Respect voor dieren

woensdag 29 september 2010

Dick Swaab


Vanavond voor de tweede achtereenvolgende avond in de Rode Hoed in Amsterdam. Dit keer om de hersenonderzoeker Dick Swaab te zien en te horen.
Het was net zo druk als gisteravond maar er was een ander publiek: veel meer jongeren, vooral studenten, dan bij ‘Rotvos’. De avond had ook een iets ander karakter: het was namelijk een boekpresentatie, en wel van Swaabs: Wij zijn ons brein.

De inleiding werd dan ook gedaan door iemand van uitgeverij Contact. Zij begon al met de lofprijzing van de auteur, die daarna nog eens dunnetjes over werd gedaan door de gespreksleider. Het was net of we niet met een gewoon mens, maar met een superster van een andere planeet in de zaal zaten.

Je kon overigens het boek daar kopen. Pikant detail was dat de uitgave misdrukken kent, waarin twee hoofdstukken dubbel gedrukt zijn!

Je kunt haast wel zeggen dat de gespreksleider de avond verpestte. Het was de van radio en tv bekende Frenk van der Linden, die schijnt te denken dat hijzelf geniaal is en dat iedere vraag die hij stelt alleen maar door hem bedacht kan worden. Psycholoog-van-de-koude-grond. Had niet door dat hij niet voor een publiek van analfabeten stond.

Tekenend was dat Swaab – op de twee uur die de bijeenkomst duurde - een praatje van net 30 minuten mocht houden. En zelfs voordat hij uitgesproken was, stond Van der Linden alweer op het podium met de microfoon in de aanslag.
Daarna mochten er uit het publiek enkele vragen gesteld worden. Een zo’n vraag was hoe het mogelijk is om het brein te bestuderen mèt het brein, waar we immers niet buiten kunnen treden. Het antwoord was dat we niet alleen op de schouders staan van vorige onderzoekers maar ook dat er steeds geavanceerdere hulpmiddelen beschikbaar komen, zoals allerlei scanapparaten.

Vervolgens begon ‘de discussie’, met drie jonge onderzoekers. Achter een tafel op het podium namen plaats: Bas Haring, informaticus, Evelien Crone, ontwikkelingspsychologe, en Corine de Ruiter, hoogleraar Forensische psychiatrie.
Helaas begreep Van der Linden nog steeds niet dat hij daarmee eigenlijk overbodig was geworden, want vooral de beide dames bleken heel goed thuis in de materie en in staat Swaab kritisch weerwoord te geven.
Swaab zelf leek ook niet erg gelukkig met de dominante gespreksleider. Hij heeft een zachte stem, en een heel rustige dictie.

De centrale stelling van Swaab is dat de vrije wil niet bestaat. Wij zijn een product van de vroege ontwikkeling, die al in de baarmoeder begint. Swaab is bekend geworden met zijn bevinding dat homosexualiteit aangeboren is, geen keuze. Er is een verschil in de hersenen (‘homokwabje’).

Zwangere vrouwen zouden niet moeten roken, drinken of drugs gebruiken, al wilde hij niet zover gaan als in de VS waar in sommige plaatsen vrouwen bestraft kunnen worden als ze zich er niet aan houden.

Al in 2003 adviseerde hij, als lid van de Gezondheidsraad, het boksen te verbieden aangezien dat hersenschade oplevert. In navolging van andere bechaafde landen. Advies genegeerd.

Eveneens als lid van die raad adviseerde hij de regering in 2002 veel meer geld voor onderzoek aan hersenziekten uit te trekken. 25% Van alle ziekten is gerelateerd aan de hersenen; onderzoek ernaar wordt voor 3% gefinancierd. Gevolg is o.a. de ellendige toestand in de verpleeghuizen, de wachtlijsten e.d. En dit wordt in de nabije toekomst allemaal nog veel erger.
Dat de regering dergelijke adviezen naast zich neerlegt wijt hij aan de korte regeringsperiode van vier jaar.

Een crimineel moet gestraft worden, ook al kan er zijns inziens van ‘schuld’ niet echt sprake zijn. Wel dient gezocht te worden naar effectievere straftoemeting.
De leeftijd in het jeugdstrafrecht dient niet verlaagd te worden – zoals de VVD wil – maar verhoogd naar 20 -25 jaar. Het brein is pas laat uitgerijpt.

Het verzet van pubers tegen ouders en anderen is evolutionair noodzakelijk om inteelt te voorkomen. Het bevordert zelfstandigwording.

Placebo’s zijn nuttig. Het probleem is dat ze door medici niet gebruikt mogen worden omdat de patiënt geïnformeerd dient te zijn over de behandeling en dus ook over de medicatie. Doorgeschoten beleid.

Over dierproeven ging het vanavond niet. Wel ontving Swaab in 1990 een prijs voor alternatief onderzoek.  Een zwaluw maakt overigens nog geen zomer.

De avond werd besloten met bloemen. En met applaus natuurlijk. Voor Swaab en de andere podiumgasten. Het was net of we niet in de Rode Hoed zaten maar bij een avondje theater in Carré.

***
PS. 'Er is geen plicht tot leven,' zegt Eugène Sutorius, hoogleraar strafrecht (UvA), oud-voorzitter van de NVVE (Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde) en een van de oprichters van het Burgerinitiatief Voltooid Leven. Dat initiatief is in gang gezet door Uit Vrije Wil, een 'Gideonsbende'
(Sutorius) die ervoor pleit dat mensen ouder dan zeventig jaar, die hun leven voltooid vinden en waardig willen sterven, daarbij hulp kunnen krijgen om te voorkomen dat het mislukt of een gruwelijke afloop krijgt. Behalve Sutorius maken ook mensen als oud-politica Hedy d'Ancona, cabaretier Paul van Vliet, hersenonderzoeker Dick Swaab en televisiepersoonlijkheid Mies Bouwman deel uit van Uit Vrije Wil.

'ROTVOS': moet de natuur zijn loop hebben?


De Rode Hoed was uitverkocht: tot op het balkon zaten de mensen. Je mag wel zeggen dat de natuur leeft – tot in hartje Amsterdam.

De genodigden zaten in hoefijzervorm in het midden. Uiteraard zaten de cineasten en de hoofdrolspeler uit de documentaire 'Rotvos', Jaap Mulder, centraal. Verder waren er vertegenwoordigers van LNV, Staatsbosbeheer (de directeur - niet Frans Vera!), Ver. Natuurmonumenten, LTO, KNJV (jagers), en nog een paar.

Er waren Vogelbescherming en Faunabescherming, die beiden een heel goede inbreng hadden. Met name Harm Niesen, voorzitter Faunabescherming, blies een stevig partijtje mee.

Geen genodigde maar wel aanwezig was Leo van de Berg, van de Ganzenbescherming. Deze vond het in Noord-Holland gefilmde deel van de documentaire misleidend. Naar zijn mening zijn er volop weidevogels – ondanks de vossen. Als de filmers wat verder hadden gekeken dan hun neus lang was, hadden ze dat zelf kunnen zien.

En dan was er de politiek. Kamerleden van de PvdA, VVD en D66.

Esther Ouwehand was er niet; niet zo vreemd natuurlijk als je weet dat Marianne Thieme tot voor kort nog bestuurslid was van de Faunabescherming, en ze nog geregeld artikelen voor het ledenblad Argus schrijft. Maar ook die was er niet. De Partij voor de Dieren moest het doen met de tweede garnituur: Carla van Viegen (foto), Statenlid in Zuid-Holland, was met klein gevolg aanwezig. Gelukkig liet ze ook nog horen dat ze er was; dat deed ze goed. De voortreffelijke gespreksleider, Lex Bohlmeier, gaf haar aan het slot nog bedekt een compliment.

Het is voor mij niet mogelijk de discussie goed samen te vatten. Daarvoor zit ik niet genoeg in de materie en waren er ook teveel sprekers. Daarom wordt hier volstaan met maar enkele opmerkingen.
Er waren drie gespreksronden, over de thema’s:

1. versnippering;

2. natuurbeheer;

3. rol van de boeren.

1. Het eerste thema ging vooral over de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Daar kwam weinig uit. Men was er overwegend wel voor, - maar is er geen geld voor, als ik het goed begrepen heb tenminste.

2. Het zwaartepunt vanavond lag bij deel 2: willen we beleid en beheer voeren op de natuur, of willen we haar d’r gang laten gaan? Hier werden diverse heel goede dingen over gezegd. Zo zei Niesen bijvoorbeeld dat hamsters en vossen heel goed naast elkaar kunnen leven, als je maar zorgt dat de hamsters een geëigende biotoop hebben, d.i. een wat ruw, verrommeld natuurgebied. Hongarije laat dat zien: volop hamsters, volop vossen.
Overheersend was de mening: niet ingrijpen. Ook vossenman Jaap Mulder was die mening toegedaan. De vos had veel sympathisanten vanavond. Met name de mevrouw van de Jagersvereniging werd behoorlijk van repliek gediend. Er werd ook gewezen op de rol van andere 'rovers', zoals roofvogels, wezels e.a.

3. Moeten de boeren meewerken aan biodiversiteit? De algemene opvatting leek te zijn dat je boeren die keus moet laten. Grootschalige landbouw en veeteelt is daarvoor ten enenmale ongeschikt. Maar voor kleinschalige en biologische boerenbedrijven zou het een optie kunnen zijn. Ook hier kwamen de pecunia weer aan bod. De consument dient bij te dragen aan de kosten van biodiversiteit.
De boerenvertegenwoordiger vond dat onzin: wij produceren voor het overgrote deel (70%) voor de export, m.a.w. de invloed van de binnenlandse consument op de prijzen is verwaarloosbaar. Geen leuk bericht!

dinsdag 28 september 2010

Omroep Max

Gisteravond beluisterde ik een stukje Omroep Max op de radio. Ik viel met m’n neus in de boter: het ging over weesgeneesmiddelen, hier voor de verandering genoemd: stiefkindmedicijnen. Dat zijn medicijnen die patiënten beter kunnen maken, maar die toch niet te koop zijn. Dat komt omdat fabrikanten alleen winstgevende medicijnen op de markt brengen. Ze maken liever meer van hetzelfde (me too-geneesmiddelen).

De vooraankondiging luidt verder:
Bij grote onderzoekslaboratoria waar medicijnen ontwikkeld worden, is onrust ontstaan omdat veel onderzoekers hun baan verliezen. Bijvoorbeeld bij Organon in Oss (2100 ontslagen) en bij Solvay in Weesp (510 ontslagen). Toch zijn er ook nieuwe initiatieven. Bijvoorbeeld van Dick van Bekkum (85). Hij gaat zijn jarenlange ervaring als topwetenschapper, hoogleraar Radiobiologie en oprichter van het biotech-bedrijf Crucell gebruiken om stiefkindmedicijnen op de markt te brengen. Van Bekkum wil dat veranderen.

Het interview werd afgenomen door Margreet Reijntjes (foto).
Die zegt over zichzelf:

'Twee dingen' bepalen het gesprek van de dag en worden in een prettig tempo uitgediept met direct betrokkenen. Doortastend en met veel menselijk gevoel krijgt Margreet de zaken scherp. U hoort wat u wilt weten.

Welnu, ik zie dat toch iets anders. Haar tempo lag (te) hoog, ze gaf Van Bekkum niet echt de kans om dingen behoorlijk uiteen te zetten. Dat moet je toch kunnen begrijpen als je iemand van 85 uitnodigt. Voor Max lijkt Reijntjes dus geen gelukkige keus. Kwam bij dat Greet niks van het onderwerp afwist: wilde ze dat misschien camoufleren?

Wat Van Bekkum wil is met wat gepensioneerde vrindjes enkele van deze medicijnen ontwikkelen, voor zover ze veelbelovend zijn. Hij zegt dat er met de technieken van vandaag daarvoor allicht mogelijkheden zijn. Hij hoeft er zelf niets aan te verdienen.

Ik kan niet beoordelen hoe realistisch dit plan is. Hoe Van Bekkum het zich concreet voorstelt werd niet duidelijk. Welk lab is daarvoor beschikbaar bijv.? Wie betaalt het werk van analisten? Worden er dierproeven gedaan? Dat laatste aspect is m.i. een van de eerste dingen waar je aan denkt. Zo niet Reijntjes.
Over 'veel menselijk gevoel' gesproken.

Ik weet weinig van Max maar mijn voorlopige indruk is dat het niet de meeste diervriendelijke omroep is. (tv-uitzending over politiepaarden.)

Uitzending beluister je hier (vanaf min. 15.35)

Kanker: prognose

In de statistiek is de mediaan het midden van een verdeling.

Iets anders dan het gemiddelde.

In het rijtje 3, 4, 8 is de mediaan 4, het gemiddelde 5.

***

Bij de beroemde paleontoloog Stephen Jay Gould werd in 1982 een uiterst zeldzame vorm van kanker geconstateerd, nl. aan het buikvlies.

Met deze ziekte is heel weinig ervaring opgedaan, vandaar dat de behandelaars een prognose opstelden aan de hand van de mediane overleving: acht maanden.

Gould wist dat dit niet betekende dat patiënten gemiddeld nog acht maanden na de diagnose leven.

Het betekent dat de ene helft van de patiënten korter dan acht, de andere helft langer dan acht maanden zal leven.

Hij vermoedde dat de verdeling scheef was: de helft die langer dan acht maanden leeft, zou best nog vele jaren kunnen leven.

Hij schatte, op grond van de vroege diagnose, dat hij in de tweede helft zat.

Hij kreeg gelijk: hij overleed in 2002 op zestigjarige leeftijd.


bron: Hans van Maanen, Goochelen met getallen (Amsterdam 2009)

maandag 27 september 2010

Forumdiscussie (door Pjotr)

.
Lieve dames en ook heren,

Ik vind dit een aardig weblog, maar we moeten ons hoeden voor een te brede discussie, denk ik.

Begrippen als links, rechts, duurzaam, milieu, groen etc. hebben geen duidelijke begripsomschrijving en hebben vooral een emotionele lading en zijn aan mode onderhevig ("groen vlees" een van de meest onsmakelijke begrippen op dit gebied).

Het lijkt mij daarom zinvol vooral te discussieren over ad hoc onderwerpen.

De pvdd schaatst m.b.t. de OVP vreselijk scheef. Daarentegen heb ik vandaag weer iets gemailed aan het CDA inzake clusterbommen, waarin de pvdd wel een standpunt heeft, dat mij bevalt.

Dus houdt het een beetje klein s.v.p.

Over dat scheefschaatsen gesproken:

"Je vader trekt flessen
en je moeder schaatst scheef,
maar jij blijft mijn vriendje,
zolang als ik leef".

Laten wij hier een voorbeeld aan nemen.

Politiek leider


Op haar weblog schrijft Marianne Thieme het volgende:

Tot slot: ik kreeg de afgelopen dagen mailtjes van mensen die dachten dat ik met het opgeven van het verenigingsvoorzitterschap mijn politiek leiderschap dan wel mijn fractievoorzitterschap neergelegd had. Niets is minder waar. Ik ben nu, net als de andere fractievoorzitters in de Tweede Kamer (excl. Geert Wilders) alleen geen partijvoorzitter meer. Voorbeeld: Maxime Verhagen (CDA) is politiek leider/fractievoorzitter in de Tweede Kamer, Henk Bleker is CDA-partijvoorzitter (van de vereniging). Beide functies vervulde ik acht jaar lang. Op het congres van de Partij voor de Dieren van 28 november aanstaande zal de nieuwe verenigingsvoorzitter gekozen worden.

Het is niet de eerste keer dat ze schrijft dat ze 'politiek leider' blijft. Ze geeft de touwtjes moeilijk uit handen!
Het belooft weinig goeds voor de positie (en keuze) van de nieuwe partijvoorzitter. Over zijn/haar rol bewaart ze angstvallig het stilzwijgen.

Ook over het politiek leiderschap weidt ze niet uit. De suggestie die ervan uitgaat is: IK ben en blijf de baas.
Maar zo is het natuurlijk niet.

Thieme en Ouwehand vertegenwoordigen slechts de vereniging, de partij.

Het is de taak van het b e s t u u r  de belangen van de Partij te waarborgen. De kamerleden mogen weliswaar in de Kamer beweren wat ze willen, maar indien dat tegen de beginselen van de Partij ingaat dient het partijbestuur in actie te komen en hiervan afstand te nemen. Bijvoorbeeld door een verklaring in een persbericht (en aan de leden).

Het zittende bestuur heeft dit al enkele malen verzuimd. Daarom is het ook zo urgent dat Thieme hieruit verdwijnt. Dat vergroot de kans op het vasthouden aan de partijbeginselen en zijn we minder overgeleverd aan Thieme d'r privémeningen.

Grappig is dat Marianne verwijst naar de opstelling van Henk Bleker in de actuele formatie. Je leest daar notabene een begin van een conflict tussen fractie en bestuur van het CDA. Verhagen wilde doorpolderen met de PVV maar Bleker wilde dat niet. Het CDA-bestuur heeft uiteindelijk besloten Verhagen mandaat tot onderhandelen te geven. Voor hetzelfde geld had het bestuur 'politiek leider' Verhagen teruggefloten.

zondag 26 september 2010

De Partij en de kritiek

Barends Wereld is er een beetje trots op dat deze site het enige forum is waar publiekelijk serieuze kritiek op de Partij voor de Dieren kan worden geuit. Alex heeft nog wel eens een andere mogelijkheid op het internet aangewezen, maar anders dan hij was ik daar niet van onder de indruk.

Het forum ‘Dier en Politiek’  is na enige jaren onlangs een zachte dood gestorven.

Er is nogal wat kritiek mogelijk op de Partij voor de Dieren. Die wordt hier ook geregeld geventileerd. Doel van die kritiek is uiteraard een betere Partij te krijgen, eentje die nog meer kan bereiken voor de dieren. Die nog meer kiezers enthousiast kan maken.

Ter verdediging van de PvdD wil ik opmerken dat er nog veel meer kritiek mogelijk is op alle andere bestaande politieke partijen. Men hoeft slechts de verkiezingsprogramma’s voor de recente tweedekamerverkiezingen te vergelijken om een wereld van verschil te constateren.

Ik deel de kritiek op het beleid van de Partij ten aanzien van de Oostvaardersplassen.

Zelfs als je van mening zou zijn dat dit ideologisch gezien het beste voor de dieren zou zijn – zoals Thieme, Koffeman, Ouwehand – dan nog is het politiek gezien een verkeerde keuze.
Wie politiek bedrijft moet gevoelig zijn voor het sentiment van de kiezer. Dat ligt duidelijk NIET bij het actuele beleid van Staatsbosbeheer, waar de fracties en het bestuur van de Partij voor de Dieren achter staan.

Wie meent dat het laten verhongeren van dieren passend is, moet maar lid worden van de Faunabescherming.

Bij alle kritiek ben ik niet van mening dat het oprichten van een nieuwe dierenpartij opportuun is. Zie wat er gebeurt in Almelo, waar Partij Vrij Almelo een eigen koers vaart, los van de Partij voor de Dieren. Maar ook de Almelose partij is niet boven de kritiek verheven.

In de wereld van het dieractivisme meent een ieder zijn uil een valk te zijn. Het zal daarom sowieso niet eenvoudig zijn de partijgelederen gesloten te houden. Hopelijk dringt dat door tot het partijbestuur. Maar het zou ook goed zijn als de partijleden zich dat terdege zouden realiseren.

We hebben onlangs gezien dat Marianne Thieme niet helemaal ongevoelig is voor kritiek. Ze doet - eindelijk - iets aan haar dominantie en legt het voorzitterschap van de Partij neer. Dat biedt m.i. (enig) perspectief.

Korte rok

Buurvrouw is lang en slank. Man en twee kleine kinderen.

Ze draagt een heel korte rok op een wollen panty.
Geheel conform de mode.

Ik vind het een vreemde combinatie: een rok en een broek tegelijk.
Het is te koud voor de rok die tòch gedragen moet worden!

Maar de panty doet het uitdagende effect van de korte rok weer (grotendeels) teniet.
En omgekeerd natuurlijk ook: de rok verbergt de strakke broek.

Is buurvrouw misschien toch onzeker over haar uiterlijk?
Durft ze niet af te wijken van het heersende modebeeld?

vrijdag 24 september 2010

Nierstichting

.
Een nieuw najaar en een nieuw geluid.
Ik wil dat mijn tekst klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een najaarsnacht,
In een oud stadje, langs de watergracht --

***
De Nierstichting heeft een nieuwe directeur, d.w.z. de adjunctdirecteur is een plaatsje opgeschoven. (Naar 125.000 euro p.j. )
De nieuwe dirk is wat jonger dan de vorige en – interessant - hij heeft een andere kijk op de liefde.
Dat zit zo.

De vorige directeur meende dat een nierpatiënt houdt van z’n donateur.
Concreet:

Vincent houdt van Kim, - (want Kim is donateur van de Nierstichting)

Als er is ooit sprake geweest is van taalvervuiling, dan toch hier wel.

Tom Oostrom, de nieuwe man, kiest als jonge hond voor een meer erotische benadering. Althans: in mijn beleving. Dat gaat zo. Hij zegt op de (auto)radio, discreet:

Mag ik u een persoonlijke vraag stellen?

Na een stilte vervolgt hij dan met:

Zou u een orgaan van een ander willen hebben?

Uiteraard begrijp ik zijn bedoeling maar een scabreuze bijbetekenis kan de frase niet worden ontzegd.

Je zou dergelijke teksten over liefde en erotiek allicht eerder verwachten van de Hartstichting maar de Nierstichting is ze voor.

***
Meteen maar weer eens op de website gezocht naar dierproeven. Uiteraard vind je daarover geen enkele (serieuze) verantwoording. Misleiding viert hoogtij, als gebruikelijk in deze kringen.
Beschrijving van het onderzoek? Een link ernaar? Vermelding van aantal en soort proefdieren?
Forget it.


Plaatjes van onderzoekers natuurlijk – of had je soms een proefdier verwacht?!

In ieder geval wordt nu wel e r k e n d  dat men dierproeven financiert. Na 40 jaar Nierstichting is dat zeker progressie. Ik neem echter niet aan dat ook bijv. collectanten hierover geïnformeerd worden.
Het is ook nog wel een heel klein tekstje; het geeft er blijk van dat men op geen enkele manier begrijpt waar het over gaat. Totale desinteresse.

Uiteraard wordt gepronkt met Kolff, de man die machine bedacht voor de nierspoeling – ZONDER daarvoor proefdieren te gebruiken. (Wat hem tot de eerste in de wereld maakte.)
Dat vindt de Nierstichting niet belangrijk.

De webtekst is op het hilarische af. Ziehier:

“We zijn tegen onnodig gebruik van proefdieren.”

En verder:

"We kijken of het gebruik van proefdieren absoluut noodzakelijk is.
Als dat zo is, dan worden dierproeven alleen verricht volgens de Wet op de dierproeven én met toestemming van de dierexperimentencommissie."

Wat een keurige mensen. H e l e m a a l volgens de regels. Wat een beschaving.

Er staat nog net niet dat de proefdieren zich heel graag inzetten voor de lijdende mensheid.
.

donderdag 23 september 2010

Partij Vrij Almelo

Partij Vrij Almelo
Wij maken ons grote zorgen door de toename van dierenleed. Dieren kunnen zich niet verdedigen, en daarom moeten wij ze helpen, en die dieren mishandelen, moeten zwaar gestraft worden. Daarom blijven wij vechten tegen het dierenleed dat u bijna dagelijks in de krant leest. Het wordt tijd (eigenlijk is het al veel te laat) voor een wet die dierenbeulen de kans om opnieuw een dier aan te schaffen onmogelijk maakt.

Voor het reces hebben wij daar een motie voor ingediend die aangehouden is omdat het college en de raadsleden meer informatie wilden. Die hebben wij hun gegeven middels een informatieve avond met als spreker dhr. Ten Napel van de Stichting Zinloos Geweld tegen Dieren.

Binnenkort gaan wij opnieuw een motie indienen maar dan vergezeld van honderden handtekeningen om te komen tot een Dierenpolitie in Almelo zoals die al in Capelle aan den IJssel gerealiseerd is.

Om de motie kracht bij te zetten willen we vooralsnog geen extra mensen inzetten maar bestaande ambtenaren (Boa’s) die dit werk er bij gaan doen.
Dus minimaal 2 opsporingsambtenaren met extra bevoegdheden die zich in onze gemeente naast hun normale werkzaamheden ook bezighouden met dierenleed.

Het is verschrikkelijk wat mensen onschuldige dieren kunnen aandoen, daarom teken alstublieft de petitie als we bij u aan de deur komen.

De dieren zullen u daar heel dankbaar voor zijn.

Namens de Partij Vrij Almelo,

Harry de Olde (fractievoorzitter)

woensdag 22 september 2010

Welzijn Grote Grazers (door Leonie Klein)

Hallo iedereen,

ik kom iedere dag met de trein langs OVP, en heb de afgelopen winter vrijwel iedere dag nieuwe dode dieren gezien.

Of misschien nog erger, dieren die op een kaal landschap stonden met hun neus vrijwel tegen het hek gedrukt, waar aan de andere kant wel gras was. Ze hadden honger en konden het voedsel ruiken, maar ze konden er niet bij. En dat noemen ze natuur?!

Ik ben het ermee eens dat dit een beetje aan een concentratiekamp doet denken.

Als ik dit ter sprake breng wordt mij vaak verteld dat het er in de natuur ook zo aan toe gaat, dat ze daar ook niet bijgevoerd worden. Maar het vreemde aan dit is, dat al deze mensen schijnbaar het hek niet zien!

Anoniem heeft gelijk, wij mogen de varkens, koeien etc niet vergeten, maar dat wij ons druk maken over de OVP betekent niet dat wij niet denken aan het leed wat verder nog in Nederland heerst.

Ik ben lid van de PvdD, maar ben er op dit moment niet van overtuigd dat zij iets bereikt hebben en door tegen te stemmen op het bijvoeren hebben zij dit jaar veel stemmen verloren. Met kleine dingen als dit, iets wat zo groot op de landelijke televisie is geweest, als zij voor het voeren waren geweest en zich als PvdD ook echt voor de dieren hadden opgesteld, dan hadden zij veel meer stemmen en ook veel meer respect kunnen krijgen.

Ik blijf lid van de PvdD, omdat ik ervan overtuigd ben dat zij wel iets goeds doen, en we hebben zo'n partij nodig die voor onze kippen e.d. opkomen, maar ik mis bij hun het overige dierenleed zoals huisdierenleed waarmee ze gewoonweg veel meer kiezers kunnen trekken, en OVP.

De winter komt er weer aan, en het schijnt een strenge te worden. We zouden nu al moeten beginnen met actie voeren of het in de bekendheid brengen om een situatie als de afgelopen winter te voorkomen of in ieder geval verminderen.

maandag 20 september 2010

Roofvogelshow

Schiedam, maandag 13 september 2010 (nieuwsbericht)

In natuurcentrum De Boshoek is zondagmiddag een spectaculaire roofvogelshow gehouden.
De valkenier had ongeveer 22 vogels meegenomen om te laten zien.
Ook het publiek werd bij de show betrokken.
De show werd in totaal vijf keer gegeven.
Er was veel belangstelling. Alle keren was er geen plekje meer vrij langs de kant.
 
***

De Schiedamse Wethouder voor Dierenwelzijn, mevrouw Vissers, antwoordt als volgt over de roofvogelshow waarvoor zij vergunning verleend heeft:

Tijdens de Dag van het Dier werd in samenwerking met meerdere partners en organisaties op diverse wijze aandacht gevraagd voor het dierenwelzijn van huisdieren, hobby- / productiedieren en in het wild levende dieren.

Tegelijkertijd met de Dag van het Dier vond op steenworp afstand bij Natuurcentrum De Boshoek een informatiedag met roofvogelshow plaats. Dit was een apart evenement, waarmee weliswaar bij de Dag van het Dier een verbinding was gemaakt. Beide evenementen zijn gericht op het verhogen van de natuurbeleving en het verhoogde besef met betrekking tot de levenskwaliteit van het dier (dierenwelzijn).

In onze Nota Dierenwelzijn spreken wij de wens uit om evenementen met dieren puur gericht op het vermaak te ontmoedigen. Wettelijk bestaan er nog geen mogelijkheden om dergelijke evenementen puur op basis van dierenwelzijn te weigeren.

Naast evenementen waarbij het dier zijn natuurlijk gedrag niet kan vertonen, onderscheiden wij evenementen waarbij het dier zoveel mogelijk wordt getoond in zijn natuurlijk gedrag en waarbij het educatieve element sterk vertegenwoordigd is. Een roofvogelshow zoals gehouden bij de Boshoek valt naar onze mening in deze categorie.

Er wordt veel aandacht besteed aan het welzijn van het dier, er wordt nadrukkelijk gewezen op de verantwoordelijkheden die een roofvogel als huis- of hobbydier met zich meeneemt (denk daarbij aan het "Harry Pottereffect" waarbij veel particulieren een Uil als huisdier willen nemen) en de vogel wordt voornamelijk getoond in zijn natuurlijk gedrag.

Alhoewel dergelijke roofvogels inderdaad worden gehouden als kooivogel is dat naar onze mening niet in strijd met onze Nota Dierenwelzijn. Gezondheid en welzijn van het dier staan bij deze dierenverzorgers naar onze mening hoog in het vaandel.

Alhoewel het gebruik van dieren in shows zeker een punt van discussie kan zijn vinden wij in het geval van deze roofvogelshow dat het dierenwelzijn en de daarbij behorende educatie voldoende zijn gewaarborgd. Wij zullen in de toekomst per evenement blijven beoordelen of dit nog past binnen de kaders van de Schiedamse Nota Dierenwelzijn en zullen ongewenste evenementen blijven ontmoedigen of, indien dat wettelijk mogelijk blijkt, weigeren.

De Dag van het Dier was naar onze mening een groot succes en heeft veel bezoekers getrokken die zich wilden laten informeren over het dierenwelzijn.

***

Het e-mailadres van de wethouder vind je hier.
.
Een treurig stel roofvogels in een reclamestand voor de valkerij.
 De vogels in het midden dragen blindkapjes om ze rustig te houden.

(foto: Faunabescherming)

Vos (kleur)

.
Vos of voskleur is een vacht bij paarden.


Een vos is een bruin paard met witte of grijze manen en staart.
De voskleur geldt voor alle kleuren bruin.

***

Heeft het paard een bruine kleur en zwarte manen en staart, dan is het een 'bruin' paard.

zondag 19 september 2010

'Rotvos' (documentaire)

ROTVOS is geen leuke film (documentaire) maar hij is minder akelig dan ik vreesde. Ik heb ook nog op het punt gestaan de tv af te zetten omdat ik het tempo te laag vond. Een tikje langdradig vind ik hem wel. Uiteindelijk heb ik hem afgekeken, maar veel wijzer ben ik er niet van geworden.
De opvatting die de film illustreert is, is een oude bekende, namelijk: ‘de vos heeft het gedaan’. In Limburg roeit de vos de hamsterpopulatie uit, in Noord-Holland de weidevogels. En DUS moet de vos uitgeroeid althans moet de populatie vossen gedecimeerd worden. Applaus van de jagers.

Anders dan de inleiding suggereert is de film uitsluitend gericht tègen de vossen. De vossenman, Jaap Mulder, ziet er geen been in om eraan mee te werken. Een dierenvriend is hij m.i. allesbehalve: een typische onderzoeker, die ook rustig wilde vossen inlevert bij het RIVM om er proeven mee te doen. Treurig.

Die jagers zijn uit de film weggelaten, ik meen gelezen te hebben dat dat opzet is van de filmmaker. Waarom dat zo is weet ik niet. Je ziet één keer een vos geschoten worden, maar de jagers kunnen het dier niet terugvinden. Voor hetzelfde geld is hij gemist of aangeschoten.

Jaap Mulder zegt wel een paar keer dat de vossenpopulatie zichzelf reguleert. Als er vroeg in het seizoen vossen weggeschoten worden, worden de nesten groter, m.a.w. komen er meer vossen. Als dat waar is, dan zou de mens niet hoeven ingrijpen.

De vraag is m.i. toch in hoeverre het op de weg van de mens ligt om als natuurbeheerder op te treden. Anders dan bijv. in de Oostvaardersplassen gaat het hier niet om uitgezette dieren, maar om wilde dieren. Mocht het zo zijn dat hamsters en weidevogels zich inderdaad niet kunnen handhaven, dan is dat tragisch maar ik vind niet dat de mens dat moet willen beïnvloeden. Normaal gesproken past het wild zich aan, en wijkt bijv. uit naar andere veiliger oorden. Of vindt andere manieren om te overleven. Kunstmatige bescherming is m.i. dweilen met de kraan open, en alleen maar leuk voor het jagersvolk. En voor de boeren: die krijgen 75 euro van de overheid voor het behoud van een nest weidevogels!

Wel rijst de vraag of de vos geen natuurlijke vijanden heeft (buiten de mens).

Misschien heeft Frans Vera (Staatsbosbeheer) H I E R wel gelijk – tenzij hij nu ineens een ander standpunt gaat innemen natuurlijk. Een moeilijke keuze voor de Partij voor de Dieren, maar voorshands denk ik dat ze de jacht op de vos zou moeten willen verhinderen.

zaterdag 18 september 2010

Vereeniging voor Wettelijke Dierenbescherming

P.M.C. Toepoel (1881-1960) doorliep de H.B.S. en de Handelsschool en vond een positie in het Bankwezen. Op een groot Amsterdams Effectenkantoor werd hij procuratiehouder en aanstaand deelgenoot.

Hij bokste bij Placké. Trainde voor en na kantoortijd en werd in 1902 kampioen van Nederland in het lichtmidden gewicht en in 1903 in het middengewicht.
Toepoel is leraar geworden aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Amsterdam voor opleiding tot leraar M.O. Lichaamsoefeningen.

Een bekende sportjournalist uit zijn dagen schreef het volgende over hem:

Toepoel met zijn warm, menschlievend hart heeft een nog veel gevoeliger hart voor dieren.
Het leed aan een dier veroorzaakt, voelt hij nog heviger dan dat het hem zelf ware toegebracht.
En daar, ja, op het gebied der dierenbescherming, daar ligt toch wel het eigenlijke levenswerk van Toepoel. Wat heeft hij er voor gestreden, voor opgeofferd.

Tal van bladen hebben zijn strijdartikelen ter bescherming van het dier opgenomen, doch het zijn vooral zijn artikelen in Het Vaderland (Haags Dagblad; BW) geweest, welke den stoot hebben gegeven tot de totstandkoming (in 1927) van de Vereeniging voor Wettelijke Dierenbescherming.

Zonder onderscheid van politieke kleur maakt deze Vereeniging bij verkiezingen voor Tweede Kamer en Gemeenteraad propaganda voor candidaten, die zich als dierenvrienden hebben doen kennen.

In de verkiezingen van 1929 kwamen 30 (dertig) van de “Wettelijke” in de Tweede Kamer.

En nu hoopt men binnenkort een dierenbeschermende Kamerfractie te vormen, zoowel in de Eerste als in de Tweede Kamer, over alle politieke geschillen heen. Want, zegt Toepoel, het beschermen der dieren toch is een werk van ethiek en beschaving, dat buiten alle partijverschil kan blijven.

En als dat nu bereikt wordt, dat er zulk een fractie komt, die heilzaam werkt, waardoor dus het dier veel leed bespaard wordt’, dan kan Toepoel aan het eind zijner strijdvolle dagen gekomen, zijn hoofd rustig neerleggen en zeggen: “Goddank! ik heb toch niet voor niets geleefd!”

***
Commentaar:
De genoemde Vereeniging voor Wettelijke Dierenbescherming (VWD) moet niet worden verward met de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, die al in 1864 was opgericht.

Uit bovenstaand artikel begrijp ik dat VWD propaganda maakte voor kandidaatkamerleden bij de verkiezingen van 1929, en dat 30 leden van deze vereniging, maar van verschillende partijen, ook in de Tweede Kamer gekozen werden.

Tot een Partij voor de Dieren is het toen dus niet gekomen.

Brinio, op het schild geheven

.
Brinio, aanvoerder van de Batavieren in de tijd van Claudius Civilis en de opstand tegen de Romeinen.

'Brinio op het schild geheven'

 Jan Lievens, 1661
olieverf op doek
 546 x 538 cm
Paleis op de Dam, Amsterdam
 


Couperus en Brinio


Louis Couperus herken je aan zijn hoedje, en in het bijzonder ook aan de stand ervan: schuin. Hiernaast een foto uit 1917, hij was toen 54 jaar.

Hij leefde van 1863 tot 1823 en liet een belangrijk oeuvre aan romans na. Hij reisde veel en er zal voor het houden van huisdieren weinig of geen gelegenheid geweest zijn. Volgens zijn biograaf, F.L. Bastet, hield Couperus niettemin veel van katten en had hij een hekel aan honden. Hij verwoordde dat eens zo:

"Ik houd niet van honden. Geen dier is zo indiscreet, opdringerig, rumoerig en obsceen als een hond. Een hond kan blaffen, stom, eindeloos, eentonig, afmartelend: een hond vult het heelal met zijn imbeciele, alles doordringend geblaf, als geen beest. Een hond is walgelijk vies."

[Alsof je Diet Groothuis leest!]

Maar het kan verkeren.
Bij Bastet lezen we daarover het volgende.

In een afscheidsfeuilleton, 'Intieme impressie', noemde hij voor het eerst een naam die de oren van zijn lezers ongetwijfeld heeft doen spitsen. Couperus, liefhebber bij uitstek van katten, bleek nu ineens een exemplaar te hebben gekocht van het genus dat hij altijd het meest van alle dieren had gehaat en veracht: een hond.

‘Het is moeilijk te koopen en te verkoopen’, verklaarde hij. ‘Daar had ik het verleden nog over met Van Leeuwen, den antiquair van het Noordeinde, toen Het Leven mij kieken wilde in zijn tuin, samen met mijn hond Brinio. Er zijn namelijk menschen, die zoodra ze iets hebben gekocht, het niet goed vinden.’

Wat zijn eigen laatste aankoop betreft, Brinio beviel hem van de eerste dag af uitstekend. De door Het Leven inderdaad ook gemaakte en gepubliceerde foto (hieronder) laat baas en hond in volle tevredenheid samen zien, in de nog wat winterse Haagse tuin van Van Leeuwen, - kort voor Couperus' dood.


Een week later verschafte Couperus opheldering. Hij had de hond betrokken via Toepoel, in de weken voorafgaand aan zijn vertrek in 1923 naar De Steeg. De boksleraar was tevens kynoloog. (Ook over honden heeft Toepoel een, zelfs veel geraadpleegd, boek geschreven.)

De acht maanden oude, uit Eindhoven afkomstige Hollandse herder kon op een goede stamboom bogen. Zijn oorspronkelijke naam Hertog echter werd door Couperus onmiddellijk in Brinio veranderd, hij vond dat aardiger en herinnerde zich die hondenaam uit een boek van Jacob van Lennep.

Helaas had het dier een hardnekkig klein gebrek. Mochten de oren van Couperus' lezers zich dan al gespitst hebben, die van Brinio weigerden juist recht overeind te gaan staan, alle pogingen tot verbetering van deze fout ten spijt. Stamboom of niet, er moest ergens een bastaard in de familie zitten, zo luidde de conclusie.

Slechts korte tijd heeft Brinio bij zijn nooddruftigheden gebruik hoeven maken van het platje op de Hoogewal dat Couperus, blijkens zijn brief uit 1915 aan Emma Garzes, meer had toegedacht aan eventuele ‘délices de chats et de chattes’.
Spoedig verliet het dier met baas en bazin - die soms lekkere rijst voor hem kookte - Den Haag voorgoed.

In de Gelderse bossen kon hij naar hartelust ravotten. Dat Brinio ‘overal reuze-succes’ zou hebben gehad, zoals Couperus pochte, is overigens niet geheel conform de waarheid. Anderen hebben gewaagd van een uitgesproken vals en onbetrouwbaar beest.

Hoe moeten wij overigens Couperus' toch wat raadselachtige aankoop verklaren? Waarschijnlijk uit zijn slechte gezondheidstoestand. Nooit had hij aan sport gedaan. Het niet aflatende lezen en schrijven gebeurde uiteraard zittend. Hetzij op raad van zijn doktoren, hetzij uit verstandige eigen overwegingen, wilde hij daar kennelijk nu maar eens verandering in brengen. Brinio noodzaakte hem tot behoorlijk beweging nemen en niet zomaar wat flaneren. Op mooie wandelingen door het Gelderse bos kon de hond hem gezelschap houden.

Aanvankelijk maakte hij het in De Steeg wel goed. In een van zijn eerste feuilletons verlustigde hij zich in dichterlijke beschrijvingen van natuur en landschap, vertelde hoe Brinio op eekhoorns joeg, filosofeerde over padden, en beschreef een romantisch kasteel waar een tot de verbeelding sprekende legende aan verbonden was.

***

En een bezoeker in De Steeg schreef het volgende:

En daar is Brinio, de hond, gespannen wachtend in zijn ruimen kennel, dat de baas, de speelsche, levenslustige baas, hem zal komen halen voor een wandeling in de bosschen. Het is een prachtige Duitsche herder en de groote vreugde van Couperus' Geldersche retraîte.
Dan maakten we ons gereed voor nog een korte wandeling in de bosschen...
Mijn gastheer trok een paar stevige schoenen aan, glimlachend over dit toiletmaken in het openbaar, zoo maar sans-gêne (“wat zegt u wel van dien verfijnden Louis Couperus?”), een jas werd te voorschijn gehaald, die er tegen kon, en een sportpet en de karwats... en dan stond Brinio daar al te wachten, nauw in toom gehouden door den ouden tuinman en sprong tegen den baas op, dol in het vooruitzicht van de wandeling en maakte in een ommezien zijn meesters jas van geel tot modderig zwart. “Foei Brinio... foei. Zoo'n hond toch!” En daar gingen we. Mijn gastheer dravend voor mij uit, stoeiend met den uitgelaten Brinio om een been, om een stokje, dat hij apporteeren moest en niet los wou laten.’
Met Brinio in De Steeg
op de achtergrond zijn woning

vrijdag 17 september 2010

Dromen van een malariavaccin........


Jaap Goudsmit (foto) en zijn werkgever Crucell in Leiden behoren tot de doelwitten van de kritiek van Bart Knols, al noemt hij deze dan ook niet met zoveel woorden.

Overigens noemt Goudsmit opvattingen en werk van Knols ook niet.

In zijn boek Dromen van vaccins is hoofdstuk 8 getiteld: ‘Over malaria, urgentie en het begrip ‘tijd’’.
Zoals het hele boek is het erg onhelder geschreven, in ieder geval voor leken.

Als om het gelijk van Knols nog groter te maken zegt Goudsmit meteen op de eerste bladzij: ‘Ook een malariavaccin zal er op een dag komen, al kan dat nog tien jaar duren.’ En op de volgende bladzij: ‘Een malariavaccin is al langer in ontwikkeling dan een aidsvaccin.’

Tel uit je winst, zou Knols zeggen.

Er bestaat een vaccin van de farmaceut GSK maar dat beschermt maar kortdurend. De beperkte bescherming van dit vaccin is te verklaren door vroege keuzes in de ontwikkeling ervan. Het vaccin wekt namelijk wel veel antistoffen op, maar slechts een beperkt aantal antimalaria T-cellen.
Dit leidt tot bescherming van de helft van de mensen die het GSK-vaccin toegediend krijgen. Om de andere helft te beschermen zijn meer antimalaria T-cellen nodig, die alle parasieten weghouden uit de lever, of vernietigen in de lever.

De meeste malaria-experts keuren het GSK-vaccin dan ook af. Toch heeft nog geen ander vaccin bescherming tegen malaria laten zien.

GSK weigerde met Crucell samen te werken aan een combinatievaccin.

Goudsmit suggereert nu dat Crucell het juiste vaccin beschikbaar heeft, althans een dat zo'n 80% bescherming geeft. Maar….....….. het kan niet goedkoop gemaakt worden!
Nodig zijn vijfhonderd miljoen vaccins per jaar die per stuk niet meer kosten dan een paar dollar.

Per jaar krijgen immers ca. vijfhonderd miljoen mensen malaria (incidentie).

[Op dit moment lijden ruim tweehonderd miljoen mensen aan de ziekte (prevalentie).
De jaarlijkse sterfte bedraagt een miljoen.]

Op die manier kan het dus nog 10 jaar duren, volgens Goudsmit. Ter verduidelijking zegt hij dat een farmaceut als MSD maar zes miljoen (Crucell)vaccins per jaar kan maken in een fabriek, die aan bouwkosten meer dan honderd miljoen dollar kost. M.a.w. er moet gewerkt worden aan de industriële omgeving van het vaccin.

***
Als je dit allemaal leest, is de frustratie van iemand als Knols goed invoelbaar. Of zijn idee – de praktische bestrijdingsmethode van Fred Soper – een haalbare kaart is, durf ik niet te zeggen. Maar als je het wetenschappelijke geklungel op dit gebied ziet, lijkt het mij het proberen alleszins waard.


Lit.: Jaap Goudsmit, Dromen van vaccins. Dertig jaar op zoek naar de juiste reactie. (2009; Uitgeverij Contact)

woensdag 15 september 2010

Malariabestrijding (III): intermezzo

.
Het nut van muggen


Iedere dieractivist wordt geconfronteerd met stereotiepe reacties van buitenstaanders. Bij iedere demo is er wel een voorbijganger die naar je hoofd slingert: 'Ga toch werken'.
Standaard krijg je opmerkingen over leren schoenen, of vragen over het doodslaan van een mug.
Over die mug gaat het hier.

Muggenbestrijding oogt niet sympathiek. Maar dat is het doodslaan van een mug ook niet. Toch doe ik dat als ik niet gestoken wil worden. Uit een oogpunt van volksgezondheid vind ik muggenbestrijding acceptabel. Ik zie dat als een vorm van zelfverdediging. Men bedenke wel dat malaria, ook genoemd: moeraskoorts, nog niet heel lang uit Nederland verdwenen is. 50 Jaar, om precies te zijn!

Bart Knols wijdt ook een passage aan het nut van muggen, in het bijzonder van de larven. Daarover zegt hij het volgende:

"Hele ecosystemen zijn afhankelijk van dit simpele voedingsgedrag (van muggenlarven).

De Everglades in Florida, bijvoorbeeld, waar miljarden muggenlarven het water schoon filteren, zou er zonder muggen heel anders uitzien.

Bovendien dienen de larven zelf als voedsel voor veel hogere diersoorten. Talloze vissoorten voeden zich met muggenlarven en sommige zijn daar zelfs zo goed in dat ze in het verleden zijn ingezet om muggen te bestrijden.

De bekendste zijn de guppy en de muggenvis.

Maar ook libellenlarven, waterkevers en tal van andere insecten leven van muggenlarven.

Hiermee is meteen een antwoord gegeven op de steeds weer gestelde vraag naar het nut van muggen: dat ligt in hun rol in het ecosysteem tijdens het onvolwassen stadium. "

(wordt vervolgd)

Lit.: Bart Knols, Mug. De fascinerende wereld van volksvijand nummer 1 (Nieuw Amsterdam Uitgevers)

dinsdag 14 september 2010

Malariabestrijding (II): Fred Soper


Fred Soper
Knols' idool is Fred Soper, een Amerikaan die grote verdiensten heeft op het gebied van de uitroeiing van de malariamug in het noordoosten van Brazilië, in 1939. Hij gebruikte daarvoor het giftige ‘Parijs’ groen’, een arsenicumpreparaat. De 4.000 leden van het korps, ingezet met dit bestrijdingsmiddel, werden ‘blue warriors’ genoemd, naar hun blauwe overalls.
Even later, tijdens de Tweede wereldoorlog, herhaalde hij deze actie in Egypte, nu gebruikmakend van DDT.
Zijn grootste verdienste was echter de systematische manier waarop hij met zijn mensen te werk ging.

Knols gaat nog even door met vergelijken. Nu gaat het over deze tijd en het huidige arsenaal aan hulpmiddelen. Anders dan in de tijd van Soper:

• hebben we nu de beschikking over terreinwagens;
• zijn er nu computers, GPs-navigatiesystemen op zakformaat en mobiele communicatie;
• leveren satellieten data waarmee weersvoorspellingen mogelijk zijn, en er zijn inmiddels modellen ontwikkeld om malaria-epidemieën te voorspellen;
• verkennen we onbekend gebied met Google Earth;
• is de kennis over de biologie en de ecologie van Afrikaanse malariamuggen toegenomen;
• beschikken we over efficiënte en milieuvriendelijke alternatieven voor Parijs’ groen en DDT, nl. pyrethroïden.

Met andere woorden: het is in deze tijd veel gemakkelijker om de malariamug te bestrijden.

Knols concludeert:

De tientallen miljoenen dollars die sinds de jaren zestig van de vorige eeuw zijn gepompt in het ontwikkelen van een malariavaccin zou Fred Soper hebben ingezet in bestrijdingscampagnes in Afrika.
Soper zou aan de slag gaan en het vergaren van additionele kennis beperken tot slechts datgene wat nodig zou zijn om de muggenbestrijding te optimaliseren.

Grote vraag: waarom gebeurt dit dan niet?!

(slot volgt)

Lit.: Bart Knols, Mug. De fascinerende wereld van volksvijand nummer 1 (Nieuw Amsterdam Uitgevers)

Malariabestrijding (I)

Bart Knols
Het hoogtepunt van Knols' boek over de mug ligt waar het behoort te liggen, t.w. in het slothoofdstuk. Dat is geheel gewijd aan de malariabestrijding. Het interessantst vind ik zijn scherpzinnige kritiek op het wetenschappelijk bedrijf, zie verder.

Om te beginnen vergelijkt hij het relatieve belang van de malariabestrijding aan de hand van een paar binnenlandse voorbeelden:

• Minister Eurlings gaf recentelijk aan het jaarlijkse aantal verkeersslachtoffers terug te willen brengen tot maximaal vijfhonderd in 2020. Er worden miljoenen voor uitgetrokken om dit doel te bereiken.

• Er wordt niet eindeloos gediscussieerd over de risico's die een schoolgaand kind op de fiets loopt ten gevolge van 'de dode hoek' in het verkeer. De nieuwe wet die vrachtwagens verplichtte met aangepaste spiegels te rijden, kostte miljoenen euro's. Enkel en alleen om daarmee het jaarlijkse aantal 'dode hoek' -slachtoffers, momenteel twaalf, verder te laten dalen. Kleine risico' s, grote daden.

• Het risico dat onze landsgrenzen bedreigd worden is nihil, maar we besteedden in 2008 een slordige 8,2 miljard euro aan defensie. Kleine risico's, grote daden.

Vergelijk dit met malaria. Jaarlijks overlijden ca. 1 miljoen mensen aan malaria, voor het overgrote deel in Afrika en voor het overgrote deel kinderen jonger dan 5.
20% van de kindersterfte in Afrika kan worden toegeschreven aan malaria.

Hoeveel geld er in totaal uitgegeven wordt aan malariabestrijding heb ik niet kunnen vinden. Voorlopige schatting: 100 miljoen dollar per jaar, terwijl waarschijnlijk tienmaal zoveel nodig zou zijn.

(wordt vervolgd)

Lit.:  Bart Knols, Mug. De fascinerende wereld van volksvijand nummer 1 (Nieuw Amsterdam Uitgevers)

Eekhoorns en KLM


Naar aanleiding van ‘Animals to Fly’ herinnert Erica aan de zaak van de 440 eekhoorns, die de KLM door de hakselmachine liet halen. Medewerkers waren daar 4 uur mee bezig. De Chinezen vonden het best en wilden de dieren niet terugnemen. Wat de bestemming in Griekenland was, is onbekend.

In de daaropvolgende strafzaak speelde de primatoloog em dierentuinman Jan (J.A.R.A.M.) van Hooff als getuige-deskundige een dubieuze rol. Naar mijn mening bagatelliseerde hij het lijden van de dieren.
N.B. Van Hooff vliegt veel, o.a. als vertegenwoordiger van Jane Goodall Instituut Nedeland.

Het dierenhotel van KLM bestond toen al; ook dat speelde geen fraaie rol in deze zaak.
Of ‘Animals to Fly’ hiermee te maken heeft gehad weet ik niet; ik heb niet die indruk.
Deze zaak illustreert hoe mensen in ons land en daarbuiten, gewoon zijn met dierentransport om te gaan: als verwaarloosbare handel. Te vrezen valt dat er sindsdien weinig is veranderd en dat andere luchtvaartmatschappijen niet beter zullen zijn.

In het vonnis hieronder is de ‘verdachte’ natuurlijk de KLM. De veroordeling is een boete van 35.000 gulden; er was 80.000 gulden geëist.
***

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE HAARLEM

tegenspraak

parketnummer : 15/098264-99

uitspraak : 20 maart 2001

VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 maart 2001 in de zaak tegen:

[verdachte]

Gevestigd te [woonplaats]

------------------------------------------------------------------------

1. Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I (a en b) bij dit vonnis gevoegd en maakt daarvan deel uit.
Op vordering van de officier van justitie is de tenlastelegging van de feiten 1, subsidiair en 3 en vervolgens van feit 2 ter terechtzitting gewijzigd. Van die vorderingen zijn kopieën als bijlage IIIa en IIIb bij dit vonnis gevoegd en maken daarvan deel uit.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding van verdachte geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.1. Bewijsbeslissing
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair is tenlastegelegd.

Op grond van de door de verdediging overgelegde verklaring van Tianjin Foreign Trade (Group) Co. Ltd - die in de visie van het Openbaar Ministerie en de verdachte als rechthebbende op de gedode eekhoorns dient te worden aangemerkt - staat vast dat de rechthebbende tevoren heeft ingestemd met de vernietiging van die dieren, zodat de vernietiging van die eekhoorns niet wederrechtelijk is geweest.

Ten aanzien van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat op het moment dat tot doding van de eekhoorns is overgegaan, er - gelet op de toestand, waarin die eekhoorns toen verkeerden en de vrees dat die dieren aan een op mensen of dieren overdraagbare ziekte zouden kunnen lijden enerzijds en het ontbreken van reële alternatieven anderzijds - geen andere mogelijkheid bestond dan het doden van die eekhoorns.

Om die redenen is het doden van die eekhoorns niet zonder redelijk doel geschied.

Op grond van de verklaring van de door de rechter-commissaris gehoorde deskundige professor Van Hooff dient te worden vastgesteld dat het doden van de eekhoorns op de wijze zoals hier heeft plaats gevonden, die eekhoorns in elk geval pijn heeft veroorzaakt.

Noodzakelijk voor een veroordeling van verdachte op dit punt is echter dat vastgesteld wordt dat aan de eekhoorns door de toegepaste methode bij het doden met overschrijding van hetgeen ter bereiking van hun dood toelaatbaar was, pijn is veroorzaakt.

De in de samenleving breed gedragen opvatting dat het doden van deze eekhoorns, door deze te versnipperen met de met hoge snelheid roterende messen van een hakselmachine - in de woorden van de deskundige Van Hooff ‘een smerige methode, die ons kan aangrijpen’ - schokkend is, onderschrijft de rechtbank.

Bepalend voor het oordeel of ter bereiking van de dood van die eekhoorns daardoor aan deze meer dan toelaatbaar pijn is toegebracht, is echter n i e t het schokkende karakter van die wijze van doden, maar het antwoord op de vraag of - gegeven de omstandigheden - andere methoden van doden minder dierenleed zouden hebben veroorzaakt.

Op grond van de door de deskundige professor Van Hooff bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring komt de rechtbank tot het oordeel dat geen bewijs voorhanden is, dat andere methoden van doden van de eekhoorns, zoals het injecteren of vergassen minder pijn in hevigheid of duur zouden hebben veroorzaakt.

Daarbij overweegt de rechtbank op grond van meergenoemde deskundigenverklaring, dat de eekhoorns door het versnipperen in een hakselmachine alleen de door de deskundige bedoelde kortstondige, primaire waarschuwingspijn hebben ondervonden en dat die pijn niet langer dan de in de litteratuur aanvaarde norm van een seconde heeft geduurd.
Bij die stand van zaken kan ook het onder 1 subsidiair tenlastegelegde feit niet bewezen worden verklaard, zodat de verdachte ook daarvan moet worden vrijgesproken.

3.2. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan op de wijze als is vermeld in bijlage II van dit vonnis die daarvan deel uitmaakt.

Hetgeen aan de verdachte onder 2 en 3 meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4. De strafbaarheid van de feiten
De bewezenverklaarde feiten leveren op:

feit 2 zich gedragen in strijd met een voorschrift, vastgesteld bij artikel 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd

feit 3 handelen in strijd met regelen, vastgesteld bij of krachtens artikel 60 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, begaan door een rechtspersoon

5. De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6. De motivering van de straffen
Bij de beslissing over de straffen die aan de verdachte dienen te worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

Bij de bepaling van de modaliteiten en de hoogte van de op te leggen straffen heeft de rechtbank meer in het bijzonder het navolgende overwogen.

Nadat verdachte op 6 april 1999 van de AID een officiële waarschuwing had ontvangen vanwege de constatering dat een zending eekhoorns vanuit China in strijd met de IATA voorschriften, immers in niet via hersluitbare deurtjes te openen kisten en zonder van buitenaf toegankelijke voedsel- en watercontainers, door haar was vervoerd, heeft zij onvoldoende maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen.

Het had op haar weg gelegen om zich in direct contact met de voor de zending eekhoorns verantwoordelijke shipper in Beijing of haar eigen medewerkers aldaar ervan te vergewissen dat herhaling van deze voor het welzijn van eekhoorns schadelijke wijze van vervoer zou worden voorkomen. Zij heeft dit echter nagelaten.

Dientengevolge heeft zij op 8 april 1999 andermaal op dezelfde wijze een zending van enkele honderden eekhoorns met bestemming Athene vanuit Beijing naar Schiphol vervoerd. Bij die zending was bovendien niet de vereiste gezondheidsverklaring aanwezig.

Vervolgens heeft zij de volgende dag getracht – illegaal - die eekhoorns toch door te voeren naar Athene. Toen dat mislukte heeft zij weer een dag later geprobeerd die eekhoorns terug te sturen naar China.

Pas daarna, toen de eekhoorns al twee dagen op Schiphol waren, zijn die eekhoorns uit hun kisten bevrijd en in grotere kooien ondergebracht teneinde hun van water en voedsel te voorzien. In de tussenliggende periode was volstaan met het voeren van stukjes appel.

Aan de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees is gedurende al die tijd door verdachte niet gemeld dat zij eekhoorns zonder gezondheidsverklaring op Schiphol had aangevoerd uit China. Eerst de volgende ochtend, nadat de dierenarts van de RVV bij toeval de aanwezigheid van los rondlopende en dode eekhoorns had ontdekt, heeft verdachte deze zending ter keuring aangeboden bij de RVV, waarna de zending - in verband met het ontbreken van een gezondheidsverklaring - werd geweigerd.

Door deze – kwalijke - handelwijze ten aanzien van de niet conform de voorschriften vervoerde zending eekhoorns heeft verdachte anderen, waaronder bijvoorbeeld de RVV en de AID de mogelijkheid ontnomen in een eerder stadium - al dan niet gezamenlijk met verdachte - te zoeken naar een betere wijze van afhandeling van de zending eekhoorns dan de uiteindelijk slechts resterende optie van het meteen doden van de nog levende eekhoorns.

Daarbij komt dat de leidinggevenden binnen verdachtes afdeling Special Cargo de beslissing over de wijze afhandeling van de zending eekhoorns niet zelf hebben genomen, maar die hebben overgelaten aan de mensen op de werkvloer.

De rechtbank rekent verdachte deze zeer onzorgvuldige handelwijze zwaar aan.

Met betrekking tot het onthouden van de nodige verzorging aan de door verdachte Nederland binnengebrachte eekhoorns, die mede het gevolg is geweest van verdachtes hiervoor genoemde onzorgvuldige handelwijze, overweegt de rechtbank dat zij er niet aan twijfelt dat de in het dierenhotel werkzame dierenverzorgsters er naar hebben gestreefd de eekhoorns een zo goed mogelijke verzorging te geven.
Zij hadden echter niet de mogelijkheid in de periode van 8 tot 10 april 1999 die eekhoorns water toe te dienen, terwijl omtrent de juiste voeding voor die eekhoorns onvoldoende informatie beschikbaar was. Het had op verdachtes weg gelegen de nodige maatregelen te treffen voor een voldoende verzorging van die eekhoorns door haar medewerkers.

De rechtbank neemt ten nadele van verdachte in aanmerking dat verdachte reeds eerder terzake soortgelijke feiten is veroordeeld. Op de voet van het bepaalde bij artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht houdt de rechtbank daarbij rekening met eerdere veroordelingen van verdachte.

De rechtbank houdt in het voordeel van verdachte er rekening mee dat zij uiteindelijk ruiterlijk haar fouten heeft erkend en dat zij ingrijpende en kostbare maatregelen heeft getroffen om herhaling te voorkomen.

Tenslotte houdt de rechtbank er ten gunste van verdachte rekening mee dat zij tengevolge van de aan deze zaak gewijde publiciteit in maatschappelijk en financieel opzicht reeds aanzienlijk nadeel heeft ondervonden.

Op grond van al het hiervoor overwogene acht de rechtbank voor feit 3 de door de officier van justitie gevorderde geldboete passend en geboden.

Voor feit 2 acht de rechtbank op grond van hetgeen hiervoor ten voordele van verdachte is overwogen een geldboete van ƒ 15.000,--, op te leggen in voorwaardelijke vorm, op haar plaats, waaraan de rechtbank, omdat een groot aantal eekhoorns door verdachtes optreden slachtoffer van dierenleed is geworden, als bijzondere voorwaarde zal verbinden de verplichting binnen twee maanden na het onherroepelijk worden van dit vonnis een bedrag van ƒ 15.000,-- te storten ten gunste en op de rekening van de landelijke vereniging dierenbescherming, F. Grijpstraat 2 te 's-Gravenhage, welke vereniging zich - onder andere- ten doel stelt de belangen van dieren die slachtoffer van dierenmishandeling zijn geworden, te behartigen. Nu die voorwaardelijke straf er met name toe strekt voormelde storting mogelijk te maken, zal de rechtbank aan die voorwaardelijke straf een korte proeftijd van zes maanden verbinden.

7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op:

de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 23, 24, 57, 62 en 63 van het Wetboek van Strafrecht
de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de Economische delicten
de artikelen 37 en 60 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
de artikelen 4 lid 2 en 7 lid 1 van het Besluit dierenvervoer 1994

8. Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.

Zij verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.

Zij verklaart bewezen dat de verdachte de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten zoals vermeld in bijlage II (a en b) van dit vonnis heeft begaan.

Zij verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 2 en 3 meer of anders is tenlaste-gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Het bewezenverklaarde levert de hierboven in rubriek 4. vermelde strafbare feiten op.
Zij verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.

Zij veroordeelt de verdachte:
wegens feit 2 tot een geldboete ter hoogte van F 15.000,- (VIJFTIEN DUIZEND GULDEN).

Zij beveelt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd. Zij stelt daarbij een proeftijd van zes maanden vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- de verdachte niet naleeft de bijzondere voorwaarde dat zij binnen twee maanden na het onherroepelijk worden van dit vonnis een bedrag van F 15.000,- (VIJFTIEN DUIZEND GULDEN) zal storten ten gunste en op rekening van de landelijke vereniging dierenbescherming, F. Grijpstraat 2 te 's-Gravenhage. (gironummer 3963156).

- wegens feit 3 tot een geldboete ter hoogte van F 20.000,- (TWINTIG DUIZEND GULDEN).

Dit vonnis is gewezen door:
mr. Toeter, voorzitter, mrs. Smit en Hol, rechters, in tegenwoordigheid van mr. drs. Rive, griffier, en uitgesproken ter terechtzitting van 20 maart 2001.

Engelse ziekte: 'Animals to Fly'


Als je in Nederland geen Engels kunt lezen, dan vlieg je niet ver.
Hiermee werd ik weer duidelijk geconfronteerd door mijn nieuwe buurman die werkt bij…….. Animals to Fly.
Buurman zelf spreekt gewoon Nederlands; of hij ook Engels spreekt heb ik hem niet gevraagd.

In ieder geval: ook dieren vliegen tegenwoordig. En niet alleen de vogels. Het gaat om internationaal transport door de lucht. Gek genoeg is de website uitsluitend in het Nederlands. Ook tot mijn verbazing betreft het vervoer niet primair (sport)paarden.
Ik heb niet de indruk dat ze proefdieren vervoeren.

Aan de site ontleen ik de volgende informatie:

"Het is fijn voor u te weten dat de gezagvoerder op de hoogte wordt gebracht van de aanwezigheid van uw dieren aan boord van zijn vlucht. De ruimte waar ze tijdens de vlucht verblijven, is verwarmd en geventileerd. Er is niemand die tijdens de vlucht uw dieren lastig zal vallen.

Over het algemeen ondergaan ze de vlucht gelaten. Het grootste gedeelte van de vlucht zullen uw dieren slapen en rusten. Over het geluid van de motor hoeft u zich ook geen zorgen te maken. Dit is niet meer dan wat u als passagier zou ondervinden.

Het KLM dierenhotel op Schiphol is met het dierenhotel van Lufthansa in Frankfurt één van ‘s werelds grootste en modernste dierenhotels. Deze faciliteit van KLM is bestemd voor de tijdelijke opvang en verzorging van dieren die met het vliegtuig mee moeten op doorvlucht zijn of die wachten tot hun baas alhier ze ophaalt. Dit laatste heet in vaktermen Import . In ieder geval heeft KLM het is het eerste dierenhotel in de wereld dat door een luchtvaartmaatschappij zelf wordt gerund. De medewerkers van dit dierenhotel hebben door hun jaren lange ervaring de kennis, faciliteiten en routine om de meeste diersoorten naar behoren te kunnen verzorgen Zo worden honden voor vertrek of na aankomst door eigen personeel uitgelaten.

Het KLM dierenhotel zorgt er voor dat het uw dier alle eerste levensbehoefte ter beschikking heeft zoals water, voedsel, goede opvang en verzorging. Het KlM dierenhotel is dus danig in gericht dat dieren hier op basis van short stay goed opgevangen kunnen worden.
Deze faciliteit is goed gekeurd door de VWA (Voedsel en waren autoriteit) De VWA keurt op dagelijkse basis deze faciliteit en dieren die binnen komen.
De gezondheid van de dieren staat bij het KLM dierenhotel voorop.
Voor honden en katten geldt dat zij rechtop, in attente positie moeten kunnen staan en zitten, zodat ze niet met hun hoofd de bovenkant van de transportbox raken. Daarnaast moeten ze zich ook zonder al te veel moeite in de box kunnen draaien.
Voor verbindingen en deuren geldt dat ze niet zonder al te veel moeite mogen opengaan. Er zijn in de handel transportboxen verkrijgbaar die met een klikverbinding gemonteerd worden en/of deuren hebben die aan de boven- en onder kant met een eenvoudig kunststof draaiknop versloten worden. Deze boxen worden niet door ons geaccepteerd voor transport.
In of aan de transportboxen mag i.v.m. de veiligheidsvoorschriften geen additionele zaken worden meegegeven, zoals speeltjes of voer. Enkelzijdige dekens of doeken mogen wel. Kussens waarvan de inhoud niet visueel te controleren is, zijn niet toegestaan."

Lesbrief voor de basisschool

.
Voor de leerkracht

– Leg uit dat we al die dieren waarvan we veel last hebben ‘ongedierte’ noemen. Net als ‘onkruid’. Dat zijn planten die op plaatsen groeien waar wij dat niet willen.

– Laat de kinderen voorbeelden van ongedierte noemen. (Bijvoorbeeld: vlooien, luizen, muizen, ratten, vliegen, muggen, wespen, mieren, kakkerlakken, mollen, rupsen, sprinkhanen, torren, kevers.)

De lesbrief vind je hier
======================================

Voor de scholier

"Zelfs de grootste dierenliefhebber zal het niet ontkennen:

er zijn diersoorten die je liever kwijt dan rijk bent.

Het gaat dan om o n g e d i e r t e.

Kakkerlakken, mieren, muizen, ratten, noem maar op.

Wat maakt deze diertjes zo ongewenst? En hoe kun je ze bestrijden?

In deze lesbrief maken de kinderen kennis met verschillende soorten ongedierte en hun vaak schadelijke gevolgen. Ze bedenken een val om ongedierte te vangen en luisteren naar een sprookje over een bekende rattenvanger. Natuurlijk is er ook aandacht voor spelletjes die te maken hebben met ongedierte en voor een Mexicaans lied over een kakkerlak."
=======================================

Commentaar-BW:

Aan zo'n juf of meester vertrouw je je kind toe....

maandag 13 september 2010

Marianne en Frans, een paar apart

Wat Marianne Thieme en Frans Vera gemeen hebben is dat ZIJ alleen denken te kunnen bepalen wat goed voor de dieren is. Wat anderen daarvan vinden - burgers, partijleden – is niet relevant, willen ze zelfs liever niet horen. Heilig geloof in de enig-juistheid van de eigen opvatting.

Dit spitst zich toe op de Oostvaardersplassen.

In Trouw van 11 dezer laat de bioloog Koos Dijksterhuis zijn lichtje over deze kwestie schijnen.
En daaruit blijkt opnieuw hoezeer de Oostvaardersplassen (OVP) een one-man show zijn. Als het over de OVP gaat, dan is het Vera voor en Vera na. Het is haast niet te geloven. En de Partij voor de Dieren loopt braaf achter deze man aan.

Dijksterhuis daarentegen bekijkt het wèl met een kritisch oog. Tegenover de oernatuur van Vera stelt hij dat gefokte dieren uitgezet zijn, zoals runderen, paarden en herten. “Ze grazen zonder risico op roofdieren in ’s lands modernste, met een gigantisch gemaal droog gehouden en door dijken tegen de zee beschermde polder.”
Over oernatuur gesproken!

Dijksterhuis merkt verder op dat kleine grazers als ree, haas, konijn en veldmuis ook grasland openhouden, maar uit de Oostvaardersplassen vrijwel helemaal zijn weggeconcurreerd.
Idem: uilen, kiekendieven en torenvalken die van kleine grazers leven.
Idem: de bos-, struweel- en weidevogels.

Dijksterhuis haalt de dissertatie van Theo Vulink aan – Hungry Herds - waarin gesteld wordt dat jaarrond begrazing in wetlands in ingepolderde gebieden, geen geschikt begrazingsregime is om korte, open vegetatiestadia in stand te houden.

Dijksterhuis concludeert:

“grote grazers horen erbij, maar met mate. Anders hebben ze een nivellerend effect: meer van hetzelfde, één grote grasvlakte met koeien, paarden, distels.
Het lijkt me onwaarschijnlijk dat de premenselijke wereld bestond uit intensief begraasd grasland.
Intensief begraasd grasland lijkt me juist een exces van de moderne veeteelt.
Me dunkt dat we daar al genoeg van hebben.”

zaterdag 11 september 2010

Marianne Thieme ziet het licht...



Marianne Thieme ziet het licht........

althans e e n  licht:

'...heb ik besloten om terug te treden als verenigingsvoorzitter van onze Partij.'
.

Voor de vacature wordt er een vriendje/vriendinnetje gezocht.

Lucky Bamboo

Lucky Bamboo

Jachttrofee



bron: NRCHandelsblad