkelcentrum heeft de hair stylist een vacature. De kandidaat moet leuk & gemotiveerd zijn.

Staalvol
Peugeot heeft een radioreclame die alleen al door het spreektempo nauwelijks te volgen is. Ontelbare malen wordt gesproken over 'staalvol'. En over staal dit en staal dat.

Bedoeld blijkt te zijn: stylevol Dus het Engele 'style' gecombineerd met het Ned. 'vol'. Dat lukt de snelle inspreker niet.

Zou gewoon ‘stijlvol’ te begrijpelijk geweest zijn?

Estefania

Estefania is Spaans voor Stéfanie.
Stefan is in die taal: Esteban.
Esmeralda is een meisjesnaam; betekenis: smaragd.

Sprekers van Romaanse talen hebben vaak moeite met een sisklank direct gevolgd door medeklinker. Ze nemen graag een aanloopje om de overgang makkelijker te maken.
Enkele voorbeelden:

Spaans kiest es-:

Spanje is Es-paña.
Spinoza is Es-pinoza.
school is es-cuela.

Frans kiest é:

school is école.
schavot is échafaud.
smaragd is émeraude.
sparen is épargne.
Spanje is Espagne.

vrijdag 24 juli 2009

CIRCUS HERMAN RENZ

De trip begon wat onfortuinlijk toen in de bus bleek dat mijn strippenkaart niet in de portemonnee zat. Ik besloot het erop te wagen en ik moet zeggen dat twee haltes dan erg lang duurt. De treinen reden weer eens op tijd en toen ik in Amsterdam bij de RAI aankwam, waren daar al enkele collega’s aanwezig. Dat werden er snel meer, en uiteindelijk stonden we met ca. 15 mensen voor circus Renz. Ik heb hooguit één keer eerder zo’n grote opkomst voor een circus meegemaakt. Een goed gevoel.

Een demo is ook altijd een reünie: je ziet mekaar weer eens en ontmoet ook activisten die je tot dusver alleen van naam kende. Lepetitchien – de pakkenman –, Jurjen, Sandra, Anna, Wil uit Alphen, enz. Nieuw voor mij waren o.a. Saskia en Estefania, beiden van het Comité Anti-Stierenvechten (CAS).

Voor het vertrek kwam de politie even kennismaken.
De Rijswijkse politie voor het BPRC (+ 1000 apen) volgt altijd de overmachtstrategie: minimaal 15 agenten, 4 te paard, 1 motorrijder, en nog wat andere voertuigen. De sfeer is er nochtans steevast een van ouwejongens krentenbrood.
De A’damse politie doet het anders en kiest voor onderbezetting. Twee jonge, lieftallige politievrouwen en één geparkeerd voertuig – dat moest maar genoeg zijn. En dat was het ook. De dames hadden alle begrip voor onze actie en na afloop vroegen ze zelfs om een folder!

Nadat we ons verkleed hadden en de rollen verdeeld, trokken we o.l.v. Alex naar de circusingang. Het was een wat rommelig terrein tegenover de RAI, gedeeltelijk onverhard. Niet echt in overeenstemming met de BN’ers die zich speciaal voor de avond – en de camera’s – opgetut en feestelijk gekleed hadden. Ik herkende overigens niemand behalve Frans Molenaar, die zei dat hij mijn folder al had. Dat wil ik geloven. Hij was overigens allèèn – voer voor de roddelbladen!

De demo was door Alex – namens Bite Back – heel goed georganiseerd. Er waren twee grote spandoeken, die helaas niet bevestigd konden worden. Dan ben je dus al direct vier mensen kwijt. Er waren posters en folders. Er was veel pers, diverse media. Een leuke ervaring was dat een van de verslaggevers van RTV Noord-Holland een oud-leerling van me was.
Voor de ingang voerden enkelen van ons een stukje straattheater op. Daar lag notabene een houten plankier – alsof dat speciaal daar voor ons was neergelegd! Straattheater is altijd een goed idee, alhoewel het minder passend is aan het begin van een circusvoorstelling, wanneer mensen zich geen tijd gunnen om het te bekijken. (Overigens is straattheater nog leuker als er muziek bij is.)

Ik vind folderen altijd erg leuk. Het paaien van mensen. Ze op het verkeerde been zetten: “Ik hou erg van circus……….” “Zonder dieren.” Ik stap altijd op de mensen af en spreek ze aan. Ze zijn al in een goede stemming en nemen dan al gauw een foldertje aan – kost niks ;-)
Ik zeg er uiteraard wel bij: “voor de dieren”. Dat moeten ze zich laten welgevallen.
Kinderen zijn ook een geliefd doelwit; heb je de kinderen, dan heb je de ouders. BB zou er eens over moeten nadenken ook speciaal op kinderen gemaakte folders te ontwerpen.

Er zijn altijd mannen die zich dermate aangesproken voelen dat ze hun bezoek tegenover mij willen verdedigen. Die discussies ga ik graag aan – voor zover me dat zinvol lijkt. Mijn tijd is tenslotte kostbaar. Ook is er altijd een kleine groep bezoekers die het bij afkeurende opmerkingen laat. Vanavond gaven Saskia en Estafania mij rugdekking. Daarbij bleek dat met name Saskia geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken. Toen iemand – onnadenkend - het standaardverwijt maakte van “ga werken”, repliceerde zij dat bezoek aan een circus ook niet bepaald werken was. Tegen een jonge vent die mijn folder verscheurde, zei ze spottend: “Zo, u heeft uw daad gesteld.” En zo ging het nog even door. Niet op d’r mondje gevallen.

Ik had mijn plu meegenomen want de hele dag was het al knudde. Des te verheugender dat er toch zoveel activisten gekomen waren. Maar wij werden weer eens beloond: niet alleen regende het niet – het was zelfs zo dat ik de meeste tijd met m'n snufferd in de zon stond. Estefania zag er een ‘teken’ in. Als het een teken was, dan hoop ik dat het voor de dieren was. Want de gemeente Amsterdam laat de circusdieren lelijk in de veewagens staan.

woensdag 22 juli 2009

VU

Er is een Freie Universität in Berlijn (FU Berlin), er is een Vrije Universiteit in Brussel (VUB) en er is een Vrije Universiteit in Amsterdam (VU).

De Engelse naam van de VUB is: University of Brussels.
De Engelse naam van de VU luidt: VU University Amsterdam.

De VU heeft er wat voor over om VU te heten (Engels: 'View').
Tot en met het potsierlijke: Vrije Universiteit University Amsterdam.

De VU maakt daarmee overduidelijk dat Vrij niet belangrijk is.
Waarom niet gekozen is voor VU Amsterdam is mij een raadsel.

De Paardenfluisteraar

Wie de Paardenfluisteraar of de Horsewhisperer intypt in Google zal vinden, dat het een film is. Maar het is uiteraard in de eerste plaats een boek. Wel eentje van 330 blz., dus dan bekijken veel mensen liever de film; dan ben je in twee uurtjes klaar.
Ik las dit boek uit 1995 deze week voor het eerst en deed er een dag of vijf over: kon het haast niet wegleggen. De film heb ik niet gezien. De auteur, Evans, die zelf filmscripts schrijft, is niet tevreden over de verfilming.

Auteur
Hij zegt op zijn website geen schrijver van dieren te zijn maar van mensen. Ik denk dat hij het allebei is.

Vertelwijze
Het is in 5 delen, 330 blz.; 36 genummerde hoofdstukken. De hoofdgeschiedenis speelt zich af in enkele maanden. Bijzonder is dat het perspectief steeds verspringt: het zijn steeds kleine verhaaltjes vanuit verschillende personages: de trucker; de meisjes, de vader, moeder; de dierenarts. Het verhaal krijgt geen kans om saai te worden. Je moet een kundig schrijver zijn om dit aan te kunnen.
Daarbij moet je een geweldige fantasie hebben om zo'n groot verhaal te kunnen bedenken, vol met boeiende details. Nooit eerder van de man gehoord!

Paardenfluisteraar (Tom)
De mensen die op zachte toon geheime woorden in opgestoken en verwarde oren wisten te fluisteren, heetten paardenfluisteraars.
De theorie lijkt gebaseerd te zijn op het idee dat hoewel het de eerste reactie van een paard is om te vluchten, het dier als het pijn voelt wel degelijk de confrontatie ermee aangaat. Het wilde paard vlucht voor wolven, maar als het aangevallen wordt en pijn voelt, stelt het zich teweer.
De paardenfluisteraar is geen dierenarts; hij is een paardentrainer. Hij maakt jonge paarden geschikt als rijdier.

• Annie:“Ik heb gehoord dat u mensen helpt die problemen hebben met paarden”
Tom: “Nee mevrouw dat doe ik niet.
Ik help paarden die problemen hebben met mensen.”

• Annie: “Als het uw eigen paard was zou u het dan laten afmaken?
Tom: “Nou, het IS mijn paard niet en ik ben blij dat ik die beslissing niet hoef te nemen.
Maar als ik in uw schoenen stond, ja dan zou ik het laten doen.”

• De paardenfluisteraar is geen vegetariër maar eet zo weinig mogelijk vlees (vleesverlater?). Anders dan zijn broer jaagt hij niet: “Ikzelf vind het prettiger hun koppen daarboven rond te zien kijken dan aan de muur te zien hangen.”

Humor

• De Amerikaanse Annie logeert als kind bij haar grootouders in Engeland.
De Britse grootmoeder zei tegen Annie dat zij zich door haar leven ‘in de koloniën’ vulgair en slordig was gaan gedragen.

• Als het weer in Montana je niet bevalt, moet je vijf minuten wachten.

• Ze was maar één keer gaan hardlopen, en daarna had ze zichzelf verbaasd door tegen Grace te zeggen dat ze gejogd had. Toen had ze tegen zichzelf gezegd dat als ze nu toch een jogger geworden was, ze er maar beter mee op kon houden.

Spijkerbroek
Grace, 13/14 jaar: Het was raar, thuis in New York zou ze voor geen goud iets anders hebben gedragen dan Levi’s, maar hier droeg iedereen een Wrangler. De man in de winkel had gezegd dat dat kwam doordat de zomen aan de binnenkant van de pijpen ze beter geschikt maakten voor het paardrijden.

Oskar Levi Strauss
Oskar Levi Strauss (geboren als Oskar Löb Strauß) (Buttenheim, Beieren, 26 februari 1829 - San Francisco, 26 september 1902) was een Amerikaans kledingfabrikant van Duits-Joodse afkomst. Strauss is bekend geworden door zijn spijkerbroeken die de naam dragen van zijn roepnaam Levi.
Strauss emigreerde in 1847 met zijn moeder en zijn twee zussen naar de Verenigde Staten. In New York begon hij met twee anderen een fabriek. In 1853 werd Strauss Amerikaans staatsburger. Hij vestigt in 1853 in San Francisco een handelsfirma voor stoffen, kleding en alle andere dingen, die goudzoekers en pioniers in het Westen nodig hadden. Kleermaker Jacob Davis uit Reno verstevigde de broeken die hij maakte van denim met klinknagels. Een uitvinding die hij samen met Strauss - de financier van het patent - liet registreren. De spijkerbroek was geboren.
Tegenwoordig bestaat Levi Strauss & Co., de indertijd door Strauss opgerichte spijkerbroekenfabriek nog steeds; behalve spijkerbroeken fabriceert hij ook andersoortige broeken plus overige kleding. De omzet loopt in de miljarden.

zondag 19 juli 2009

Vegetarisme

Vegetariërs zijn i.h.a. gefixeerd op eten.
Er is - geestelijk - nauwelijks ruimte voor iets anders.

Vegetariërs hebben vaak ook niks met dieren.
Begrijpelijk: ze zoeken de hele dag naar eetbare planten.
Activisten vind je er niet gauw.
Deze vind je bij uitstek bij de veganisten, o.a. Vegan Streaker.

Het vegetarisme heeft aan betekenis gewonnen door de bio-indutrie
- ze heeft ze niet verhinderd (noch voert ze er actie tegen).

Omgekeerd: mensen die de bio-industrie schandelijk vinden,
hoeven geen vegetariër te zijn.
Zij willen terugkeer naar kleinschaliger veehouderij.

Reclame

Sterke tekst van provider XS4ALL
na test van Consumentenbond
--
U geeft ons een 8
---
---
Daar gaan we wat aan doen
--

zaterdag 18 juli 2009

Proeven met duiven

Het artikel van De Bruin brengt de ontaarding van de mensheid weer eens aardig in beeld. Het misbruik van dieren kent geen grenzen. Als het gaat om ziekten, dan is elk excuus geoorloofd. Ziekten waaraan een handvol mensen lijdt, zijn voldoende reden om dierproeven te doen. Ouderdomsziekten zijn eveneens voldoende reden; behalve het feit dat oude mensen niet ziek mogen zijn – en liefst ook niet doodgaan – is een veelgehoord argument dat ook jongere mensen er wel eens door getroffen worden.

In het artikel over de proeven met duiven gaat het zelfs niet eens meer over ziekte; dan gaat het over mooi en lelijk! Om onderzoek naar: “het menselijk concept van schoonheid”. “Want mensen krijgen dat maar niet onder woorden gebracht” schrijft De Bruin.

Beschreven wordt hoe duiven voor de proef in een kooi of hokje zitten. (Skinner-box) Voor het goede doel worden ze ondervoed gehouden, tot op 80% van hun normale gewicht.

Wie kritiek heeft op dierproeven, wordt direct om de oren geslagen met de (vermeend) vele regels en voorschriften op dit gebied, en zelfs met ethische commissies die toestemming moeten geven. Dit onderzoek illustreert helder hoezeer dit toezicht een wassen neus is.

Zo mogelijk nog onbegrijpelijker is dat aan dit onderzoek (overheids)geld uitgegeven wordt.