Respect voor dieren

donderdag 29 december 2011

Mens en dier...

Mens en dier,
in Groningen

en...

in Arnhem

Arnhem
 Koningsplein

Dierenwelzijnsorganisaties: de aanhang

Vroege Vogels geeft aan het eind van ieder jaar een overzicht van ledenaantallen/donateurs van ongeveer honderd dierenwelzijns-organisaties. Daaruit kun je door vergelijking met voorgaande jaren enig inzicht krijgen in de ontwikkelingen, anders gezegd: van de winnaars en de verliezers. 

Ik heb die vergelijking gemaakt met de huidige aantallen van veertien organisaties, afgezet tegen de aantallen uit 2008; bij grotere organisaties uit 2007. Het resultaat is interessant, zij het dat het maar over een betrekkelijk korte termijn gaat. Hieronder het overzichtje, met een kort commentaar.

Een totale nieuwkomer op deze markt is de Oostenrijks-Duitse organisatie Viervoeters / Vier Pfoten. Zij komt binnen op plaats 20, met bijna 20.000 leden. Dat is een resultaat om trots op te zijn; hun agressieve manier van campagnevoeren is blijkbaar lonend.

De grootste stijger – meer dan een verdubbeling – is de locale Amsterdamse Sophiavereniging. Hun aangekondigde expansie-beleid is meer dan geslaagd, zij het dat met plaats 49 de aanhang bescheiden blijft.

Verheugend is de stijging van het ledenaantal van de Partij voor de Dieren, tot 12.250; een stijging van maar liefst 53%. Wel blijft het de kleinste partij; de een na kleinste, D66, heeft bijna tweemaal zoveel leden.

Een sterke stijger is ook de Stichting AAP; zij nam toe tot 128.433 donateurs (plaats 9), een stijging van 44%. Het is jammer dat de stichting niet in staat is - of niet ambieert - het positieve sentiment politiek aan te wenden.

Ook een sterke progressie maakt Wakker Dier dat dan ook flink aan de weg timmert: 30%. Varkens in Nood blijft hierbij achter, maar mag met een stijging van bijna 24% ook niet mopperen.

Onbegrijpelijk is de stijgende aanhang van de Vogel-bescherming, die immers voorstander is van het afschieten van maar liefst 100.000 ganzen (in vijf jaar tijd). De aanhang is toegenomen met 11%. Zijn de jagers uit sympathie misschien ook lid geworden?

Kleinere stijgers zijn de Zeehondencrèche in Pieterburen en Bont voor Dieren, tussen 5 en 6%. De absolute aanhang van de crèche heeft gelukkig niet te lijden gehad onder het verkeerde beleid ten aanzien van de bekostiging van de uitbreiding.

Verliezers zijn er ook. Ik noem: 
  • EDEV (-27%);
  • Milieudefensie (-12,6%)
  • Faunabescherming (-7%) > Oostvaardersplassen!
  • Dierenbescherming (-5,5%); ondervindt concurrentie van de veel actievere Partij voor de Dieren
  • Proefdiervrij (-4,2%)
  • WWF/WNF (-2%)

Let op! Jachtseizoenen

Het jagen is in bepaalde perioden toegestaan op zeven diersoorten. Soms worden ook andere dierensoorten afgeschoten. Dat gebeurt met een speciale vergunning onder meer bij herten, wilde zwijnen en bepaalde vogelsoorten. Dit 'afschot' wordt formeel geen jacht genoemd.
De jacht op de patrijs is tijdelijk gesloten vanwege het lage aantal.

Fazanthennen
15 oktober tot en met 31 december
Hazen
15 oktober tot en met 31 december


Fazanthanen
15 oktober tot en met 31 januari
Houtduiven
15 oktober tot en met 31 januari
Konijnen
15 augustus tot en met 31 januari
Wilde eenden
15 augustus tot en met 31 januari

woensdag 28 december 2011

Mr. Boon: het dier in het recht

In de literatuuropgave van Eskens' hieronder genoem-de boek komt de naam van Dirk Boon (foto) niet voor. Dat is jammer want diens eerdere voordracht over dit onderwerp (uit 2007) maakt Eskens’ publicatie grotendeels overbodig. 

Boon begint zijn tekst met twee historische voor-beelden. De eerste over een baby die in de wieg die een vermogen erft. Pas om-streeks 1923 werd ingezien dat jonge kinderen dragers van rechten kunnen zijn. Weer later, in een proefschrift uit 1939, werd duidelijk gemaakt dat onderscheid moet worden gemaakt tussen het hebben van een recht en het uitoefenen van een recht.

Het recht kent rechtssubjecten en rechtsobjecten. De eerste zijn de dragers van rechten en plichten. Dit zijn alle natuurlijke personen maar ook (bestuurders van) ‘rechtspersonen’, een fictief begrip zoals staat, vennootschap, vereniging en stichting.
Rechtsobjecten zijn stoffelijke zaken waarop iemand een recht kan hebben.

Net als voor Eskens is voor Boon het dier rechtssubject. Niet anders dan  kleine kinderen, geestelijk gestoorden, demente bejaarden rechtssubject zijn.
Daarnaast stelt Boon dat een rechtssubject voorwerp van eigendom kan zijn – de hond als bezit van zijn baas – terwijl het dier daarnaast toch over eigen subjectieve rechten kan beschikken.
Boon werkt dit uit door te stellen dat rechtssubjecten over veel en over weinig rechten kunnen beschikken. Dat hangt af van de belangen die zij hebben.

In tegenstelling hiermee worden dieren in het Burgerlijk Wetboek opgevat als rechtsobjecten. Het is de wil van de meerderheid van de burgers van dit land dat de wet geen verschil maakt tussen een dier en een iPod.

Boon betreurt dit. Dieren hebben rechten, zegt hij, maar dit komt wettelijk slechts tot uitdrukking omdat op mensen de rechtsplicht rust hulpbehoevende dieren zorg te verlenen en in het algemeen dieren niet te mishandelen.
***
Commentaar
Dit is natuurlijk wel een moeilijke positie waar Boon voor opteert: rechtssubject als (mogelijk) voorwerp van eigendom. Overigens spreekt Boon in zijn voorbeeld wijselijk van ‘bezit’, dwz. het in je macht hebben. Daarvoor hoef je niet noodzakelijk eigenaar te zijn.

Sinds het einde van de slavernij (1863) spreken we niet meer over levende wezens in termen van eigendom. Een kind is geen eigendom van de ouders. In taal berust de relatie op leeftijd: ouders zijn ouder dan kinderen.  De wet voegt er het aspect van 'gezag' aan toe: het is dus (toch) ook een machtsverhouding. Voor aankoop van een kind - adoptie - geldt hetzelfde. Een werknemer is geen loonslaaf maar staat in een contractuele verhouding. Dit geldt ook voor profvoetballers die wel ‘gekocht’ en ‘verkocht’ kunnen worden, dwz. hun arbeid.

Eigendom van een zaak betekent verder dat ik er vrij over kan beschikken. Tinkebell bracht ongestraft haar eigen kat om het leven, terwijl Nienke Oosterbaan in het blad van Milieudefensie uitlegt hoe je je eigen kip moet doden. Dit zijn handelingen die evident strijdig zijn met het belang van het betrokken 'rechtssubject'. 
Hoe lost Boon dit op?

dinsdag 27 december 2011

In Defense of Direct Action (door Steven Best)

Steven Best
professor of philosophy (El Paso,Texas)
co-founder North American Animal Liberation Press Office 
In Defense of Direct Action
Although abolitionism is rooted in the logic of rights, not welfarism, there are problems with some animal rights positions that also must be overcome. 

First, as emphasized by Gary Francione, many individuals and organizations that champion animal rights in fact are “new welfarists” who speak in terms of rights but in practice seek welfare reforms and thereby seek to ameliorate, not abolish, oppression. 
While Francione underplays the complex relationship between welfare and rights, reform and abolition, he illuminates the problem of obscuring fundamental differences between welfare and rights approaches and he correctly insists on the need for uncompromising abolitionist campaigns.

Francione, however, is symptomatic of a second problem with animal rights “legalists” who buy into the status quo’s self-serving argument that the only viable and ethically acceptable tactics for a moral or political cause are those the state pre-approves and sanctions. In rejecting the militant direct action tactics that played crucial roles throughout the struggles to end both human and animal slavery, Francione and others use the same rationale animal welfarists employ against them

Mirroring welfare critiques of rights, and serving as a mouthpiece for the state and animal exploitation industries, Francione criticizes direct activists as radical, extreme, and damaging to the moral credibility and advancement of the cause.

Like its predecessor, the new abolitionist movement is diverse in its philosophy and tactics, ranging from legal to illegal approaches and pacifist to violent orientations. 
A paradigmatic example of the new abolitionism is the Animal Liberation Front (ALF). ALF activists pursue two different types of tactics against animal exploiters. First, they use sabotage or property destruction to strike at their economic heart and make it less profitable or impossible to use animals. The ALF insists that its methods are non-violent because they only attack the property of animal exploiters, and never the exploiters themselves. They thereby eschew the violence espoused by Walker and Garnet. The ALF argues that the real violence is what is done to animals in the name of research or profit. 
Second, in direct and immediate acts of liberation, the ALF breaks into prison compounds to release or rescue animals from their cages. They are not “stealing” animals, because they are not property and anyone’s to own in the first place; rather, they are liberating them. By providing veterinary treatment and homes for many of the animals they liberate, using an extensive underground network of care and home providers, the ALF is a superb contemporary example of the Underground Railroad that funneled black slaves to freedom.

The new abolitionism also is evident in the work of “open rescue” groups like Compassion Over Killing who liberate animals from factory farms without causing property destruction or hiding behind masks of anonymity. Moreover, ethical vegans who boycott all animal products for the principle reason that it is wrong to use or kill animals as food resources, however “free-range” or “humanely” produced or killed, abolish cruelty from their lives and contribute toward eliminating animal exploitation altogether.
As of yet, there are no active Nat Turners and John Browns in the animal liberation movement, but they may be forthcoming and would not be without just cause for their actions. Nor would they be without precedent. According to the gospel of struggle: No justice, no peace.

Just as nineteenth century abolitionists sought to awaken people to the greatest moral issue of the day, so the new abolitionists of the 21st century endeavor to enlighten people about the enormity and importance of animal suffering and oppression. 
As black slavery earlier raised fundamental questions about the meaning of American “democracy” and modern values, so current discussion regarding animal slavery provokes critical examination into a human psyche damaged by violence, arrogance, and alienation, and the urgent need for a new ethics and sensibility rooted in respect for all life.

Animal liberation is not an alien concept to modern culture; rather it builds on the most progressive ethical and political values Westerners have devised in the last two hundred years --those of equality, democracy, and rights – as it carries them to their logical conclusion. 
Whereas ethicists such as Arthur Kaplan argue that rights are cheapened when extended to animals, it is far more accurate to see this move as the redemption of rights from an arbitrary and prejudicial limitation of their true meaning.
The next great step in moral evolution is to abolish the last acceptable form of slavery that subjugates the vast majority of species on this planet to the violent whim of one. Moral advance today involves sending human supremacy to the same refuse bin that society earlier discarded much male supremacy and white supremacy. 

Animal liberation requires that people transcend the complacent boundaries of humanism in order to make a qualitative leap in ethical consideration, thereby moving the moral bar from reason and language to sentience and subjectivity.

Animal liberation is the culmination of a vast historical learning process whereby human beings gradually realize that arguments justifying hierarchy, inequality, and discrimination of any kind are arbitrary, baseless, and fallacious. Moral progress occurs in the process of demystifying and deconstructing all myths -- from ancient patriarchy and the divine right of kings to Social Darwinism and speciesism -- that attempt to legitimate the domination of one group over another. Moral progress advances through the dynamic of replacing hierarchical visions with egalitarian visions and developing a broader and more inclusive ethical community. Having recognized the illogical and unjustifiable rationales used to oppress blacks, women, and other disadvantaged groups, society is beginning to grasp that speciesism is another unsubstantiated form of oppression and discrimination.

Building on the momentum, consciousness, and achievements of past abolitionists and suffragettes, the struggle of the new abolitionists might conceivably culminate in a Bill of (Animal) Rights. This would involve a constitutional amendment that bans exploitation of animals and discrimination based on species, recognizes animals as “persons in a substantive sense, and grants them the rights relevant and necessary to their existence – the rights to life, liberty, and the pursuit of happiness. In 2002, Germany took the crucial first step in this direction by adding the words “and animals” to a clause in its constitution obliging the state to protect the dignity of humans.

If capitalism is a grow-or-die system based on slavery and exploitation – be it imperialism and colonialism, exploitation of workers, unequal pay based on gender, or the oppression of animals – then it is a system a movement for radical democracy must transcend, not amend

But just as black slaves condemned the hypocrisy of colonists decrying British tyranny, and suffragettes exposed the contradiction of the US fighting for democracy abroad during World War I while denying it to half of their citizenry at home, so any future movement for peace, justice, democracy, and rights that fails to militate for the liberation of animals is as inconsistent as it is incomplete. 

maandag 26 december 2011

Erno Eskens

                 
Ik heb Eskens’ boek uit 2009, Democratie voor dieren, nog eens gelezen, en dan met name het tweede deel ervan. Het eerste deel is vooral een akelig afgeven op dieractivisten, door een filosoof die zijn handen liever niet vuilmaakt en vanuit zijn ivoren toren hooghartig neerkijkt op ‘de bivakmuts’. 
Gelukkig negeert de welmenende dieractivist deze kletspraat. Met gedurfde staaltjes laat o.a. de actiegroep ‘Ongehoord’ zien wat er allemaal mis in de vee-industrie. Of zie hier de reportage van Lauren Verster; kleine kans dat deze hem op andere gedachten brengt maar toch.  
***
Deel 2 van het boek heet: ‘Het dier en het recht’ (blz. 133-194) en dat is beter te pruimen. Eskens pleit daarin voor het geven van rechten aan dieren. Hij doet dat o.a. met een beroep op het natuurrecht en het gelijkheidsbeginsel. Hij wil niet discrimineren tussen mens en dier: daarvoor lijken we als levende wezens teveel op elkaar.
Zijn kritiek op het huidige rechtssysteem snijdt hout. In de wet lezen we dat het verboden is - “zonder redelijk doel” - bij een dier pijn te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen. (GWD art. 36) Eskens wijst erop dat “zonder redelijk doel” in de praktijk, ook in die van de rechtspraak, geen enkele betekenis heeft d.w.z. het dier geen enkele serieuze bescherming biedt.
Dit gaat zover dat burgers en zelfs dierenwelzijnsorganisaties niet namens de dieren kunnen procederen.(blz.176/177). Of dit helemaal waar is, betwijfel ik. Proefdiervrij bijv. heeft wel geprocedeerd tegen vergunningen voor dierproeven.

Zijn conclusie die een beetje uit de lucht komt vallen (op blz. 188) is dat je dieren zou moeten verheffen tot rechtssubject. “Als we baby’s burgerrechten geven, als we zorgen dat er wetten zijn die hun belangen verankeren, als we ouders, voogden en advocaten hun belangen in de rechtbank laten verdedigen, waarom zou dit bij dieren dan ook niet kunnen?” (blz. 182)

De titel van het boek is een beetje vreemd. ‘Democratie voor dieren’ is in dit land in zoverre gerealiseerd dat we al vele jaren een Partij voor de Dieren in het parlement kennen. Eskens (foto) is hiervan zelfs prominent lid o.a. als lid van het College van Advies (voor zover dit evenwel functioneert; het is zelfs niet opgenomen in het organisatieschema van de partij). Hij is ook kandidaat voor de Eerste Kamer.

Nochtans wil onze vriend de PvdD veranderen in een ‘Partij voor de Stemlozen’, waartoe dus niet alleen meer dierenbelangen zouden behoren. Ik vind dat een slecht idee. Mensen hebben altijd de neiging het belang van dieren op de laatste plaats te zetten, zoals hijzelf al demonstreerde aan het misbruik van ‘redelijk doel’. En dat gebeurt zelfs al binnen de Partij voor de Dieren! Zo liet Nico Koffeman (PvdD, Eerstekamerlid) in De Pers optekenen dat zijn partij een groene partij is die ‘dieren’ in de naam heeft gekozen omdat dat meer stemmen zou opleveren. 

zondag 25 december 2011

AAP: jaarverslag


I. Okko Reussien
Ik heb Okko Reussien, de stichter van AAP, nog gekend. Hij kwam op mijn school om de leerlingen te vertellen over het feit dat een aap geen huisdier is. Ik had niet de indruk dat de leerlingen dat idee overigens hadden. Maar hij had dan ook een aapje bij zich. Ook ben ik nog wel eens in de opvang geweest in Amstelveen, maar na de verhuizing naar Almere en het aantreden van David van Gennep ben ik het contact verloren. Reussien is niet oud geworden, overleed in 1995. Zijn vrouw is als erelid van het bestuur nog steeds bij AAP betrokken.

II. Dierentuin
Het jaarverslag gaat vooral over het bedrijf AAP, niet of nauwelijks over de dieren. Dat is niet altijd even interessant. personeel (ziekte; verloop; salariëring), fondsenwerving, etc.
De stichting is sterk gericht op expansie. De 50-jarige Van Gennep lijkt als bioloog een beetje uitgekeken te zijn en heeft nu meer lol in zakendoen. Het aantal betaalde medewerkers bedraagt 73 (58 fte), het aantal vrijwilligers 100 (25 fte). Er is veel verloop. AAP slaagt er in het algemeen niet in mensen langer dan een jaar of vijf aan zich te binden. Dat is niet vreemd; de organisatie biedt een beperkt carrièreperspectief. Totale personeelskosten bijna 2,5 miljoen euro.

De stichting heeft geen winstoogmerk. Ze hield niettemin ruim 1,5 miljoen euro over.

Hoewel AAP zich vooral op Europa richt, zijn er ook projecten daarbuiten. In Oeganda plantte AAP 3 ha bomen, ‘als compensatie voor onze CO2  uitstoot.'
Een project in Indonesië is beëindigd. Dat in Malawi loopt nog.

Het is niet meteen duidelijk waar je AAP als bedrijf moet plaatsen. Naar mijn mening heeft het nog het meeste weg van een kleine dierentuin. De ‘Apeneilanden’ kunnen bijv. gerelateerd worden aan die in de Apenheul.
Het moet wat z’n opvang betreft dan ook voldoen aan de Dierentuinrichtlijn van de overheid, en het is ook ‘geassocieerd’ met de Europese Ver. van Dierentuinen (EAZA). Het werkt samen met deze instellingen, met de bedoeling daar apen, maar ook andere dieren, onder te brengen. Genoemd worden dierentuinen in Saarbrücken, Veszprem (Hongarije), in Polen en elders.

Wat je ziet bij AAP is de beweging van buiten naar binnen, en van binnen naar buiten. Dat wil zeggen dat dieren uit het buitenland naar de opvang in Almere worden gebracht om, na enige tijd, weer per vrachtwagen naar een buitenlandse dierentuin te worden vervoerd.
Dat betekent dus dat een dier dat gered is door AAP, vervolgens ondergebracht wordt in een parkje om daar de rest van zijn leven door te brengen. Zelfs met een stadsdierentuin als Artis worden zaken gedaan; dat is toch wel om je kapot te schamen.

Het dierentuinkarakter wordt nog versterkt door het voornemen, ook grote katachtigen te gaan ‘opvangen’.

Een analyse van, laat staan een kritische visie op het verschijnsel ‘dierentuin in Nederland’, waar toch grote behoefte aan is, hoef je dan ook van AAP niet te verwachten. Diplomatiek verwoordt Van Gennep het zo: ‘Dierhouderijen op niet ideële basis kunnen negatief in de belangstelling komen. Om die reden wil AAP ‘Associate member’ zijn en blijven’. (i.p.v. full member van EAZA)
Een laffe opstelling, die bovendien ten koste gaat van het dierenwelzijn in het algemeen.

De grens is het circus: daar herplaatst Van Gennep geen dieren. Integendeel, AAP bestrijdt het fenomeen juist, door middel van een samenwerking met Wilde Dieren De Tent Uit. (WDDTU) Maar pas op: stichting AAP heeft zich er enigszins van losgemaakt door er de verenigingsvorm aan te geven. Het levert nog wel een bestuurslid – voor wat dat waard is. Van Gennep over WDDTU: ‘AAP loopt het risico als coalitiepartner te worden gezien als actievoerende organisatie’.
Ja ja, heel riskant allemaal, opkomen voor dierenwelzijn.

Dit is een algemeen kenmerk van AAP, waar het sterk de nadruk op legt: GEEN ACTIVISME. De mentaliteit is sterk conservatief; vrouwen en kinderen eerst.
In de samenwerkingstabel vind je dan ook, onder het hoofd: Risico’s:

        ‘Geen extreme standpunten’ (over WSPA en CDON).

        De Engelse collega-organisatie Born Free voert ‘ook campagne tegen dierentuinen’. Niet positief, volgens Van Gennep.

        Over IPPL (Int. Primate Protection League): ‘sterk actiematig actief (…) echter zeer gerespecteerd.’

Nee, dan de Eurogroup for Animals, een schimmige organisatie in Brussel. Van Gennep daarover: ‘Eurogroup zal als coalitie eerder het compromis zoeken dan de confrontatie.’
Is er toevallig  i e m a n d  die een beeld heeft bij de Eurogroup?!
AAP zelf gaat ieder risico om vuile handen te maken uit de weg. Des te merkwaardiger is deze opstelling als je weet dat de stichting geen zakelijke sponsors ambieert. Het wil vooral afhankelijk blijven van bijdragen van particulieren!

III Beleid
Gesticht in 1972 bestaat AAP over vijf maanden dus 40 jaar. Je kunt je afvragen wat we er nu mee zijn opgeschoten, zelfs als je alleen de periode-Van Gennep neemt, ca. 20 jaar. De berberaap, waarmee AAP veel bemoeienis heeft en had, staat op uitsterven. Dat heeft AAP dus niet kunnen voorkomen. De illegale import van berberapen gaat zelfs nog onverminderd door.
Je vraagt je dan ook af als je leest dat AAP doet aan ‘beleidsbeïnvloeding’, over wat voor beleid het dan eigenlijk gaat.
Er is kritiek op het ministerie van LNV/EL&I, maar als je tientallen jaren lang geen poot aan de grond krijgt, onder geen enkele regering, heeft het dan zin om voor nog eens 40 jaar te tekenen?!

De ‘grap’ is zelfs dat België verder is dan hier. Het kent een positieflijst van gehouden dieren, dus dieren die zonder vergunning gehouden mogen worden. In Nederland wordt daar al vele, vele jaren over gediscussieerd.

IV. Primadomus
Primadomus, het landgoed van AAP in Spanje, is sinds eind 2009 dan toch gerealiseerd en dat is op zich een felicitatie waard. Het vreemde is echter dat er maar achttien apen verblijven – op 45 ha! (vgl. Burgers dierenpark Arnhem)
Er wordt niet uitgelegd hoe dit zit. In Almere waren eind 2010 maar liefst 166 primaten (en 79 andere zoogdieren). Het heeft er dus alle schijn van dat Van Gennep de dieren primair onderbrengt in een dierentuin en ze alleen in noodgeval de ruimte geeft in Primadomus.
We lezen dan ook in overeenstemming daarmee: ‘De ambities voor Primadomus zijn verschoven van een Life Time Care Center – zoals bijv. Het Beloofde Varkensland van Dafne Westerhof (BW) – naar een vestiging van AAP in Zuidwest-Europa.’ Wie het begrijpt mag het zeggen.

Beetje jammer tenslotte is dat Van Gennep wel veel maar net niet alle minder diervriendelijke figuren en instellingen buiten de deur heeft kunnen houden. Ik noem Berry Spruyt, en de accountant van PricewaterhouseCoopers; laatstgenoemde beloonde de vorige Artisdirecteur met €12.500 ! (IJ-prijs) Hoe koosjer de ING-bank is weet ik niet.

Het is zeker geen slecht jaarverslag maar het laat wel nogal wat vragen open. 

Nòg een Apenheul? (door David van Gennep)

.
beste Barend,

Natuurlijk is een wettelijk verbod de beste borging die je wensen kan. Dat lukte destijds wel bij de chimpansees uit Rijswijk, met andere apensoorten lukt dat nu nog niet. Om te voorkomen dat we blijven dweilen doen we alleen zaken met een lab als MSD als er ook afspraken worden gemaakt die passen in het principe van de 3-V's.

In dit geval werd in samenspraak met de Dierenbescherming besloten dat er meer dan voldoende sprake was van borging. En dat pleit voor MSD, die willen in hun afspraken verder gaan dan de overheid. 

Kosten: we hebben afgesproken dat we geen details over deze transactie bekend zullen maken, maar MSD betaalt het overgrote deel van de kosten van deze dieren en hun pensioen. Ook dat is een mooi gebaar van hun kant. 

AAP wil geen dierentuin zijn, alhoewel we wel een dierentuinvergunning moesten aanvragen destijds. Als we een dierentuin zouden worden zouden we een collectie aanleggen en nooit meer uitplaatsen, ook als de dieren daar beter van zouden worden. Dat past ons niet. Als het straks weer mooi weer wordt, kunnen belangstellenden wel de dieren bekijken op de apeneilanden: zonder toegang te betalen!

david van gennep

***

Beste David,

Dank voor info. Helaas is cryptisch wat je schrijft over ‘borging’ en 3-V’s. Ik interpreteer dit dat, anders dan ik dacht, het MSD-lab NIET uit Nederland verdwijnt. Verdere interpretatie is dat geen proeven op apen meer gedaan worden in dat lab (maar op andere dieren). Als dat allemaal klopt, dan is dat zeker een verheugende ontwikkeling, - zij het dat ik iedere dierproef er een teveel vind.

Ik heb met opvang van proefdieren (en circusdieren) an sich geen moeite. Wij activisten zorgen er wel voor dat aan dat misbruik een einde komt.
Maar de opvang in Almere bestaat maar voor een klein deel uit deze categorieën. (Althans tot de aanstaande komst van de Java-apen uit Oss.) AAP beweegt zich m.i. dan ook in verkeerde richting: van nationaal opvangcentrum tot internationaal. Maar dat willen wij helemaal niet!

Wij willen - primair - een houdverbod voor particulieren van apen. Wij willen dat de handel (import) daarin gestopt wordt. Secundair: van andere exoten. Een en ander op dezelfde manier als mensenhandel.

Het kan niet zo moeilijk zijn dat op termijn gerealiseerd te krijgen: wellicht eerst nationaal, daarna Europees. Maar dan moet daar wel aan gewerkt worden. Anders blijft het immers dweilen met de kraan open. Het heeft er echter de schijn van, David, dat jij dat allemaal niet zo’n probleem vindt.

Apenheul in Apeldoorn beslaat slechts 10 ha en huisvest daarop enkele honderden apen. Dat kan natuurlijk net zo makkelijk in Almere (Flevopolder). (Het landgoed in Spanje laat ik even buiten beschouwing.) Want waarom zou je eigenlijk nog dieren uitplaatsen als je ze net zo goed zelf zou kunnen huisvesten – na deprogrammering/socialisatie?

Punt is dus dat op geen enkele wijze, op geen enkel moment, blijkt dat AAP zich actief inspant om een eind aan die toestroom te maken. Integendeel zelfs: het streven van AAP is gericht op expansie: zowel van dieren (opvang) als van donateurs / sponsors.

Over de Dierenbescherming hoeven we het niet te hebben. Daar is helemaal niets van te verwachten. (Gelukkig is er nu een Partij voor de Dieren.)

Barend

P.S. 1. Mag ik even lachen over “gerenommeerde dierentuin”?!  Die bestaat helemaal niet! Als je uitgaat van het belang van het dier, dan zijn er alleen slechte dierentuinen en zeer slechte.
En er zijn natuurlijk veel te veel dierentuinen – neem alleen maar Nederland! 

zaterdag 24 december 2011

Evacuatie uit New Orleans (2005)


voor vergroting: klik op foto's


Circus Krone tegen Oostenrijk


PETA begrüßt Entscheidung des österreichischen Verfassungsgerichtshofs
Wien / München / Gerlingen, 22. Dezember 2011 –

Nur wenige Tage vor der Premiere einer neuen Manegen-Show in München musste Circus Krone gestern erneut eine schwere Niederlage einstecken.
Der österreichische Verfassungsgerichtshof entschied, dass das - seit 2004 - in Österreich bestehende Wildtierverbot im Zirkus verfassungskonform ist und bestehen bleibt.

Krone hatte dagegen geklagt, um sein tierquälerisches Geschäft auch in Österreich wieder aufnehmen zu können.

Die Tierrechtsorganisation PETA Deutschland e.V. begrüßt vor allem die Begründung der österreichischen Richter, denen zufolge der Tierschutz in der heutigen Gesellschaft bzw. die Belastungen für die Tiere schwerer wiegen als die Erwerbsausübungsfreiheit der Zirkusbetreiber.

***
Vor zwei Wochen hat die Tierrechtsorganisation PETA Deutschland e.V. einen Rechtsstreit mit Circus Krone vor dem deutschen Bundesgerichtshof gewonnen.
In diesem Verfahren erklärte das Gericht die Veröffentlichung der Undercover-Filmaufnahmen von PETA über die tierquälerischen Praktiken in dem Zirkus für zulässig.

***
VIER PFOTEN begrüßt Entscheidung des Österreichischen Verfassungsgerichtshofes
Hamburg, 21. Dezember 2011 –

Heute veröffentlichte das österreichische Verfassungsgericht seine Entscheidung zur Klage des deutschen Circus Krone gegen das in Österreich - seit 2004 - bestehende Haltungsverbot für Wildtiere in Zirkussen.
Die Klage hatte keinen Erfolg, das umfassende Verbot hat damit Bestand.

Die international tätige Tierschutzorganisation VIER PFOTEN begrüßt die Entscheidung des Gerichtes. „Das Urteil ist eine schwere Schlappe für Wildtierzirkusse und für Circus Krone, den größten europäischen Zirkus“, erklärt Thomas Pietsch, Wildtierexperte. Mit dem Urteil wird eine der weltweit fortschrittlichsten Regelungen zum Schutz von Tieren in Zirkussen bewahrt. 

In Deutschland hat das Bundesratsplenum am 25. November ebenfalls für ein Wildtierverbot im Zirkus gestimmt. Die Tierschutzorganisation VIER PFOTEN fordert Bundesministerin Aigner auf, das Wildtierverbot nicht länger mit juristischen Spitzfindigkeiten zu verzögern. „Die Entscheidung in Österreich muss Signalwirkung für Deutschland haben“, so Pietsch. 

Wildtiere leiden im Zirkus unter extrem mangelhaften Haltungsbedingungen, ständigen Transporten und artfremden Kunststücken. Winzige Käfige, Wasserbecken und Außengehege – und bei den Elefanten stundenlange Ankettung – bieten den Tieren nur ungenügende Bewegungsmöglichkeiten. Viele Tiere zeigen deutliche Verhaltensstörungen: Stereotypien, Aggressionen oder Apathie. Auch die Tierhaltung beim Kläger, Circus Krone, steht regelmäßig in der Kritik. In dieser Saison hat VIER PFOTEN bei Circus Krone überlange Standzeiten der Elefanten in den Transportwagen von mehr als 20 Stunden dokumentiert und Anzeige erstattet.


Im Jahr 2009 wurde Circus Krone vom Amtsgericht Darmstadt aufgrund von Haltungsmängeln bei Elefanten und Pferden zur Zahlung von Geldbußen verurteilt. 

***

vrijdag 23 december 2011

Duivenpâté, mosselsoep en Marjoleine de Vos


Als er één vogel is die de niet-kluivers tot wanhoop drijft is het wel de duif. Maar ze zijn heerlijk. Daarom hier een manier om duif te eten zonder er met de vingers aan te hoeven komen – het moeilijke werk is al in de keuken door de kok gebeurd.
3 duiven, 250 g rundergehakt, 300 g speklappen, 125 g bacon in plakjes, 1 teen knoflook, 6 jeneverbessen, 2 eetlepels madeira, 2 eetlepels cognac, tijm
Pocheer de duiven 20 minuten en snijd dan netjes de borstjes eraf. Verwijder met een scherp mes zo goed als mogelijk al het ander vlees van de duivenkarkasjes en hak dat fijn.
Snijd de borstjes in dunne reepjes. Het idee is om straks een laag gemalen vlees te hebben en dan een laag mooie plakjes. Het teveel aan borstvlees kan fijngehakt en vermengd met het overige vlees.
Maal de speklap fijn in de keukenmachine en vermeng die met het gehakt, het duivenvlees, fijngehakte tijm en knoflook, de jeneverbessen en de drank. Doe er een snufje zout bij, niet te veel, het is beter dat de paté wat flauw is dan te zout. Beleg de patépot of een kleine cakevorm met baconplakjes zo dat die over de rand hangen, dan kunnen ze straks over de paté gevouwen worden. Doe een laagje vleesmengsel in de pot, een laagje duivenborstplakjes en weer een laag vleesmengsel. Sla de baconplakjes over de bovenkant.
Giet kokend water in een grote ovenschaal en zet die in een op 150 graden voor verwarmde oven. Zet de patépot erin met het deksel erop en bak ongeveer anderhalf uur. Voor wie een oventhermometer heeft: de kerntemperatuur van de paté moet 70 graden zijn.
Leg een gewicht op de paté tijdens het afkoelen en laat hem minstens een dag in de ijskast staan.


Mosselsoep (4 à 6 personen)
© http://www.nrc.nl/thuiskok/door/marjoleine-de-vos/
1 kilo mosselen, knoflook, peterselie, sjalotjes, 1 glas witte wijn, 2 preien, 2 tomaten (3 als het vrij kleine zijn), 2 eetlepels rijst, olijfolie
Kook de mosselen in een pan met wat fijn gehakte sjalot, knoflook, peterselie, een glas water en een glas witte wijn. Haal de mosselen als ze gaar zijn uit de pan en vervolgens op een stuk of tien na uit hun schelpen (tuurlijk eerst even laten afkoelen) en zeef het kookvocht door een doek of een heel fijne zeef – het kan zanderig of gruizig zijn. Dompel de tomaten een minuutje in kokend water en ontvel ze. Snijd ze in blokjes.
In een pan geschikt voor soep de olie verwarmen en een teentje gehakte knoflook, het fijngesneden wit van de preien en de tomaten bakken op niet te hoog vuur – er moet niets bruin worden.
Vul het gezeefde mosselvocht aan tot 1 liter, giet het bij de prei en de tomaat en doe er als het kookt de twee lepels rijst in. Zachtjes gaar laten worden. De helft van de soep pureren in een keukenmachine of door de staafmixer niet al te lang in de soep te houden. Doe de puree weer bij de soep, doe de mosselen in de soep, ook die paar die nog in de schelpen zitten, en warm even door. Proef of alles zout genoeg is en bestrooi eventueel met versgemalen peper.
***

Marjoleine de Vos


Een heel gevoelige en wijze vrouw, die tweewekelijks een column op de opiniepagina van NRC Handelsblad heeft, waarin ze “via een literair-levensbeschouwelijke bril naar het leven en de wereld kijkt”. Daar kijkt ze uiteraard heel ernstig bij, haast wijsneuzig als ik zo oneerbiedig mag zijn. Vandaag gaat het over de ontvoerde Nederlander in Somalië, en hoe erg dat ook voor zijn vrouw is. Snik snik.

We hebben het over Marjoleine de Vos.


Maar een column is niet genoeg. Marjoleine is zo vreselijk gevoelig dat ze ook in dichtvorm uiting aan haar emoties moet geven. Ze publiceerde enkele bundels, zoals Zeehond graag, en Kat van sneeuw. Die dierentitels moet ik even uitleggen.

Deze Vos kan zo fijngevoelig en wijs niet zijn, of ze deinst er niet voor terug om in haar kookrubriek allerlei vleesgerechten aan te prijzen, ook alweer in het bekende krantje. Wat dat betreft kan het haar niet bloederig genoeg zijn. Vandaar dus die affiniteit met bijv. zeehond en kat. Maar dus ook met lam en rund en varken.

Een van de potsierlijkste vrouwen die de NRC in huis heeft.
.

Leukemie en stamceltransplantatie

Stamceltransplantatie is een reguliere behandeling voor patiënten met bloedkanker. 
Stamcellen bevatten o.a. afweer- of immuuncellen die de belangrijke taak hebben de achtergebleven leukemiecellen in de patiënt te vernietigen. Dit is hét curatieve effect van stamceltransplantatie. 
Echter, 25% van de getransplanteerde patiënten krijgt de bloedkanker terug

Leukemie

Leukaferese VUmc (niet Maarten!)
(aanklikken voor vergroting)

Het boek van Van der Weijden herlezen. Het eerste deel, ca. 100 blz., gaat over zijn ziekte, m.n. over de therapie; het tweede deel over het wedstrijdzwemmen, culminerend in zijn overwinning op de 10 km Openwater tijdens de Olympische Spelen van Peking. (2008)
Dat verslag van de race is spannend; tegelijk is de voorbereiding erop een heldere illustratie van de moderne sportverdwazing.

Van der Weijden werd in 1981 in Alkmaar geboren. Met zijn ouders verhuisde hij later naar Warmenhuizen. In maart 2001 werd bij hem leukemie gediagnosticeerd, en wel acute d.i. snel verlopende, lymfatische leukemie (A.L.L.) Daarvoor werd hij naar VUmc in Amsterdam gestuurd. Voor de therapie moest hij geregeld op en neer reizen. In een later stadium kon hij met een andere patiënt samen reizen.

Je mag wel zeggen dat Maarten alle geluk van de wereld gehad heeft. Zijn therapie duurde slechts vier maanden! Vandaar dat het verslag ook zo kort is. Uiteraard moest hij daarna wel geregeld terug voor controle. Het was zeker een lijdensweg, maar geen eindeloze.

Leukemie is kanker van het bloed. Dat betekent dat de bloedwaarden in het verhaal centraal staan. Er zijn er drie:

  1. Hemoglobine (rode bloedcellen); normale waarde tussen 7,5 en 10,5 mmol/L
  2. Leukocyten (witte bloedcellen); normaal 3,5 tot 10 x 109/L
  3. Thrombocyten (bloedplaatjes); normaal tussen 150 en 400 x 109/L
De kanker wordt allereerst bestreden met drie chemokuren. Welke chemo toegediend wordt, wordt niet vermeld.
Leukemie is niet operabel, maar wat wel kan is het oude bloed vervangen door nieuw te laten aanmaken. Dit gebeurt door stamceltransplantatie. Doordat het bloed van zijn zus Etta niet geschikt is, worden eigen stamcellen gebruikt (‘autoloog’), verkregen door leukaferese. Dit is vergelijkbaar met dialyse, maar hier filtert de machine de stamcellen uit het bloed (oorspronkelijk uit het beenmerg). Die worden daarna ingevroren tot het moment van transplantatie.

Wanneer de chemokuur de kwaadaardige cellen uitgeroeid heeft, wordt het complete beenmerg stilgelegd – ook weer chemisch - en alle stamcellen vernietigd.
De via leukaferese gewonnen stamcellen worden nu teruggegeven. De therapie slaat bij Maarten aan, en daarmee is hij feitelijk genezen.

De chemokuren zijn op zichzelf al moeilijk te verdragen, maar bij Maarten komt er een complicatie bij nl. hersenvliesontsteking. Sommige tumorcellen hebben de bloed-hersenbarrière weten te passeren. Daarvoor krijgt Maarten voortdurend ruggenprikken.

De rest van het verhaal is een aaneenschakeling van kotsen, niet kunnen eten noch ontlasten, en veel pijn lijden (ondanks morfine).

Maar hij overleeft. Dat kunnen zijn zaalgenoten hem niet nazeggen. Raymond, Rob (beiden A.M.L.-patiënt), Bob en Frans overleven het niet. De therapie is zo zwaar dat hij niet gegeven wordt aan patiënten ouder dan 55. Kinderen hebben een grotere kans op genezing dan volwassenen.

***
Maarten van der Weijden, Beter 
Ambo/Amsterdam  (2009)

Dagboek van een jager (vervolg)

.
Moet dat nou, die schietgrage jager?
Oproep aan de krant: staakt uw wild geraas! Treurig word ik van die verhalen over het doden van in het wild levende dieren in Nederland. Eerst al dat recept van hazenvlees, terwijl de hazenstand in Nederland nu dramatisch laag is. En dan nog dat artikel in de zater­dagkrant (Kwispelend staat Pim voor me, fazant in de bek, Hollands Dagboek, 3 december) over de lust van het ja­gen en het eten van zelf geschoten wild.

Is er soms uit onderzoek onder lezers gebleken dat er jagers in ons midden zijn, waardoor de redactie denkt dat wij zitten te wachten op zulke zelfgenoegzame verhalen?    
           
Rietje Veltkamp
(in: NRC 17 dec.)
***


De jacht kan, net als dierproeven en nertsfokkerijen, vanouds rekenen op felle reacties. Maar het idee van het Hol­lands Dagboek is nu eenmaal dat het een doorkijkje geeft in iemands leven. Naast - min of meer - bekende Nederlanders zijn dat vaak vertegenwoordigers van groepen die in het nieuws zijn. En ook jagers waren de laatste tijd in het nieuws, onder meer wegens het ver­giftigen van roofdieren in Drenthe, en door de rol die staatssecretaris Bleker voor hen ziet weggelegd. Reden genoeg om de vrijplaats van het Hollands Dagboek ook eens door een jager te laten gebruiken.


Stelling neemt de krant in het commentaar. Wat de jacht betreft langs deze lijn: in een land zonder echte wildernis is de jacht een onontkoombare vorm van na­tuurbeheer. Maar vóór alles geloven we dat lezers zelf hun mening willen bepalen (of herzien) aan de hand van reportages, vraaggesprekken, achtergrondstukken én afleveringen van het Holland Dagboek.

 ***
Aan NRC: Commentaar Barend (19/12)
In NRC Weekend van 17 december schrijft een lezeres dat ze zich ergert aan artikelen over hazenvlees, en over de schietgrage jager in Hollands Dagboek van 3 dezer. Welnu, zij is niet de enige. Daarbij vergeet ze nog ‘Schieten op Sint Hubertus’, ook een hele pagina propaganda voor de plezierjacht..(NRC 15 okt.)

De krant antwoordt dat jacht “vanouds kan rekenen op felle reacties”. Maar daar heeft ze maling aan. Zelfs de nieuwe hoofdredacteur Vandermeersch is blijkbaar niet tot matiging in staat. Want waar het hier wezenlijk om gaat is de proportionaliteit (en de frequentie). Hele pagina’s lof van de plezierjacht, vergezeld van uitdagende foto’s, dat is regelrecht aanstootgevend.
Adjunct-hoofdredacteur Steketee gaat zelfs zover dit redactionele beleid goed te willen praten. Zo zegt hij dat lezers zelf hun mening willen bepalen. Dat is misvatting nummer 1. Juist is dat lezers verschoond willen blijven van teksten van lustmoordenaars.
Misvatting nummer 2 is de plezierjacht rangschikken onder ‘natuurbeheer’. Steketee is blijkbaar niet op de hoogte van jachtpraktijken als het uitzetten van fazanten, het bijvoederen van zwijnen, etc., teneinde er in het jachtseizoen maar vrolijk op los te kunnen schieten. Natuurbeheer is een zaak van professionals (Staatsbosbeheer), niet van iedere lullo met een schietgeweer.

 ***
Antwoord NRC (23/12)
Geachte heer Slootweg,


We hebben uw brief even in portefeuille gehouden, maar moeten u nu toch berichten dat wij geen kans zien deze nog te plaatsen. Het spijt ons u niet anders te kunnen berichten.

Met vriendelijke groet,
Redactie Opinie

NRC Handelsblad 

Dagboek van een jager

Het vorige weekend schotelde NRC Handelsblad de lezers een hele pagina voor met het dagboek van een jager. Met drie kleurenfoto’s, van man, hond en dubbelloops jachtgeweer. (NRC Weekend, Hollands Dagboek, 3-12-2011)
Ik besloot het abonnement op te zeggen maar bedacht me. Ik schrijf een commentaar. Als dat geplaatst wordt, is het weliswaar een troostprijs, maar beter iets dan niets. Dus mailde ik het volgende:

Het vorige weekend schotelde de krant de lezers een hele pagina voor met het dagboek van een jager. Met drie kleurenfoto’s, van man met hond en dubbelloops jachtgeweer. Het dagboek beslaat acht dagen en geeft een goed beeld van een “gepassioneerde jager”. Op vrijdag schiet hij een fazant en een vos. Op zaterdag een haas. Op maandag ganzen. Op de laatste dag is er sprake van een drukjacht op wilde zwijnen.

Details van kreperende dieren worden weggelaten; het moet wel de indruk van ‘sport’ blijven maken. Maar dat is het niet. Het gaat jagers niet om de beheersing van een wapen. Het zijn geen scherpschutters, zelfs geen geoefende schutters: dat is teveel gevraagd.

Het gaat om niks anders dan de lust om te doden. Dieren opschrikken en uit hun schuilplaatsen jagen. En dan, terwijl ze wegvluchten, ze proberen neer te schieten. Het is onvoorstelbaar, maar er zijn mensen die daar plezier aan beleven.

Tijdverdrijf van het allerlaagste allooi. Een jager levert geen enkele inspanning. Er is geen strijd, hij loopt geen enkel risico en heeft niets te verliezen. Dieren worden niet beslopen, maar comfortabel opgewacht (foto), ook vanuit schuilhutten.

Wat ooit, in (pre)historische tijden, nooddruft was, noodzaak om te overleven, is nu verworden tot louter moordzucht. Destijds werd het wild met primitieve wapens bejaagd. Het had een faire kans om te ontkomen. Tegen moderne vuurwapens maakt geen enkel dier een kans. De uitwisseling op jagersniveau betreft, geloof het of niet, “sterke verhalen”.

Er is geen respect voor niet-menselijk leven. Het wilde dier wordt niet gezien als gelijkwaardig. Zijn levenswil speelt geen rol. Het bestaan van familiebanden – Bambi! – het komt in deze mensen niet op. Het dier is voor de jager verworden tot object, niks meer dan een bewegende schietschijf.

Wat beweegt een krantenredactie om voor dit walgelijke bedrijf een hele pagina af te staan?
Hoe lang zal deze barbarij nog voortduren voordat een beschaafde samenleving daar een einde aan maakt?

P.S. Willem Breedveld was jarenlang verbonden aan Trouw, een dagblad dat moraal en fatsoen graag hoog in het vaandel draagt. Tegen het eind van zijn leven presteerde hij het om zich onsterfelijk te maken – in de slechtste zin van het woord – door over de jacht met verwondering te schrijven, n.b. boven het stuk: ‘Plezier beleven aan doden mag niet.’

 ***
De krant antwoordde als volgt:

Geachte heer / mevrouw,

Hartelijk dank voor toezending van uw brief. Wij moeten u echter berichten dat wij deze niet zullen plaatsen. Door de grote hoeveelheid post die wij ontvangen moeten wij streng selecteren. Onze voorkeur gaat (deze keer) uit naar andere bijdragen.  Wel is uw mail doorgestuurd naar onze ombudsman.
Het spijt ons u niet anders te kunnen berichten.

***

So far so good. Ik vind het helemaal net erg als de krant aan een reactie van iemand anders de voorkeur geeft. Nieuwsgierig nam ik dit weekend de krant door. NIET EEN REACTIE. Ik weet niet of dat aan de lezers ligt of aan de redactie, maar ik heb nu alsnog opgezegd.

zondag 18 december 2011

Smash KLM-Air France !

.
P r o e f d i e r t r a n s p o r t

Internationale actieweek tegen KLM-Air France

15 - 21 december 
Video: 

Air France-KLM is the main transporter of animals for laboratories in the world. They transport tens of thousands of primates every year from East Asia and Africa to labs in Europe and America. They also transport dogs, cats and smaller animals like mice and frogs. They are the link between the breeders and the vivisectors. Recently many airline companies took a stand against the transport of animals for science, Air France-KLM must follow their example.

It's important that as many people as possible do something during the week of action to show them that all over this planet people are furious and want them to stop transporting those poor animals to a life of pain and suffering in a research lab like Huntingdon Life Sciences in the UK or Covance in the USA.

Go to international airports, find their headquarters or offices in your country, they've got agencies and counters everywhere. Make yourself heard for the sake of the animals.

If labs can't get their animals sent to them, how are they going to do their filthy experiments ? It's high time to make them feel the heat !

Dierproeven voor rimonabant: het muisje heeft een staartje...

Rimonabant (merknaam: Acomplia®) is een inmiddels verboden geneesmiddel dat aangrijpt op een van de twee soorten bekende receptoren voor cannabinoïden.

De Europese registratieautoriteit EMEA had rimonabant aanvankelijk goedgekeurd als “aanvulling op dieet en lichaamsbeweging voor behandeling van patiënten met obesitas (BMI ≥ 30), of patiënten met overgewicht (BMI ≥ 27), in combinatie met risicofactoren zoals diabetes type 2 of dyslipidemie”. Studies geven aan dat diabetespatiënten het meest profiteren van de regulering van de vet- en de suikerhuishouding.

Vanaf eind september 2007 was rimonabant bij de apotheek en uitsluitend op doktersrecept verkrijgbaar. Het middel werd niet vergoed, de prijs was € 82,45 incl. btw excl. receptregelbijdrage.

In oktober 2008 heeft de EMEA besloten de vergunning te schorsen, wegens geringe werkzaamheid en hoog risico op bijwerkingen (vooral depressieve klachten). In minstens vijf gevallen maakten gebruikers van het middel een einde aan hun leven. Het middel mag niet langer worden voorgeschreven. Het farmaceutisch bedrijf Sanofi-Aventis is gestopt met de productie van het middel.
In de Verenigde Staten is rimonabant niet verkrijgbaar geweest, op 13 juni 2007 heeft het adviserend comité van de FDA met 14 tegen 0 stemmen negatief geadviseerd over toelating.

Dr. Eric Hoedemaker, medisch directeur van Sanofi Aventis, is boos op de hype-toon die Wim Köhler in NRC Handelsblad aansloeg. De krant schreef in 2006 een lovend artikel over Rimonabant, een wondermiddel tegen overgewicht, depressie en andere ongemakken. Probleempje was echter dat er voor de juichtoon niet zoveel reden leek te zijn.

Het medicijn kwam in Amerika niet vlekkeloos op de markt, omdat neerslachtige zielen er depressief van zouden kunnen worden. NRC-ombudsman Micha Kat wees in nogal krasse taal op de journalistieke faux pas van de krant. Een rechtszaak over het artikel werd aangespannen door NRC Handelsblad. Het  beschuldigt Kat van belediging.

Kat (foto), die de auteur van het stuk vergeleek met nazidokter Mengele en lezers opdroeg hem te achtervolgen, staat klaar. Sanofi Aventis vindt nu zélf ook dat NRC veel te positief heeft bericht over de pil. In het dossier staat een verklaring van Hoedemaker. Op de vraag wat hij dacht, toen NRC schreef dat Rimonabant ‘de aspirine van de 21e eeuw’ wordt, reageert hij: ‘Waanzin, waanzin (...) Er wordt aan een hype gewerkt, en ik denk dat zoiets moeilijk kanaliseerbaar is.’

Kat verkneukelt zich over de zaak. ‘Ik had niet verwacht dat zelfs de pillenproducent dit te ver vond gaan.’ NRC Handelsblad en de advocaat van de krant reageerden niet.

De journalist Micha Kat mag op internet in provocerende vergelijkingen over NRC Handelsblad en een wetenschapsjournalist van deze krant, Wim Köhler, schrijven. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam bepaald, nadat de krant een kort geding tegen Kat had aangespannen.

Kat schreef dat de krant bijwerkingen van het geneesmiddel Rimonabant zou hebben verzwegen en zo „een misdadige poging [heeft] gedaan [de] lezers te vergiftigen en tot zelfmoord te drijven”. Volgens de rechter was Kats stijl weliswaar provocerend en ongenuanceerd, maar niet onrechtmatig. Voor de doorsnee lezer van Kats website zou duidelijk zijn dat diens vergelijkingen „niet letterlijk moeten worden opgevat en niet serieus genomen kunnen worden”.
De rechter oordeelde ook dat een oorspronkelijke versie van Kats stuk, waarin hij de krant crimineel noemde en een vergelijking met nazi-arts Mengele maakte, onrechtmatig was. Kat wijzigde deze passages na een sommatie. De krant vond die wijzigingen niet ver genoeg gaan.

zaterdag 17 december 2011

Janna. In memoriam.

Vandaag kwam de rouwkaart: Janna is overleden. Plotseling. Ze heeft een mooie leeftijd bereikt maar is niet heel oud geworden.

Janna was een van mijn idolen uit de kindertijd. Ze was de jongste dochter in een boerengezin waarin ik jarenlang de vakanties doorbracht. Ze had twee oudere broers, met wie ik uiteraard het meest optrok. Zij was er meer op de achtergrond. Ik was de benjamin, en werd in het gezin min of meer als nakomertje beschouwd. Maar het was geen familie: de relatie stamde uit de oorlogstijd.

Mijn oudste herinnering aan haar is dat ik door haar gewassen werd. Op zaterdag ging ik in de teil en stond dan poedelnaakt voor haar om afgedroogd te worden. Ik schaamde me niet maar tot mijn eigen verbazing herinner ik het me wel. Maar misschien ook omdat het bij ons thuis zo niet ging.

Toen ik ouder was, stoeide ik soms met haar en werd ik me bewust van een erotische aantrekking.

Ze kreeg kennis aan een handelsreiziger in landbouwmachines; geen boer maar wel iemand die van het boerenbedrijf goed op de hoogte was. Hij hielp soms ook mee bij het oogsten. Janna trouwde van huis uit met deze Herman: een aardige, degelijke echtgenoot en het huwelijk heeft tot haar dood geduurd.

Daarna ben ik de familie en dus ook haar uit het oog verloren. Een keer heb ik ze thuis opgezocht in hun mooie bungalow in Dalfsen. Ik had moeite haar te herkennen en tot overmaat van ramp werd ze nu ook nog Janny genoemd. De jaren en het moederschap hadden haar uiterlijk veranderd. Herman daarentegen was weinig veranderd. Hij hield zich onledig met het fokken van paarden.

Het bericht van overlijden geeft altijd een schok. Het drukt je met je neus op het feit van je eigen vergankelijkheid. Hoe lang heb IK nog?! Maar ook vaagt het weer een stukje weg van die prachtige tijd die ik op de boerderij heb doorgebracht. En ik heb bij leven geen afscheid van haar kunnen nemen.

Zij ruste in vrede.

Zapservice

Wie naar de uitzending van Pauw en Witteman kijkt, krijgt te maken met de 'zapservice'. Het is een nieuw woord, ik weet niet of het ook in andere programma's gebruikt wordt. Ik ken natuurlijk wel 'zappen', dat is uit verveling langs allerlei tv-kanalen gaan tot je op een programma stuit dat misschien iets is. Maar zappen als 'service', dienst, ken ik niet.

Wikipedia zegt er het volgende van: Halverwege de uitzending is er de 'Zapservice', waarbij nieuwsflitsen en/of opmerkelijke fragmenten van andere programma's en/of worden vertoond.

Ik weet niet of er enig verband met de lopende uitzending is, het lijkt er niet op. Aanvankelijk veronderstelde ik dat het reclame zou zijn, maar dat wordt ons gelukkig bespaard. De functie lijkt overigens dezelfde, namelijk (plas)pauze. Blijkbaar zijn vier verschillende gesprekken in een uur teveel voor de moderne kijker. Op de radio lassen ze in zo'n geval een muziekje in. 

Het lijkt me trouwens wel een kandidaat voor 'het woord van het jaar'. Dat is het echter niet geworden, althans naar wat ik gevonden heb: