Respect voor dieren

woensdag 28 maart 2012

Leverkanker bij mens en rat (vervolg)

Het is niet eenvoudig tot een afronding van dit dispuut te komen. Ik doe toch een poging.

Waar we het over eens zijn is dat het Volkskrantverhaal van Ellen de Visser d.d. 11-2-2012 niet accuraat was. Zij schrijft abusievelijk: () “leverkanker ontdekt in een primaire vorm (dus geen uitzaaiingen).” Verhoeven laat weten dat die uitzaaiingen er wel waren, - dat maakt nogal verschil.

Verschil van mening is er over ‘fataal’.
Volgens Verhoeven was de behandeling niet fataal – de patiënt heeft nog een heel jaar langer geleefd. Tegelijk laat hij weten dat “we minstens een jaar te laat waren met de behandeling met 3BP.” (broompyruvaat)

Ik weet niet hoe je een behandeling moet noemen waarvan iemand niet geneest en zelfs niet in leven blijft – anders dan (uiteindelijk) fataal.

Hiermee samen hangt het verschil van mening over de vette kop van het artikel ‘Verslagen en toch gewonnen’.

Een ander verschil van mening bestaat er over de weigering van verreweg de meeste radiotherapeuten om mee te werken. Verhoeven schildert deze specialisten af als 'bang' (om te falen). Ik noemde ze ‘wijzer’, ervan uitgaande dat ze deskundig genoeg waren om de kans van slagen te beoordelen. Dat de Duitse CCMO dit “Individueller Heilversuch’ goedkeurde, is opmerkelijk. Ik onthoud me van een oordeel over de Duitse interventieradioloog die het experiment de behandeling uitvoerde.

Misschien het belangrijkste verschil van mening bestaat er over het belang van de ondernomen dierproeven. Verhoeven waardeert die positief. Ze illustreren de werking van 3BP op tumoren.

Naar mijn mening zijn hiervoor zeer veel ratten misbruikt en opgeofferd. Ook de patiënt heeft zich in zekere zin opgeofferd, nu men wist dat de tumoren bij de dieren en bij de patiënt niet dezelfde waren. De dieren hadden een intacte lever, patiënt niet. Hoe 3BP uitwerkt op een minder aangetaste lever, weten we niet.
.
Verhoeven eindigt “met dank aan alle proefdieren. Zonder hun bijdrage zou dit niet mogelijk geweest zijn.”
Over de patiënt schrijft hij: “het was zijn keuze. ( ) hij moest zelf beslissen.”
Dit is precies de crux: de proefdieren konden NIET kiezen. Een dankbetuiging is dan ook pijnlijk misplaatst.

Leverkanker bij mens en rat

Het tragische verhaal over de 18-jarige jongen die na een experimentele kankerbehandeling overleed, illustreert ongewild de stand van de medische journalistiek. De Volkskrant wijdde  op 11 februari een hele pagina aan deze geschiedenis. 
De medische redactie van deze en andere kranten schrijft iedere zaterdag over fantastische ontdekkingen en stelt daarbij veelbelovende behandelingen in het vooruitzicht. Maar ALS er dan dringend behoefte is aan een levensreddende therapie, zoals bij de patiënt op wie hier gedoeld wordt, dan geeft niemand thuis. Vijfhonderd artsen in de hele wereld werden door de vader van de jongen aangeschreven. Alleen een Duitse radioloog wilde wel een experiment uitvoeren, met het fatale gevolg. 

En dan plaatst de Volkskrantredactie als kop erboven: “Verslagen en toch gewonnen”. 
Je moet maar durven.
We hoeven ons geen illusies te maken dat de wetenschapsredactie hiervan leert. In plaats van met FEITEN over de actuele toestand van de geneeskunde worden de kolommen wekelijks gevuld met loze speculaties waar niemand wat aan heeft. Fictie, in plaats van wetenschap.

***

Staan we nu stil bij de actuele, inwendige geneeskunde. De jongeman had leverkanker, die nog niet uitgezaaid was. Zijn vader had een Amerikaans artikel gevonden over een behandeling met 3-broompyruvaat (3BP) bij ratten, die eerst waren geïnjecteerd met cellen van levertumoren. Na drie behandelingen met 3BP waren de dieren van de tumor af, en na een jaar leefden ze nog steeds. Locatie: John Hopkins University.

Ook bij de Nederlandse patiënt bleek 3BP werkzaam te zijn: de tumor werd snel kleiner. Hij onderging tien dagbehandelingen in negen maanden. Er was zelfs aangroei van nieuw leverweefsel.

Maar dan.

Er ontstond een hoge concentratie aan afbraakproducten, waaronder ammoniak. Er zat twee kilo tumorweefsel in zijn lever. Het orgaan was niet voldoende hersteld om deze hoeveelheid afvalstoffen te kunnen afbreken. De jongeman overleed twee jaar na de diagnose. 

Dat effect HAD ZICH BIJ DE PROEFDIEREN NIET VOORGEDAAN.

zaterdag 24 maart 2012

Noordanus van Anus


Vandaag wijdt Youp o.a. een paar regels aan Wim Kok en aan Jacques Wallage, beiden lid van de PvdA en commissaris bij PostNL. Hij meent dat er op grond van hun gedrag ruim voldoende aanleiding is om ze als leden van de partij te royeren. Hij hoopt dat Samsom en Spekman hiertoe overgaan; het zou de duidelijkheid van waar de partij voor staat, zeer ten goede komen.

En hij betrekt nòg een socialist in deze aanklacht, eentje met wie wij geregeld te maken hebben, t.w. de burgemeester van Tilburg: Peter Noordanus. De man die de apenhandelaar Hartelust de hand boven het hoofd houdt en demonstranten liever ziet gaan dan komen. Begin dit jaar moest zelfs een kort geding tegen deze burgemeester aangespannen worden.

Over de heer en mevrouw Noordanus schrijft Youp het volgende.

“Noordanus die jaren als commissaris bij Vestia zat te tukken en niet doorhad hoe de directie gokte en verloor. Een miljoenenverlies dat de huurders van deze woningcorporatie mogen ophoesten middels een huurverhoging van tien procent.

Uiteindelijk droeg commissaris Noordanus het lucratieve baantje over aan zijn vrouw, die ermee akkoord ging dat de blunderdircteur van Vestia met drie-en-half miljoen afreisde naar Bonaire.”

***
Wikipedia bechrijft het als volgt:
Sinds medio 2010 is Noordanus burgemeester. Begin 2012 komt hij in opspraak. Voordat hij burgemeester werd, was hij namelijk tussen 2001 en 2003 voorzitter van de Raad van Commissarissen van de woningcorporatie Vestia, die in de financiële problemen was geraakt. Topman Erik Staal werd om deze financiële problemen op non-actief gesteld.

Bij de afwikkeling van het vertrek van Staal bleek begin maart 2012 dat Vestia hem een bedrag van 3,5 miljoen euro moest uitkeren voor afspraken die tussen de raad van commissarissen en Staal waren gemaakt over zijn pensioenrechten. Deze regeling werd in de Tweede Kamer unaniem veroordeeld.

De echtgenote van Noordanus, Susan Baart, is oud-directeur Voorlichting van de PvdA. Zij werd in 2010 commissaris bij Vestia

Staal was een persoonlijke vriend van het echtpaar.

Hun werd verweten een rol te hebben gespeeld in het falende toezicht bij Vestia. Noordanus relativeerde de kwestie, omdat de afspraken tussen Staal en de Raad van Commissarissen werden gemaakt ruim vóór het aantreden van Noordanus (als burgemeester).
De kwestie-Vestia heeft ondanks de kritiek nog geen gevolgen gehad voor zijn positie (als burgemeester).

woensdag 21 maart 2012

Vlees is het nieuwe roken


Rosanne Hertzberger (foto) is me d’r eentje. Deze moleculair biologe kwam eind 2010 voor het eerst in de krant met een vlotte column over voedsel. Ze zong daar de lof van de kant-en-klaarmaaltijd, met additieven. “Lekker en gezond”. Ik herinner me dat ze kosjer eet.

Dit keer schrijft ze in de NRC een column waarvan de kop eigenlijk het pakkendst is. Vlees is het nieuwe roken. Veel meer is er ook niet over te zeggen. Haar verhaaltje volgt twee lijnen: die over dieren en die over vlees.
Met dieren heeft ze niks, zoals te verwachten valt. Megastallen: geen probleem. De Partij voor de Dieren vindt ze ook niks. Ze voelt meer voor de acties van Wakker Dier.

Wat vlees betreft: ze geniet er steeds minder van. Dat verklaart ze deels door de acties en deels door het gezondheidsaspect. Kip barst van de resistente bacteriën. Dus ......... toch niet zo “lekker en gezond”?!
Het verband tussen rood vlees en darmkanker wordt steeds duidelijker, schrijft ze, waarbij ze verwijst naar een onderzoek dat juist deze week gepubliceerd is. Ze schrijft: “Deze week verscheen de zoveelste studie die de correlatie tussen rood vlees en een vroege akelige dood aantoont.”

***

Jammer voor Rosanne maar precies deze studie, gepubliceerd in Archives of Internal Medecine, wordt in de Volkskrant op dezelfde zaterdag van haar column in de NRC, in mootjes gehakt.
De onvolprezen Hans van Maanen (foto onder) begint zijn column al even pakkend: ”Vleeseters mogen dan hufters zijn, ze gaan gelukkig wel eerder dood.”

Maar dat is dus niet zo. Hij laat zien dat de correlatie (haast) verwaarloosbaar is. In de meer dan twintig jaar dat de deelnemers aan dit onderzoek gevolgd werden, overleden veruit de meesten aan iets anders dan aan hart- en vaatziekten of kanker.
Van Maanen stelt zelfs, met een simpel voorbeeld: “Als 200 vleeseters twintig jaar lang dagelijks een portie vlees laten staan, dan doen 199 dat voor niks. Zelfs drie porties minder per week zetten amper zoden aan de dijk.”

dinsdag 20 maart 2012

Met een stoma van ConvaTec.......

.
Met een stoma van ConvaTec (Woerden) 

voel je je 
.\
als een vis in............

een ronde vissenkom
.
***

Reactie ConvaTec

Beste Barend en medevolgers!

Namens ConvaTec wil ik graag reageren op bovenstaande uiting, welke door ConvaTec een aantal jaren geleden is gebruikt in een campagne.

Het was toen een ongelukkig gekozen combinatie; Veel vissen en een ronde vissenkom.

Het is nooit de bedoeling geweest van ConvaTec, om de goede eigenschappen van onze producten onder de aandacht te brengen ten koste van wie of wat dan ook.

Het doel van deze advertentie was, duidelijk te maken dat een verandering een mens goed kan doen. Een vis die zich “als een vis in het water” voelt en weer bij de andere vissen wil en durft te zijn.

Dat daarmee het aantal vissen in een ronde vissenkom groot is en dat dit als aanstootgevend beschouwd kan worden, is nooit onze bedoeling geweest. ConvaTec en haar medewerkers verwerpen ook elke vorm van mishandeling of onderwerping van dieren aan mensen.

Ik hoop dat ik in bovenstaande uitleg ons standpunt heb kunnen weergeven en voor u voldoende reden is om deze afbeelding van uw blog te verwijderen?

Heeft u aanvullend vragen, mijn e-mail adres is bij u bekend.

Met vriendelijke groeten,

Pieter IJsseldijk
info.convatec@convatec.com

***

Commentaar

ConvaTec is diverse malen verzocht om de bijbehorende afbeelding niet meer te gebruiken. Nimmer werd enige reactie gegeven.

Ook de detailhandel is hiervan in kennis gesteld.

Nu bij monde van de heer IJsseldijk tenslotte dan toch ingezien wordt dat dit een heel erg foute voorstelling is, die ook niet meer gebruikt zal worden, is besloten hem hier te verwijderen.

Barend

vrijdag 16 maart 2012

Taaislijmziekte, volgens Ellen de Visser (Volkskrant)



Dit is Ellen de Visser. Zij schrijft elke week een groot verhaal in de Volkskrant over de medische wetenschap. Het zijn moderne sprookjes van Moeder de Gans. Het gaat namelijk niet over wat de geneeskunde doet, maar over wat ze niet doet. Maar wat ze ooit, misschien, in de toekomst wel zou kunnen doen. Soort van science fiction. Blijkbaar kun je geld verdienen met deze fantasietjes.

Deze keer ging het over taaislijmziekte. Ongeveer een hele pagina tekst, en dan volgen er nog eens zes grote kleurenfoto’s. Veel mensen in West-Europa zijn drager van deze erfelijke ziekte, maar zelden ook lijder. Het verschil zit erin dat bij de eersten het defecte gen wordt gecompenseerd door een goedwerkende kopie. Bij lijders werken beide kopieën (allelen) niet, zie het schema onderaan. De prognose voor deze patiënten is slecht. Soms kan alleen longtransplantatie uitkomst bieden.

De Visser begint de voorgeschiedenis pas in 1989, met de ontdekking van het verantwoordelijke gen op chromosoom 7. Bij wikipedia vind je veel meer, bijvoorbeeld dat de ziekte al 50 jaar eerder voor het eerst beschreven werd, t.w. in 1938. Je kunt daaruit concluderen dat we nog niet erg opgeschoten zijn.
Van 1989 tot 2002, schrijft De Visser, werd ingezet op gentherapie, maar ook op dit gebied: zonder succes.

Sindsdien is de focus verlegd naar het ontbrekende eiwit waarvoor het gen zou moeten coderen. En dan komen we dus in het heden. De Visser noemt (slechts) drie lopende onderzoeken. Het betreft:

1. Een medicijn dat de aflezing (transcriptie) van het DNA in de celkern repareert, waardoor het eiwit kan worden geproduceerd.
2. Een medicijn dat het wel geproduceerde, maar verkeerd gevouwen eiwit herstelt.
3. Een medicijn dat het eiwit repareert, zodanig dat de celmembraan doorlaatbaar wordt..

Uit 1 en 2 blijkt dat het gen soms wel voor het eiwit codeert maar dat het niet correct geproduceerd wordt. Of deze onderzoekingen ooit wat opleveren, daar kan De Visser geen zinnig woord over zeggen. In ieder geval doet ze geen moeite er in enig detail op in te gaan.

Onderzoek 3 heeft nu zowaar een medicijn opgeleverd dat in Amerika goedgekeurd is. Echter: nu staat al vast dat het middel in 95% procent van alle gevallen niet werkt!
Hoe dat precies zit, en of er een farmaceut is die er belangstelling voor heeft – ook daarover zwijgt ze stil.
Het lijkt me dus rijkelijk vroeg om hier te kunnen spreken van een ‘revolutie’, zoals De Visser ‘deskundigen’ graag nazegt. De vraag komt daarom weer op, zoals ongeveer bij elk stuk van deze schrijfster, welke krantenlezer – laat staan patiënt - hier nu wijzer van wordt.

***

bron: wikipedia

vrijdag 9 maart 2012

Dierproeven aan de VU

In Ad Valvas, het weekblad van de Amsterdamse Vrije Universiteit, verscheen op 9 februari j.l. een aardige reportage over Dafne Westerhof. Zij heeft een terreintje schuin tegenover de VU van de gemeente in bruikleen gekregen en dat heeft ze meteen maar ‘Bofkont Universiteit’ genoemd. Het bleef niet onopgemerkt. Ze wil daar behalve VU-personeel ook kantoorpersoneel van de Zuidas naartoe lokken.
Daarop verzocht ik de redactie van het blad ook eens een kijkje op het eigen terrein te nemen, bij de varkens in het proefdiercentrum van de VU; ze hebben er ieder jaar een stuk of twintig. Even het verschil proeven met de omstandigheden bij Dafne.

Dat hebben ze gedaan. In nummer 22 van 1 maart stond de uitvoerigste reportage die ik ooit in zo’n blad gezien heb. Vier pagina’s, veel foto’s en illustraties erbij, inclusief de omslagfoto. Plus een ‘weerwoord’ van onze vriend bij Proefdiervrij, Christiaan Wttewrongel, de man die zo lekker kan kokkerellen, en ook nog aan de VU gestudeerd heeft. Hij bracht het er goed af. Hij vergiste zich maar een keer, en helaas werd dat meteen als kop boven zijn tekst gebruikt: ‘500.000 dieren voor niets fokken vind ik onaanvaardbaar.’

Het interessante van dit soort reportages is dat ze er altijd iemand heensturen die volkomen blanco is. Van toeten noch blazen weet. Zo ook hier. Deze redacteur drukt dertien foto’s bij het artikel af en op niet één wordt het lijden van het proefdier in beeld gebracht! Misschien mag je daaruit afleiden dat het niet getoond is. In ieder geval lees je er niks over.
Het gevolg is dat je een verslag krijgt dat geschreven zou kunnen zijn door de chef van het proefdiercentrum zelf. In dit geval is het de secretaris van de Dierexp.commissie (DEC).

De manier waarop dierenbeulen zich verweren is niet zo heel interessant. Het is immers onbegonnen werk en het repertoire is dan ook beperkt. Het komt in hoofdzaak neer op ontkennen en bagatelliseren. Neemt niet weg dat dierenbeulen meesters zijn in het verkondigen van halve waarheden. Daar krijgen ze dan ook instructie in, de zgn. suggestopedie. Als een goochelaar zijn publiek kan beetnemen, zou een wetenschapper dat dan niet kunnen?!

Zoals altijd wordt de Dierexperimentencommissie opgevoerd als bewijs hoe srcupuleus men te werk gaat. Dat die commissies niet deugen, - wie weet dat? Nou Hal Herzog bijvoorbeeld: "In ongeveer tachtig procent van de gevallen kwamen de tweede DEC’s tot een andere beslissing dan de eerste. Onze statistische analyse gaf aan dat de dierexperimentencommissies hun besluiten net zo goed hadden kunnen nemen door een muntje op te gooien. Duidelijk was dat het systeem niet voldeed.” (Hal Herzog, We aaien ze, we haten ze, we eten ze (Uitg. Ten Have 2011))

De DEC-secretaris was zo bijdehand om de vraag te stellen: ‘Wat is erger: het beproeven van één aap, of van honderd muizen?’ Me dunkt, als je als commissie met zo’n vraag op de proppen komt, dan hebben we de informatie van Hal Herzog (e.a.) niet eens nodig.

En nog zo’n blunder. De secretaris wijst op het feit dat de genetische manipulatie vaak niet slaagt, waardoor veel ‘verkeerde’ dieren afgemaakt moeten worden. Zo’n gebrekkige techniek moet dus dienen als verontschuldiging!

Ik heb zelf trouwens ook nog een vraagje. Waarom martelen we in dit land eigenlijk alleen proefdieren? Overal ter wereld martelt de politie, “in het belang van het onderzoek”. Waarom gebeurt dat hier eigenlijk niet?

En tenslotte natuurlijk, als de aap uit de mouw, komt het dieractivisme aan bod. Alsof het de Taliban is. Ik mocht erop wijzen dat het geheimhouden van de proeven niets te maken heeft met dieractivisme maar alles met het slechte geweten van de mensen die die proeven doen (en eraan meewerken).
Dierproeven zijn onethisch en daardoor een bron van spanning in de samenleving. Het wegnemen daarvan door een verbod op dierproeven zou prioriteit dienen te hebben. Komt nog bij dat het rendement van die proeven verwaarloosbaar is.

donderdag 8 maart 2012

Georgios Papanicolaou

aanklikken voor vergroting
Dr. Papanicolaou is de uitvinder van de alom bekende Pap-test, een eenvoudige en goedkope manier om baarmoederhalskanker vroegtijdig op te sporen.

Georgios Papanicolaou ziet op 13 mei 1883 het levenslicht in Griekenland te Kyme, een klein stadje op het Egeïsche eiland Euboia. Zijn vader is er huisarts en wordt later burgemeester. In 1904 behaalt Georgios het doktersdiploma. Na twee jaar assistentschap chirurgie in Athene verzorgt hij een kolonie lepralijders in de buurt, maar houdt dit na één jaar voor bekeken. Hij komt tot het besef dat zijn roeping in de research ligt. 
Zo trekt Georgios Papanicolaou in 1907 van het Griekse eiland naar Duitsland om er biologie te studeren aan de universiteiten van Jena, Freiburg-in-Breisgau en München. Dit laatste zoölogische instituut had toen een wereldwijde faam omdat één van de grootste aanhangers van Darwin uit die tijd, Professor Ernst Heinrich August Haeckel (1834-1910), er les gaf. In 1910 promoveert Georgios er tot doctor in de dierkunde. 
Op 19 oktober 1913 landt hij op Ellis Island, VS. Als in 1914 de eerste wereldoorlog uitbreekt beslissen George en Mary definitief in Amerika te blijven. 
Papanicolaou bestudeert de rol van chromosomen in de geslachtsbepaling van cavia’s. 
Hij strijkt vaginale secreten uit op een draagglaasje en kleurt ze met een brouwsel van eigen makelij, die later de Pap-kleuring zal heten. Onder z’n microscoop ontdekt hij in die uitstrijkjes al snel een cyclisch patroon dat zich om de 15 à 16 dagen herhaalt. Als hij dit met de ovariële cyclus van z’n biggen vergelijkt begint er hem een en ander te dagen. Met dezelfde methode brengt hij ook de oestrus (=bronst) van heel wat andere dieren in kaart.

En hoe zit het bij de mens? vraagt hij zich af. Aanvankelijk ziet Papanicolaou hetzelfde cyclische fenomeen tot hij op een dag iets ontdekt dat hij omschrijft als ‘de meest trillende ervaring uit mijn wetenschappelijke carrière.’
Onder zijn microscoop liggen tussen de normale cellen ‘sterk misvormde cellen met onregelmatig vergrote en haast inktzwarte kernen.’ Met een aanvullende biopsie kan hij bewijzen dat het bewuste uitstrijkje afkomstig is van een vrouw met baarmoederhalskanker.

Voor een bomvolle zaal geneesheren doet hij in 1923 zijn preliminaire bevindingen uit de doeken maar spreekt voor dovemansoren. Vooral de patholoog-anatomen blijven vasthouden aan het oude ‘Diktat’ van Rudolf Virchow (1821-1902) dat verordent dat de diagnose kanker alleen mag gesteld worden op basis van architecturale veranderingen in weefsels. En dus niet op de morfologie van individuele cellen. Georges Papanicolaou laat de moed niet zakken en spoort verder abnormale cellen op in cervixpreparaten. Omdat niet elke cel- en kernverandering op kanker wijst (ontsteking en atrofie geven ook een abnormaal beeld) doktert hij een cytologisch classificatiesysteem om die abnormaliteiten te graderen. Het ‘Diktat’ van Virchow is volgens hem té wit-zwart (goed of kwaad).
Rekening houdend met de technische beperkingen van een cytologisch preparaat onderscheidt hij 5 klassen gaande van: I. normaal, II. geprikkeld, III. verdacht, IV. sterk verdacht tot ontegensprekelijk
V. kwaadaardig.
Het zal nog twintig jaar duren eer de Pap-test op wereldschaal toegepast wordt, en zijn ontdekking het leven van honderdduizenden vrouwen zal redden.

Ondertussen klimt Papanicolaou de hiërarchische ladder op en wordt assistant professor, associate professor en later full professor of clinical anatomy tot hij uiteindelijk hoofd van de afdeling wordt en zijn mentor professor Stockard opvolgt. Ondanks de vele administratieve plichtplegingen die het professorschap inhouden, werkt hij onverdroten door aan zijn ‘Pap-test’ en past zijn kleuring ook toe op tal van andere cytologische preparaten (sputum, urine enz.).
Samen met de gynaecoloog Herbert Frederick Traut, die zijn werk van meet af aan ten volle steunt, publiceert Papanicolaou in 1939 het boek: Diagnosis of Uterine Cancer by the Vaginal Smear. Geleidelijk aan dringen de woorden ‘Exfoliatieve cytologie’ (= afstoting van cellen) en ‘Dr. Pap’ in de wetenschappelijke milieus door, maar de definitieve doorbraak van de klinische toepassing komt er pas als hij in 1948 in Chicago een lezing geeft voor de leden van de ‘American Society of Clinical Pathologists’. Van die datum af verspreidt zijn naam zich wereldwijd en wordt hij een graag gehoorde gastspreker op tal van congressen.

Naar : Dr. Johan Van Robays 

maandag 5 maart 2012

Wat Bibi Dumon Tak kinderen leert...

."In Laika tussen de sterren vertel ik een verhaal over een proefdierenlaboratorium. Ik kreeg een boze brief van de directeur van de vereniging Proefdiervrij waarvan ik zelf lid ben. Ik had het moeten veroordelen.

Maar dat vind ik dus niet, ik ben een schrijver en doe verslag.

Daar komt nog iets anders bij: ik was bij dierproeven waar het prenataal opereren van een kind met een open rug werd geoefend.

Een lammetje wordt in de baarmoeder geopereerd, geboren, vijf dagen geobserveerd en dan in plakjes gesneden.

Ze vroegen mij of ik het lammetje een flesje wilde geven.

Ik voelde me een Judas, morgen is het dood. Ik kon het niet.

Maar wat als het jouw kind is dat zwaar gehandicapt ter wereld komt? Prenataal opereren verbetert de kwaliteit van het leven enorm.

Over deze dilemma's praat ik met kinderen. Die zeggen eerst vaak: dat mag je niet doen met dieren. Maar als ik vraag: stel dat het jouw broertje of zus is? Dan zeggen ze meestal: het moet toch maar.

Ik leer ze dat er twee kanten aan dingen zitten, het is niet zwart of wit."

vrijdag 2 maart 2012

Onderkoeling

Onderkoeling of hypothermie is een toestand waarbij de centrale lichaamstemperatuur (de hoogste temperatuur midden in de romp) van een persoon zover is gedaald dat de normale stofwisseling in gevaar komt. De lichaamstemperatuur varieert bij normale gezonde mensen tussen ongeveer 37,5 (soms hoger bij inspanning) en 35,5 graden Celsius, of nog wel eens wat lager, vroeg in de morgen tijdens de slaap. Onderkoeling begint als de lichaamstemperatuur zakt tot onder de 35 °C. Als de lichaamstemperatuur onder de 32 °C zakt, wordt de situatie kritiek. Lichaamstemperaturen onder de 27 °C zijn zonder medisch ingrijpen bijna altijd dodelijk, hoewel er gevallen bekend zijn waarbij een lichaamstemperatuur van 14 °C werd overleefd.

Onderkoeling kan ook levensreddend zijn. De hersenen sterven namelijk reeds af wanneer de circulatie slechts enkele minuten stopt, maar bij lagere temperatuur is dat veel langer. (Andere organen zijn minder in gevaar, ze kunnen een circulatiestilstand langer overleven.) Hierdoor is het soms mogelijk verdrinking in zeer koud water te overleven. Het slachtoffer verliest het bewustzijn en de hartslag (bloedsomloop) stopt. Het slachtoffer lijkt klinisch dood. Door de kou van het water raken de hersenen echter nog niet zo snel onherroepelijk beschadigd. In sommige gevallen is het nog mogelijk gebleken dergelijke slachtoffers te reanimeren. Daarom wordt er bij levenloze en tevens onderkoelde slachtoffers wel eens gezegd "Iemand is pas dood als hij warm is en (nog steeds) dood".

Er zijn ruwweg twee soorten onderkoeling te onderscheiden, acute en chronische. Acute onderkoeling is het gevaarlijkste; de lichaamstemperatuur zakt snel, vaak binnen seconden of minuten als een slachtoffer door het ijs (van een bevroren meer) zakt. Chronische onderkoeling vindt plaats als het lichaam over langere tijd onderkoeld raakt.
Iemand die te water raakt in ijskoud water zal in het algemeen binnen enkele minuten te koud zijn om zelf nog actief te kunnen zwemmen. Ook iemand die zelfs in Nederlands binnenwater bij niet-zomerse temperaturen te water raakt (zeilers, surfers) kan snel zover afkoelen dat zwemmen onmogelijk wordt. Het gevaar van een fatale afloop kan worden vergroot door hevige vermoeidheid of uitputting.

Soms wordt in de geneeskunde het lichaam expres onderkoeld voor een medische ingreep om de stofwisseling te vertragen als de ingreep een korte circulatiestilstand onvermijdelijk maakt (ingrepen aan het hart of aan de bloedvaten van de hersenen). De chirurg heeft dan iets meer tijd. Door de ontwikkeling van de hart-longmachine is dit tegenwoordig een grote zeldzaamheid geworden.
Bij hersenletsel wordt tegenwoordig ook geëxperimenteerd met koeling van het hoofd om de zuurstofbehoefte van de hersenen na het ongeval te beperken waardoor de schade naderhand wellicht minder zou zijn.

bron: wikipedia