Respect voor dieren

dinsdag 31 mei 2016

Schimmel





Penicillium chrysogenum is een schimmel die groene schimmelkolonies op een voedingsbodem vormt. Incubatie is het beste bij 25 °C en duurt ongeveer vijf dagen. Sporen ervan inademen is gevaarlijk.

Als deze schimmel op een plaat geënt wordt samen met een resistente bacterie (MRSA) zal de schimmel overgroeid worden door de bacterie die vele malen sneller groeit. 
Wordt schimmel echter op een plaat geënt met een niet-resistente bacterie zal de schimmel de strijd winnen en de bacterie overgroeien.

Dit alles door de antibiotische werking van de schimmel waaruit penicilline werd ontwikkeld. 

bron wikipedia

maandag 30 mei 2016

Redactie Wetenschap

-In verschillende media kom je geregeld dezelfde berichtgeving over onderzoek tegen. Afgelopen week was dat bijv. over het sperma van de fruitvlieg. Je hoeft maar even te googelen en je ziet dat verschillende media zich op hetzelfde onderwerp storten. Dat kan geen toeval zijn.

De redactie van dagblad Trouw was desgevraagd zo vriendelijk een boekje open te doen. (hieronder) Het blijkt dat het tijdschrift ‘Nature’ een slimme manier gevonden heeft om reclame voor zichzelf te maken. Ook sommige andere bladen volgen m.i. dezelfde strategie.
-
Het wetenschappelijk tijdschrift Nature verschijnt wekelijks en heeft de donderdag als officiële verschijningsdatum. Een paar dagen voor die datum verstuurt Nature (onder embargo) een selectie van enkele artikelen aan wetenschapsredacties die zich daarvoor hebben aangemeld (en hebben beloofd het embargo te respecteren). Het embargo loopt woensdagavond af. Vandaar dat iedereen er donderdags over bericht (tv en internet zouden het zelfs op woensdagavond kunnen melden). En omdat donderdag de officiële verschijningsdatum is, schrijven sommigen dan ‘vandaag’.

zaterdag 28 mei 2016

Homeopathie


.Ik heb geen verstand van homeopathie. Het enige wat ik wel weet is dat we chemisch veel weten van water maar ... veel ook niet!
Ook met andere alternatieve geneeswijzen ben ik niet bekend, ik hou me er simpelweg niet mee bezig. Neemt niet weg dat ik er wel ervaring mee heb. Geregeld loop ik namelijk tegen mensen aan die zich graag zich voordoen als ‘ontwikkeld’ en zich vrolijk maken over alternatieve geneeswijzen, omdat die niet werken. Niet kùnnen werken! Ik vind het een vorm van puberaal gedrag waarmee ook sommige volwassenen behept blijven. “Kijk mij eens knap zijn!”

Deze houding wordt aangemoedigd door veel artsen die, onder het mom van bezorgdheid, niets liever zouden zien dan dat de concurrentie van homeopathie enz. verboden zou worden. Ze zullen het niet toegeven maar het is ordinaire broodnijd.

Daar komt nog iets bij, een geheime agenda. In feite zijn onderzoekers blij dat er zoets bestaat als homeopathie waarop ze hun pijlen kunnen richten.  
Het is namelijk ook afleiding van het onderpresteren van de interne geneeskunde. In veel westerse landen zijn medicijnen doodsoorzaak nummer drie! Als je ziek bent, geen bacteriële infectie hebt en niet geopereerd kunt worden, ziet het er niet best voor de patiënt uit. Algehele genezing komt vrijwel niet voor.

donderdag 26 mei 2016

Directie Dierenbescherming

Twee nieuwe directeuren
De Dierenbescherming heeft in Peter Verdaasdonk en Femke-Fleur Lamkamp 2 nieuwe directeuren gevonden die Frank Dales opvolgen.
-
Verdaasdonk (56) heeft ruime ervaring als directeur, eindverantwoordelijk bestuurder. Na een loopbaan bij Disneyland Parijs is hij onder meer directeur van Madurodam en van het Tropenmuseum geweest.
Lamkamp heeft als bedrijfsleider bij OLVG en als Clustermanager bij GGZ Delfland bestuurlijke ervaring opgedaan. Daarnaast is zij lid van diverse raden van toezicht.
-
Verdaasdonk en Lamkamp treden aan na een reorganisatie van de 'Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren', zoals de organisatie officieel heet. Een conglomeraat van 20 autonome afdelingen is onlangs opgegaan in één vereniging met een servicecentrum/regiokantoor in Den Haag en 3 regiokantoren in het land.

 ***
Commentaar
1. Part timers?
2. Geen enkele affiniteit met dierenwelzijn/-rechten
3. Proefdieren hebben niets te verwachten
4. Autonome Afdelingen opgeheven! Zeggenschap leden geminimaliseerd.

woensdag 25 mei 2016

Het beest is los: Bart De Strooper

.Open brief aan de Ministers van Dierenwelzijn en van Innovatie

Minister Ben Weyts
Minister Philippe Muyters

Geachte Excellenties,
De laatste jaren is er in de Europese en Vlaamse publieke opinie sprake van een toenemende weerstand tegen wetenschappelijke experimenten met dieren. Deze weerstand is sterk aangewakkerd door een kleine groep van tegenstanders die uit principe geen enkel compromis in verband met dierenproeven wil aanvaarden en die de volledige stopzetting van ons werk eist. Deze groep heeft over de jaren een effectieve strategie gevolgd met als gevolg dat wetenschappers die uit noodzaak proefdieren gebruiken nu verdacht en geminoriseerd zijn en in de discussie bijna niet meer worden gehoord.
Er is in de publieke opinie echter ook een duidelijke andere stroming waar te nemen. Er is bijvoorbeeld heel veel steun voor onderzoek naar ernstige aandoeningen, zoals recent nog bleek uit de ‘ice bucket challenge’. Onderzoekers maken zoveel als mogelijk gebruik van alternatieven zoals computersimulaties, in vitro celculturen en eenvoudige diermodellen (fruitvlieg, worm, enz. ) om dergelijk onderzoek uit te voeren. Velen schijnen zich echter niet te realiseren dat sommige wetenschappelijke vragen uiteindelijk op geen enkele andere manier dan via onderzoek op dieren beantwoord kunnen worden.
Via parlementaire weg is er over de jaren een strenge wetgeving uit gebouwd die het gebruik van dieren voor wetenschappelijke experimenten sterk beperkt. De universiteiten en onderzoekers hebben deze regelgeving constructief toegepast en heel wat geld geïnvesteerd omdat ook zij ervan overtuigd zijn dat opleiding, overwegen van alternatieven, zorg en nazorg van dieren, hun huisvesting en welzijn belangrijk zijn. De toepassing van de nieuwe Europese wetgeving dreigt echter geleidelijk naar een volledige stopzetting van dierenproeven in de universiteiten te leiden. De administratieve procedures zijn uiterst omslachtig geworden en de toepassing van deze wetgeving kost de onderzoekers en de universiteiten handenvol geld. Het is ontgoochelend dat het hierbij vooral over administratieve procedures gaat en niet echt meer over de concrete verbetering van het lot van de proefdieren.
Wanneer de maatschappij enerzijds van de wetenschap verlangt dat zij oplossingen aandraagt voor ernstige medische aandoeningen, dan kan zij anderzijds niet verlangen om wetenschappelijke experimenten op dieren, een noodzakelijk middel, volledig stop te zetten. Wel kan zij verlangen dat die experimenten zorgvuldig en verantwoord worden uitgevoerd.
De nieuwe wetgeving heeft twee belangrijke gevolgen. Enerzijds zal het aantal proefdieren in de statistieken enorm stijgen, omdat nu ook dieren in kweek (die dus niet betrokken zijn in een experiment) mee moeten worden gerapporteerd. De statistieken over proefdierengebruik zullen met andere woorden omhoog schieten zonder dat er in de praktijk sprake is van een stijging van het aantal dierproeven. Het valt te voorspellen dat deze cijfers zullen gebruikt worden om de eis voor nieuwe restrictieve wetgeving te ondersteunen. Daarenboven wordt de kostprijs van dierenexperimenten als gevolg van de nieuwe wetgeving zodanig groot dat onze Vlaamse en Europese onderzoekers hun experimenteel werk wel zullen moeten afbouwen.
Spijtig genoeg is er nauwelijks plaats voor rationele argumenten in het debat. Hoeveel mogen de beschermingsmaatregelen en vooral de extra administratieve lasten kosten en wie gaat dit betalen? De nieuwe wetgeving kost ettelijke miljoenen euro extra zonder het welzijn van onze proefdieren noemenswaardig te verbeteren. Dit geld komt nu van ons kostbaar onderzoeksbudget en dus van de belastingbetaler. Uiteindelijk gaat het wetenschappelijk onderzoek erdoor achteruit.
Het is jammer dat de discussie zelden in ruimer perspectief wordt geplaatst. Mocht er op dezelfde manier gesproken worden over het gebruik van dieren in de landbouw, het houden van huisdieren, of zelfs het uitroeien van knaagdieren, er zou een storm van protest ontstaan.  Wetenschappers, die door de ontwikkeling van nieuwe kennis een positieve maatschappelijke bijdrage leveren, worden onderworpen aan de strengst mogelijke controle. Wij zijn een kleine groep, en het is daarom gemakkelijk om ons heel restrictieve regels op te leggen. Kan de extra administratieve last als gevolg van deze regelgeving echter de toets van de redelijkheid doorstaan?
Europa en Vlaanderen dreigen zich inderdaad buiten spel te plaatsen in de wereldwijde competitie voor biomedische kennis en medische doorbraken. Experimenten op dieren zullen gewoon verplaatst worden naar niet-Europese landen. Europa en Vlaanderen zullen geen invloed meer hebben op de onderzoekers in die andere landen en hoe experimenten daar gebeuren. De Europese publieke opinie en parlement zullen inderdaad hun handen in onschuld wassen, maar zullen zij omwille van deze principes ook de kennis en eventueel de geneesmiddelen die in het buitenland werden ontwikkeld met behulp van dierenexperimenten weigeren te gebruiken?
Met deze brief willen we krachtig protesteren tegen het beeld van onverantwoordelijke wetenschappers dat van ons opgehangen wordt in de media. Bovendien richten wij ons hierbij tot U als verantwoordelijke ministers om U te vragen het effect van dit beleid op lange termijn en de gevolgen voor het wetenschappelijk onderzoek in te schatten. We rekenen er op dat u dit mee in rekening zal nemen wanneer u de nieuwe regelgeving opgelegd door Europa, in Vlaanderen praktisch implementeert.
Een evenwichtige informatie van het publiek, een gebalanceerd publiek debat, en leiderschap van onze politieke vertegenwoordigers is nodig om de problematiek van het proefdiergebruik tot een redelijke dimensie terug te brengen. Wij zijn bereid tot een constructief gesprek.
Met de meeste hoogachting
Handtekeningen van professors, collega onderzoekers, postdoctorale en doctorale medewerkers, technische staf en sympathisanten
Bart De Strooper

maandag 23 mei 2016

Tail flick test




The tail flick test is a test of the pain response in animals, similar to the hot plate test. It is used in basic pain research and to measure the effectiveness of analgesics, by observing the reaction to heat.
. (bron: wikipedia)
 




zaterdag 21 mei 2016

'Voltooid leven'

Hoe kan men spreken van “voltooid leven” ? (i.v.m. euthanasie)
 
Zolang er nog dierproeven gedaan worden kan een mensenleven niet voltooid zijn.

dinsdag 17 mei 2016

Fixeren van proefdieren


Voor knaagdieren worden bijv. deze apparaten gebruikt:




De Paus over 'compassie'

."Human Beings Deserve More Compassion Than Cats and Dogs"



Ook deze paus is geen knip voor z’n neus waard. Ten eerste is niet in te zien op grond waarvan het ene leven meer compassie verdient dan het ander. En ten tweede: zelfs ALS dat waar zou zijn, dat mensen meer compassie verdienen, dan nog is dat geen argument om honden, katten en andere soorten te martelen en doden in dierproeven.  In plaats van op te komen voor het lijden en sterven van dieren neemt hij er liever afstand van. Iedere keer weer word je teleurgesteld in het niveau van wereldleiders. De naam Franciscus onwaardig.

maandag 16 mei 2016

Discussie over misbruik van dieren

Animals used for scientific purposes

Upcoming events

2017

  • 20-24 August - 10th World Congress on Alternatives - Seattle, USA

Past events

Alternatieven voor dierproeven in toxiciteitstesten



Marije Strikwold, "Replacing animal experiments in developmental toxicity testing of phenols by combining in vitro assays with physiologically based kinetic (PBK) modelling"  (Diss. Wageningen Universiteit; 2016)


Voor het testen van de toxicologische veiligheid van chemische stoffen worden vaak dierexperimenten gebruikt.
Een alternatief hierop is het gebruik van in vitro toxiciteitstesten. Deze testen geven echter niet altijd een goed beeld van de daadwerkelijke toxiciteit van een stof in het levende organisme. Het vertalen van in vitro data naar een in vivo toxiciteitswaarde is daarom van belang, en is op dit moment nog een beperkende factor voor het gebruik van in vitro uitkomsten in de afleiding van veiligheidsgrenzen voor blootstelling van de mens aan chemische stoffen.

In het huidige onderzoek laten we zien hoe we in vitro embryotoxiciteitswaarden hebben vertaald naar in vivo ontwikkelingstoxiciteitswaarden voor de rat en de mens, met behulp van fysiologisch gebaseerde kinetische modellen. (PBK)
Deze modellen beschrijven de absorptie, distributie,  metabolisme en excretie (ADME) van een stof in een organisme.

Tevens hebben we een modelbenadering opgesteld die in vitro toxiciteitsdata, PBK modellering, en Monte Carlo simulaties, integreert om de effecten van interindividuele variatie in kinetiek op fenol geïnduceerde ontwikkelingstoxiciteit te kunnen schatten. 

Het onderzoek uitgevoerd in dit proefschrift kan een bijdrage leveren aan de vervanging van dierproeven voor het testen van de veiligheid van chemische stoffen, en mogelijk resulteren in een methode die goedkoper is en niet gebaseerd is op dierproeven en meer relevant voor de mens.