Respect voor dieren

donderdag 31 maart 2011

Nog een In Memoriam

Doerak
Vandaag, 24 maart, bereikt mij het droevige bericht dat Doerak het niet redt, en dat zij alsnog wordt afgemaakt.

Er is geen oppas gevonden, die dit heel krachtige teefje in toom kan houden. Daarnaast heeft zij gedragsproblemen, waardoor het niet langer verantwoord geacht wordt haar bij de huidige oppas te houden.

Het eerste doodvonnis werd in mijn bijzijn uitgesproken op 1 maart j.l.
Ik heb eraan kunnen bijdragen dat zij nog ruim drie weken is blijven leven.

Wat ik hiervan leer is dat je uiterst voorzichtig moet zijn met het aannemen van een vreemde hond.

Want de verhalen over de voorgeschiedenis zijn niet altijd betrouwbaar. Doerak bijvoorbeeld is, volgeens het verhaal, jarenlang bij een vrouw geweest, die haar ook meegenomen zou hebben naar haar werk. Ook bracht Doerak weekends bij haar ouders door. Nimmer is een incident gerapporteerd. Wel heeft de kapster melding gemaakt van gedragsproblemen. Die waren overigens niet de reden voor haar om afstand van de hond te doen.

Waar hier de fout zit, weet ik niet.

Ik heb een middag met Doerak doorgebracht en kan alleen maar zeggen dat ik het een kanjer vond.
Meer dan nog een donatie voor haar overmaken heb ik helaas niet kunnen doen.

woensdag 30 maart 2011

T.V.

T.V.

'k Was al heel jong verzot op aardrijkskunde.

Ik vond niets mooier dan wanneer we op school

een kaartje moesten tekenen en inkleuren:

blauw voor het water, groen voor het laagveen.


En later kreeg je zelf je eigen atlas.

Nooit heb 'k een boek met zoveel zorg gekaft.

Ik kon er uren over zitten dromen,

tot 't klokje van gehoorzaamheid weer sloeg.


Heel de aarde leek één fonkelend wonderrijk:

Tibet. De Andes. Het Zuidpoolgebied.

Tasmanië. Vuurland. Afrika vooral.


Onmetelijk. Oneindig. Iedere naam

was pure poëzie. Wat ben ik blij

dat er toen nog geen televisie was.



Cees Buddingh'

Vals geld

In de rij voor me aan de kassa van Aldi rekent een jongetje een tas met wat boodschappen af. Het jochie is niet ouder dan veertien. Hij overhandigt een briefje van 20 waarop de kassier uit gewoonte wat streepjes zet met een speciale pen. Hij doet dat nog eens en concludeert: Vals!

Hij vraagt de mening van een andere kassa, die het bevestigt. Chef erbij: vals.

Het jongetje trekt uiteraard het meest onschuldige gezicht dat hij in huis heeft. De boodschappen worden uitgeladen en de knaap kan vertrekken. Echter: de kassier geeft hem het briefje van 20 terug.

Dat begrijp ik niet. Je kunt er nu op wachten dat hij of iemand van zijn familie, het elders gaat proberen. Zo komt dat valse geld dus nooit de wereld uit. Waarom houdt de kassier dat valse biljet niet vast, en levert het in bij een bank die het weer ter vernietiging kan opsturen naar de Ned. Bank? Waarom is dat geen wettelijk voorschrift?

Op de website van de Ned. Bank staat er alleen het volgende over:

Het ontvangen van een vals biljet is een vervelende ervaring. Valse biljetten worden namelijk niet vergoed. Als u vermoedt een vals biljet in handen te hebben, geef het dan niet uit. Het uitgeven van een vals biljet is namelijk strafbaar.
Aangifte politie

Als u iets kunt vertellen over de herkomst van het biljet, bijvoorbeeld van wie of waar u het heeft gekregen, ga er dan mee naar de politie. U ontvangt een bewijs van afgifte. Stelt de politie vast dat het echt is (eventueel na onderzoek), dan krijgt u uw biljet of de tegenwaarde terug.

Naar uw bank

U kunt met een verdacht biljet ook naar uw bank gaan. U ontvangt een bewijs van afgifte. Stelt uw bank vast dat het biljet echt is (eventueel na onderzoek), dan krijgt u uw biljet of de tegenwaarde terug.

Opsturen naar de Nederlandsche Bank

U kunt het biljet ook per post naar de Nederlandsche Bank (DNB) sturen samen met het formulier ‘Inzending verdachte eurobankbiljetten’. Stelt DNB vast dat het biljet echt is, dan krijgt u de tegenwaarde op uw giro- of bankrekening gestort.

Het formulier kunt u aanvragen bij de Informatiedesk van DNB. U kunt het formulier ook hieronder downloaden en online invullen.

dinsdag 22 maart 2011

Limitering circusvoorstellingen

 
Maar liefst acht circussen hebben voor dit jaar een aanvraag ingediend voor het geven van circusvoorstellingen op de Waalkade in Tiel.

Omdat dit zou leiden tot een overdaad aan circusvoorstellingen, worden er jaarlijks twee vergunningen toegekend.

Dit gebeurt op basis van een roulatiesysteem.

De vergunningen voor dit jaar zijn verleend aan het Nederlands Circus Malford en Holiday Circus Moscow. Deze circussen hebben de afgelopen jaren geen voorstellingen gegeven in Tiel.

De aanvragen van circussen Renz International, Franz Renz, Herman Renz, Humberto, Malford en Belly Wien zijn afgewezen.

Het is nog niet bekend wanneer de circussen Tiel aandoen.
-----------------------------------------------------------------------

Commentaar

Limitering is op zichzelf heel positief.

Ik ga er wel vanuit dat circussen zonder dieren voorrang krijgen - al blijkt dit niet uit het persbericht.

En die circussen moet zich dan wel melden natuurlijk.


P.S. Hoeveel circussen met de naam Malford zijn er eigenlijk?!

Youp en Blijdorp


Een tikje warrige column in NRC Handelsblad eindigt Youp ZO :

„Wat wil je?” fluisterde het informatiebaliemeisje zacht.
„Ik wil met je naar Rotterdam, naar Blijdorp. En daar gaan we een weekend lang naar de kleine ijsbeer Vicks kijken. Heel lang en heel stil!”

De kleine ijsbeer dient hier blijkbaar als vermakelijkheid.

Die andere kleine, Knut, verstoten door zijn moeder na de geboorte in het Berlijnse Blijdorp, is vandaag overleden, vier jaar oud.

Behalve de drie ijsberen in Rotterdam zijn er in Nederland ook nog ijsberen in Rhenen (7) en in Mierlo (4), bij Eindhoven. De afstand tussen elk van deze drie plaatsen is ca. 100 km.

Het wachten is nog op de ijsverkoper, die er een aan de ketting naast zijn kar legt.

donderdag 17 maart 2011

Proeven op honden en katten (2)


Cees Smit, 'Proeven op honden en katten'

Commentaar

‘Wat je tegenstanders van proeven met honden en katten nooit hoort zeggen is dat het grootste deel daarvan bedoeld is voor de gezondheid van die dieren zelf’, aldus de openingszin van ‘Proeven met honden en katten’, afgedrukt in NRC Handelsblad van 4 maart.

De tekst is afkomstig van de Stichting informatie dierproeven (SID). Het bestuur van deze stichting bestaat uit vertegenwoordigers van universiteit en industrie, organisaties die belanghebbend zijn bij dierproeven. Dat had er wel even bij gezegd mogen worden.

Waar SID niet aan wil, is dat dierproeven o n e t h i s c h zijn. Daarbij maakt het niet uit voor wie het resultaat van die proeven bestemd zijn: mensen of dieren. Naar de mate waarin de proefdieren ons nader staan, zoals honden en katten, worden die proeven aangevoeld als meer onethisch. Vandaar het burgerinitiatief om eindelijk te komen tot een verbod op in ieder geval proeven met deze diersoorten.

Geneesmiddelen voor dieren moeten uiteindelijk bij dieren worden getest. Net als bij mensen dient men daarvoor vrijwilligers te werven, mensen die toestemming geven een of meer proeven met hun (zieke) dier te doen. Op dit moment is daar geen sprake van. Thans worden honden en katten speciaal voor dit doel gefokt en vervolgens meedogenloos misbruikt.

Het is de gebruikelijke bangmakerij van SID dat met het beëindigen van dierproeven de verdere ontwikkeling van de geneeskunde ‘onherroepelijk’ stopt. In beginsel is daar immers niets zinnigs over te zeggen. Het kan heel goed zijn dat alternatieven worden ontwikkeld die zelfs beter, want preciezer en sneller werken dan de huidige medicijnen.

Daarbij komt het nog het volgende. Behalve met tal van andere diersoorten worden de meeste proeven gedaan met knaagdieren en konijnen. In 2009 ruim 400.000. Deze proeven dienen ontwikkeling en productie van humane geneesmiddelen. Niet is in te zien waarom deze ook niet aangewend zouden kunnen worden om te komen tot dierlijke medicijnen.

Tenslotte. De SID goochelt met cijfers. De Voedsel- en Warenautoriteit rapporteert dat 1545 proeven op honden zijn gedaan en 296 op katten. Dat betreft allèèn het jaar 2009, en allèèn in Nederland.
Is dat weinig?! De SID meent van wel. In dat geval is dat een argument te meer om ze dan ook maar helemaal af te schaffen.

Proeven op honden en katten (1)


Stichting Informatie Dierproeven
In reactie op de niet aflatende kritiek en acties van burgers en organisaties tegen dierproeven hebben in de laatste jaren onderzoekers besloten wat publicitair weerwerk te bieden. In Nederland hebben zij zich verenigd in de Stichting Informatie Dierproeven (SID). Momenteel onder leiding van Cees Smit, die ooit begon als leider van de patiëntenkoepelorganisatie VSOP.

Smit valt op doordat hij slachtoffer is van een groeistoornis. Onderzoekers waardeerden zijn acties pro-dierproeven door hem een eredoctoraat te verlenen. Vandaar dus: dr. C. Smit.

Bedoelde informatie wordt o.a. verstrekt via de website. Zelf spreek ik liever van ‘misinformatie’. Het is het prototype van de positie die onderzoekers sinds jaar en dag innemen: misleiding. Dit gebeurt in de regel door het vertellen van halve waarheden.
De informatie is dus op zichzelf vaak wel juist, maar niet volledig. Dat gebeurt met opzet. Bedoeling is immers de burger achter zich te krijgen, hem te winnen voor het doen van dierproeven.

('Den Haag' heeft men al achter zich; dit maak ik binnenkort nog eens duidelijk.)

***
NRC Handelsblad
Smits SID troffen we weer eens aan in NRC Handelsblad. Hij schreef een stukje over proeven met honden en katten, in reactie op het actuele burgerinitiatief dat een verbod hierop beoogt.
Een weerwoord werd – zover ik weet - door NRC Handelsblad niet geaccepteerd. Dat is niet vreemd als je je realiseert dat ieder medium afhankelijk is van informatie van onderzoekers voor de wetenschapsbijlagen. Dus die jaagt een krant niet graag tegen zich in het harnas. Zelden of nooit tref je er een artikel in aan dat pleit voor een verbod op dierproeven. Aan het commerciële belang worden belangen van proefdieren vlot ondergeschikt gemaakt. Verwacht niks van journalistieke moraal. Niet voor niets hebben sommige kranten tegenwoordig een ombudsman aangesteld. Nog veel belangrijker is dat er nu internet is.

***
Proeven op honden en katten
Smits artikel bevat precies 1 (geheel) correcte bewering. Alleen is de gevolgtrekking eruit misleidend. Juist is dat diergeneesmiddelen op dieren getest moeten worden, net zo goed als dat voor medicijnen bij mensen het geval is. Voor Smit is dit een argument pro-dierproeven. Lange halen gauw thuis. Want de zaak ligt uiteraard wat ingewikkelder. Als volgt.

Ik ben tegen dierproeven en ben van mening dat ze wettelijk verboden moeten worden, en uitgefaseerd. Medicijnen voor mensen worden nu eerst getest op vrijwilligers, gezonde en zieke, voordat ze door de geneesmiddelenautoriteit goedgekeurd worden voor commerciële productie.

Bij dieren is van vrijwilligheid geen sprake. Daardoor is men aangewezen op de hulp van de verzorgers van de huisdieren. Dat betekent dat het waarschijnlijk wat meer organisatie vergt, o.a. medewerking van dierenartsen, om tot testprocedures te komen.

Het is in geen geval een argument om de huidige praktijk te rechtvaardigen van het meedogenloos testen op gefokte honden en katten.
***
De overige ‘informatie’ van Smit is op dezelfde manier misleidend. De S.I.D. is nu eenmaal niet objectief. Smits complete tekst vind je hier.
Barends reactie volgt separaat. Degenen die mij hun tekst voor de krant t.k.n. toestuurden – inclusief het afwijzende antwoord van de NRC-redactie! – dank ik hartelijk.

Ook dank aan Proefdiervrij : betere een summiere reactie dan helemaal geen een: Antidierproevencoalitie!
Overigens heeft de mailactie in de richting van het SID-bestuur m.i. geen enkele zin.
***

Dierenbescherming en Dierenpolitie

Frank Dales bij zijn idool (Hans van Mierlo)
De Dierenbescherming was allesbehalve enthousiast over de instelling van een dierenpolitie.
Het werd ervaren als kritiek op haar eigen Landelijke Inspectiedienst.
Frank Dales vond zo'n korps dan ook helemaal niet nodig.

Maar de gewezen partijvoorzitter van D66 is bijgedraaid. De opportunist ziet er nu ineens wel brood in.
Hij gooit het over de boeg van de ‘slachtofferhulp’.
WAAR moeten de dieren, zijnde slachtoffers van misbruik en mishandeling naartoe als de asiels geen ruimte hebben?

Het is duidelijk: de DB wil een graantje meepikken van dit uitstekende initiatief van de dierenpolitie.

Staphorst


Het dialect was een taal zonder grootspraak

en barstensvol geheimenissen:

het was meer gemaakt om te zwijgen

dan mee te delen, het had meer woorden

dan zinnen en men sprak liever

in klanken dan lettergrepen;

het was een tongentaal

voorbij de rede.


Met name ‘heu’ kwam erop aan,

daarmee kon men slagen of zakken;

‘heu’ was voor een man een ander ding

dan voor een vrouw; een maagd en een knaap

groetten verschillend en bij familie,

vrienden en liefde paste men steeds

de toon en sterkte aan.


Er was een ‘heu’ voor iedere

ontmoeting en bestemming

en daarom stak het nauw,

zodat men op z’n hoede bleef –

voor je het wist keek iemand in je ziel.



‘Hoe minder gelul, hoe minder spijt,’

zeiden de ouderen en ze keken wijs;

en zo was het maar net – ajuus.



Koos Geerds

woensdag 16 maart 2011

Gekwetste gelovige telt zwaarder dan gepijnigd dier. Nog wel.


Een uitzonderlijk fraai redactioneel commentaar in NRC Handelsblad van 21 februari j.l.
De kop ervan, Gekwetste gelovige telt zwaarder dan gepijnigd dier. Nog wel., spreekt m.i. al boekdelen.
Enkele grepen uit de tekst.
------------------------------------------
Of een dier verdoofd of onverdoofd geslacht wordt hangt van de geloofsovertuiging van zijn slager af. Bij wet is onverdoofd slachten verboden, maar moslims en joden hebben een uitzonderingspositie. Het debat over het afschaffen van dat voorrecht is daarmee een geloofstwist geworden.
Marianne Thieme wil de joodse en islamitische ritus (dhabiha en shechita) niet verbieden, maar wel zo aanpassen dat de dieren tijdens de slacht bedwelmd worden.
In april debatteert het parlement verder, want met medestanders PVV, SP en D66 is er nog geen Kamermeerderheid. De dierenpartij richt haar pijlen nu op PvdA en VVD, de partijen die de initiatiefwet vooralsnog zien als een inbreuk op de godsdienstvrijheid.

De Raad van State wees een totaalverbod op 20 oktober 2008 af. Omwille van de godsdienstvrijheid. Dat doet het belangrijkste adviesorgaan van de regering met o.a. het volgende argument:

Het is niet aannemelijk dat de inbreuk op het dierenwelzijn een dusdanig dringende maatschappelijke behoefte vertegenwoordigt dat een ongeclausuleerd verbod op onverdoofd ritueel slachten er door kan worden gerechtvaardigd.

De bewering dat er onvoldoende ‘maatschappelijke behoefte’ is om dit extra dierenleed te voorkomen is onjuist, stelt het hoofdcommentaar van nrc.next vandaag.

“De dierenartsenstand stelde vast dat onverdoofd ritueel slachten ‘onaanvaardbaar’ is.
Het extra leed voor de dieren staat wetenschappelijk vast, en maatschappelijk is het denken ook veranderd. Het sterven van ritueel geslachte koeien kan minuten duren.
Dieren die na de halssnee ondersteboven worden opgehangen, kunnen stikken in hun eigen bloed. Dierenleed wordt tegenwoordig erger gevonden dan pakweg tien jaar geleden.
Zodoende kan het nu ook eerder dienen als een legitieme beperkingsgrond van de vrijheid van godsdienst.”

Vanuit islamitische hoek wordt op vele websites het dierenleed in twijfel getrokken. De redactie van de islamitisch geïnspireerde website Expliciet.nl doet dat als volgt:

“Door zowel de luchtpijp als de halsslagader in een fractie van een seconde door te snijden worden de hersenen van het dier zo snel afgesneden van bloed en zuurstof dat het bewusteloos raakt voordat pijnsignalen de hersenen kunnen bereiken. (..) Het dier mag niet het mes getoond worden waarmee het geslacht gaat worden. Het dier mag ook niet zien hoe andere dieren geslacht worden. En de plaats waar het dier geslacht gaat worden moet schoon zijn, zodat het dier niet kan zien dat het een slachtplaats is. Alles om te voorkomen dat het dier stress krijgt.”

De Wageningen University bestrijdt deze theorie.
Uit onderzoek van september 2010 blijkt dat het bewustzijn bij runderen na een halssnede gemiddeld anderhalve minuut tot vier minuten aanhoudt. Gedurende deze periode kan het dier mogelijk pijn ervaren.

Joep Habets


'Echte mannen willen vlees'



Joep Habets

dinsdag 15 maart 2011

Alfa Romeo

Het Alfa Romeo-logo werd in 1910 ontworpen door Romano Cattaneo toen die de opdracht kreeg een logo te ontwerpen voor het nieuwe Milanese automerk.

Het logo is opgebouwd uit twee Milanese symbolen:

rechts de slang die een man inslikt op een lichtblauwe achtergrond. Verwijzing naar het geslacht van de Visconti's.
Het idee hiervoor was afkomstig van een jonge tekenaar uit de ontwikkelingsafdeling van Alfa die bij het Castello Sforzesco in Milaan op een tram wachtte toen zijn oog viel op de slang op de Filaretetoren), en

links het rode kruis op een witte achtergrond, ontleend aan het kruis dat de Milanees Giovanni da Rho tijdens de kruistochten als eerste op de stadsmuren van Jeruzalem plaatste.

Oorspronkelijk werden beide symbolen omsloten door een donkerblauwe cirkel met de woorden "ALFA" (bovenaan) en "Milano" (onderaan).

Na de overname van het bedrijf door Nicola Romeo in 1915 werd "Romeo" toegevoegd aan het logo.

Nadat de Alfa Romeo P2 het eerste wereldkampioenschap voor auto's had gewonnen werd het logo omringd met een gouden lauwerkrans.

Toen in 1971 de Alfa Romeo Alfasud niet in Milaan maar in Pomigliano d'Arco nabij Napels werd geproduceerd, verdween Milano uit het logo.


PS. De slang die een man inslikt - symbool voor de auto die er een overrijdt?!
bron: wikipedia

Keukenmaxx

Stel: je wilt keukens verkopen.
Hoe doe je dat?
Een handreiking.

Je kiest een naam voor je toko die lekker bekt, bijv. Keukenmaxx.
Minstens dubbel x, net als Connexxion.
Met die naam kun je zo op de markt gaan staan. Maar dan wel in wereldsteden als Barendrecht, Reeuwijk en Hoofddorp.

Of de klant nu liefhebber is van nostalgische keukens - uit de tijd van grootmoeder - of van landelijk boerenbont keukens, dat kan allemaal.

En daarbij niet vergeten: je bent van deze tijd. Je volgt de trends.

Daarom zet je op je gevel:

Your life. Your style. Your kitchen

maandag 14 maart 2011

Op reis met een labrador (puppy)

Sinds mijn vrijwilligerswerk voor Comité Dierennoodhulp ben ik weer meer thuis in de hondenwereld. Van huis uit hadden wij een voorkeur voor Duitse herders, overgehouden aan onze contacten met boeren. Mijn oudste hondenherinnering is overigens aan ons Maltezer Leeuwtje, genaamd Vlokkie. Vechthonden zoals die nu populair zijn, bestonden niet in de tijd dat ik opgroeide.

Door het zoeken naar een goed tehuis voor Kyra, een labradorpup, heb ik kennisgemaakt met verschillende mensen die dol zijn op labradors. Het was dan ook niet zo vreemd dat onder deze mensen waren die Kyra graag wilden adopteren.

Labradors zijn, ondanks hun forse bouw, vriendelijke honden. Ze zijn niet heel groot, kortharig. Kleuren meest zwart en bruin. Goed met katten.(binnenshuis)

Labrador
Daarnaast heb ik kennisgemaakt met een familie die maar liefst zes Ierse setters verzorgt. Om de dieren de ruimte te kunnen geven zijn ze verhuisd van Rotterdam naar een dorp in Brabant. Daar hebben ze achter het huis een prachtig groot, omheind (eigen) grasveld waar de dieren kunnen rennen zoveel als ze willen. En dat doen ze dan ook! Ook Kyra en de beide Portugese weeshondjesvoor wie nog geen onderdak gevonden is – leefden zich er geweldig uit.

Ierse setters zijn langharig en hebben verschillende kleuren. De geliefdste is misschien wel de roodbruine soort. Ook deze honden zijn erg vriendelijk en mensgericht. Er was er een die steeds bij me kwam zitten, en met een trouwhartige blik me een poot wilde geven. Op de zitbank in de woonkamer moest ik wel enigszins mijn eigen plaatsje 'bevechten'.

Ik begreep dat ze niet van katten houden, noch van andere soorten: kippen, konijnen. Ze hebben een vrij sterk jachtinstinct. Dat vind ik wel jammer. Overigens zijn vermoedelijk ook labradors jachthonden. 

Ierse setter

zondag 13 maart 2011

Organon versus Merck


Voor Birgit Verstappen 

Partij voor de Dieren, NB

Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak: 11-03-2011
Rechtsgebied: Civiel overig
Soort procedure: Kort geding

Omdat de overeenkomst in het Engels gesteld is, wordt hier volstaan met een korte samenvatting.

In het kort geding rondom Organon heeft de voorzieningenrechter bepaald dat Merck het besluit tot niet verder onderhandelen met een overnamekandidaat alsnog ter advies moet voorleggen aan Raad van Commissarissen, Ondernemingsraad en vakbonden.

Merck moet daarbij inzage geven in de door haar gemaakte berekeningen van het vermogensverlies en de winst per aandeel die het gevolg zou zijn van aanvaarding van het bod. Dit betekent dat de eis gedeeltelijk is toegewezen.

Partijen hebben op 1 september 2010 een overeenkomst gesloten waarin is bepaald hoe met overnamekandidaten en hun voorstellen zou worden omgegaan. Daarin staat onder meer dat als Merck of Organon niet zou willen instemmen met een voorgestelde overname, zij dat eerst aan vertegenwoordigers van de Raad van Commissarissen, de Ondernemingsraad en de vakbonden (via de zogenoemde “Advisory Body”) moet voorleggen.
Merck is deze afspraak niet nagekomen.
Zij zal het voornemen om niet in te stemmen met het overnamebod alsnog aan de Advisory Body moeten voorleggen en ook inzicht moeten geven in de aan haar voornemen ten grondslag liggende berekeningen. In zoverre is de eis toegewezen.

Afgewezen is echter de eis om op het overnamebod in te gaan, omdat er uit de eerder genoemde overeenkomst geen plicht voor Merck voortvloeit om indien aan bepaalde criteria is voldaan, hoe dan ook met een overname in te stemmen.

Nadat Merck het besluit om niet verder te onderhandelen met partij X alsnog aan de Advisory Body ter advisering heeft voorgelegd zijn verschillende uitkomsten mogelijk:

- de Advisory Body weet Merck c.s. ervan te overtuigen dat zij het bod van partij X alsnog moet aanvaarden;

- de Advisory Body weet Merck c.s. ervan te overtuigen dat zij met partij X moet voort onderhandelen;

- de Advisory Body weet Merck c.s. van geen van beide te overtuigen. In dat laatste geval geldt volgens de overeenkomst dat partijen terugkeren in hun feitelijke en juridische positie van voor de overeenkomst. -

woensdag 9 maart 2011

Privacy versus vrije meningsuiting


Peter R. de Vries mocht gesprekken met Koos H. niet uitzenden

Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag 8 maart 2011 geoordeeld dat het aan Peter R. de Vries gegeven – en door hem overtreden – verbod om de beelden van de gesprekken met Koos H. uit te zenden in hoger beroep in stand blijft.

Koos H. werd in 1982 tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld voor de moord op drie jonge meisjes.

De Vries wenste meer informatie te verkrijgen over deze drie moorden en over de dubieuze relatie tussen Koos H. en een rechter in Den Haag.

Daarom is op zijn initiatief verborgen opnameapparatuur de tbs-kliniek, waarin Koos H. verblijft, binnen-gesmokkeld. De gesprekken met Koos H. werden gevoerd door een oude jeugdvriend van Koos H. Het voornemen was om in drie uitzendingen van het tv-programma ’Peter R. de Vries, misdaadverslaggever’ van deze gesprekken verslag te doen.

Op vordering van Koos H., die vindt dat zijn recht op privacy is geschonden, heeft de voorzieningenrechter de tweede en de derde uitzending verboden op straffe van een dwangsom van € 15.000.

Ondanks dat verbod is in de tweede uitzending een deel van de gesprekken met Koos H. uitgezonden.
In een direct daaropvolgend kort geding heeft de voorzieningenrechter de dwangsom verhoogd naar
€ 500.000,-.

In het tegen de beide vonnissen ingestelde hoger beroep heeft het hof het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van Koos H. afgewogen tegen het recht op vrije meningsuiting, in dit geval de persvrijheid, van De Vries.

In dat kader heeft het hof beoordeeld welk maatschappelijke belang gediend is bij onverkorte uitzending van de gemaakte opnames. In die afweging oordeelde het hof dat het recht van Koos H. op privacy het zwaarst moet wegen en dat het door de voorzieningenrechter uitgesproken verbod terecht was opgelegd.

Het hof vindt dat, omdat het hier gaat om een ernstige maatschappelijke misstand, mogelijk een uitzondering moet worden gemaakt voor uitzending van de opnames die op de Haagse rechter betrekking hebben.
De uitzending daarvan heeft inmiddels met inzet van een acteur plaatsgevonden.
Of de originele beelden en geluid alsnog mogen worden uitgezonden kon door het hof niet worden beoordeeld omdat het niet over de desbetreffende originele opname beschikt.

dinsdag 8 maart 2011

The Huffington Post

Arianna Huffington
 The Huffington Post is een Amerikaanse progressief liberale nieuwswebsite en weblog.

De website is op 9 mei 2005 opgericht door Arianna Huffington en Kenneth Lerer en bevat nieuws over uiteenlopende onderwerpen. Daarnaast biedt de site veel ruimte aan blogs en columns.

The Huffington Post, ook wel afgekort tot 'HuffPost', werd in 2009 door het tijdschrift Time uitgeroepen tot één van de 25 beste blogs van het jaar.
Daarnaast won de site in 2006 en 2007 de Webby Award voor de beste politieke blog en werd het door The Observer in 2008 de machtigste blog ter wereld genoemd. In februari 2009 had The Huffington Post 8,9 miljoen unieke bezoekers (februari 2009).

The Huffington Post bericht over diverse onderwerpen, waaronder politiek, media, entertainment, 'groen' nieuws en buitenlands nieuws. Er wordt zowel nieuws verslagen als becommentarieerd. Een deel van het nieuws wordt zelf geschreven, een ander deel bestaat uit links naar artikelen uit andere nieuwsbronnen.

Daarnaast wordt een belangrijk deel van de inhoud van de website gevormd door columns. Naast Arianna Huffington zelf, bestaat de groep columnisten uit policiti, academici, onderzoekers, beroemdheden en voor een groot deel uit onbekende bloggers. Onder meer Barack Obama, John Kerry, Hillary Clinton, Nancy Pelosi en Michael Moore hebben al eens één of meerdere columns geschreven voor de site.

The Huffington Post wordt bekritiseerd omdat de website het merendeel van haar personeel niet betaalt. Medeoprichter Lerer verweerde zich tegen deze kritiek met als uitleg dat de HuffPost het personeel in plaats van geld "zichtbaarheid, promotie en distributie in een fantastisch bedrijf" zou bieden. Ook zou de website zich schuldig hebben gemaakt aan plagiaat.

Volgens verschillende andere bloggers zou de website verkeerd handelen door ruimte te geven aan voorstanders van alternatieve geneeskunde en tegenstanders van vaccinatie.

Op 7 februari 2011 werd aangekondigd dat AOL voor een bedrag van US$315 miljoen The Huffington Post zal inlijven.
bron: wikipedia

Sylvia Borren: laatste kunstje


Bij Greenpeace is Sylvia Borren (61) aangesteld als algemeen directeur.

Ik heb mijn donateurschap meteen beëindigd.

Ik had dat al eerder willen doen toen Greenpeace zijn acties tegen de Canadese zeehondenjacht stopzette. Dat was onder de vorige directeur, Liesbeth van Tongeren.
Deze is sinds 2010 kamerlid voor……..GroenLinks.
Ook een statement.

Met Sylvia Borren komt Greenpeace van de wal in de sloot. Veertien jaar lang was zij directeur van Novib, tegenwoordig Oxfam Novib. Al jarenlang en alle protesten ten spijt adverteert deze organisatie met dieren: ‘Oxfam pakt uit’.

Let wel: dieren gepresenteerd als cadeau-artikel.

Er wordt o.a. geadverteerd met ezel, geit en koe, maar je kunt ook kiezen voor vrouwencondoom, muskietennet en waterpomp. (De konijnen zijn blijkbaar (tijdelijk?) uit de collectie.)
Kwestie van smaak.

Jaarsalaris Borren: 101.000 euro bruto per jaar, op basis van 36 uur per week.

Natalie Portman

 
Natalie Portman, geboren Natalie Hershlag, (Jeruzalem, 9 juni 1981) is een Israëlisch-Amerikaans actrice. ‘Portman' is een artiestennaam, naar haar grootmoeders oorspronkelijke achternaam. Ze is Joods, van Poolse komaf. Ze werd geboren in Jeruzalem (Israël). Haar familie verhuisde naar Maryland, daarna naar Connecticut, waarna zij zich op Long Island vestigden.

Portman is vegetariër sinds ze acht jaar oud was.

Ze is afgestudeerd aan de Universiteit van Harvard in psychologie (2003).

Ze staat bekend om haar sociale betrokkenheid. Zo werd ze  uitgeroepen tot de ‘milieuvriendelijkste ster ter wereld’ door de groene website Grist.org in 2008 en op het filmfestival van Venetië won ze datzelfde jaar de ‘Movie for Humanity’ award. Dit is de prijs voor de acteur of actrice die zich dat jaar het meest positief heeft ingezet voor goede doelen.
Deze werd in 2008 voor het eerst uitgereikt.

Portman zet zich in voor onder meer de ‘Jane Goodall foundation’.
Ze zet zich in voor de berggorilla’s in Rwanda via het Mountain Gorilla Veterinary Project.

Ze promoot daarnaast de schoenen van Té Casan, gemaakt van milieuvriendelijke en niet dierlijke materialen.

Tijdens het filmen van Black Swan kreeg zij een relatie met choreograaf Benjamin Millepied.
Op 27 december 2010 is door hun woordvoerder bekend gemaakt dat zij zich hebben verloofd en dat Portman zwanger is. Zij verwacht haar eerste kind in 2011.

Bron: wikipedia

vrijdag 4 maart 2011

De haas in de marathon

'De haas in de marathon', of: wat je niet leest op partij voor de dieren.nl

De Partij voor de Dieren heeft het er bij deze verkiezingen slecht afgebracht. Ze verloor een zetel in Noord-Holland en ook de enige in Limburg (van bestuurslid Frank Wassenberg!).

Geen enkele zetelwinst staat er tegenover. In zeven provincies is de statenvertegenwoordiging - met 1 zetel - gecontinueerd.

Dit is een flinke tegenvaller aangezien de Tweedekamerfractie in de peilingen al enkele weken op drie zetels stond. Verwacht mocht dus worden dat de partij daarvan de vruchten zou plukken. De ‘partijleider’ ging al zover te voorspellen dat de PvdD in de Eerste Kamer zou groeien van 1 naar drie zetels! Met de namen erbij: naast Koffeman zouden Birgit Verstappen en Erno Eskens hun opwachting maken.
Een trio van een theoloog en een filosoof, en iemand die weinig of niks van dieren moet hebben.

Verkiezingsnederlagen worden door geen enkele partij ooit gezien als nederlagen. Dat heet ‘politiek’. Uitslagen worden ten allen tijde positief geïnterpreteerd. De Dierenpartij is daarop geen uitzondering. Want wat zegt Marianne Thieme over de uitslag?

Het gaat hartstikke goed want ‘de andere partijen hebben ons programma overgenomen’. ‘Wij zijn de haas in de marathon”.

Dat ze haar eigen verklaring tegelijk ontkracht door in een adem o.a. erop te wijzen dat de PVV aan de dierenpolitie geen prioriteit geeft, heeft ze blijkbaar niet in de gaten.

Ik interpreteer de uitslag als publieke desinteresse voor de PvdD-verkiezingsthema’s van de megastallen, de jacht, de natuur, de toekomst.

De leukste thuis..........op de deurknop na

Dit is uit een promoclipje van iemand uit Limburg die graag gekozen wil worden tot statenlid. Ik vind hem leuk, gedurfd: zo zie je het CDA niet elke dag.

Maar hieronder zie je de man zelf. EN zie je het verschil. We zijn weer thuis bij het (echte) CDA.

Een onnozele hals die denkt dat een pikant plaatje voldoende is. Een sukkel die nog niet door heeft dat je nimmer met controversiële onderwerpen moet werven.

Inderdaad: geld in het water smijten.



donderdag 3 maart 2011

Sylvia Millecam


Toevallig krijg ik de biografie* in handen over Sylvia Millecam. Het verhaal is niet erg boeiend, hoewel goed en objectief geschreven. Zij werd geboren in Den Haag in 1956 en bleef enig kind. Als ze 12 is, verhuist het gezin naar Boxmeer, waar vader een betere baan als kok in een ziekenhuis gekregen heeft. Ze doet daar mavo-havo en gaat dan naar de toneelschool in Maastricht. Daarna speelt ze in diverse rollen bij het toneel en op de tv. Veel vriendjes, mannen. Verschillende keren in Playboy.

In 1991 laat ze in het Kennemergasthuis in Haarlem haar borsten vergroten. Gebruikt zijn Style 40-implantaten. Dit zijn siliconenimplantaten en geen prothesen van polyurethaan. Dit is belangrijk in verband met de ziekte die in mei 2000 gediagnosticeerd wordt: kanker in de rechterborst. Volgens sommigen (o.a. Jomanda) zouden die implantaten haar ziekte veroorzaakt hebben.
Dit vind ik het boeiendste deel van het verhaal. Het is vooral een tragische geschiedenis geworden. De kwestie is dat Sylvia reguliere behandeling weigert. Ze heeft daar enkele persoonlijke redenen voor, o.a. de ziektegeschiedenis van haar vader (overleden in 1997).
Het eigenaardige is dat ze niet allereerst opziet tegen de chirurgische behandeling. Voorgesteld wordt namelijk de borst af te zetten en tijdens dezelfde operatie de borst te reconstrueren. Waar ze echt bang voor is, is chemotherapie. Haar angst is dat daardoor haar persoonlijkheid zal veranderen.

Wat volgt is een dramatische rondgang langs alternatieve genezers, tot en met een behandeling van drie weken in een Zwitserse kliniek, à raison van 14.000 gulden. Sylvia weigert onder ogen te zien dat er in het alternatieve circuit geen remedie is. Daarnaast onderschat ze vermoedelijk de snelheid waarmee de ziekte zich ontwikkelt. Medio augustus 2001 wordt ze opgenomen in het Radboud ziekenhuis in Nijmegen. Twee dagen later overlijdt ze. Tegen de oncoloog zou ze nog gezegd hebben dat ze ‘fout gegokt’ had. Deze antwoordde dat het ook in het reguliere circuit mis had kunnen gaan.

Deze laatste veronderstelling is niet uit de lucht gegrepen. Het Expertisecentrum Medische Zaken dat Justitie adviseert schrijft in 2005 dat Sylvia op het moment dat ze zich tot de alternatieve genezers wendt, bij een reguliere behandeling nog maar een kans van ongeveer 50 procent had om langer dan vijf jaar te leven.

Sylvia leunde sterk op het oordeel van Jomanda. Justitie zag niets in strafrechtelijke vervolging van haar maar werd daartoe gedwongen door het Gerechtshof, dat een verzoek daartoe inwilligde van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Vervolgens wordt Jomanda in twee instanties vrijgesproken. Wel worden twee artsen voorwaardelijk veroordeeld.

In 2005 is voor Sylvia een bronzen standbeeld onthuld in Boxmeer. Op de foto moeder en partner.




***
*Alje Kampuis, Op gevoel. Sylvia Millecams eigenzinnige strijd tegen kanker (herz. uitg. 2009; Van Praag Amsterdam)

woensdag 2 maart 2011

De smoes van Hans Laroes (NOS)

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht, voorzieningenrechter, Vonnis in kort geding van 28 februari 2011, in de zaak van
de vereniging  PARTIJ VOOR DE DIEREN,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 25 februari 2011,
advocaat mr. A.C. Siemons te Amsterdam,

tegen

de stichting NEDERLANDSE OMROEP STICHTING,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde,
advocaat mr. M.A. de Kemp te Amsterdam.


1. De procedure (…)

2. De feiten

2.1. Partij voor de Dieren is een politieke partij die zich in het bijzonder inzet voor een respectvolle omgang met dieren en natuur. De partij is met twee zetels vertegenwoordigd in de Tweede Kamer en met één zetel in de Eerste Kamer. [persoon 1], voornoemd, is partijleider en fractieleider van deze partij in de Tweede Kamer.

2.2. De NOS is een landelijke publieke media-instelling in de zin van de Mediawet 2008 (hierna: de Mediawet).

2.3. Woensdag 2 maart 2011 zullen er verkiezingen plaatsvinden voor de Provinciale Staten. In het kader daarvan heeft NOS besloten om drie debatten en een zogenoemde uitslagenavond te organiseren, te weten:

1. een radiodebat op Radio 1 op zondag 13 februari 2011.

2. een televisiedebat op maandag 14 februari 2011,

3. een televisiedebat op dinsdag 1 maart 2011, en een

4. uitslagenavond op 2 maart 2011.

2.4. Op 15 december 2010 heeft NOS voor de debatten een uitnodiging verzonden aan de voorlichters van de in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen, waaronder Partij voor de Dieren. Daarbij zijn voor het radiodebat de partijleiders van alle in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen uitgenodigd.

Voor het tv-debat op 14 februari 2011 zijn de lijsttrekkers voor de Eerste Kamer van VVD, PvdA, PVV, CDA, SP, Groen Links, D66 en de Christen Unie uitgenodigd.

Voor het tv-debat op 1 maart 2011 zijn de partijleiders van de acht grootste fracties van de partijen in de Tweede Kamer uitgenodigd, te weten: VVD, PvdA, PVV, CDA, SP, Groen Links, D66 en de Christen Unie.

NOS heeft de SGP en Partij voor de Dieren voor beide tv-debatten niet uitgenodigd.

2.5. Bij e-mail van 16 december 2010 heeft [persoon 7] van de SGP aan NOS gevraagd of het debat op 1 maart 2011 verbreed kan worden met de SGP en Partij voor de Dieren.

2.6. Bij e-mail van 21 februari 2011 heeft [persoon 2], directeur partijbureau bij Partij voor de Dieren, NOS verzocht om [persoon 1] deel te laten nemen aan het tv-debat op 1 maart 2011. NOS heeft dat verzoek afgewezen.

3. Het geschil
3.1. Partij voor de Dieren vordert - samengevat - NOS, op straffe van verbeurte van een dwangsom, te veroordelen om de voorzitter van de fractie van Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer uit te nodigen en toe te laten tot het televisiedebat op 1 maart 2011.

3.2. Partij voor de Dieren stelt daartoe, samengevat, dat televisiedebatten een belangrijk onderdeel zijn voor de verkiezingen van de provinciale staten. Die verkiezingen zijn ditmaal des te belangrijker in verband met het te verwachten effect ervan op de samenstelling van de Eerste Kamer, meer in het bijzonder voor de vraag of de huidige regeringspartijen samen met partijen die de huidige regering gedogen, daar een meerderheid zullen verkrijgen.

Dit achterliggende belang is er zonder twijfel de reden voor dat NOS de samenstelling van de Tweede Kamer als uitgangspunt heeft genomen voor de debatten, hoewel het niet om verkiezingen voor de Tweede Kamer gaat.
Door Partij voor de Dieren en de SGP niet voor de televisiedebatten uit te nodigen handelt NOS in strijd met artikel 2.1. van de Mediawet. Dat artikel schrijft voor dat het aanbod van de publieke mediadiensten, zoals NOS, evenwichtig en pluriform dient te zijn en aandacht dient te geven aan kleine doelgroepen.

Door het stelselmatig uitsluiten van de kleinste in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen voldoet NOS niet aan die verplichting. NOS handelt aldus onzorgvuldig en daarom onrechtmatig jegens Partij voor de Dieren en Partij voor de Dieren lijdt daardoor schade. Zij kan zich immers niet in het televisiedebat aan de vooravond van de verkiezingen doen gelden, welk debat van grote invloed kan zijn op de uitslag van de verkiezingen. (De partijleider van) Partij voor de Dieren dient daarom tot dat debat te worden toegelaten, aldus Partij voor de Dieren.

3.3. NOS stelt tot haar verweer dat de opzet en invulling van de verkiezingsdebatten het resultaat is van zorgvuldige, neutrale en transparante journalistieke keuzes. De ervaring heeft volgens NOS geleerd dat acht deelnemers in een debat het absolute maximum is.
Aan geen van de afgelopen verkiezingsdebatten op televisie hebben dan ook meer dan acht partijen deelgenomen.
Ook in de huidige opzet, waarbij de partijleiders wisselend plenair of in kwartetten over vragen van het publiek debatteren, is zodoende weer besloten om het aantal deelnemers tot acht te beperken. Dit om het debat gestructureerd en voor de kijker hanteerbaar te kunnen houden binnen de beperkte tijd.
Daarbij is een te rechtvaardigen neutrale maatstaf genomen, die aansluit bij de volgorde die verleden jaar bij de Tweede Kamer verkiezingen door de kiezer is bepaald, te weten de acht grootste partijen.

Toewijzing van de vordering van Partij voor de Dieren zou een ontoelaatbaar grote inbreuk op de vrijheid van meningsuiting en redactionele vrijheid van NOS met zich brengen.

Daarnaast zou het toewijzen van de vordering het organiseren van een verkiezingsdebat in de toekomst haast onmogelijk maken, omdat iedereen die zich verkiesbaar heeft gesteld, vervolgens deelname aan het debat zou kunnen afdwingen, aldus NOS.

4. De beoordeling

4.1. (…)

4.2. In geschil is de vraag of NOS dient te worden veroordeeld om Partij voor de Dieren toe te laten tot het televisiedebat op 1 maart 2011. Overwogen wordt dat NOS met haar televisiedebatten een vorm van journalistiek bedrijft. Met die debatten beoogt zij immers door de partijleiders op bepaalde thema’s te bevragen en tegenover elkaar te zetten het publiek aan de vooravond van de verkiezingen voor te lichten over standpunten van de diverse aan de verkiezingen deelnemende partijen.

4.3. Bij de beoordeling wordt vooropgesteld dat de onafhankelijkheid van de journalistiek in een democratische samenleving een fundamenteel beginsel is.

Toewijzing van de vordering van Partij voor de Dieren houdt dan ook een beperking in van het in artikel 10 lid 1 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) neergelegde grondrecht van NOS op gebruik van haar vrijheid van meningsuiting.

Een dergelijk recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving.
Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer NOS jegens Partij voor de Dieren onrechtmatig in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW) handelt.

Voor het antwoord op de vraag of hiervan sprake is dient het belang van NOS bij de zo min mogelijk beperkte uitoefening van haar journalistieke taak te worden afgewogen tegen het belang van Partij voor de Dieren om haar politieke boodschap zo breed mogelijk en gelijktijdig met politieke concurrenten te kunnen uiten. Wat zwaarder weegt, hangt af van alle omstandigheden van het geval.

4.4. Aan NOS komt in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen en binnen het kader van de Mediawet een ruime mate van vrijheid toe met betrekking tot de onderwerpen waaraan zij in haar radio- en televisieprogramma’s aandacht wenst te geven en de wijze waarop zij dat wenst te doen.

NOS handelt pas onrechtmatig als zij daarbij keuzes maakt die in redelijkheid niet gemaakt hadden kunnen worden en daardoor misbruik maakt van die vrijheid.

4.5. Aannemelijk is dat Partij voor de Dieren, vertegenwoordigd in de Tweede en in de Eerste Kamer, er een groot bij belang bij heeft dat zij haar politieke stellingen op de vooravond van de Provinciale Statenverkiezingen gelijktijdig met andere partijen die voor dat debat zijn uitgenodigd onder de aandacht van het publiek kan brengen, te meer nu tussen de partijen in dit geding niet in geschil is dat de aanstaande Provinciale Statenverkiezingen, vanwege de minderheid van de huidige regeringspartijen in de Tweede Kamer, meer dan in andere verkiezingsjaren van belang zijn voor de machtsverhoudingen tussen die regeringspartijen, gesteund door één of meer partijen die het huidige kabinet gedogen, en de oppositie.

Aannemelijk is dat deelname aan het debat en de presentatie en prestatie daarin ook invloed heeft op de keuze van een aantal kiezers in de zin dat zij alsnog besluiten op een bepaalde partij te stemmen of alsnog besluiten juist niet op een bepaalde partij te stemmen. Daarmee is het belang bij deelname daaraan voor de Partij voor de Dieren gegeven.
Dit betekent echter nog niet dat NOS met de onderhavige weigering om Partij voor de Dieren tot dat televisiedebat toe laten onrechtmatig jegens Partij voor de Dieren handelt.

Het is op grond van haar journalistieke vrijheid in beginsel aan NOS te bepalen op welke manier en met deelname van wie zij het politieke debat wenst te organiseren.

Tijd, plaats en thema van het debat eisen begrenzing van het aantal deelnemers daaraan.

Het is niet aan de rechter in de plaats te treden van de programmamaker en deze voor te schrijven hoe hij het voorgenomen journalistieke product (beter) dient uit te voeren.

Slechts indien in een situatie als deze zou kunnen worden vastgesteld dat NOS met de door haar gemaakte keuze invloed uitoefent of tracht uit te oefenen op het resultaat van de verkiezingen door zonder goede gronden de ene partij wel voor het debat uit te nodigen en de ander niet en daardoor misbruik maakt van haar journalistieke vrijheid kan er sprake zijn van onrechtmatig handelen.

Het door NOS gehanteerde criterium voor deelname aan het televisiedebat, te weten de partijleiders van de acht grootste fracties van de partijen in de Tweede Kamer, is echter voldoende duidelijk en neutraal.

Voorshands overtreedt NOS aldus dan ook niet de in artikel 2.1 van de Mediawet neergelegde opdracht om evenwichtige en pluriforme mediadiensten te verzorgen.
Die opdracht betekent naar voorlopig oordeel niet dat NOS alle politieke partijen, althans alle reeds in de Staten-Generaal vertegenwoordigde partijen, tot het televisiedebat dient toe te laten. Verder is aannemelijk dat NOS binnen de 60 a 70 minuten dat het televisiedebat duurt en binnen het format van het programma, keuzes moet maken ten aanzien van het aantal deelnemende partijleiders. Niet kan worden gezegd dat NOS onder voormelde omstandigheden met de uitsluiting van de partijleider van Partij voor de Dieren niet in redelijkheid de door haar gemaakte keuze heeft kunnen maken. De vordering van Partij voor de Dieren zal daarom worden afgewezen.

5. De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1. weigert de gevraagde voorziening.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.J. Peeters, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. P.J. van Vliet, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2011.

***

Commentaar
De kort gedingrechter brandt zijn vingers er niet aan!

Ik vind de keuze van NOS om PvdD en SGP van alle tv-debatten uit te sluiten, erg arbitrair. De noodzaak daarvan is m.i. niet aangetoond: het lijkt mij dat een andere keuze gemaakt had kunnen resp. behoren te worden.

Met name de CU, met maar vijf zetels in Tweede Kamer, wordt zo wel erg bevoordeeld.
Van drie christelijke partijen worden er liefst twee tot het debat toegelaten.

Het unieke geluid van de Partij voor de Dieren mag niet gehoord worden!

De rechter hoeft de programmamaker niet voor te schrijven HOE deze een correcte representatie moet organiseren, maar wel DAT hij dit zou moeten doen.

Ik hoop dat de PvdD hoger beroep aantekent, en eventueel voorstellen doet om de beleidsvrijheid van de NOS in dit soort gevallen aan banden te leggen.

Commentaar van de Partij voor de Dieren hier.