Respect voor dieren

maandag 27 augustus 2012

Gewaardeerde Collega,


In het ziekenhuis bestaat een rangorde waarbij de chirurgen bovenaan staan en de anesthesioloog juist onderaan.

Internisten vinden chirurgen dommeriken.

Chirurgen vinden intenisten wauwelaars en nerds.

De chirurg vindt de anesthesioloog iemand die de patiënt even onder narcose moet brengen, de rest doet hijzelf wel.

***

Bron: Jan Klein, anesthesioloog
Hoogleraar Veiligheid in de zorg

maandag 20 augustus 2012

Proefdieren bestaan niet (2)

 

Gaat Nederland na de verkiezingen serieus werk maken van dierenwelzijn?



Dat is de centrale vraag voor politici op het Grote DierenVerkiezingsdebat 2012.

Tijdens het debat gaan de politieke partijen met elkaar in discussie op basis van verschillende stellingen; centraal staan: 
  • de vee-industrie
  • de vleestax
  • omgang met wilde dieren
Deelnemers:

Lies van Aelst (SP),

Tjeerd van Dekken (PvdA),

Carla Dik (ChristenUnie)

Dinand Ekkel (CDA),

Esther Ouwehand (Partij voorde Dieren)

Liesbeth van Tongeren (GroenLinks).

Het debat vindt plaats op 25 augustus, van 13.30 tot 16.00 uur in podium BitterZoet, Spuistraat 2, in Amsterdam.

Dierencoalitie: Proefdieren bestaan niet

Dierenkieswijzer

1. “De overheid moet de productie van plofkippen in Nederland verbieden.”

2. “Circussen mogen wilde dieren blijven gebruiken.”

3. “Er komt een vleestax en/of vlees wordt in het hoge BTW-tarief geplaatst.”

4. “Weidegang voor melkkoeien wordt verplicht.”

5. “Nederland moet de productie en import van bont verbieden.”

6. “Alle honden moeten voortaan worden gechipt om de malafide handel in honden tegen te gaan.”

7. “Het fokken met rasdieren die lijden onder aangeboren lichamelijke afwijkingen hoeft niet te worden verboden.”

8. “Het is een taak van de Nederlandse overheid om voor alle soorten vee wettelijke minimumeisen voor dierenwelzijn op te stellen.”

9. “Cosmetica die is getest op dieren mag worden geïmporteerd.”

10. “Ook in delen van de Noordzee die zijn aangewezen als reservaat wordt visserij toegestaan.”

11. “De handel in wilde dieren en producten van deze dieren (ivoor, huiden etc) op internet moet worden verboden.”

12. “Er moet een einde komen aan onverdoofd slachten, ook bij religieuze riten.”

13. “Dieren die in beslag zijn genomen krijgen een goede behandeling, opvang en herplaatsing; zij mogen niet worden verhandeld.”

14. “De overheid dient de overgang te stimuleren van dierlijke naar plantaardige eiwitbronnen.”

15. “Er dient snel regelgeving te komen om het aantal dieren dat omkomt bij stalbranden drastisch te verminderen.”

16. “De rijksoverheid hoeft de jacht niet verder aan banden te leggen.”

17. “Om het lijden van vissen te verminderen, moet de politiek humane vangst- en dodingsmethoden verplicht gaan stellen.”

18. “Het plan om de versnipperde leefgebieden van dieren met elkaar te verbinden (de Ecologische Hoofdstructuur) wordt geheel en volgens oorspronkelijke planning uitgevoerd.”

19. “Nederland maakt zich in Europa sterk om de subsidiëring en promotie te stoppen van wreed vermaak met dieren zoals het stierenvechten.”

20. “Alleen dieren die daarvoor geschikt zijn, mogen voortaan als huisdier worden gehouden (invoering positieflijst in 2013).”

21. “Konijnen in de vleesindustrie mogen in draadgazen kooien worden gehuisvest.”

22. “Er komt een verbod op megastallen.”

23. “De dierenpolitie moet worden afgeschaft.”



dinsdag 14 augustus 2012

De farmaceutische industrie is kwaadaardig (2)



Er zijn natuurlijk ook in eigen land altijd wel mensen die - anders dan Ab Klink - wel sjoege hebben van de volksgezondheid. Maar daar wordt niet naar geluisterd – zegt hijzelf. Een bekend geluid! Het onderwerp is te ingewikkeld voor een eenvoudige politicus. Sterker: die loopt bij voorkeur aan het handje van de farmaceutische industrie.
 
We hebben het over Huub Schellekens, die in de Volkskrant van 11 dezer de vloer aanveegt met die industrie. Ditmaal toegespitst op de kosten van medicijnen. Een paar grepen uit het interview.

Ook hij vindt het idee van Edith Schippers om een babbeltje te gaan maken met de farmaceut (Genzyme/Sanofi) belachelijk. Voor de bühne. Wat ze zou moeten doen is naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens stappen met de klacht dat een half miljoen voor het Pompemedicijn immoreel is en eisen dat het octrooi nietig wordt verklaard.

Het probleem voor de industrie is dat er steeds minder nieuwe medicijnen komen. Wat als nieuw wordt gepresenteerd is nauwelijks verbetering. (De 'me-too' medicijnen. BW)

Als er iets is dat niet veel kost is het de ontwikkeling van een weesgeneesmiddel. (Anders dan ik veronderstelde.) Hetzelfde geldt voor medicijnen voor kankerpatiënten en chronisch zieken.
Het vaccin voor baarmoederhalskanker bijvoorbeeld is honderd keer te duur: “Voor 50 cent kun je het maken.”

Terzijde: Schellekens is op dit gebied niet voor grootschalig vaccineren (op kosten van de staat). Voor maximaal tweehonderd gevallen per jaar – een aantal dat ook nog aan het dalen is – gaan we duizenden vrouwen vaccineren. Terwijl de echte risicogroepen zich niet eens laten inenten!

De essentie van het probleem zit in het systeem van patentering. Octrooien worden alleen maar gebruikt om te voorkomen dat de concurrent na afloop van het basispatent de markt overneemt en met een generiek product komt. Ooit gold een octrooi als maat voor vernieuwingsdrift, maar dat is allang niet meer zo.

De oplossing is terugkeren naar de tijd waarin octrooien uit den boze waren (voor WO II).

Ontwikkeling van medicijnen dient voorbehouden te worden aan de medische wetenschap.
De farmaceutische industrie dient alleen de productie en distributie te verzorgen.

De oude beul over zijn handwerk


Huub Schellekens . is arts en hoogleraar farmaceutische biotechnologie. Hij is een van de langst werkzame en beruchtste dierproefnemers van dit land. In het boek van Patrick Meershoek, De slag om de chimpansees, speelt hij een hoofdrol. Dit boek doet verslag van de strijd om de ca. 150 chimpansees weg te krijgen uit de hel van het Biomedical Primate Research Centre te Rijswijk. Uiteindelijk is dat gelukt.
Schellekens liet onlangs weer eens van zich horen. Hij koos daarvoor een obscuur podium, t.w. zijn column in Het Financieele Dagblad. Bedoeling was invloed uit te oefenen op de Tweede Kamer in diens beraadslaging over het actieplan van de minister van VWS: “Dierproeven en Alternatieven 2011-2021.”  
De oude man is inmiddels iets milder geworden en pleit nu zowaar voor een vermindering van dierproeven. Laten we maar niet speculeren over zijn motieven… Het is trouwens ook een oud verhaal, de farmaceutische industrie pleit, bij monde van Nefarma, al veel langer voor minder dierproeven. Maar ja, het onderwerp trekt geen publieke belangstelling en de Haagse penose brandt zich niet graag aan koud water, - vandaar dat mijn verwachtingen laag gespannen zijn. Minister Edith Schippers moet waarschijnlijk eerst uitgelegd worden wat dierproeven zijn.
(NB. Proefdiervrij vindt het niet de moeite waard het artikel te citeren op zijn website.)

Schellekens schrijft o.a.: 
In het systeem zou een prikkel moeten worden ingebouwd om zonder proefdieren geneesmiddelen te ontwikkelen, te vergelijken met de bonus die farmaceutische bedrijven krijgen als ze de werking van hun nieuwe medicijnen ook in kinderen testen. Vroeger begonnen ze niet aan die dure studies omdat het gebruik van medicijnen in kinderen te laag is om die kosten terug te verdienen. Als een nieuw medicijn in jonge patiëntjes is getest, krijgen de bedrijven een half jaar extra databescherming. Daardoor moet na het aflopen van het octrooi een concurrent een halfjaar extra wachten voor een kopie op de markt mag worden gebracht. Dat levert een paar honderd miljoen extra omzet op en dat willen die bedrijven wel. Ik stel voor die beloning ook te geven aan fabrikanten die hun ontwikkelingen proefdiervrij maken.

Het totaal uitbannen van dierproeven gaat nog wel even duren. Maar dat betekent niet dat er geen ‘quick wins’ zijn, zoals de minister in haar actieplan schrijft. We zouden op korte termijn een nee-tenzij-beleid kunnen invoeren, om te beginnen voor het onderzoek in apen. Dat mag pas nadat bij de toelatingsautoriteiten is gevraagd of het nodig is.

Elke aanpassing in het systeem vraagt wel om een wereldwijde afstemming. Immers, als in de VS of Japan de richtlijnen niet veranderen, schieten de proefdieren daar weinig mee op. Dat betekent dat op een hoog politiek niveau veranderingen moeten worden doorgedrukt. De minister is minder machteloos dan in het actieplan wordt beweerd en zelfs moreel verplicht om haar politieke gewicht in de strijd te gooien. Het gaat immers vooral om overbodige dierproeven die door de overheid zelf worden voorgeschreven.

De overheid kan wel degelijk het gebruik van proefdieren op korte termijn beperken.

“De farmaceutische industrie is kwaadaardig”


Het boek van de Britse arts-psychiater Ben Goldacre is subliem. Het wordt in de media vooral gepresenteerd als een aanval op de homeopathie en dergelijke geneeswijzen, maar daar zal Goldacre hard om lachen – als het niet zo droevig was. In zijn eigen woorden: “Als ik geen lichtvoetig en humoristisch boek over de wetenschap aan het schrijven was, zou ik me verlagen tot een woedeaaanval.”
In dit kader wordt overigens een hoofdstuk gewijd aan Matthias Rath, de Duitser die zo’n schitterende carrièrestart had – bij Linus Pauling of all people – maar later al zijn kaarten is gaan zetten op zijn handel in vitaminepillen. Iedereen die kritiek op hem heeft moet rekenen op een dagvaarding. Dat is ook Goldacre overkomen. Rath werkt(e) ook vanuit Almelo. Dit alleen al is een hoofdstuk waarbij je haren te berge rijzen.

Maar echt om van te smullen is zijn hoofdstuk over de farmaceutische industrie. "De grote farmaceutische industrie is kwaadaardig: met die vooronderstelling kan ik het wel eens zijn." (Goldacre, blz. 248)
Het is niet allemaal nieuw wat hij schrijft, zoals zijn verwijzing naar de hondse behandeling van Nancy Olivieri, door de farmaceut Apotex: zij kreeg (o.a.) een publicatieverbod. Of zijn samenvatting van de Vioxx-list en bedrogaffaire van MSD: Vioxx veroorzaakt geen hartaanvallen maar naproxen, het bestaande middel, “voorkwam ze.”  Er bestaat daarvoor geen enkel bewijsmateriaal.
In de vijf jaar dat de pijnstiller Vioxx op de markt was, wordt geschat (door de Amerikaanse FDA) dat hij 88.000 tot 139.000 hartaanvallen heeft veroorzaakt, waarvan ca. 30% tot 40% met dodelijke afloop. Merck (MSD) dat vooraf bekend was met deze risico’s, heeft een schikking van 4,85 miljard dollar voorgesteld.

De onnozelheid van patiëntenverenigingen wordt aan de kaak gesteld, waarvan de farmaceutische industrie met volle teugen profiteert.

Maar het aardigst is wat mij betreft de manier waarop met testresultaten gesjoemeld wordt. Goldacre zet ze netjes op een rij. Het is teveel om op te noemen. Ik doe een poging.

Met bejaarden die al een heleboel medicijnen slikken kun je vaak niets beginnen, maar jonge mensen laten vaak veel eerder verbetering zien. Dus onderzoek je je medicijn alleen met laatstgenoemde groep. Daartoe wordt het medicijn veel minder toepasbaar op de mensen voor wie het bedoeld is, maar hopelijk merkt niemand dat.

Als je je medicijn moet vergelijken met dat van een concurrent, geef je het concurrerende medicijn in te lage of te hoge dosis, of je dient het op de verkeerde manier toe, of je verhoogt de dosis te snel. Jouw medicijn steekt daar dan gunstig bij af.

Bij een literatuuronderzoek naar SSRI-antidepressiva onder 3000 deelnemers kwamen sexuele stoornissen niet voor op de lijst van 23 bijwerkingen. Volgens de onderzoekers waren 23 andere dingen belangrijker dan anorgasmie. “Ik heb ze doorgenomen en dat waren ze niet.”(blz. 256)

Tienduizenden mensen zijn onnodig overleden omdat steroïden bij hersenletsel meer kwaad dan goed doen.

Klassieke trucs uit de statistische analyse om de boel te belazeren som ik alleen op:

– Negeer de regels volledig

– Speel met de uitgangswaarde

– Negeer uitvallers

– Schoon je data op

– “De beste van vijf…nee, van zeven….nee, van negen!”

– Martel de gegevens (“Misschien ontdek je wel dat het medicijn heel goed werkt bij Chinese vrouwen tussen 52 en 61 jaar.”)

– Probeer ieder knopje op je computer uit

En verder:

– Publicatiebias en negatieve resultaten verzwijgen

– Dezelfde gegevens vaker publiceren

– Schadelijkheid aan het oog onttrekken

– Reclame (“Van de 200 miljard dollar omzet van de grootste farmaceuten wordt maar 14% besteed aan onderzoek en ontwikkeling, en 31% aan marketing en administratie.”)

Van harte aanbevolen aan de minister van Volksgezondheid!

***

Ben Goldacre, Wetenschap of kwakzalverij. Waarom oppeppende pillen rood, oranje of geel zijn en andere onthullingen (uitg. De Geus 2011)

Het vervolg is voorzien voor september 2012:
Bad Pharma: How drug companies mislead doctors and harm patients, due for publication in September 2012.

zondag 12 augustus 2012

60 Jaar stropoppen op Volksgezondheid

Edith Schippers


Ab Klink


Hans Hoogervorst


Eduard Bomhoff / Aart Jan de Geus


Els Borst


Hedy d'Ancona


Elco Brinkman


Til Gardeniers-Berendsen



Leendert Ginjaar



Irene Vorrink



Louis Stuyt



Bauke Roolvink



Gerard Veldkamp



Charles van Rooy



Ko Suurhoff



Dolf Joekes


Ab Klink (2)


Ab Klink was weer eens in het nieuws. Hij is er inmiddels achter dat de gezondheidszorg veel goedkoper kan. Wel vier tot acht miljard! Je zou zeggen: had dat bedacht toen je minister van Volksgezondheid was. Maar goed, beter laat dan nooit. Partijgenoot Van Haersma Buma was dan ook meteen enthousiast voor het plan! Waarschijnlijk nog voordat hij het gezien had, want helaas, het is wederom gebakken lucht wat Klink (c.s.) ventileert.

Klink wil ‘minder verrichtingen’, omdat de arts per verrichting betaald wordt. Dat gaan we veranderen. Als het aan Klink ligt gaan de dokters dat ZELF doen! Ze doen dat in overleg met collega’s en verzekeraars. En nu komt het: de uitgespaarde kosten gaan ze onderling verdelen, opdat de artsen er financieel niet op achteruitgaan. Want dan werken de dames en heren misschien niet meer mee.

Met andere woorden: er wordt dus helemaal niets bespaard!

***

PS. Als rechtgeaarde CDA-man heeft Ab Klink een hekel aan dieren: hij steunt Hulphond Nederland.
Een dier moet nut hebben. Opvreters zijn er al genoeg.

Ab Klink (1)

Ab Klink die zich eerder wel met onderwijs had beziggehouden maar nimmer met de volksgezondheid, kreeg niettemin in 2007 hiervoor de verantwoordelijkheid als minister.

Ronald Plasterk die zich nimmer met onderwijs had beziggehouden, maar wel ervaring had met de gezondheidszorg, werd minister van  ……… Onderwijs.

Veel cynischer kun je m.i. niet duidelijk maken hoe politici denken over de gezondheidszorg en volksgezondheid. Hetzelfde geldt voor Onderwijs en andere beleidsterreinen. Je ziet dat ook terug in het stuivertje wisselen van departementen. Vandaag is Donner minister van Justitie, morgen van Sociale Zaken. Maria van der Hoeven doet net zo makkelijk Onderwijs als Economische Zaken. Enzovoort.

Wat maakt het allemaal uit: de werkelijke expertise zit - hopelijk - toch bij de duizenden ambtenaren.

Mij is niet opgevallen dat Klink de gezondheidszorg op een hoger peil gebracht heeft. De klungelige manier waarop hij met het rookverbod omgegaan is laat wel zien dat hij geen hoogvlieger is.

Wetenswaardigheden (ontleend aan wikipedia):
  1. Tijdens zijn ambtstermijn als Minister van Volksgezondheid rookt Klink sigaren.
  2. In een enquête van Synovate kreeg Klink het rapportcijfer 5,2 voor zijn functioneren in 2008, het laagste van alle ministers. Hij was ook de op twee na onbekendste: 50% van de ondervraagden kende hem (niet).

maandag 6 augustus 2012

De prijs van een mensenleven (herzien)

Het normbedrag voor één jaar mensenleven in goede gezondheid is 80.000 euro. Als een behandeling meer dan 80.000 euro kost om een patiënt een extra levensjaar van goede kwaliteit te bieden, dan moet die ingreep niet vergoed worden in de basisverzekering. Dit is het advies van de Raad voor de Volksgezondeid uit 2006, waar het CvZ nu op voortborduurt. Het CvZ-advies voor de ziekte van Pompe vind je hier.
De basis is de zgn. QALY: quality-adjusted life years.

QALY wordt gedefinieerd als één jaar in goede gezondheid. Als door een interventie de levensverwachting wordt verlengd met één jaar in goede gezondheid, dan is de uitkomst één QALY. Evenzo, als de interventie de levensduur niet verlengt, maar wel de kwaliteit van leven doet toenemen van bijvoorbeeld tweederde kwaliteit naar volledige kwaliteit gedurende drie jaar, dan is de uitkomst eveneens één QALY.

De waarde van levenskwaliteit is bepaald aan de hand van de voorkeur van personen of van de maatschappij voor gezondheidstoestanden. Dit is gemeten met behulp van vragenlijsten, waarop ieder persoonlijk aanduidt welke waarde men hecht aan een bepaalde gezondheidstoestand (bijvoorbeeld status na myocardinfarct, hemiplegie) ten opzichte van de volledige gezondheid. Op basis van de gegevens van een grote groep respondenten zijn tabellen opgesteld die worden gebruikt voor het berekenen van de QALY’s.

Het blijkt nu dat medicijnen voor vormen van de ziekten van Pompe en Fabry jaarlijks in de miljoenen lopen. 

Het CVZ adviseert dan ook o.a. Myozyme niet meer onvoorwaardelijk in het basispakket voor vergoeding op te nemen. Behalve de prijs is de reden dat patiënten er te weinig baat bij hebben. Zoals vrijwel alle geneesmiddelen genezen ze niet, maar verbeteren op z’n best de kwaliteit van het leven.

Dat is een hard advies, en de vraag is hoe daarmee om te gaan. Minister Edith Schippers gaat een praatje (laten) maken met de Amerikaanse fabrikant, Genzyme, over de hoogte van de prijs. Dat lijkt onzinnig. Want het valt natuurlijk niet te verwachten dat die prijs gereduceerd zal worden tot het richtbedrag van 80.000 euro.

Het gaat om weesgeneesmiddelen, waarvoor geen echte markt is; de ziekten zijn daarvoor te zeldzaam. Maar die middelen moesten er per se komen. Dan moet je niet raar opkijken als de prijzen ervan de pan uit rijzen.

Dit is nu een onderwerp uit de gezondheidszorg waarvoor vrijwel nooit aandacht is: de waarde, de werkzaamheid, van geneesmiddelen. Dat blijkt ook uit de reactie van Schippers: die weet ook niet wat ze ermee aan moet. Alleen als bijwerkingen weer eens ongelukken veroorzaken, dan schrikt de overheid wakker, d.w.z. komt niet verder dan de stereotype reactie: verbieden.

Er wordt geen tegenspel geboden aan de farmaceutische industrie d.w.z. er worden geen eisen gesteld. Voorwaarden voor toelating zijn: constante samenstelling, enige werkzaamheid en veiligheid. Met andere woorden: we zijn allang blij als het aantal ongelukken binnen de perken blijft. Allen Roses van GSK mag dan luid en duidelijk en publiekelijk gezegd hebben dat medicijnen niet werken*: nou, jammer dan.

***

*A senior executive with Britain's biggest drugs company has admitted that most prescription medicines do not work on most people who take them.

zondag 5 augustus 2012

Amfibieën

De amfibieën vormen een klasse van koudbloedige dieren. De naam amfibie is afgeleid van het Griekse Amphi-bios, wat "dubbel-levend" betekent. Dit verwijst naar de levenswijze van amfibieën: ze kunnen zowel in het water als op het land overleven.

Tot de amfibieën behoren de kikkers (en padden), de salamanders en de wormsalamanders.

Amfibieën ademen niet met behulp van het middenrif en de ribben maar vullen de longen door middel van keelademhaling. Als de longen nog leeg zijn wordt eerst de verbinding tussen longen en keelholte (de glottis) gesloten, de neusgaten gaan open en de bodem van de keel wordt naar beneden gebracht zodat de keelholte en bek zich vullen met lucht. Daarna sluiten de neusgaten, de glottis opent zich en de longen worden gevuld.
Door spierwerking in het lichaam wordt de lucht weer de keelholte ingepompt. De neusgaten openen zich en de mondbodem wordt omhoog gebracht. Daarna herhaalt het proces zich weer.

Ook reptielen maken in meer of minder mate gebruik van deze ademwijze.

Amfibieën ademen zowel door longen als door de huid, de verhouding verschilt sterk per groep of zelfs soort. Longloze salamanders hebben bijvoorbeeld geen longen en ademen door de huid. Een ander uiterste is de klauwkikker, die nooit op het land komt en altijd onder water leeft, deze soort heeft rijen zuurstofopnemende cellen op de flanken. Omdat het een kikker is, moet worden geademd aan de oppervlakte, maar deze aanpassing stelt het dier in staat de frequentie te verminderen.

bron: wikipedia

woensdag 1 augustus 2012

Dierproeven: 130 konijnen

"Het is toch absurd te bedenken dat zeven wetenshappes en negen technische medewerkers van het RIVM  zeven jaar hebben gewerkt om aan te tonen dat Vasolastine niet cholesterolverlagend werkt bij 130 konijnen, terwijl er honderdduizend patiënten rondlopen die het levend bewijs zijn! "

Patiëntenvereniging Enzymtherapie aan de Tweedekamerfracties (april 1990)

Ziektelast (2)

Hoeveel levens van proefdieren mogen genomen worden? In onderzoek, vervolgonderzoek en verder onderzoek?

Ziektelast

 
Hans van Maanen (foto), columnist van de Volkskrant, is geen voorstander van bevolkingsonderzoeken. Naar zijn mening leveren ze te weinig op, en dus kosten ze teveel. Hij vermoedt dat de lobby van de witte jassen ze promoot. Het aantal lijders dat gevonden wordt, weegt niet op tegen het aantal mensen dat de stuipen op het lijf gejaagd wordt door vals-positieve uitslagen. Daarnaast zijn het momentopnamen en is de vraag hoeveel therapie beschikbaar is.


De patiëntenvereniging denkt daar anders over en schrijft o.a. het volgende als reactie:

"In zijn column Twijfel (Volkskrant 4 juni) zet Hans van Maanen grote vraagtekens bij de meerwaar­de van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker dat in 2013 start. Die meerwaarde zou alleen bestaan uit levensverlenging.

De Nederlandse Federatie van Kan­kerpatiëntenorganisaties (NFK) en de patiëntenvereniging SPKS Darm­kanker Nederland menen echter dat de grootste winst van de screening zit in het verminderen van het aan­tal operaties, chemokuren en dure geneesmiddelen en vooral in het be­perken van leed.

Het leed veroorzaakt door darm­kanker is zo ernstig dat het recht­vaardigt 1.200 mensen deel te laten nemen aan het bevolkingsonder­zoek om één geval te voorkomen.

Vraag het de darmkankerpatiënten. Zij weten hoe het is operaties en chemokuren te ondergaan en een sto­ma te moeten dragen. 

De ziektelast is groot en de vaak langdurige ster­vensfase ingrijpend.


Minstens 3.000 mensen per jaar kan dit leed worden bespaard.

Daarnaast zorgt een bevolkings­onderzoek voor een forse besparing in ziekenhuiskosten, verzorgings­kosten en geneesmiddelen. Op den duur levert het zelfs een nettobe­sparing op. De screening wordt ge­leidelijk ingevoerd om de werklast van de behandelaars te beperken. Dat schept ook tijd om voldoende nieuwe behandelaars te trainen."

***

En passant wordt in deze reactie een kant van de medische wetenschap getoond waar we weinig over horen. Dat is de ziektelast. Algemeen is de burger tevreden over de stand van de medische wetenschap, die allang niet meer geneest maar op z’n best voorkomt. Lukt dat niet, dan is de therapie gericht op in leven houden. De burger is allang blij dat hij/zij nog leeft en neemt de ziektelast voor lief.

Je komt dan terecht bij de DALY en de QALY (Quality Adjusted Life Years).

QALY wordt gedefinieerd als één jaar in goede gezondheid. Als door een interventie de levensverwachting wordt verlengd met één jaar in goede gezondheid, dan is de uitkomst één QALY.
Evenzo, als de interventie de levensduur niet verlengt, maar wel de kwaliteit van leven doet toenemen van bijvoorbeeld tweederde kwaliteit naar volledige kwaliteit gedurende drie jaar, dan is de uitkomst eveneens één QALY.


De waarde van levenskwaliteit is bepaald aan de hand van de voorkeur voor gezondheidstoestanden van personen of van de maatschappij. Dit is gemeten met behulp van vragenlijsten, waarop ieder persoonlijk aanduidt welke waarde men hecht aan een bepaalde gezondheidstoestand (bijvoorbeeld status na myocardinfarct
hemiplegie d.i.  halfzijdige verlamming, als gevolg van een hersenbeschadiging) ten opzichte van de volledige gezondheid.
Op basis van de gegevens van een grote groep respondenten zijn tabellen opgesteld die worden gebruikt voor het berekenen van de QALY’s. Hiermee wordt rekening gehouden bij het bepalen van het beleid.