Respect voor dieren

dinsdag 28 juni 2016

Polio-vaccin: geen Nobelprijs


Het is wel tragikomisch om te lezen dat Jonas Salk, de uitvinder van het polio-vaccin, de Nobelprijs Geneeskunde in 1954/55/56 geweigerd werd omdat de Zweedse adviserende viroloog (Sven Gard) vond dat het niet meer was dan bij elkaar geknutsel van ontdekkingen van anderen.
Waren de druiven zuur?
 ***

Examination of the Nobel Archives reveals that Dr. Sven Gard, Professor of Virology at the Karolinska Institute, convinced the Nobel Committee to name Enders and his colleagues recipients of the 1954 Prize.
Gard wrote that ‘the discovery by Enders’ group is the most important in the whole history of virology…The discovery has had a revolutionary effect on the discipline of virology’. 

Salk was nominated for the Prize in 1955 and in 1956. The first time, it was decided to wait for the results of the clinical trial of Salk’s killed poliovaccine, which was in progress.

In 1956, Gard wrote an 8-page analysis of Salk’s work, in which he concluded that “Salk has not in the development of his methods introduced anything that is principally new, but only exploited discoveries made by others.” 
He concluded that “Salk’s publications on the poliomyelitis vaccine cannot be considered as Prize worthy”.

dinsdag 21 juni 2016

Java-Apen

Eindelijk gerechtigheid voor de vijf Java-apen, ook wel bekend als ‘de verstekelingen van Maersk’. Vanochtend zijn de dieren terug gebracht naar  Stichting AAP in Almere. AAP is nu ook officieel de eigenaar van de dieren en heeft een speciaal verblijf voor ze gecreĆ«erd.
 ***
Commentaar
1. Politieke partijen D66, VVD en CDA stemden TEGEN de motie van Wassenberg om de dieren terug naar AAP te brengen.

2. AAP laat de dieren rustig bij zich weghalen en naar het vivisectiecentrum BPRC brengen.
Let wel: AAP heeft meer dan 40 jaar ervaring. Dus dit kan zo weer gebeuren.

3. Verblijf in BPRC heeft (minstens) vier maanden geduurd. Volkomen onnodig. Voor een ritje van niks en een transport van niks. Afstand Rijswijk-Almere 88 km, ritje van een uur. 
Waarom hield het BPRC die dieren al die tijd vast?

maandag 13 juni 2016

Dierenbescherming en Dierproeven




Dierenbescherming en Dierproeven
1)    “Ik denk dat niemand proeven met dieren wil doen, maar soms is er geen goed alternatief en zullen we wel moeten.   
2)    Stel je voor dat jij zelf, of iemand van wie je houdt ernstig ziek is en een medicijn krijgt aangereikt dat op dieren is getest. Dan grijp je die kans aan. Dat is volstrekt logisch en geldt ook voor mij.”

Dit staat in het blad ‘Dier’, voorjaar 2016, blz. 14/5. Het zijn enkele regels uit een interview met Sue Gibbs (foto), een Nederlandse onderzoekster die van de Dierenbescherming een schouderklopje kreeg omdat ze geen dierproeven doet. Ze houdt zich bezig met huidziekten.

Ik ben niet bij dit interview geweest maar de citaten zijn volstrekte lulkoek. Ik stel me eerder voor dat dit interpretatie van de Dierenbescherming is. Anders dan de naam suggereert, stelt deze organisatie immers ten allen tijde de mens voorop, en verzet ze zich in de praktijk niet tegen dierproeven. Integendeel. Dit noemt ze “realistisch”. Laten we in ieder geval maar blij zijn dat Frank Dales alweer opgehoepeld is.

Ad 1) “we zullen wel moeten”. Van wie dan wel? Als mensen geen proeven met dieren zouden willen doen, dan zouden ze niet plaatsvinden. We zouden een betere wereld hebben.

Ad 2) Medicijngebruik is een van de meest voorkomende doodsoorzaken. Het is dus wel een ultimum remedium, je moet wanhopig zijn. Daarnaast is het natuurlijk zo dat we geen keus hebben: alle medicijnen zijn op dieren getest.

donderdag 9 juni 2016

Verzwakt virus

In vaccins tegen virusziekten wordt gebruik gemaakt van "levend, verzwakt virus."

Het begrip 'levend' dient niet verkeerd begrepen te worden: een virus leeft niet.
Het kan daarom ook niet gedood worden.

Het kan wel meer of minder krachtig (virulent) gemaakt worden. Dat is niet zo eenvoudig. Vandaar dat men zich meestal tevreden stelt met 'levend, verzwakt'. Enig risico neemt men op de koop toe.

De controverse is bekend sinds de Amerikanen Salk en Sabin het poliovaccin introduceerden, in resp. 1955 en 1961. Het eerste vaccin, dat van Salk, was meer verzwakt dan dat van Sabin. En zelfs dat ging een keer heel ernstig mis! (Cutter incident) 

Verbazend genoeg heeft het 'levende' Sabin-vaccin toch de overhand gekregen:  het is eenvoudiger toe te dienen (oraal ipv per injectie).

PS.
*Jonas Salk was bijna 30 jaar getrouwd met Donna Lindsay (1917-2002), met wie hij drie zoons kreeg. Hij testte het poliovaccin op zichzelf en zijn gezin.
Hij scheidde van haar in 1968.
Daarna was hij 25 jaar getrouwd met FranƧoise Gilot (1921–heden), ex. van Picasso.

*Albert Sabin werd geboren als Saperstein in het huidige Polen. In 1930 werd hij tot Amerikaan genaturaliseerd onder de naam Sabin.  

Gele koorts (vaccin)

.Dit vaccin bevat levend, verzwakt gele koorts-virus (= Febris flava viva) dat de vorming van antistoffen (= immunoglobulinen) daartegen stimuleert.

ntivirusmiddelen
Voor de behandeling van een infectie met een virus worden antivirusmiddelen gebruikt. Deze middelen remmen de groei van het virus. Het virus wordt niet gedood, maar blijft in het lichaam aanwezig. Het kan opnieuw klachten geven.
Als een infectie vaak terugkomt, kunnen antivirusmiddelen ook worden gegeven om een infectie te voorkomen. Voorbeelden zijn aciclovir, famciclovir, valaciclovir, cidofovir, ganciclovir en valganciclovir.

Vaccins
Om u te beschermen tegen infectieziekten die worden veroorzaakt door virussen, wordt gebruik gemaakt van vaccins. Een vaccin bevat een kleine hoeveelheid aan dode of verzwakte levende virussen. Na injectie met een vaccin maakt het lichaam daar afweerstoffen tegen. Bij contact met het levende virus wordt deze bestreden door de afweerstoffen. Voorbeelden zijn DKTP-vaccin, gelekoortsvaccin en hepatitis A- en B-vaccin.

Peginterferon alfa
Hepatitis B en hepatitis C zijn leverziektes, veroorzaakt door een virus. Ze kunnen worden behandeld met peginterferon alfa.
Peginterferon-alfa heeft dezelfde werking als interferonen. Deze eiwitten komen van nature voor in het lichaam. Zij maken de lichaamscellen ongevoeliger voor virussen en remmen de groei van het virus. De werking van 1 injectie houdt ongeveer een week aan.

DEET
Sommige virusziekten worden overgedragen door muggen. Muggen kunnen de menselijk huid vinden door te ruiken. DEET ruikt voor deze muggen sterker dan de menselijke geur. Bovendien vinden de muggen deze geur onaangenaam, waardoor ze niet op de huid af komen.

http://www.apotheek.nl/klachten-ziektes/infecties-met-virussen#welke-medicijnen-worden-gebruikt-bij-infecties-met-virussen

Waarom aluminium in vaccins?



Waarom zitten er aluminiumverbindingen in een vaccin?
Aluminiumverbindingen zoals aluminiumsulfaat, aluminiumhydroxide behoren tot de groep van hulpstoffen in een vaccin en komen voor in vaccins zoals DKTP-Hib, Pneu, HPV, MenC, HepB.
Aluminiumverbindingen zorgen ervoor dat het vaccin ons afweer(immuun) systeem beter bereikt waardoor de werkzaamheid wordt verhoogd. Dit betekent ook dat de hoeveelheid vaccin die ingespoten wordt verlaagd kan worden.
Aluminium zit in de lucht, ons voedsel en ons drinkwater. Per dag krijgen we ongeveer 5-10 mg aluminium binnen via onze ademhaling en ons maagdarmkanaal. Daarbij veroorzaakt aluminium alleen problemen bij veel hogere doseringen. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) heeft in 1993 een schatting van de dagelijkse inname van aluminium in voedsel per kg per dag gemaakt. Dat varieert per leeftijdsgroep van 0,10 - 0,12 mg/kg/dag. Alleen kinderen tussen 2 en 6 jaar springen eruit met 0,30 - 0,35 mg/kg/dag en 14-16-jarigen met 0,15 - 0,18 mg/kg/dag. De minimale risiconiveaus voor orale inname ligt volgens de FDA op 1 mg/kg/dg gedurende >365 dagen.

In de afgelopen 80 jaar, waarin aluminiumverbindingen zijn toegevoegd aan vaccins, is er voortdurend onderzoek gedaan of deze invloed kan hebben op de gezondheid. Het blijkt dat de toevoeging van aluminiumverbindingen onschadelijk is. De hoeveelheid aluminium in een vaccin is vele malen lager dan de hoeveelheid waar mensen en ook zuigelingen elke dag aan blootgesteld worden. Zo krijgt een baby in de eerste 6 maanden slechts circa 4 mg aluminium via vaccins binnen. Dit is nog minder dan de hoeveelheid aluminium die een baby elke dag standaard binnenkrijgt door ademen, eten en drinken. Ter vergelijking, door 1 hoeveelheid borstvoeding krijgt een baby 10 mg aluminium binnen en met flesvoeding 30 mg.

Ook al komt in het ene geval aluminium in het lichaam via een inenting en in het andere geval via de mond, het blijkt dat de hoeveelheid aluminium via voeding vele malen hoger is dan de totale hoeveelheid aluminium in de aluminiumverbindingen die in de Rijksvaccinatieprogramma-vaccins zit die een baby gedurende zijn eerste 6 levensmaanden krijgt. Daarnaast wordt een vaccin slechts eenmalig of enkele keren toegediend en is eten en drinken een dagelijks gebeuren.

woensdag 8 juni 2016

Dales weg bij NCad

.Frank Dales verlaat het Nat. ComitƩ advies dierproefbeleid
Nieuwsbericht | 30-05-2016 | 13:16

Op 19 april jl. is NCad lid Frank Dales geĆÆnstalleerd als burgemeester van de gemeente Velsen (Velsen, Velsen noord, Velsenbroek, IJmuiden, Santpoort en Driehuis). Frank was vanaf 2007 directeur bij de Dierenbescherming.  Onlangs is in een vergadering van Burgemeester & Wethouders zijn portefeuille definitief vastgesteld. Daarnaast wordt hij lid van een aantal landelijke delegaties waarin hij de regio gaat vertegenwoordigen in binnen- en buitenland.  
Dit heeft Frank doen besluiten om te stoppen met zijn werkzaamheden voor het NCad. Het NCad vindt het jammer dat Frank vertrekt, maar heeft begrip voor zijn keuze. Tot vervanging voor hem  is gevonden blijft hij nog verbonden aan het NCad. Zijn plek zal naar verwachting voor de zomer kunnen worden ingevuld.

Nederland Proefdiervrij !

De leden van het NCad hebben naast het genieten van die zon zich gebogen over een nieuwe vraag van de staatssecretaris. En wat voor een vraag: hij verzoekt het NCad om niet meer en niet minder dan “een afbouwschema van dierproeven op te stellen” en zou graag zien dat “Nederland in 2025 wereldleider is in proefdiervrije innovaties”. Ga daar maar eens aan staan: hoe wordt Nederland de internationale trekker van de afbouw van alle dierproeven in de biomedische wetenschappen zonder dat die afbouw remmend werkt op wetenschappelijke vooruitgang? Zo’n diepgaande transitie doet mij denken aan de afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen en de overgang naar duurzame brandstoffen. En dat gaat zeker gebeuren, al is Nederland daarin op dit moment hekkensluiter. Dus als dĆ t kan, dan moet het uitfaseren van dierproeven ook kunnen!
Ons ComitĆ© heeft dan ook in haar antwoord aan de staatssecretaris gesproken van een “uitdagend en ambitieus verzoek waarop zij graag wil ingaan”. Ik vind het wel jammer dat tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU in de eerste helft van dit jaar geen prioriteit is gegeven aan dierenwelzijn zodat deze doelstelling direct breed op de kaart kon worden gezet. Maar niet getreurd, we gaan vol aan de slag zodat wij reeds in de herfst van dit jaar een helder advies hopen te kunnen voorleggen met concrete doelen, een koers op hoofdlijnen en prioritering van specifieke, kansrijke wetenschapssectoren. Dus geen ‘stip aan de horizon’ maar haalbare, diepgaande veranderingen in de huidige dierproefpraktijken. Het NCad zal deze grote taak niet in isolement uitvoeren: naast samenwerking met vele wetenschappelijke instellingen, het RIVM en regelgevende instanties en autoriteiten, zullen dierenwelzijns- en andere maatschappelijke organisaties in ruime mate worden geconsulteerd. Ik zie het als absoluut noodzakelijk dat er een breed maatschappelijk draagvlak zal ontstaan voor dit project en om dat te bereiken zullen we veel aandacht gaan besteden aan consultatie, communicatie en voorlichting op alle niveaus. Heeft u ideeĆ«n, suggesties, oplossingen of kritiek, schroom niet en laat het ons weten!
Ofschoon wellicht van minder invloed op proefdierenwelzijn dan het hierboven genoemde mega-project, vind ik het erg jammer dat de vier reeds op 30 maart aan de staatssecretaris aangeboden adviezen (zie mijn vorige blog) nog steeds niet van een beleidsreactie zijn voorzien, te meer omdat we veel vragen kregen naar deze adviezen. Natuurlijk heb ik zeker ook begrip voor het feit dat meerdere van onze aanbevelingen financiƫle en organisatorische consequenties hebben voor de beleidsuitvoerders die zorgvuldig dienen te worden gewogen. In samenspraak met het ministerie heeft het NCad besloten om de vier adviezen direct na het komend Pinksterweekend te publiceren (een mooi moment) en toekomstige adviezen uiterlijk een maand na aanbieding openbaar te maken.
Ten slotte, het is niet gemakkelijk om de inbreng die Frauke Ohl had in het ComitƩ gelijkwaardig in te vullen, maar de kwaliteit van meerdere sollicitaties die wij mochten ontvangen stemt mij zeer hoopvol dat wij een nieuw, zeer bekwaam lid binnen afzienbare tijd kunnen verwelkomen. De benoemingsadviescommissie zal voor het eind van de maand hiertoe een voordracht aan de staatssecretaris doen.

Herman Koƫter
voorz. Nationaal ComitƩ advies dierproevenbeleid

***
Commentaar
Ik heb mijn ogen moeten uitwrijven om te zien of ik wel goed las wat er staat. “Uitfaseren van dierproeven” - jawel, het staat er echt. Een en ander luid en duidelijk uitgesproken op het hoogste niveau, t.w. door een bewindsman!
Er wordt ook een datum genoemd: 2025. Gerekend in proefdieren zijn we dan weer zo’n negen Ć  tien miljoen dieren verder, reserves inbegrepen. Afschuwelijke gedachte. Mensen kunnen nog vluchten voor geweld – deze dieren niet.
-
Nog in 2011 werd uitgegaan van 2021. (Actieplan Dierproeven en alternatieven 2011–2021) Zo houden we mekaar maar aan de praat; jaar in jaar uit rijgen we het ene plan aan het andere, met de voor dit gebied kenmerkende onwaarachtigheid en machteloosheid. Commissie na commissie, rapport na rapport. Het aantal dierproeven schommelt onderwijl al jaren rond 600.000 per jaar. En dan lees ik zelfs nog dat Nederland voorop loopt: “Er dient hierbij opgemerkt te worden dat Nederland bij de Europese voorhoede behoort.” (Actieplan, blz.6)
-
De voorzitter blijft enthousiast. Ook hij gaat zijn naam weer verbinden aan een plannetje. De vraag blijft welke autoriteit zijn ComitĆ© uitstraalt. Bereid u maar vast voor op “dan gaan ze naar het buitenland”, en alle andere, tot in den treure herhaalde smoezen - en erger.
Dat een advies dat ook maar enigszins hout snijdt, af is na de zomervakantie, acht ik ondenkbaar.
-
Het verbaast dat dhr. Dales nog immer als lid van NCad opgevoerd wordt. Hij zal toch ook wel snappen dat hij q.q. gevraagd is, namelijk als directeur-Dierenbescherming. Hopelijk trekt hij zelf zijn conclusie want op dit gebied staat hij nu niet bepaald bekend als ‘vooruitstrevend’, noch als expert, of zelfs maar als deskundige.

vrijdag 3 juni 2016

Vimizim: onvoldoende effectief

Medicijn Vimizim onvoldoende effectief bij zeldzame stofwisselingsziekte

01-03-2016
Zorginstituut Nederland beoordeelt de effecten van het medicijn Vimizim als te gering om vergoeding vanuit de basisverzekering te rechtvaardigen. Vimizim is een middel dat wordt toegediend bij de behandeling van Morquio A syndroom; een zeldzame stofwisselingsziekte. De resultaten van behandeling met het middel kennen vooralsnog geen (klinisch) relevante effecten en hebben geen effect op kwaliteit van leven. Het Zorginstituut sluit niet uit dat er op termijn mogelijk wel resultaten kunnen worden overlegd, waarin effecten worden aangetoond, maar het nu beschikbare onderzoek bestaat uit te weinig data over een te korte onderzoeksperiode. Dit concludeert Zorginstituut Nederland in het standpunt ‘Elosulfase alfa (Vimizim)’.

Resultaten en conclusie inhoudelijke beoordeling

Het Zorginstituut heeft de effecten van Vimizim beoordeeld op zogenaamde 'cruciale uitkomstmaten', die door alle belanghebbende partijen als belangrijk gezien worden. Het gaat dan om de uitkomstmaten ‘mobiliteit’ (in de zogenaamde 6 Minutes Walking Test), ‘kwaliteit van leven’ en ‘matige tot ernstige bijwerkingen’. De resultaten variĆ«ren van ‘klinisch niet-relevante effecten’ voor mobiliteit, tot geen (significante) effecten in de longfunctietest en voor kwaliteit van leven. Bovendien is er sprake van matige tot ernstige bijwerkingen en zijn de effecten van het gebruik op de lange termijn nog geheel onduidelijk. Het onderzoek waarop de meeste conclusies zijn gebaseerd duurde maar 24 weken: te kort om iets te kunnen zeggen over de remming van de progressie van de ziekte. Daarbij leverden onderzoeksresultaten geen aanwijzingen op voor selectie van patiĆ«nten die mogelijk grotere effecten ondervinden.

Vimizim geen onderdeel van het basispakket

Het standpunt van het Zorginstituut maakt duidelijk dat Vimizim niet tot het basispakket behoort. Voor zover zorgverzekeraars de behandeling hebben betaald, is dit vanaf publicatie van dit standpunt niet langer mogelijk. Continuering van de behandeling met het middel is daarom alleen nog mogelijk in het kader van voortgezet klinisch onderzoek, zonder financiering in het kader van de Zorgverzekeringswet. Nu de fabrikant in een aantal gevallen het geneesmiddel beschikbaar heeft gesteld, ligt het voor de hand dat de fabrikant ook een rol speelt bij het beschikbaar stellen van het geneesmiddel bij die patiƫnten bij wie geleidelijke afbouw van het gebruik of bij wie voorgezet onderzoek nodig is.

‘Stand van de wetenschap en praktijk’

Belangrijk uitgangspunt in de Zorgverzekeringswet is dat alleen zorg die voldoet aan ‘de stand van de wetenschap en praktijk’ tot het verzekerde basispakket kan behoren. Anders gezegd, alleen zorg die als effectief kan worden beschouwd kan onderdeel zijn van de basisverzekering. Wanneer behandeling met een specialistisch geneesmiddel voldoet aan ‘de stand van de wetenschap en praktijk’ is het automatisch onderdeel van het verzekerde basispakket.

Ook geen kandidaat voor voorwaardelijke toelating

Verder adviseert het Zorginstituut aan minister Schippers van VWS om Vimizim niet aan te merken als potentiĆ«le kandidaat voor voorwaardelijk toelating tot het basispakket. De minister kan besluiten om zorg die niet voldoet aan het wettelijke criterium ‘de stand van de wetenschap en praktijk’ toch, voor een bepaalde periode, toch toe te laten tot het verzekerde pakket onder de voorwaarde dat in het gegeven tijdsbestek gegevens worden verzameld over de effectiviteit en de kosteneffectiviteit van de zorg. Het Zorginstituut oordeelt dat Vimizim niet aan deze voorwaarden voldoet en het niet verwacht dat de benodigde gegevens binnen afzienbare tijd wĆ©l beschikbaar zullen zijn.

Over het Morquio A syndroom

Morquio A syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening die wordt veroorzaakt door een genetische mutatie. In Nederland zijn momenteel 14 patiƫnten met de ziekte bekend. Uit internationaal onderzoek blijkt dat de gemiddelde leeftijd van overlijden 30,7 jaar is.
Ongeacht de specifieke verschijnselen bij elke patiƫnt, lijden alle patiƫnten aan voortschrijdende abnormale vorming en groei van het skelet waardoor patiƫnten een disfunctionerend ademhalings- en bewegingsapparaat ontwikkelen. Als gevolg hiervan zijn er vaak chirurgische ingrepen nodig. De behandeling van patiƫnten bestaat uit ondersteunende zorg die de onderliggende aandoening niet geneest.

https://www.zorginstituutnederland.nl/actueel/nieuws/2016/medicijn-vimizim-onvoldoende-effectief-bij-zeldzame-stofwisselingsziekte.html