Respect voor dieren

dinsdag 31 augustus 2010

Bella donna


Wolfskers (ook: slaapbes) is een vaste plant uit de nachtschadefamilie . De plant is zeer giftig. De hele plant bevat giftige alkaloïden. Bijzonder gevaarlijk zijn de bessen, die de uiterst giftige stof atropine bevatten.

De soortaanduiding bella-donna komt van het Latijnse woord voor 'mooie vrouw'.
Vrouwen druppelden tijdens de Renaissance namelijk het atropine uit de plant in hun ogen om de pupillen te verwijden en ze een donkerder en glanzender uiterlijk te verlenen. Dat ze daardoor ook slechter zagen werd graag voor lief genomen.

Ook tegenwoordig gebruiken oogartsen de pupilverwijdende eigenschap van atropine nog steeds bij oogonderzoek, maar wel in minieme hoeveelheden.

De vergrote pupillen worden verkregen doordat atropine de contractie van de circulaire pupilspier inhibeert. Deze spier wordt normaal gestimuleerd door acetylcholine . De radiale pupilspier kan hierdoor samentrekken waardoor de pupil uitzet.

In de vierde eeuw voor Christus werd de wolfskers al gebruikt als behandeling tegen wonden en als slaapmiddel.

In de eerste eeuw na Christus werd de wijn van wolfskers gebruikt als een anestheticum, vaak in combinatie met opium.

Ook nu nog heeft atropine een farmaceutische toepassing, zo kan het gebruikt worden als tegengif tegen het uiterst gevaarlijke zenuwgas VX.

bron: wikipedia

maandag 30 augustus 2010

Het ware gezicht van dierentuinen


Toen in 2001 het besluit gevallen was dat er geen experimenten op chimpansees bij het BPRC in Rijswijk meer gedaan zouden worden, rees de vraag: ‘Waar gaan we nu met die 120 dieren naartoe?
Extra complicatie was dat een aantal dieren geïnfecteerd was met hiv – met dank aan het BPRC.

Er waren twee partijen die zich meldden: dat waren enige dierentuinen èn de stichting AAP: stichting Apen Adoptie en Protectie. David van Gennep van AAP maakte trouwens vanaf het begin deel uit van CEECE; hij speelt daarin een glansrol.
Van Gennep wilde de dieren deels huisvesten in Almere, deels in Zuid-Spanje. Hij heeft grotendeels zijn zin gekregen hoewel toch ook een aantal dieren in dierentuinen terecht is gekomen, o.a. in Hilvarenbeek, dat daardoor de grootste kolonie van ons land heeft: 30 chimpansees.

De rol van de dierentuindirecteuren, zoals Bert de Boer van Apenheul, is in het algemeen niet fraai te noemen – daar zal niemand van opkijken. Ik wil echter in het bijzonder even stilstaan bij de directeur van dierenpark Amersfoort, de in 2008 overleden Antoine van Daele. (1946-2008)

Van Daele was ruim zeven jaar directeur van de Efteling, voordat hij in 1997 in Amersfoort terecht kwam. Het pretpark bleef overigens trekken – deze ondernemer begon naast het Nederlandse dierenpark tegelijk aan de stichting van een pretpark in Slowakije. Plus een dierentuin natuurlijk.
Amersfoort had destijds al 22 chimpansees en Van Daele stelde voor er nog maar eens 20 bij te doen.
Daar was van Gennep tegen, o.a. wegens de fokprogramma’s. AAP wilde een rustige oude dag voor deze dieren. Van Gennep heeft het over een spagaat tussen dierenwelzijn en commercieel succes van dierentuinen. Ook in de Apenheul, zegt hij, moeten jonge gorillaatjes worden geboren, liefst rond Pasen (als Apenheul na de winterstop opengaat). Hij vindt dat chimpansees niet in gevangenschap horen te leven.

Dierentuindirecteuren van Apenheul en Amersfoort denken daar anders over. Van Daele gaf Van Gennep onderuit de zak: ‘Het goede doel van weleer – opvang en doorplaatsing van exotische huisdieren – is in Almere een middel geworden om de organisatie - met tientallen medewerkers op de loonlijst - in stand te houden. Daar worden de Rijswijkse apen voor gebruikt of misbruikt, zo u wil. Met de dieren haalt AAP miljoenen binnen.’

Over de met hiv besmette dieren zegt Van Daele tegen Patrick Meershoek dat de opvang daarvan in Almere de Ned. Staat de komende 25 jaar miljoenen euro’s kost. ‘Dat is een walgelijk bedrag.’ Hij vindt dat deze dieren maar afgemaakt moeten worden.

Ook de opvang in Zuid-Spanje vindt Van Daele niks. ‘Ik heb een huis op 25 km van het terrein van AAP. Het is ongeschikt voor de opvang van chimpansees.’

Nog in 2004 – drie jaar later - probeert Van Daele zijn zin te krijgen. Hij maakt dan gebruik van de smerige rol die de nieuwe CDA-politicus, Henkjan Ormel, speelt om zichzelf te profileren.

‘Kostbaar en dieronvriendelijk’, herhaalt Van Daele, ‘besmette dieren moeten worden afgemaakt’.

Gelukkig is dat niet gebeurd.
In datzelfde jaar 2004 liep het in zijn eigen dierenpark met de apen uit de hand. De kolonie mantelbavianen – het surplus uit het dierenpark Emmen - groeide aan tot ca. 70 dieren en dat kon Amersfoort niet meer aan. Aangezien alle dierentuinen ter wereld vol zitten met bavianen (fokprogramma’s!), besloot Van Daele dat er maar een aantal dieren, jawel ………….. afgemaakt moesten worden.
Door de commotie die dat opriep in den lande, o.a. door de Partij van de Dieren, trok hij die woorden gauw weer in.

Voor Van Daele was het toen einde-oefening: hij vertrok als directeur “wegens onenigheid over het te voeren beleid”.

Hoe het met de bavianen afgelopen is weet ik niet: de dierentuin hult zich in stilzwijgen.
Het boek van Meershoek geeft intussen wel een beeld van de denkwijze van (sommige) dierentuindirecties: fokken, en afmaken.


Bron: Patrick Meershoek, De slag om de chimpansees (Veen 2005)

Dierproeven in België

In het jaar 2009 zijn er 741.989 dieren misbruikt in Belgische laboratoria.

De meeste dieren werden ingezet voor de ontwikkeling en controle van medicijnen en vaccins.
Dat blijkt uit cijfers van de 394 Belgische laboratoria die dierenproeven mogen uitvoeren.

In 85 procent van de gevallen worden muizen en ratten gebruikt.

Sinds enkele jaren duiken ook vissen en vissenlarven op in laboratoria.

Kippen zijn eveneens vaak proefdieren.

Konijnen worden steeds vaker ingezet, vooral dan bij het onderzoek naar antilichamen voor behandeling tegen kanker of genetische aandoeningen.

In vergelijking met 2008 was er minder misbruik van:

• apen (29 versus 41)

• honden (584 versus 788)

• katten (56 versus 78)

Het totale aantal dieren steeg echter met 16.619 dieren of 2,29 procent.

In tien jaar tijd is het aantal proefdieren gedaald met zes procent.

Een middelmatig resultaat als je de Europese richtlijn van 1986 erbij neemt die de lidstaten aanspoort tot alternatieve onderzoeksmethoden.

De volgende regering moet tegen het einde van de legislatuur werk gemaakt hebben van een daling met twintig procent van het aantal proefdieren. De nieuwe regering moet ook meer budget vrijmaken voor alternatieve onderzoeksmethoden. Enkel goede bedoelingen volstaan niet.

Commentaar Antdierproevencoalitie:
De Anti Dierproeven Coalitie is zeer teleurgesteld over de stijging van het aantal gebruikte dieren!
Het is opnieuw een zwarte bladzijde voor België en de dieren.

België wordt hoe langer hoe meer het hart van de Europese dierproefindustrie met bijna 400 erkende laboratoria.

De Belgische bevolking bedraagt bijvoorbeeld 1/6 van de Britse bevolking en toch worden hier bijna dubbel zoveel dierproeven per inwoner uitgevoerd. Dit is een schandvlek op België!

De Anti Dierproeven Coalitie stelt zich ook ernstige vragen bij de juistheid van deze cijfers. De statistieken zijn volledig gebaseerd op door de overheid niet-gecontroleerde rapporten van de laboratoria zelf. Het ware cijfer zou dus wel eens een pak hoger kunnen liggen...

De dierproefindustrie pakt constant uit met de 3 V's, nl. verminderen, verfijnen en vervangen van dierproeven. Dat dit loze woorden zijn, bewijst opnieuw de stijging van het aantal gebruikte dieren.

In het jaarverslag van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu lezen we dat er in 2009 slecht 9 controles van dierproeflaboratoria waren. Dit terwijl er bijna 400 officieel erkende laboratoria zijn. De overheid geeft door dit gebrek aan controle duidelijk carte blanche aan de dierproefindustrie, wat natuurlijk opnieuw heeft geresulteerd in een stijging van het aantal dieren.

Danny Flies, voorzitter Anti Dierproeven Coalitie (België)

De Engelse ziekte (2)

Dat het Engels de taal voor de internationale communicatie geworden is, is van onschatbare waarde voor Britten en Amerikanen. Zij hebben een natuurlijke voorsprong bij iedere onderhandeling, over welk onderwerp of transactie dan ook. Ik denk dat veel anderstaligen de betekenis daarvan onderschatten. Hoe goed je een vreemde taal ook beheerst - de fijne kneepjes zoals gevoelswaarden van woorden, betekenis van intonaties e.d. krijgt een vreemdeling niet gauw onder de knie (zoal ooit).

Maar zoals alles een prijs heeft, heeft het Engels dat ook. Het gaat om het verschijnsel van het Engels als reclamemiddel. Die toepassing nu missen Britten en Amerikanen, althans in de mate waarin wij dat kennen. Het gaat dan om het contrast met de moedertaal.

Pubers die op school de beginselen van de Engelse taal leren, pronken graag met hun pas verworven kennis.
Ze gebruiken te pas en te onpas Engelse woorden.

Dit zet zich versterkt voort in de wereld van de volwassenen. De reclame speelt hier graag op in.
Het gebruik van Engelse woorden en zinnen in handel en advertenties bedoelt de suggestie over te brengen van 'modern', 'bij-de-tijd', 'snel'.

Als dat aanslaat kun je meteen je winstmarge vergroten, want luister eens, het artikel is misschien niet het goedkoopste, mààààààààr ............... het is wel trendy, modern, jong. Mag dat dan wat kosten?!
Vraag bijvoorbeeld maar eens advies over een badpak aan Inge de Bruijn. Dan krijg je dit als antwoord:

De Engelse ziekte (1)

Wie een medewerker van Ziggo aan de telefoon krijgt, die verneemt dat de uitspraak luidt: Z I G G O. Met de G van Goal.
Beoogd is dus een Engelse uitspraak, hoewel het een puur binnenlandse onderneming is. Voor de geschiedenis ervan, klik hier.

Dit is een fraai voorbeeld van de Engelse ziekte. Want het is een illusie te denken dat dit gaat werken. Er is geen normale Nederlander die deze naam anders uitspreekt dan met een lekkere vette g, zoals in Gerrit.

Je kunt dit vergelijken met de situatie dat Ziggo in het Verenigd Koninkrijk aan de slag zou gaan en dan – voor de verandering - de Nederlandse uitspaak aan de gebruikers zou willen opleggen. Geen Brit die daarin trapt natuurlijk.

Je moet wel e n i g e  sjoege van taal hebben als je gek wil doen.

zondag 29 augustus 2010

Bezoekersaantallen


Zowel Youp van ’t Hek als Karel Knip hebben het vandaag in NRC H. over de evenementen in Amsterdam, waar geen eind aan schijnt te komen. Waar Knip woont weet ik niet, maar ik kan me voorstellen dat het Youp, als bewoner van de grachtengordel, z’n neus uitkomt.

De aardigste van de twee vandaag is Knip. Die schrijft in de rubriek ‘Alledaagse wetenschap’ een kostelijk stukje over bezoekersaantallen. Die worden geteld door gemeente-ambtenaren, in overleg met brandweer, GGD en politie, alles in verband met de veiligheid. Met een paar eenvoudige rekensommetjes zet Knip grote vraagtekens bij de genoemde aantallen.
Hij gaat uit van de catastrofale Loveparade in Duisburg, waar bij nader inzien niet 1,5 miljoen bezoekers aanwezig waren maar slechts 250.000. ‘Mit den hohen Zahlen hat man nur Marketing betrieben’, zegt de omstreden burgemeester daarover.
Knip constateert: ‘Je kunt het bezoekersaantal met een factor zes overdrijven zonder dat iemand het doorheeft.’

Hij rekent nog wat andere recente evenementen na; als voorbeeld noem ik zijn sommetje betreffende de Amsterdamse Canal Parade van 7 augustus j.l. Het gaat om het aantal mensen dat langs de grachten naar de homoboten keek. Het gemelde aantal is 380.000.

De route was zo’n 7 km lang. Neem aan dat het publiek schouder aan schouder in rijen stond opgesteld en vanaf beide kanten naar de Parade keek. Er gaan 1,7 mensen op 1 meter.
Dan had het aan beide kanten van de route 16 rijen dik moeten staan.

Dat was in geen enkel opzicht het geval. Knip concludeert dat het de organisatie nog moeite zal kosten te bewijzen dat er 100.000 bezoekers waren.

Huisdier en bezoek

Als ik van iemand niet goed word, dan is het van Beatrijs Ritsema. De reden is dat zij haar Propria Cures-verleden verloochent op een manier waar de honden geen brood van lusten. Ze schrijft in allerlei blaadjes maar vooral wekelijks in Trouw. Daar hebben ze meer van die theemutsen.

In die krant heeft Ritsema een rubriekje over etiquette, over: 'hoe hoort het eigenlijk?' Onzekere mensen vragen haar over de meest onbenullige kwesties om raad. Het is het soort rubriek waarvoor de Libelle en de Margriet zich niet zouden schamen.

Toevallig kreeg ik vandaag vraag en antwoord hieronder onder ogen en ik moet zeggen: dat doet mama Beatrijs heel goed. Pikante achtergrondinformatie: zowel zij als haar man (Maarten Huygen, NRC Handelsblad) zijn allesbehalve dierenvrienden!

Beste Beatrijs,

Ik vraag me af wat de etiquetteregels zijn op het gebied van huisdieren en bezoek.
Wat doe je als je, zoals ik, keurig gekleed op visite komt en na afloop onder de haren en het kwijl blijkt te zitten? Sommige kleding is niet te wassen en moet naar een stomerij.
Kan ik daar een vergoeding voor vragen?

Is het normaal te verwachten dat huisdieren apart gehouden worden van het bezoek?
De ellebogen op tafel mag niet, maar een harige hond die om de hapjes heen cirkelt mag wel?
En dan heb ik het nog niet eens over een gastvrouw die de hond uitgebreid aait, kust en knuffelt en vervolgens een drankje inschenkt met diezelfde handen.

Wat moet je tolereren als gast en waar houd je rekening mee als gastvrouw/-heer?

Antwoord Beatrijs:
Hondenbezitters doen in het algemeen moeite om hun huisdier ervan te weerhouden bezoekers te bespringen en te besnuffelen (’Af, Fido, koest!’), zeker wanneer zij weten dat het bezoek dit niet op prijs stelt.
De hond afzonderen gebeurt alleen wanneer gasten blijk geven van hondenangst of –allergie.
Eventueel kunt u angst of allergie veinzen, wanneer u op bezoek gaat bij mensen met een hond.
Ook kunt u bij een tegenbezoek van uw vrienden vragen of ze de hond thuis willen laten.

Stomerijkosten afwentelen op de gastheer zonder dat er iets bijzonders is voorgevallen, gaat te ver. Zo’n vraag om geld is agressief en zal ook zo worden opgevat.

Gasten hebben verder niets te zeggen over de omgang tussen eigenaar en hond. Dat moet u lijdzaam ondergaan.

Overigens spreekt er uit uw woorden zo’n peilloze walging voor de hond in al z’n verschijningsvormen dat het verreweg het beste lijkt om nooit op bezoek te gaan bij iemand met een hond in huis.

Uw smetvrees voor honden is onverenigbaar met de manier waarop de meeste mensen tegenwoordig omgaan met hun hond: zij beschouwen het dier als volwaardig lid van het gezin, een wezen dat op dezelfde manier liefde ontvangt als een klein kind. Als u hier niet tegen kunt, kunt u beter wegblijven.

Hazewindus

Dierennamen als familienaam zijn niet zeldzaam. Hieronder staan er al bijna vijftig. Er ontbreekt er in ieder geval een die ik toevallig tegenkwam bij de overlijdensberichten: de hazewind. De Latijnse  uitgang -us is er ooit aan toegevoegd voor de chic; dat was een tijdje mode: Vossius, Barlaeus (= Baerle), Couperus (=Kuiper), en zo dus ook, komisch genoeg: Hazewindus.

Ik veronderstel dat de eerste Hazewindus deze dieren thuis hield, en er allicht ook mee jaagde. De Latijnse uitgang wijst erop dat het een ontwikkeld persoon geweest moet zijn.

De hazewind of windhond is al een heel oud ras. Haast net zo oud als de jacht waarvoor hij gefokt werd.
De kennis van het fokken is dus al vroeg opgedaan, want om uit een gedomesticeerde wolf een hazewind te verkrijgen - daar is wel de nodige selectie voor nodig.

In het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden wordt een minuscuul bronzen beeldje bewaard van zo'n dier, dat gevonden is bij een grote opgraving in Voorburg, van 1827 tot 1834.
In de tijd van keizer Hadrianus was daar een Romeinse nederzetting, het Forum Hadriani.


Het museum zegt er het volgende over.
Het slanke lichaam, de smalle snuit, de lange poten en oren karakteriseren deze hond als jachthond. Sommige onderzoekers spreken van een hazewindhond. Het dier is op natuurgetrouwe wijze uitgebeeld, waarbij zorgvuldig is gelet op de weergave van de spieren.
De staart is lang, ten dele onder het lichaam verstopt, ten dele zichtbaar waar hij over de achterpoten gekruld ligt.
Met behulp van korte ingekraste lijntjes heeft de kunstenaar aangegeven dat de hond kortharig is. Hij heeft geen ruige vacht.

Uit de antieke literatuur weten we dat in Gallië een jachthondensoort werd gefokt die in Griekenland en Rome zeer gewild was. Flavius Arrianus, Romeins staatsman en auteur, beschrijft deze soort in zijn werk getiteld Kynegetika en noemt hem vertragus, een woord dat volgens hem is afgeleid van het Keltische woord voor snelheid. Arrianus bezat zelf zo'n Keltische hazewindhond, die onovertroffen was in de hazenjacht. Op grond van de beschrijving die Arrianus geeft, zou het afgebeelde exemplaar heel goed een vertragus kunnen zijn.
Bronzen beeldjes van hazewindachtige jachthonden zijn zeldzaam. Er zijn slechts enkele exemplaren bekend.

***
Familienamen:

1. Arend

2. de Beer

3. de Bij [Bie]

4. [de] Bock

5. den Braasem

6. Cabeljaeu

7. Calkoen

8. Duif

9. Eijberts

10. de Geyt

11. [de] Haan

12. de Haas

13. Haring

14. [den] Hengst

15. de Hondt

16. Kalff

17. [De] Kat

18. Kieviet

19. Kikkert

20. [de] Kip

21. de Koe

22. Konijn

23. Koolhaas

24. Krabbe

25. de Leeuw

26. Mees

27. Muis

28. Muijsken

29. Mug

30. Musch

31. Oliphant

32. Ooijevaar

33. [de] Pauw

34. Pekelharing

35. de Puyt

36. de Raaf

37. de Ram

38. Schaap

39. Schimmel

40. Snouck

41. Spiering

42. Spin

43. Stokvis

44. de Valk

45. [de] Vinck

46. de Vloo

47. [de] Vos

48. de Wolf

49. de Zwaan

Welkom op de vergadering.........



Zak, Volkskrant

zaterdag 28 augustus 2010

Proefdieren en Netty: Nawoord

Frank
1. De opvolger van Netty als directeur van de Sophia Vereeniging (SV) - niet de huidige - nam Frank Wassenberg in dienst, afkomstig van Proefdiervrij, om zich voor de Vereeniging bezig te houden met dierproeven. Voor zover hij er al ooit nooit iets aan gedaan heeft is dat niet opgevallen.
Nu heeft hij de zorg voor de cavia's en de konijnen.

2. De dierproefwereld maakte graag goede sier met de Sophia Vereeniging. Onderzoekers stelden het naar de buitenwereld zo voor dat hun dierproeven geaccepteerd werden door 'de dierenbescherming'. Die mogelijkheid is onder de huidige SV-directie komen te vervallen. Een gevoelig verlies.

Het compenseert een klein beetje het gemis dat wij voelen sinds het overlijden van Terese Grassi - een icoon van de activistische strijd tegen dierproeven.                                                               

Proefdieren en Netty (slot)

Het doneren van een grote som geld aan een van de beruchtste proefdiercentra die er bestaan; het zonder overleg doorkruisen van internationale actie van dierenbeschermingsorganisaties tegen dat centrum; het zich voor het karretje van een perverse overheid laten spannen - de vraag is hoe het zover is kunnen komen. Meershoek analyseert dit niet; hij beperkt zich tot een poging de (vele) ontwikkelingen objectief te beschrijven.

Netty WIST - sinds 4 oktober 2000 - van het bestaan van CEECE en is daar ook in een of meer vergaderingen aanwezig geweest.

Maar het departement (Onderwijs) wist ook van CEECE en wilde voorkomen dat het BPRC ten onder ging; de ambtelijke penose wist haar zo te bewerken dat zij zich losmaakte van het CEECE, waaraan o.a. grote Britse namen verbonden waren. (Goodall, Desmond Morris, Attenborough, WSPA e.v.a.)

De organisaties van CEECE vertegenwoordigen honderdduizenden Europeanen. De onbeduidende Sophia Vereeniging is in geen enkel opzicht de juiste representant van deze mensen. Dit is wat Jane Reynolds, een van de leiders van CEECE, aan minister Loek Hermans, liet weten. Aan dovemansoren.

Dat Netty het hart op de juiste plaats heeft – daarover kan geen twijfel bestaan. Helaas compenseert dit niet voor haar tekortkomingen. Dit temeer daar ze al op een leeftijd was waarop mensen normaliter niet gauw onbezonnen stappen zetten.
Ze miste ze m.i. volkomen de competentie om een organisatie te leiden.

Ze wist weinig of niets van hoe dierproeven georganiseerd worden. Het was (en is) ook helemaal het terrein van de Sophia Vereeniging niet. Maar ze had maling aan organisaties die zich daar sinds jaar en dag mee bezighouden, en was blijkbaar door haar bestuursleden – die ook van niets wisten – niet te stoppen.

Ik analyseer het zo dat Netty dierproeven onvermijdelijk acht.

Ze heeft van huis uit enorm respect voor witte jassen, doctorstitels, professoren, kortom: voor alles wat maar status heeft. Ze vindt het prettig in die kringen te verkeren en (vermeend) ‘aanzien’ te hebben. Ze wil in die kringen dan ook best wel een goed woordje voor de proefdieren doen. Komt bij dat ze een uitgesproken hekel heeft aan het activisme van het gepeupel. HAAR weg ziet ze als de enig juiste.

Netty was niet geïnteresseerd in de missie van CEECE. Ze geloofde in haar eigen missie om iets voor de proefdieren te doen – maar niet om de experimenten te beëindigen!

Dat ondanks haar en de Sophia Vereeniging de experimenten op de Rijswijkse chimpansees beëindigd zijn, is een succes van CEECE, maar het einddoel - sluiting van het BPRC - lijkt verder weg dan ooit. Het ontvangt tegenwoordig jaarlijks miljoenensteun van de overheid – zonder daarover enige publieke verantwoording af te leggen.

Overigens kan dit soort dingen bij de Sophia Vereeniging en elders zo opnieuw gebeuren. Dat moet een niet erg geruststellende gedachte zijn, wanneer bijv. iemand overweegt een nalatenschap aan een dergelijke organisatie ten goede te laten komen.

vrijdag 27 augustus 2010

Proefdieren en Netty (2)

In oktober 1999 is Netty min of meer toevallig aanwezig op een symposium van de universiteit Utrecht: daar wordt haar belangstelling voor de proefdieren gewekt. Zij bezoekt aansluitend Ronald Bontrop, sinds 1998 directeur van het BPRC in Rijswijk, en bezichtigt de deerniswekkende verblijven van de apen. Onderzoeker Bontrop zegt dat hij het ook graag anders zou zien – maar ja, geen geld hè.

Netty bespreekt de kwestie met haar eigen bestuur en stelt voor het primatencentrum te helpen met – s c h r i k  n i e t – 500 duizend gulden.
Itussen is ook contact opgenomen met het departement en de ambtelijke penose in Den Haag zit op het vinkentouw. Zij bieden aan 15 miljoen gulden aan het BPRC te geven MITS de Sophia Vereeniging meedoet, TENEINDE deze subsidie aan het BPRC aan de buitenwacht (en parlement) te kunnen verkopen.

Netty c.s. gaat akkoord en schenkt uit naam van de leden van de Sophia Vereeniging 250 duizend gulden aan het BPRC. (18 oktober 2000)

Sindsdien is Netty de S T E R in de dierproefwereld. Ze wordt overal uitgenodigd en gefëteerd. Het enige wat haar nog onthouden wordt, is een eredoctoraat, zoals dat wel toegekend werd aan bijv. de actieve voorzitter van een patiëntenvereniging, Cees Smit.

Extra pijnlijk is deze affaire omdat er juist in die tijd een internationale actie gevoerd werd tegen het BPRC, in eerste instantie ter bevrijding van de 120 chimpansees aldaar, in tweede instantie om de sluiting van dit primatencentrum te bewerkstelligen. Een van de deelnemers aan CEECE (Coalition to End Experimentation on Chimpanzees in Europe), was de Dierenbescherming, woordvoerster - daar is ze weer: Janne Kuil.

Janne was toen nog niet zo weg van Netty als nu. Meershoek citeert haar:

‘‘Ik heb Netty horen spreken op een symposium. Haar uitspraken getuigden van een onwetendheid die ronduit pijnlijk waren. Ik dacht bij mezelf: van welke planeet ben jij afkomstig? Ze heeft de andere (CEECE) organisaties voor schut gezet.’

Een andere betrokkene, de (emeritus) hoogleraar proefdierkunde, Bert van Zutphen, zegt er bij Meershoek het volgende over:

Met de schenking heeft de Sophia Vereeniging het BPRC gered van het faillissement. 'Als zij niet de helpende hand had uitgestoken, was het scenario afbouw geweest. De salarissen en de pensioenvoorzieningen konden op dat moment niet meer worden betaald. De leiding van het BPRC heeft er hard aan getrokken om de steun van het ministerie te krijgen. Dat lukte maar matig. Een keerpunt was het moment dat de Sophia Vereeniging aangaf dat zij belangstelling had voor de problematiek. Dat was een succes voor de ambtelijke top van het ministerie. Het was een verademing. Het stelde minister Hermans in staat vijftien miljoen gulden in het primatencentrum te steken, en daar vervolgens ook de steun van de Tweede Kamer voor te krijgen.'

Het slot van deze verwikkelingen is dat wèl de experimenten op de chimpansees beëindigd zijn - die leverden toch al niets op – maar dat de experimenten op andere apensoorten gewoon doorgaan, - en tot niets leiden.

Van CEECE wordt nimmermeer vernomen.

(slot volgt)

donderdag 26 augustus 2010

Proefdieren en Netty (1)

In de geschiedenis van de strijd tegen de dierproeven heeft Netty zich onsterfelijk gemaakt, naar keuze: onsterfelijk geblameerd.

Niemand zou ooit van Netty gehoord hebben als zij niet toevallig directeur geworden was van de Sophia Vereeniging in Amsterdam. Dit is een clubje van om en nabij de 1.000 leden, dat zich vooral bezighoudt met het welzijn van gezelschapsdieren. Hoe Netty daar - als vertaalster - aan de leiding kwam weet ik niet; de geschiedenis van deze organisatie moet nog geschreven worden.
Let wel: de Duitse Sophia was, als eerste echtgenote van koning Willem III, van 1849 tot haar overlijden in 1877 koningin der Nederlanden. Aan haar ontleent de Vereeniging haar naam.


Het bijzondere van deze heel kleine Sophiavereniging is haar vermogenspositie. Die is nog steeds heel goed, zie de jaarverslagen hier.
Je kunt je erover verbazen dat deze organisatie haar zetel in Amsterdam heeft; ze heeft meer de chic van de Residentie. De dubbele naam die Netty zich verworven heeft – Van Lookeren Campagne - past mooi in dit plaatje. Daarbij houdt zij erg van ‘niveau’ en van ‘beschaafd’. Heel Haags allemaal.

Het was deze combinatie: directeur, een vermogende achterban en een incompetent bestuur, die het Netty mogelijk maakte haar historische daad te stellen. Ze is nu een jaar of zes weg bij de club en de huidige directeur is weer snel teruggekeerd tot de traditionele bemoeienis met de gezelschapsdieren; heeft totaal afscheid genomen van de proefdieren en men wil daar ook niet graag herinnerd worden aan dit verleden.

Intussen mag Netty de leeftijd der zeer sterken bereikt hebben, ze is onveranderlijk actief, en niet alleen in de dierproefwereld. Zo zat ze bijv. haast vanzelfsprekend in de ledenraad van LLink. Nog steeds verschijnen er van tijd tot tijd ingezonden brieven van haar in kranten en de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat bij lezing ervan de haren me doorgaans te berge rijzen.

Recent publiceerde ze twee brochures, hieronder besproken. Die zijn ook de aanleiding tot deze tekst.

Haar historische optreden is goed gedocumenteerd in het fraaie boek van Patrick Meershoek, De slag om de chimpansees. Dit zijn de chimpansees van het BPRC, het beruchte grote primatencentrum in Rijswijk. Ik ga deze geschiedenis niet navertellen, haal alleen een paar hoofdzaken aan.

Het boek van Meershoek geeft ook een goed beeld van verschillende dierenbeschermingsorganisaties alsmede van de machinaties ten departemente. Verschenen in 2005 zijn verschillende hoofdpersonen nog steeds actief.

Het verhaal heeft overeenkomsten met de geschiedenis van de stier Herman.

(wordt vervolgd)

woensdag 25 augustus 2010

Respect voor het leven?

Een Amerikaanse rechter heeft heden de overheidsfinanciering van onderzoek met stamcellen tijdelijk geblokkeerd. Dat is gedaan in een vonnis in een rechtszaak die is aangespannen door Amerikaanse onderzoekers. Zij zeggen dat de overheid geen onderzoek mag steunen waarbij menselijke embryo's worden gedood.
De regering-Obama heeft de beperkingen op de financiering in 2009 opgeheven.
De rechter acht het aannemelijk dat de tegenstanders de zaak winnen en heeft de financiering daarom nu verboden.
.***



Stamcelonderzoek richt zich op embryo's van hoogstens enkele dagen oud.

Deze embryo's bestaan uit stamcellen die als eigenschap hebben uit te kunnen groeien tot ieder ander type cel. Stamcellen zouden dus kunnen worden gebruikt voor het vervangen van menselijk weefsel. Dergelijk onderzoek draagt mogelijk bij aan oplossingen voor ziekten als parkinson en alzheimer.

Onderzoek waarbij menselijke embryo's worden gebruikt wordt door velen gezien als moreel verwerpelijk.

Binnen enkele lidstaten (van de 27) van de Europese Unie is stamcelonderzoek verboden. Deze landen maken dus ook geen aanspraak op het beschikbare Europese geld hiervoor. Het zijn Polen, Oostenrijk, Slowakije, Litouwen en Malta.

Op 24 juli 2006 stemde de Raad van Ministers, na een veranderd standpunt van Duitsland, met een onverwacht nipte meerderheid voor het voortzetten van de steun aan stamcelonderzoek in het Zevende Kaderprogramma (2007-2013).

Het Europees Parlement heeft dit programma in november 2006 goedgekeurd.

Nederland is al langere tijd voorstander van dit type onderzoek en stemde voor. Er werd nog een kleine aanpassing gedaan in de voorwaarden voor subsidieverstrekking: het EU-geld (in totaal 250 miljoen euro) mag niet direct worden gebruikt voor het produceren van menselijke embryo's.

EU-wetgeving kent restricties op stamcelonderzoek. Zo verbiedt zij het klonen van mensen, of onderzoek dat invloed kan hebben op de genetische erfelijkheid van de mens.

Ook mogen menselijke embryo's niet worden geproduceerd om alleen te worden gebruikt voor onderzoek.

In Nederland is het wel toegestaan om embryo's die overblijven na in vitro fertilisatie te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek.

Overwegingen

1.  Het ontnemen van leven van embryo's voor onderzoek is in alle landen dagelijkse praktijk.
Niet alleen embryo's - ook volwassen leven wordt voor onderzoek gedood.
Zonder enige restrictie - behoudens dat het moet gaan om niet-menselijk leven.

2. Het ontnemen van leven van menselijke embryo's voor onderzoek is een verdere stap in de richting van totaal gebrek aan respect voor het leven.

Stichting Welzijn Grote Grazers

Image and video hosting by TinyPic
Onlangs is in het leven geroepen de  Stichting Welzijn Grote Grazers.

Dit n.a.v het huidige beleid van StaatsBosbeheer (SBB) om op diverse plekken in het land verschillende soorten grote grazers uit te zetten om zo natuur en bodembegroeiing in de natuurgebieden te beheersen.

Grote aanleiding tot het oprichten van de stichting is de laatste winter geweest, waar vele dieren van honger gestorven zijn. We kennen allemaal wel de erbarmelijke situatie in de Oostvaardersplassen (OVP). Een situatie die nu al jaren doormoddert en waar vele dieren zinloos moeten lijden en sterven.
Dit zal ook de eerste en grote prioriteit zijn die de stichting zich stelt.

Er is, terecht, veel kritiek geweest vanuit de bevolking waaruit bleek dat de meerderheid van de mensen dit een dieronterend en verwerpelijk beleid vinden. Een groep van 10 mensen met een diversiteit aan (beroeps)ervaringen heeft de handen ineen geslagen om dit soort 'hobby's', waarbij niet aan de zorgplicht voor dieren zoals vastgelegd in de wet wordt voldaan, een halt toe te roepen.
Hierbij zal ook de politiek kritisch worden doorgelicht en zal zij haar standpunt inzake de grote grazers in Nederland moeten wijzigen.

Zelfs de pvdd, bij monde van Esther Ouwehand, nam geen afstand van het beleid van SBB en stemde tegen de motie voor bijvoeren van 26 maart 2010, nota bene ingediend o.a.door haar 'aartsvijand' het CDA.

SBB en andere faunabeschermende instanties die zich aan de regels van de wet denken te kunnen onttrekken alsook de overheid, kunnen op de intensieve aandacht van de stichting rekenen. De stichting wordt bijgestaan en gesteund door diverse instanties en verenigingen, die zich ook al jaren storen aan het arrogante beleid van met name SBB. Zij zal zich zéér kritisch opstellen tegenover SBB en de instanties die een dergelijk beleid steunen. Maar zeer zeker zal de stichting ook, vanzelfsprekend, de overheid op de handen kijken en nauwlettend volgen. De stichting zal een duidelijk tegengeluid laten horen.

Dat de situatie in de OVP nu voor sommigen niet meer bespreekbaar is omdat nu wel duidelijk is dat "men er of helemaal vóór of helemaal tegen is", is volgens de stichting een zwaktebod. Want niet alleen in de winter moet er aandacht zijn voor deze dieren, maar het gehele jaar door!
De stichting zal daarom de situatie in zomer, herfst, lente en winter uiterst nauwkeurig op de voet volgen.
Want het doel is: Dit soort dierenkwelling in Nederland moet stoppen!

Mocht u sympathiseren met de stichting of wilt u iets melden n.a.v. situaties die bij u in de buurt de aandacht vragen, dan kunt u dat uiteraard aangeven.
Practische zaken als website, e-mailadres ed. zullen in later stadium nog bekend worden gemaakt.
Maar voorlopig kunt u contact zoeken via telefoon: 06 - 22169872.

In de verdediging: Christiaan Wittevrongel

Toen Frank Wassenberg – van wie nimmermeer werd vernomen – vertrokken was bij Proefdiervrij, kwam daar Anouk Janssens. Aan haar treurige geschiedenis zijn hieronder op deze site enige woorden gewijd.

Anouk is heden opgevolgd door Christaan Wittevrongel, die bij zijn entree al meteen onderuit gaat. De man blijkt nl. dol op ganzenlever en kalfskroketten! Blijkbaar had Marja Zuidgeest niet even gegoogled op deze zeldzame naam alvorens hem aan te stellen. Dus nu zitten ze daar met de gebakken peren.

Ter verontschuldiging schrijft Christiaan het volgende:

Dit recept had niet meer op die website mogen staan. Goed dat jullie mij hierop wijzen. Jaren geleden heb ik, in mijn onwetendheid, dit recept geplaatst op die website. Ik ben me pas later bewust geworden van het dierenleed binnen de voedingsindustrie. Sinds die tijd ben ik, ook met betrekking tot mijn voeding, veel bewuster gaan leven. Ik zou zo'n recept nu nooit meer accepteren. Voor jullie informatie, ik heb het recept inmiddels verwijderd.
Zoals ik al eerder aangaf, ben ik dol op dieren. Ik heb er tijdens mijn wetenschappelijke studie dan ook bewust voor gekozen geen dierproeven te doen. Die wetenschappelijke achtergrond wil ik graag gebruiken in de dialoog die we voeren met politici en wetenschappers. Zo kan ik mij persoonlijk inzetten voor proefdiervrije wetenschap!

***
Welnu, met dat ‘jaren geleden’ valt het wel mee, het kan niet vroeger dan 2007 geweest zijn. En ‘Verwijderen’ op internet kun je wel helemaal vergeten. Nog steeds kun je de sporen vinden waar Christiaan zo van smult: bitterballen, ganzenlever en kalfskroketten.

Je ziet ook in zijn reactie dat hij ‘bewuster is gaan leven’. Dat moet dan nog maar heel kort geleden zijn!
En wat dat dan ook moge betekenen – vegetarisch is het in ieder geval niet, laat staan veganistisch.

In zijn verdediging staat verder dat hij graag de dialoog wil voeren met politici en wetenschappers. Ook dit is nieuw voor mij: ik ben de man nooit eerder tegengekomen, noch bij acties noch bij hoorzittingen-biotechnologie bij dieren. Dat laatste bij uitstek de gelegenheid voor een dialoog met wetenschappers.

Tot slot wil ik hem toch een heel klein beetje helpen in zijn verdediging, al valt dat nu net in het geval van deze keukenprins niet mee. Het is me al dikwijls opgevallen dat dierproeven een heel ander specialisme is dan bio-industrie. Verreweg de meeste activisten vind je op het gebied van verzet tegen de vleesconsumptie. Maar heel heel weinigen zetten zich in voor de proefdieren.

Je ziet dat ook in de Partij voor de Dieren: Marianne Thieme heeft niets met proefdieren. Zij heeft in allerlei clubjes dienst gedaan: Bont voor Dieren, Wakker Dier, Faunabescherming - maar dierproeven zijn haar blinde vlek.
De Partij mag van geluk spreken dat Esther Ouwehand bereid gevonden is zich daarmee bezig te houden. Zij is dan ook als onbeschreven blad de Partij binnengekomen.

Zoals onder vegetariërs en veganisten – in het algemeen – geringe belangstelling is voor proefdieren, zo kun je zeggen dat onder dierproefbestrijders bio-industrie en vleesconsumptie niet de eerste prioriteit zijn.

Leverpastei maken


Leverpastei maken: klik hier

(pâté de foie gras)

Image and video hosting by TinyPic 

De taal van zwanen

.
Uit onverwachte hoek komt nieuws over de taal van z w a n e n.

De 'Bond tegen het vloeken' heeft onderzoek gedaan en gevonden dat deze dieren  ..........................................................

niet vloeken!

Keurig, keurig.

Vreemd genoeg vermeldt de Bond niet wat dat deze dieren oplevert. Als er  i e t s  is wat deze mensen weten, dan toch dit wel.

Een plaatsje naast Gods troon?

maandag 23 augustus 2010

Oostv.pl.: Rectificatie Telling Heckrunderen ! (door SWGG)

.
Oostvaardersplassen: de Stichting Welzijn Grote Grazers (SWGG) heeft in haar brief van 1 juli 2010 de minister reeds laten weten dat de telling van de heckrunderen door Staatsbosbeheer (SBB) niet klopte.

Ook het aantal van 140 op Barends weblog klopt niet.

De stichting kon de minister in de brief van 1 juli jl. namelijk al reeds melden dat er GEEN 140 heckrunderen zijn gestorven maar 312 .
Dit na diverse tellingen zowel vanaf de grond als vanuit de lucht.

Opvallend gegeven is dat de hertelling van SBB heeft plaatsgevonden NA de brief van de stichting aan de minister.

In dezelfde brief aan de minister werd ook de bijvoering van SBB, opgedragen in de motie van 26 maart 2010, sterk in twijfel getrokken, nadat er via persoonlijke 'getuigenissen' geheel andere waarheden zijn waargenomen.

De Stichting Welzijn Grote Grazers houdt de vinger heel strak aan de pols en volgt het reilen en zeilen in de Oostvaardersplassen letterlijk en figuurlijk op de voet.

En dit niet alleen in de winter maar het gehele jaar door.

zondag 22 augustus 2010

Dierproeven: hoe je bedonderd wordt (2)


Dierproeven: hoe je bedonderd wordt (2)

Als het over dierproeven gaat, moet je tegenwoordig vooral uitkijken voor je ‘vrienden’.

Het is een trend: zoals de vleesconsumptie aangemoedigd wordt door Dierenbescherming en Wakker Dier, zo wordt geprobeerd het uitvoeren van dierproeven acceptabel te maken door - alweer - Dierenbescherming (DB), en Sophia Vereeniging (SV). De Sophia Vereeniging is een verhaal apart, daarover later meer.

Het zijn Janne Kuil (DB) en Netty van Lookeren Campagne (SV), die op dit gebied het voortouw nemen. Ze voorzien zich van rugdekking door beruchte dierproefnemers uit het BPRC t.w. Heidt en Bajramovic.
Ook andere onderzoekers, plus Cees Smit (doctor honoris causa) van een patiëntenvereniging, ondersteunen deze initiatieven. Het zijn haast steeds dezelfde mensen die zich voor dit karretje laten spannen.

Hieronder op deze site bespraken we al een ander foldertje van deze mensen: 'Ik wil het wel weten'.

In de nieuwe folder doen deze lieden het voorkomen - net als op de website  - dat ze objectieve voorlichting geven. Het tegendeel is waar. Er wordt zorgvuldig geselecteerde informatie verstrekt die in de regel op zich niet onwaar is, maar meestal ook niet de hele waarheid bevat.
De Stichting Informatie Dierproeven (SID) f i l t e r t informatie.

De overheid draagt financieel bij; zo is met overheidssteun een dure, kleurrijke folder uitgegeven, onder de enthousiaste titel: Dierproeven. Zo doen ze dat!

Een voorbeeld.

Standaard wordt er gesproken over (bescherming van) het welzijn van proefdieren.
Daartegenover staat: het ongerief van proefdieren.

Ziehier in een notedop de mentaliteit van deze mensen, zich noemende dierenbeschermers; onderzoekers; lid patiëntenvereniging.

‘Welzijn van proefdieren’ wil zeggen dat de dieren het fijn hebben, goed verzorgd worden, e.d. Een proefdier mag dan opgesloten zijn in een kunststof bakje of in een ander kooitje, maar verder is hij eigenlijk niet van een soortgenoot in het wild of het eigen huisdier, te onderscheiden.

Blije proefdieren kennen vanzelf ook geen pijn; ze lijden niet. Het enige wat wel eens gebeurt is dat ze ‘ongerief’ ervaren.
Maar ja, wat is ‘ongerief’ nou helemaal? Dat overkomt ons mensen ook wel eens, bijv. als we moeten staan in een volle, slingerende bus of tram. Als je haast hebt, en de spoorbomen gaan voor je neus dicht. Als je ongesteld bent. Zo kan iedereen wel voorbeelden bedenken van situaties die als ongerief(lijk) worden ervaren.

Duidelijk is hopelijk dat deze voorstelling van zaken niets met de werkelijke toestand te maken heeft waarin proefdieren verkeren. Om deze dieren enigszins te kunnen hanteren is er zelfs een apart vak ontstaan: Proefdierkunde. Met een standaardwerk: Handboek Proefdierkunde.

En zo kun je, de folder lezende, doorgaan.

Wat betekent bijvoorbeeld de mededeling dat in de VS muizen niet als proefdieren geregistreerd worden?! Wat wordt hiermee gesuggereerd?

Of: wat betekent het dat sinds 1978 het aantal dierproeven met 63,2% is gedaald? Is dit - onverdeeld - positief?!
Er wordt niet bij stilgestaan dat de daling zich pas inzette in 1978, na tientallen jaren van strijd. Nederland was een van de laatste landen in Europa die een Wet op de Dierproeven (WOD) invoerde.

Er wordt niet bij stilgestaan dat het 1978 moest worden en onderzoekers gedwongen moesten worden minder dierproeven te doen. Er worden nog steeds veel te veel dierproeven gedaan maar als je onderzoekers helemaal de vrije hand geeft, dan wordt het dus nog veel erger. Maar dat weten we al uit de tijd van Nazi-Duitsland.

Het spreekt wel vanzelf dat in deze folder melding gemaakt wordt van schaamlappen als daar zijn: de Inspectie, de dierproefverzorger en dierenarts (art. 12 en 14 WOD) en last not least de Bloedraden, officieel genaamd Dierexperimentencommissies (DEC’s; art. 10a WOD).
Dat dit allemaal niet of nauwelijks functioneert of aan het doel beantwoordt, onderbemand is, enz. - daarover geen woord.

De folder is een opportunistisch samengaan van overheid, dierenbeschermers en dierproefnemers. Men hoopt aan elkaar legitimiteit te ontlenen. Het product van dit monsterverbond: Dierproeven. Zo doen ze dat! is een nieuw, beschamend wangedrocht.

vrijdag 20 augustus 2010

Dierproeven: hoe je bedonderd wordt (1)


Dierproeven: hoe je bedonderd wordt (1)

Ik stuit toevallig op een pamflet dat in elkaar geflanst is door Janne Kuil, Dierenbescherming en Marjolein van Boxel, Ned. Kenniscentrum voor Alternatieven, onder leiding van Netty van Lookeren Campagne, gewezen directeur Sophia-Vereeniging.

Alle drie hebben ze ervaring op dierproefgebied.

Zij hebben hun stuk ter goedkeuring voorgelegd aan een aantal dierproefnemers, o.a. van het BPRC in Rijswijk, en het vervolgens op het internet gezet. Het heet: Ik wil het wel weten en je vindt het hier.

Het illustreert goed hoe je bedonderd wordt, zelfs door mensen van wie je mag veronderstellen dat ze aan de kant van de proefdieren staan. Niet dus.

Hieronder een negental citaten, met kort commentaar :

1. Wij vinden het over het algemeen niet aanvaardbaar dat er onderzoek op mensen wordt gedaan.

Wordt niet gemotiveerd.

2. Onderzoek aan mensapen is in Nederland verboden.

Suggestie: er worden in Nederland geen proeven met apen gedaan.

3. Wanneer proefdieren de mogelijkheid krijgen hun natuurlijke gedrag vol te houden, hebben ze een redelijk bestaan.

Commentaar overbodig.

4. Jaarlijks maakt de VWA een overzicht over het aantal dierproeven dat is uitgevoerd, waarvoor en op welke dieren deze dierproeven werden verricht.

Was het maar waar. Wisten we maar hoeveel en welke proefdieren er in het BPRC misbruikt worden, bij Organon, enz.enz.

5. De Dierenbescherming waakt:

Jazeker, net zo ferm als minister-president Colijn in 1940: ‘Gaat u maar rustig slapen’.

6. Onderzoekers vinden het niet leuk om dieren te kwellen. Velen zijn echte dierenliefhebbers.

Commentaar overbodig.

7. De overheid schrijft dierproeven voor bij testen op veiligheid en doeltreffendheid van (genees)middelen en neemt niet gemakkelijk genoegen met resultaten die met alternatieven verkregen zijn.

De overheid schrijft niks voor wat wij niet willen. Het ontslaat burgers niet van hun persoonlijke verantwoordelijkheid.

8. De DEC’s doen goed werk en besparen dierenleed

En de leugen regeert.

9. (Een partij is er zelfs specifiek voor opgericht.)

Ja, ja, namen noemen we niet!

Ik heb mevrouw Campagne c.s. verzocht het stuk – in deze versie - van internet te verwijderen.

donderdag 19 augustus 2010

Here, zegen deze spijze...


Onlangs kwamen hier de spijswetten even om de hoek kijken. Dat was naar aanleiding van de discussie over het verwijderen van drie schilderijen met afbeeldingen van varkens in een Leerdams ziekenhuis.

Het kwam erop neer dat uitgelegd werd waartoe deze wetten dienden. Ik heb eens gekeken wat de auteur van wikipedia daarover meldt. Dat is in het kort het volgende (fragm.):

De spijswetten zijn richtlijnen in de Hebreeuwse Bijbel, onder meer te vinden in het Bijbelboek Leviticus. Deze richtlijnen geven bijvoorbeeld aan dat men geen varkensvlees mag eten, geen oesters, bepaald gevogelte en geeft aan wat reine en onreine dieren zijn om te eten.
Orthodoxe joden hanteren deze spijswetten nog steeds. Gelovige joden, of joden die de traditie respecteren, eten daarom ook geen varkensvlees.
De meeste christenen beschouwen de spijswetten voor hen echter niet van toepassing. Ze beschouwen de spijswetten als ingevoerd ten tijde van onhygiënische leefomstandigheden in de woestijn, waar weinig reinigingsmiddelen zoals schoon water aanwezig waren en voedsel moeilijker gedurende langere tijd goed te houden was.

Christenen hebben dus de tering naar de nering gezet. Prachtig staaltje van opportunisme.

Het is jammer dat de schrijvers van de Heilige boeken - en latere voorgangers - geen oog gehad hebben voor het vegetarisme. Dat is namelijk ook al eeuwenoud. Met name in de Griekse oudheid werd het gepraktiseerd, o.a. door de wiskundige Pythagoras.

In dit opzicht kunnen Marianne Thieme en Nico Koffeman dichtbij huis goed werk doen.
Volgens wikipedia worden de joodse spijswetten namelijk nog heden onderwezen vanaf de kansel van de Zevendedagsadventisten.

Giro 555


Zak, Volkskrant

Nieuwe medewerker: Anouk Janssens


Nieuwe medewerker Van Oort & Van Oort

"Anouk Janssens is per 1 augustus het team van Van Oort & Van Oort komen versterken. Ze heeft als beleidsmedewerker
bij een non-profit organisatie een zeer brede ervaring opgedaan die ze met veel plezier in zal zetten voor de klanten van Van Oort & Van Oort."

Anouk Janssens (1981)

"Na mijn universitaire studie biologie, met een master wetenschapscommunicatie, heb ik als beleidsmedewerker bij een non-profit organisatie een zeer brede ervaring opgedaan.

Van het opbouwen en onderhouden van relaties tot het geven van universitaire colleges en voorlichting voor zeer diverse gezelschappen.
Het op de voet volgen van de Nederlandse en Europese wetgeving waren, en zijn nog steeds, voor mij een basis om relevante onderwerpen op de kaart te kunnen zetten.
Ik zie uitdagingen in het opzetten van samenwerkingsverbanden van, op het eerste gezicht, zeer verschillende partijen. De contacten met uiteenlopende opdrachtgevers en de veelzijdigheid aan onderwerpen maken Van Oort & Van Oort tot een unieke werkplek."

Commentaar BW:

Toen Frank Wassenberg Proefdiervrij verruilde voor de Sophia-Vereniging, een heel kleine dierenorganisatie in Amsterdam, kregen we als nieuwe vertegenwoordiger Anouk Janssens.

Frank kwam zelden op de hoorzittingen-biotechnologie bij dieren, maar Anouk overtrof hem. Zij heeft als beleidsmedewerker van Proefdiervrij precies 1 keer een hoorzitting-biotechnologie meegemaakt, in haar woonplaats Den Haag. Zij heeft bij die gelegenheid geen woord gezegd. In de jaren daarna is ze ook nooit meer teruggeweest.

Nu wordt bekend dat ze opgestapt is. In de bijna vier jaar dat ze bij Proefdiervrij gewerkt heeft, herinner ik me niet dat ze ooit voor de proefdieren in de publiciteit geweest is. Publiciteit – daar houdt Proefdiervrij niet zo van. Niettemin gaat Anouk nu de publiciteit behartigen voor klanten van een kantoor aan de Wassenaarseweg in Den Haag.

Het bijzondere is dat zowel dit kantoor als zijzelf bij haar presentatie het woord Proefdiervrij zorgvuldig vermijdt. Men beperkt zich tot een non-profitorganisatie. Blijkbaar is dat zo afgesproken: geen vieze woorden gebruiken als p r o e f d i e r v r i j .

Er wordt één uitzondering gemaakt: Proefdiervrij wordt wel opgenomen in het lijstje klanten. Maar om dat te compenseren worden gauw ook wat organisaties genoemd die dierproeven bekostigen, zoals

• Alzheimer Nederland

• Astma Fonds

• Nederlandse Diabetes Federatie

Anouk ziet dat zo: "Ik zie uitdagingen in het opzetten van samenwerkingsverbanden van, op het eerste gezicht, zeer verschillende partijen. "

Sterfte Oostvaardersplassen

Tijdens de laatste, strenge winter, zijn 140 heckrunderen gestorven.

Dat was niet ongeveer een kwart van een populatie van 548 dieren, zoals Staatsbosbeheer beweerde, maar ruim eenderde van de 400 runderen in het gebied.

Toch is dat geen reden om het natuurlijke beheer af te schaffen, vindt deze instantie.

De runderpopulatie is enkele weken geleden geteld nadat critici de betrouwbaarheid van de cijfers in twijfel trokken.

‘We ontdekten toen dat onze telling inderdaad niet klopte. Dat is uitermate vervelend’, zegt woordvoerster Marjet Heins van Staatsbosbeheer. ‘Het is misgegaan nadat we in 2000 zijn gestopt met het tellen van totale populaties in de Oostvaardersplassen. We vonden dit te arbeidsintensief, en de cijfers van sommige diersoorten, zoals de edelherten, waren niet betrouwbaar genoeg. Sindsdien tellen we alleen geboorte- en sterftegevallen. Dat is geen ongebruikelijke methode.’

woensdag 18 augustus 2010

Aan Louis Tobback, burgemeester (2)

De heer Louis Tobback
Burgemeester van Leuven
België



Geachte heer Tobback,

Meer dan een maand geleden reageerde ik op uw uitspraak dat wie bij de verkiezingen een stem uitgebracht heeft op de Partij voor de Dieren, 'decadent' zou zijn.

U verwaardigde zich niet daarop te antwoorden; ik ontving zelfs nog geen bevestiging van ontvangst.
Voor uw gemak doe ik de tekst hieronder nog een keer toekomen.

Inmiddels heb ik vernomen dat u aan het hoofd staat van een gemeente waarin volop dierproeven gedaan worden, zelfs op primaten! Van enig verzet daartegen uwerzijds is mij niets bekend.

Is dat misschien wat u onder beschaafd verstaat?

Hoogachtend,

Aan Louis Tobback, burgemeester

.

De heer Louis Tobback
Burgemeester van Leuven
België


Geachte heer Tobback,

Vorige maand konden we kennisnemen van uw uitspraak dat bij de verkiezingen een stem op de Nederlandse Partij voor de Dieren decadent zou zijn. Ik ken uw opvattingen verder niet, maar in ieder geval geniet u ook in Nederland waar ik woon, aanzien en respect.

Dit maakt het aangehaalde ‘statement’ nog kwalijker.
Ze roept op z’n minst de vraag op of u (nog) weet wat u zegt.

Immers, de gehele westerse samenleving is doordrenkt van decadentie.
Verheft u daartegen ook uw stem?

En verder: is de inspanning om het lijden van levende wezens te verlichten, niet eerder heroïsch dan decadent te noemen?!

Of bent u misschien ook zo iemand, die onderscheid maakt?
Zo een die allereerst uw eigen belang nastreeft; daarna het belang van uw familie en vrienden; vervolgens eventueel nog het belang van de Leuvenaars, en – last not least - het beginsel van het 'Eigen Volk èèrst' aanhangt?

U bent wel ver afgeraakt van wijs staatsmanschap, dat men van iemand van uw statuur zou mogen verwachten.

Hoogachtend,

dinsdag 17 augustus 2010

Reactie van stichting Welzijn Grote Grazers

Op 27 juli j,l. verscheen in de Volkskrant een bericht dat de Stichting Welzijn Grote Grazers (SWGG) in de Oostvaardersplassen (OVP) een beheersmodel zou nastreven als op de Veluwe. Met veel afschot dus.
Dit is echter niet juist zoals in de reactie van de stichting hieronder te lezen valt (enigszins bekort). De cursieve teksten zijn citaten uit het krantenbericht.

***

1e. “De Stichting Welzijn Grote Grazers ageert al langer tegen het ‘project’ in de Oostvaardersplassen waar de natuur ongehinderd haar gang kan gaan.”

Hierbij wil SWGG de volgende opmerking plaatsen: Het is een illusie dat ‘de natuur hier ongehinderd haar gang kan gaan’.

De flora en de fauna hebben elkaar hier in een vernietigende tang. De veel te grote aantallen dieren op een veel te klein stuk grond vernielen door voedselgebrek langzamerhand de bodem, de begroeiing en vervuilen het water.

De natuur op haar beurt kan zich in de zomer deels herstellen maar niet voldoende om de dieren in de winter van voldoende voedsel te voorzien en dreigen er dus wederom dieren nodeloos van honger te zullen sterven.

En zo is het natuurgebied OVP in een neerwaartse spiraal geraakt.

Het is een illusie om te denken dat in dit gebied niet door mensenhanden ingegrepen hoeft te worden. Staatsbosbeheer (SBB) vergelijkt dit experiment zo graag met de Serengeti in Afrika. Hierbij moge worden opgemerkt dat die echter wel vele duizenden vierkante km. groter is dan de OVP. En ook dáár wordt aan beheer gedaan en grijpt de mens wel degelijk in.

2e. “ De stichting bepleit een beheermodel zoals op de Veluwe, waar jaarlijks meer dan een kwart van de hoefdieren uit de kuddes wordt weggeschoten”.

SWGG vindt dat deze weergave van haar standpunt vwb. het beheermodel, niet geheel correct is weergegeven en voor verwarring kan zorgen bij de publieke opinie.
Daarom voelt SWGG de behoefte om u alsnog haar standpunt te verduidelijken.

SWGG is pertinent niet zomaar vóór ‘afschotbeleid’ en is derhalve ook pertinent niet zomaar pro jacht !

Vooropgesteld dat SWGG liefst een einde zou willen maken aan dit dieronvriendelijke experiment met levende wezens, moeten we constateren dat de dieren en de gehele biotoop in de OVP momenteel wel in een dermate situatie verkeren dat maatregelen dienen te worden genomen.

Gezien de huidige situatie in de OVP is SWGG daarom van mening dat:

2.1. De grote grazers de nodige zorg moeten krijgen zoals dat in de artikelen 36 en 37 van de GWWD staat vastgelegd. Hetgeen dus niet het geval is in de OVP.

2.2 De dieren veel eerder uit hun lijden verlost moeten worden en niet na eerst maandenlang honger lijden.
En dit zal dan, jammer genoeg maar onvermijdelijk, veelal d.m.v. afschot moeten gebeuren.

2.3 Het aantal dieren drastisch moet worden teruggebracht om een goede en acceptabele kwaliteit van leven te hebben.

SWGG is daarom van mening dat in de specifieke situatie zoals die nu in de OVP is ontstaan, weloverwogen beheer beter is dan de dieren in de OVP nodeloos te laten lijden en aan hun lot over te laten.

Desnóóds moet dan zorgvuldige afschot worden toegepast….maar het ware ons uiteraard liever geweest dat het niet zover was gekomen en dit voorkomen had kunnen worden.
Daar SBB de dieren in de OVP in deze dramatische situatie heeft gemanipuleerd, voelt SWGG zich derhalve genoodzaakt om vooralsnog tussen 2 kwaden te moeten kiezen en vindt zorgvuldig afschot dan diervriendelijker dan maandenlang en ieder jaar weer creperen van de honger en pijn lijden.

Bovendien is SWGG van mening dat hiervoor dan ook professionele, vakkundige en diervriendelijke jagers moeten worden aangetrokken.

Voor zover SWGG in deze op de hoogte is, beschikt SBB zelf over vakkundige jagers, die echter blijkbaar niet tijdig kunnen, mogen of willen ingrijpen.

Mocht SBB niet over dergelijke vakkundige jagers beschikken dan is het uiteraard noodzaak om beroepsjagers aan te trekken bij wie juist het welzijn van dieren bovenaan staat en die zich dat in hun beroep ook als prioriteit hebben gesteld.

SWGG wil met klem benadrukken dat plezierjagers/hobbyjagers hiervoor NIET in aanmerking mogen komen.

Overigens is SWGG voorstander van het zoeken naar andere opties om de aanwas van de dieren in de OVP op een diervriendelijke manier te beperken, zo niet te kunnen voorkomen, zodat afschot niet nodig zal zijn.

Evaluatiecommissie Oostv.plassen

Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft een evaluatiecommissie voor de Oostvaardersplassen (Committee on the evaluation of the management of large herbivores in the Oostvaardersplassen) ingesteld.

‘De commissie evalueert onder leiding van de heer drs. J.D. Gabor het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen’, meldt het ministerie van LNV.

Oud-staatssecretaris Gabor was ook voorzitter van het International Committee on the Management of large herbivores in the Oostvaardersplassen (ICMO).
Deze commissie adviseerde in 2006 de toenmalige minister van LNV over het beheer van grote grazers in de Oostvaardersplassen.

Bij het beheer van de Oostvaardersplassen wordt een zo ongestoord mogelijke ontwikkeling van de natuur nagestreefd met zo min mogelijk menselijk ingrijpen. Het ministerie van LNV heeft Staatsbosbeheer de opdracht gegeven om de Oostvaardersplassen zo natuurlijk mogelijk te beheren.

De samenstelling van de evaluatiecommissie bestaat uit wetenschappers en ervaringsdeskundigen vanuit de ecologie, diergeneeskunde en dierenwelzijn: drs. J.D. Gabor, prof. dr. J.J.M. van Alphen, prof. dr. T.H. Clutton-Brock, drs. J. Kaandorp, prof. dr. F. Ohl, prof. dr. H. Olff, prof. dr. R.J. Putman en dr. D. Reynolds.

Vragen die bij de evaluatie centraal staan zijn onder andere: hoe is het beheer van de Oostvaardersplassen uitgevoerd in vergelijking met het ICMO-advies uit 2006? Hoe ontwikkelt de populatieopbouw en de omvang van de grote grazers zich en kunnen de dieren in de Oostvaardersplassen hun natuurlijk gedrag vertonen? Hoe is het met het welzijn van de grote grazers gesteld in vergelijking met grote grazers in andere natuurbeheergebieden? Hoe wordt het afschotprotocol uitgevoerd dat door Staatsbosbeheer wordt gehanteerd om verzwakte dieren tijdig uit hun lijden te verlossen? Verdienen het afschotprotocol en het ICMO-advies uit 2006 eventueel nog aanpassing?

Minister Verburg heeft de commissie gevraagd 1 november 2010 met een advies te komen.
Commissieleden
Drs. J.D. (Dzsingisz) Gabor is voormalig staatssecretaris van LNV (1990-1994) en was tevens ICMO-voorzitter
Prof. T.H. (Tim) Clutton-Brock is hoogleraar ecologie aan de Universiteit van Cambridge, Groot-Brittannië en was tevens ICMO-lid
Prof. R.J. (Rory) Putman is emeritus hoogleraar ecologie aan de Manchester Metropolitan University, Groot-Brittannië en was tevens ICMO-lid
Dr. D. (Debby) Reynolds was Chief Veterinary Officer van het Verenigd Koninkrijk, Groot-Brittannië en was tevens ICMO-lid
Prof. dr. H. (Han) Olff is hoogleraar ecologie aan de Universiteit Groningen.
Prof. F. (Frauke) Ohl is hoogleraar dierenwelzijn en proefdierkunde aan de Universiteit Utrecht.
Prof. dr. J.J.M. (Jacques) van Alphen is hoogleraar ecologie aan de Universiteit Leiden en was als houder van de Marie Curie-leerstoel tot voor kort tevens verbonden aan de Universiteit van Rennes (Frankrijk

Commentaar BW:
Dit is een politieke kwestie, en niks anders. Het is gebruikelijk dat een minister daarvoor een commissie van advies instelt, waarmee zij haar beleid kan afdekken. De kans dat deze commissie tot een ander oordeel komt dan in 2006, lijkt mij verwaarloosbaar. Het zal wel blijven bij pappen en nathouden, dus: doorgaan op de ingeslagen weg, maar een beetje minder van dit en een beetje meer van dat.
 
Opvalt dat niet alleen dezelfde persoon voorzitter is die dat in 2006 ook al was, maar dat zelfs de meerderheid van de leden dezelfde is!
Opvalt ook de aanwezigheid van een proefdierkundige, Frauke Ohl. Die geneert zich nergens voor. Daar hoef je dus helemaal niets van te verwachten.
 
Van de stichting Welzijn Grote Grazers wordt weinig meer vernomen. In de Volkskrant las ik laatst dat zij in de Oostvaardersplassen het wildbeheermodel wenst dat op de Veluwe in gebruik is. Massaal afschot dus. Of we daar nu zo blij mee moeten zijn.........?

Treinreis

In de trein


Met de allerliefste in een trein

kan aangenaam en leerzaam zijn.

De prachtig vormgegeven stoel

geeft allebei een blij gevoel.



Voor 't verre reisdoel kant en klaar

zit ik dus tegenover haar.

De trein maakt zijn vertrouwd geluid

en zij rijdt vóór-, ik achteruit.



We zien dezelfde dingen wel,

maar ik heel traag en zij heel snel.

Zij kijkt tegen de toekomst aan,

ik zie wat is voorbijgegaan.



Zo is de huwelijkse staat:

de vrouw ziet wat gebeuren gaat,

terwijl de man die naast haar leeft

slechts merkt wat zijn beslag al heeft.



Van nieuw begin naar nieuw begin

rijdt zij de wijde toekomst in,

en ik rij het verleden uit.

En beiden aan dezelfde ruit


***


Rollend materieel

 
Reizende op u aan ben ik per trein.

Komen en gaan hebben elkaar gevonden.

Ik word door ijzer met het doel verbonden

en de beweegreden moet daar al zijn.



Zodoende kan ik voor het raampje mijn

aandacht bepalen bij het strakke wonder

der vele schijnbewegingen, waarzonder

ik trouwens nimmer zou vertrokken zijn.



Woonsteden balanceren om een spil,

die zich verzet waarheen mijn oog het wil.



Seinwachtershuisjes dobbelen voorbij;

de teerling van de spoorwegmaatschappij.



Tegen de horizon schuiven de bossen

alvast naar voren om u in te lossen.


***

Winkelwagen

Wil je veel verkopen, dan moet je het winkelen prettig maken. Klant in de winkel houden met gratis koffie. De muzak terugdringen zo al niet helemaal uitbannen.

Openingstijen verruimen.

Het volgende aandachtspunt is de winkelwagen. Vanuit de klant gezien kan daar lekker veel in, maar voor weinig boodschappen is hij te lomp. Als je wilt opschieten, dan is zo’n kar niet prettig.

Vandaar: het mandje. Ik zoek altijd het kleinste uit, want zo’n ding aan je arm door de hele winkel heenslepen, kan toch een aardig gewicht worden.

Daarom is er nu het mandje-op-wieltjes.(afb). Ik heb daar klanten mee zien lopen en het ziet er comfortabel uit. Vanavond wilde ik het zelf proberen, maar ik zag ervan af. Het mandje is vrij groot, dat lijkt handig maar je mag er niet mee naar buiten. Dus moet je toch al je boodschappen in een tas mee naar buiten zeulen.

Een groter bezwaar vind ik de afstand: Het mandje zit net boven de wieltjes, dat is erg laag. Het is niet de bedoeling denk ik dat je je boodschappen erin laat vallen, dus je moet flink bukken om ze erin te leggen. En er bij de kassa uit te halen.

Ik denk niet dat dit een succes wordt. Wieltjes zijn handig maar waarom kan dat mandje niet hogerop bevestigd worden?

'Zelfscan'

In mijn winkelcentrum heeft Dirk van den Broek een tijdje geleden de 'zelfscan' ingevoerd.

Dat wil zeggen dat klanten niet meer langs de kassa hoeven om af te rekenen. Bij de ingang neem je een scanapparaatje (foto) mee, je scant de streepjescode van de boodschappen die je in het winkelwagentje legt en bij de uitgang reken je af in een automaat met je pinpas.
Het systeem lijkt te werken, ik merk weinig van storingen.

De grap is echter deze. Nog steeds staat er bij deze automaat een verkoopster om klanten te controleren. De winst lijkt mij dus gering.

Nog hilarischer is het feit dat Dirk ongeveer het meest paranoïde is met betrekking tot winkeldiefstal. Geregeld loopt er een personeelslid buiten de kassarij te kijken of de klanten wel alle boodschappen op de band zetten om af te rekenen, volgens het traditionele systeem. Je zou dus verwachten dat Dirk wel de allerlaatste zou zijn om te experimenteren met ‘zelfscan’.

Ik moet erbij zeggen dat de manager van het tegenoverliggende AH-filiaal mij verzekerd heeft dat er wel degelijk veel ‘niet afgerekend’ wordt of op andere wijze verdonkeremaand.

Grote Grazers Oostv. plassen (door Timon)

Ik heb vandaag weer eens een rondje Oostvaardersplassen gemaakt.

Nu de distels zijn uitgebloeid zijn ze ook niet meer zo stekelig.

Ik zag vele sporen van herten met hun jongen door het voormalige bosgebied.

Ik vond ligplaatsen en ook op verschillende plaatsen wissels.

Ook de paarden komen terug in het voormalige bosgebied.

Verder trof ik veel kruidenplanten en een aantal goeddoorvoede vossen.

Het is altijd angstig of een dergelijk verwoesting van de afgelopen winter zich weer gaat herstellen.

Maar ik ben blij dat de Oostvaardersplassen zich weer laat zien in al haar kleur en pracht.

Een natuurpark om trots op te zijn.

Met haar nieuwe ontwikkelingen.

De Wolvenman


De Wolvenman is een aardig boek, vlot geschreven, maar het had voor mij wel wat systematischer gemogen. De auteur, Shaun Ellis, heeft wijselijk bij het schrijven de hulp ingeroepen van een journaliste, want op dit gebied ligt duidelijk zijn kracht niet. Niet zo heel verwonderlijk dat biologen sceptisch staan tegenover het werk en de opvattingen van deze praktijkman.

Daarnaast is het weer eens teveel van het goede. Hij beperkt zich niet tot zijn ervaringen met wolven maar we moeten ook zijn levensgeschiedenis in grote trekken volgen. Het is dus tegelijk een vorm van autobiografie. Dat eindigt nogal dramatisch als ook zijn tweede vrouw het niet bij hem uithoudt. Hoewel hij de schuld daarvan probeert af te wentelen op de filmploegen die hen onder tijdsdruk zetten, o.a. Animal Planet, ziet hij toch ook wel in dat hij misschien iets teveel wolf met de wolven geworden is.

Zijn toewijding aan deze soort is dan ook ongeëvenaard. Dat levert af en toe ook spannende taferelen op. Hij leeft namelijk maandenlang met ze samen, zowel met wilde wolven, in de Rocky Mountains (Idaho), als met die in Britse wildparken. Maar dat betekent ook dat hij geregeld gebeten en verwond wordt. Daarbij eet hij rauw vlees, wast en verschoont zich niet of nauwelijks, en het is dan ook niet verwonderlijk dat hij dat op den duur niet volhoudt. Toch keert hij er steeds tot terug.

Hij doet het slim, want om door een roedel geaccepteerd te kunnen worden maakt hij zich klein en kwetsbaar. ‘De meeste mensen willen dat de dieren waar ze van houden zich meer als zij gedragen; ik heb altijd de dieren willen zijn waar ik van hield.’

Eerste kennismakingen doet hij vooral ’s nachts – nachtenlang wel te verstaan. Hij kan huilen als een wolf en maakt daar ook geregeld gebruik van. En hij neemt alle mogelijke risico’s. Zo kruipt hij een keer bij een woedende wolf in een kooi tijdens een transport, om het dier rustig te krijgen! Loopt goed af.

Ook maakt hij diverse uitstapjes naar hondengedrag en het beïnvloeden daarvan.

De ideale omvang van een roedel herinner ik me niet gelezen te hebben. (Geen register.) Wel constateert hij een duidelijke hiërarchie, met een aantal rangen zoals: alfa (leider) - bèta (handhaver; doder) - omega (toetser; verkenner?).

Zijn ideaal is een natuurgebied van 40 are natuurlijk bos per wolf. (blz. 281)  Dat getal lijkt onwaarschijnlijk. Met dat uitgangspunt zou er in de Oostvaardersplassen (OVP) - 56 km2 - plaats zijn voor een enorm aantal wolven. Zelfs als het Britse acre bedoeld wordt (1 acre = 40 are), dan nog zou er ruim voldoende plaats zijn voor een groot aantal roedels.
Wikipedia geeft echter heel andere getallen: “De omvang van een territorium is afhankelijk van de voedselsituatie, maar zal tussen de 200 en 2000 km2 liggen.” In dat geval is er dus in OVP helemaal geen plaats voor wolven.

Het is wel een boek dat je nieuwsgierig naar de soort maakt. De mogelijkheid om de dieren te bestuderen bestaat in ons land wel; dat is logisch met zoveel dierentuinen. Alleen is de soort niet populair – gelukkig! – en zijn de dieren zo beroerd gehuisvest dat je nog een amper van een wolf kunt spreken. Een kleine dierentuin als in Mierlo heeft de grootste roedel, maar liefst 15 exemplaren (!), terwijl het veel grotere Treurdorp in Rotterdam er ongeveer de helft heeft.
Shaun merkt erover op dat in een dierentuin het territorium niet bedreigd wordt door een rivaliserende roedel en dat de wolven nooit honger lijden. In het wild kunnen ze niet overleven als niet alle leden een steentje bijdragen. In dierentuinen daarentegen kunnen ze hun natuurlijk gedrag niet ontplooien en gaan ze het tegen elkaar opnemen, wat soms leidt tot vechtpartijen, tot de dood erop volgt.


Shaun Ellis & Penny Junor, De wolvenman
2009 – Forum - Amsterdam