Respect voor dieren

zondag 31 juli 2011

Jan Sneeuw

John Snow - Jan Sneeuw - maakte naam met de bestrijding van de cholera, op een manier die hem tevens tot grondlegger maakte van de epidemiologie.

Een andere bekende Brit met de naam Snow is de 20ste-eeuwse auteur (en fysicus) C.P. Snow.

De familienaam Sneeuw komt ook in Nederland voor, in het bijzonder in de regio Amsterdam en Haarlem.
Het kaartje van het Meertensinstituut toont de verspreiding:

donderdag 28 juli 2011

Savannah: een poesje van 27.000 dollar

(aanklikken voor vergroting)
RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Uitspraakdatum: 20 juli 2011
Tegenspraak

Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 6 juli 2011 in de zaak tegen:

[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].

1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd:

hij, op of omstreeks 17 januari 2008, in elk geval in 2008, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een nader of anderen, in elk geval alleen, opzettelijk, een dier, behorende tot een beschermde uitheemse diersoort, te weten een (hybride van het kattenras) Leptailurus serval (met als genoemde (ras/soort-)naam Savannah kat en/of Ashera kat), te koop heeft/hebben gevraagd en/of heeft/hebben gekocht en/of verworven en/of vervoerd en/of binnen het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht en/of heeft/hebben doen of laten brengen.

2. Voorvragen (..)
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en gevorderd dat verdachte ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke geldboete van zevenhonderd en vijftig (750) euro, subsidiair vijftien (15) dagen hechtenis met een proeftijd van twee jaren.
Ten aanzien van de (inmiddels overleden) kat, waarop formeel nog steeds beslag rust, heeft de officier van justitie de onttrekking aan het verkeer gevorderd. 

4. Bewijs
4.1. Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen.
In november 2007 kwam medeverdachte [medeverdachte] (hierna te noemen: [medeverdachte]) in contact met de heer [betrokkene] (hierna te noemen: [betrokkene]) van Life Style Pets in Californie. Dit bedrijf verkoopt zogenaamde Ashera katten. Het betreft hier dieren die het product zijn van een – al dan niet doorgefokte – kruising tussen een gewone gedomesticeerde kat en een wilde katachtige. Deze kruising is aanzienlijk groter dan een gewone kat en heeft een meer roofdierachtig uiterlijk. Op verzoek van [betrokkene] werd [medeverdachte] in Nederland vertegenwoordigster van zijn bedrijf. [medeverdachte] was de contactpersoon tussen de Nederlandse klanten/geïnteresseerden en Life Style Pets. In januari 2008 kwam [medeverdachte] in contact met verdachte, die een Ashera kat wilde kopen.
Verdachte heeft twee keer telefonisch contact gehad met een persoon van Life Style Pets in Amerika en verder zijn alle contacten met het bedrijf via [medeverdachte] gegaan. Verdachte heeft vervolgens bij Life Style Pets een Ashera kat gekocht voor $ 27.000,- en heeft dit bedrag aan Life Style Pets overgemaakt. Verdachte heeft geen stamboom of andere informatie omtrent de door hem gekochte kat van medewerkers van Life Style Pets ontvangen. Verdachte heeft zijn informatie omtrent de kat gehaald van de website van Life Style Pets.
Vanaf het moment van de aankoop van de kat hadden verdachte en [medeverdachte] dagelijks contact, waarbij [medeverdachte] hem op de hoogte hield van de voortgang van de levering van de kat naar Nederland. Daarbij kwamen verdachte en [medeverdachte] overeen dat [medeverdachte] de kat zou ophalen op Schiphol en dat de kat vervolgens onder begeleiding van [medeverdachte] bezorgd zou worden bij verdachte.

Op 17 januari 2008 werden op de luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, vanuit Amerika drie katten aangevoerd, waarvan er één was bestemd voor Nederland. Voor de invoer van deze kat was geen export- en importvergunning op grond van de zogeheten Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna en Flora (hierna te noemen: CITES) verleend of aangevraagd. Deze kat, genaamd Ebony, had een chip met nummer 0A10394A1A. [medeverdachte] kwam de kat op 17 januari 2008 op Schiphol ophalen en heeft tevens een elektronische invoeraangifte laten opmaken voor de kat. Bij de invoeraangifte werden door [medeverdachte] diverse stukken overgelegd waaronder een Air Way bill van de KLM en een gezondheidscertificaat waarop [medeverdachte] als consignee wordt genoemd. De kat is door de douane in beslag genomen en de zaak is overgedragen aan de Algemene Inspectie Dienst (AID) voor nader onderzoek.

[medeverdachte] heeft, kort na inbeslagneming van de kat, tegen verbalisant [verbalisant] van de AID verklaard dat het om een zogenaamde Ashera kat ging en dat dit een kruising betrof tussen een Serval, een Bengalese kat en een “domestic short hair”. Voorts heeft [medeverdachte] verklaard dat het een kat betrof in de F1, uiterlijk F2 generatie.
Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut is gebleken dat de kat een nakomeling is van een kruising tussen een Serval, oftewel een Leptailures serval, (genaamd Ace) en een gedomesticeerde huiskat (genaamd Jazz). De fokker van de kat is niet Life Style Pets, maar de heer [betrokkene 2] van het bedrijf Cutting Edge Cats.
Katten als de onderhavige worden door The International Cats Association (TICA) aangemerkt als Savannah katten. De zogeheten Ashera kat wordt niet door TICA als ras erkend.

De Leptailures serval is op grond van artikel 5 van de Flora- en faunawet, juncto artikel 4, tweede lid, onder a, van de Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en faunawet, een beschermde uitheemse diersoort. De Leptailures serval behoort tot de orde van de Felidae. De gehele orde van de Felidae is opgenomen in bijlage B bij de Basisverordening (Verordening (EG) nr. 338/97).

4.2. Bewijsoverwegingen
De raadsman van verdachte heeft primair de volgende verweren aangevoerd:
- er is geen sprake van koop en verwerven, aangezien de kat nooit daadwerkelijk aan verdachte is geleverd en verdachte nimmer de feitelijke zeggenschap over de kat heeft gehad;
- verdachte heeft de kat niet vervoerd en heeft evenmin handelingen verricht die gericht waren op het bewerkstellingen van het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen dan wel doen laten brengen van de kat, aangezien het transport uitsluitend door Life Style Pets is geregeld en [medeverdachte] de kat nimmer aan verdachte heeft geleverd en hij nooit de zeggenschap over de kat heeft gehad;
- verdachte heeft bovendien nimmer de kat te koop gevraagd, aangezien de kat enkel te koop is aangeboden door Life Style Pets. 

Voorts heeft de raadsman van verdachte aangevoerd dat geen sprake is geweest van opzet. Verdachte verkeerde in de veronderstelling dat de kat een gedomesticeerde kat was. Hij baseerde zich daarbij op de hem verstrekte verkoopinformatie en op de verklaringen van [medeverdachte]. Dat de betreffende kat een zogenaamde Savannah kat, een kruising tussen een Serval en een gewone huiskat, bleek te zijn, wist verdachte niet. Verdachte is hieromtrent bewust misleid door Life Style Pets. Verdachte had geen reden om te vermoeden dat de kat niet een gedomesticeerde kat zou zijn Daarbij werd door de verkoopinformatie de indruk gewekt dat voor de uit- en invoer van de kat aan alle formaliteiten zou zijn voldaan. Daarbij geldt dat verdachte een particulier is, dat hij geen interesse had om met de kat te gaan fokken en dat hij van te voren bij diverse instanties had geïnformeerd of hij tot ontvangst van de kat in Nederland kon overgaan, aldus de raadsman. 
***
Met betrekking tot de primaire verweren van de raadsman, overweegt de rechtbank dat verdachte wel degelijk als medepleger van de in de tenlastelegging vermelde handelingen kan worden aangemerkt. Uit de redengevende feiten en omstandigheden kan naar het oordeel van de rechtbank worden afgeleid dat verdachte contact heeft opgenomen met Life Style Pets om een zogenaamde Ashera kat te kunnen kopen, dat hij vervolgens met Life Style Pets een koopovereenkomst is aangegaan en dat hij een bedrag van 27.000 dollar aan dit bedrijf heeft overgemaakt. Hoewel het inderdaad niet tot een (af)levering van de kat is gekomen en – als gevolg daarvan – de eigendom van de kat niet op verdachte is overgegaan, heeft verdachte de kat wel te koop gevraagd en gekocht. In het kader van en ter uitvoering van deze koopovereenkomst tussen verdachte en Life Style Pets, is afgesproken dat de kat vanuit Amerika naar Nederland zou worden getransporteerd en dat in Nederland [medeverdachte] de kat op Schiphol zou ophalen en bij verdachte zou afleveren. Met betrekking tot het vervoer van de kat vanuit Amerika naar Nederland was naar het oordeel van de rechtbank sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen Life Style Pets, [medeverdachte] en verdachte. Verdachte dient dan ook als medepleger van het vervoer en het binnen het grondgebied van Nederland brengen van de kat te worden aangemerkt.
Met betrekking tot het verweer van de raadsman dat geen sprake is geweest van opzet, overweegt de rechtbank dat volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad in vergelijkbare zaken niet is vereist dat het opzet gericht dient te zijn op het zonder vergunning te koop vragen, kopen, vervoeren en invoeren van een beschermde uitheemse diersoort. 
Voldoende is dat verdachte het opzet had op de ten laste gelegde handelingen
Dat bij verdachte sprake is geweest van het opzet op de hieronder bewezen te verklaren handelingen is op grond van de inhoud van de redengevende feiten en omstandigheden, en gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, wettig en overtuigend bewezen. 

4.3. Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, (..)

5. Strafbaarheid van het feit
Het bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 13, eerste lid, van de Flora- en faunawet.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezen verklaarde zou ontbreken. Het bewezen verklaarde is dus strafbaar.

6. Strafbaarheid van verdachte
In aanvulling op hetgeen hiervoor onder 4.2. is weergegeven, heeft de raadsman tot slot nog aangevoerd dat verdachte verontschuldigbaar heeft gedwaald omtrent de strafbaarheid van zijn handelingen en dat derhalve sprake is van afwezigheid van alle schuld.

De rechtbank verwerpt dit verweer. De rechtbank is van oordeel dat verdachte met betrekking tot de rechtmatigheid van de invoer van de kat lichtvaardig heeft vertrouwd op de uiterst summiere verkoopinformatie die hem door Life Style Pets en [medeverdachte] is verstrekt. Het ging hier immers om de invoer van een bijzondere kat, aan welke kat – al voorafgaand aan de onderhavige invoer – in de media volop aandacht was besteed. Verdachte heeft zelf ter terechtzitting verklaard dat zijn interesse voor de kat was gewekt naar aanleiding van een item over deze kat in RTL Boulevard. Nu het dus ging om een bijzondere kat, die bovendien uit Amerika kwam en van daaruit naar Nederland moest worden getransporteerd, rustte op verdachte, als koper en toekomstig eigenaar van de kat, naar het oordeel van de rechtbank een zware onderzoeksplicht. Verdachte had de plicht omtrent de herkomst en de afstamming van de kat zorgvuldig (nader) onderzoek te doen en zich vervolgens ervan te vergewissen of voor de invoer van de kat ook een vergunning was vereist. Gelet daarop kan het verdachte ook niet baten dat hij bij diverse instanties navraag heeft gedaan. Immers, verdachte heeft in al zijn contacten met die instanties aangegeven dat het om de invoer van een gedomesticeerde huiskat ging, hetgeen niet juist bleek te zijn. Had verdachte hieraan voorafgaand zorgvuldig (nader) onderzoek gedaan naar de herkomst en de afstamming van de kat, had hij dat geweten en had hij, als hij met die informatie contact had opgenomen met de instanties, te horen gekregen dat voor de invoer van deze kat wel degelijk een CITES-vergunning was vereist.

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.

7. Motivering van de sanctie(s)
7.1. Toepassing artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht
Bij de beantwoording van de vraag of aan verdachte een straf moet worden opgelegd en zo ja, welke, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
 Verdachte heeft een beschermde uitheemse diersoort, te weten een Savannah kat, gekocht en vanuit de Verenigde Staten in Nederland ingevoerd zonder de daarvoor vereiste vergunning. Daarmee heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een overtreding van de Flora- en faunawet, welke wet de natuurlijke populaties van diersoorten moet beschermen.

Gelet op de aard en de ernst van dit feit acht de rechtbank in beginsel een onvoorwaardelijke geldboete een passende sanctie.

De rechtbank ziet echter aanleiding om in deze zaak verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van een straf. Hierbij heeft de rechtbank in de eerste plaats van belang geacht dat het feit geruime tijd geleden is begaan. De invoer van de kat vond plaats op 17 januari 2008, terwijl verdachte eerst in mei 2011 door het openbaar ministerie is gedagvaard. Weliswaar zijn in de tussentijd rechtshulpverzoeken verzonden naar de Verenigde Staten van Amerika, maar dat doet er niet aan af dat het hier om een oud feit gaat. Voorts houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte niet willens en wetens een strafbaar feit heeft willen begaan en dat hij - net als medeverdachte [medeverdachte] - in zeker opzicht door Life Style Pets een rad voor ogen is gedraaid. Nu verdachte voorts niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit en de kat inmiddels is overleden, komt het de rechtbank gerechtvaardigd voor te bepalen dat aan verdachte geen straf zal worden opgelegd.

7.2. Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat de in beslag genomen en inmiddels overleden kat dient te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het ongecontroleerde bezit van de kat in strijd is met de Flora- en Faunawet.

8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
- 36b, 36c en 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 5 en 13 van de Flora- en faunawet;
- 4 van de Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en faunawet.

9. Beslissing
De rechtbank:

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.

Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 5. vermelde strafbare feit oplevert.

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Bepaalt dat aan verdachte geen straf zal worden opgelegd.
Onttrekt aan het verkeer: een (inmiddels overleden) kat.

Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J. Kronenberg, voorzitter,
mr. M.E. Fortuin en mr. S. Jongeling, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier A.M.W. Martens,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 juli 2011.


***
Commentaar
De zaak doet denken aan Tinkebell en de galeriehouder. Daar maakte de rechter het echter nog bonter: dat stel werd zelfs vrijgesproken. In de onderhavige zaak is tenminste nog sprake van een veroordeling (van beide betrokkenen, koper en handelaar).

Het verweer van verdachte slaat nergens op: iedereen weet dat een kat geen 27.000 dollar kost. In het asiel heb je er een voor 75 euro. Ofwel, voor hetzelfde bedrag (omgerekend): 250 katten.

Daar komt bij dat men, hoewel die dollars dan uiteindelijk weggegooid geld blijken te zijn, met de persoon van verdachte geen medelijden hoeft te hebben. Zo iemand is immers rijk en in zo’n geval geld speelt helemaal geen rol.
Trouwens: sinds wanneer is medelijden basis voor rechtspraak?!

De door het OM gevorderde boete van 750 euro staat in geen verhouding tot de koopprijs. Aangenomen moet worden dat de wet in dit opzicht niet deugt, en het het OM op grond daarvan niet vrijstaat een hoger bedrag te eisen.
Vermoedelijk dacht de rechtbank er ook zo over en wilde zij zich in ieder geval niet belachelijk maken. Mogelijk is dat de verklaring voor het niet-opleggen van een boete.
Aan alle kanten verspilling van tijd en geld.

Dat de zaak lang geduurd heeft voor ze op de zitting kwam is vervelend, maar wordt door de verdediging niet als ontlastend aangevoerd, zodat ook niet in te zien valt welk nadeel verdachte ervan heeft ondervonden.
Aan de Partij voor de Dieren werd hierover door Gerda Verburg medegedeeld, in Haagse ambtenarentaal:
De minister van Justitie is niet van mening dat strafrechtelijke onderzoeken waarbij levende dieren zijn betrokken, zonder reden dusdanig lang duren dat maatregelen om doorlooptijden te bekorten nodig zijn.”  
Dat was in januari 2010, en het maakt de redenering van de rechtbank nog bedenkelijker. Althans, als men het met de minister eens is...
***
De vraag rijst nog waarom de douane maar een van de drie katten op Schiphol in beslag genomen heeft. Dat de andere twee niet voor Nederland bestemd waren kan toch geen reden zijn.

Dat de soort onder het CITES-verdrag valt en niettemin in de Ver. Staten vrijelijk verhandeld en zelfs geëxporteerd kan worden – twee bedrijven worden met namen genoemd - begrijp ik niet. Het lijkt erop dat een papiertje (‘vergunning’) voldoende is voor im- en export.
Overigens is de Savannahkat ook volop verkrijgbaar in Nederland, en België. Hoever de bescherming onder CITES gaat, weet ik niet. De Faunabescherming laat zich er niet over uit.
Op de site van het Wereldnatuurfonds hoef je niet te kijken: dat is immers alleen geïnteresseerd in soorten, en niet in afzonderlijke exemplaren. Ook de Dierenbescherming houdt zich hier niet mee bezig.

woensdag 27 juli 2011

Meer Merel


Dierproeven zijn – hoe vaak je ze ook doet – enerverend.
Daarom is het belangrijk dat je afstand kunt nemen en tot rust komen.
Merel Ritskes, hoofd Proefdierlab Nijmegen, doet dat met Zen, een boeddhistische leer, die blijkbaar compatibel is met martelen, ‘voor het goede doel’. Misschien van mensen, maar in ieder geval van dieren.

Merel zou Merel niet zijn als ze het daarbij zou laten. Even op de knietjes, ogen dicht, en laat maar stromen die gedachten. Prima, prima, maar toch te weinig. Mereltje is professor en blijft professor. Dus ook hier gaat ze vòòr:  je kunt nu samen met haar mediteren, tegen een bescheiden vergoeding.

Favoriete thema's  zijn natuurlijk dierproeven en proefdieren
Hoe kom je daarmee in het reine. 
‘Gewetensvol handelen’, daar gaat het om. (!)
Zelf zegt het zo (haar meditaties gaan in het Engels):

By implementing the Zen principle – to act as consciously as possible - I try to improve the quality of my life and my work.

Since April 2010 also a Zen meditation teacher (www.zen.nl).

May 2009 the working group WESP (Wetenschap en Spiritualiteit in de Praktijk) was initiated, see http://www.zen.nl/malden/zenwts.htm.

In these meetings in-depth discussions are held on the topic “science meets religion”. 


Your work is to discover your work
And then with all your heart 
To give yourself to it



dinsdag 26 juli 2011

Keep fighting the good fight !

Steven Best
Dit is dr Steven Bestaan wie zojuist - opnieuw - de toegang tot het Verenigd Koninkrijk geweigerd is.
Je kunt personen tegenhouden, is zijn commentaar, maar ideeën niet

Je kunt hem zelfs niet beletten zijn toespraak tot ons te houden!

Het is een prachtige speech, je vindt hem hier.

Een mailtje aan Steven is mogelijk via Contact op zijn website.

'Keep fighting the good fight!'

***

zondag 24 juli 2011

Antidepressiva en dierproeven


Tot nog toe was het zo dat antidepressiva niet veel meer deden dan een placebo, behalve bij ernstige depressies en de daarbij ho­rende hogere doseringen. Dan hel­pen ze wel, al is het een beetje. Maar dan hebben ze ook meer bijwerkingen. 

Men heeft nu ontdekt, dat placebo’s die een beetje bijwerkingen hebben, meer effect hebben dan neutrale placebo's.

En daaruit volgt de conclusie dat in al het on­derzoek dat is gedaan naar de werk­zaamheid van anti-depressiva, niet een placebo met een medicijn werd vergeleken, maar twee placebo's, waarvan een met bijwerkingen en op dieren getest.

***

Irving Kirsch - The emperor's new drugs: exploding the anti-depressant myth.

Antidepressants are supposed to be the magic bullet for curing depression. But are they? I used to think so. As a clinical psychologist, I used to refer depressed clients to psychiatric colleagues to have them prescribed. But over the past decade, researchers have uncovered mounting evidence that they are not. It seems that we have been misled. Depression is not a brain disease, and chemicals don't cure it.

My awareness that the chemical cure of depression is a myth began in 1998, when Guy Sapirstein and I set out to assess the placebo effect in the treatment of depression. Instead of doing a brand new study, we decided to pool the results of previous studies in which placebos had been used to treat depression and analyze them together. What we did is called a meta-analysis, and it is a common technique for making sense of the data when a large number of studies have been done to answer a particular question. 

It is rare for a study to focus on the placebo effect--or on the effect of the simple passage of time, for that matter. So where were we to find our placebo data and no-treatment data? We found our placebo data in clinical studies of antidepressants. All told, we analyzed 38 published clinical trials involving more than 3,000 depressed patients. What we found came as a big surprise. It turned out that 75 percent of the antidepressant effect was also produced by placebos - sugar pills with no active ingredients that are used to control the effects of hope and expectation in clinical trials. In other words, most of the improvement seen in patients given antidepressants was a placebo effect.

Worse yet, it seemed that even the small seeming drug effect might have really been a placebo effect. These studies were supposed to be double-blind. That means that neither the patients nor their doctors were supposed to know whether they had been given the real drug or a placebo. As it turned out, most of them were able to figure out which they were given, especially those who had been given the real drug. Antidepressants have side effects, and when a patient experiences these side effects, they know that they are in the drug group rather than the placebo group. That knowledge could be responsible for the small apparent advantage of drug over placebo.

As you might imagine, our study was very controversial. How could these drugs, which account for about 15 percent or all prescriptions in the US, be placebos? The antidepressants we studied had been approved by the FDA. If they were just placebos, why did the FDA approve them?
  
To answer these questions, my colleagues and I used the Freedom of Information Act to get the data that the drug companies had sent to the FDA in the process of getting their medications approved. What we found was even more shocking that what our 1998 study had shown. The difference between drug and placebo was even smaller in the data sent to the FDA than it was in the published literature. More than half of the clinical trials sponsored by the pharmaceutical companies showed no significant difference at all between drug and placebo. What they did find was differences in side effects, like nausea and sexual dysfunction, produced by antidepressants; and the FDA later determined that SSRIs, the most common type of antidepressants, actually increases the risk of suicide for children, adolescents and young adults.

So why did the FDA approve these drugs? All they require is that there are two trials showing a statistical difference between drug and placebo. The drug company might have conducted 10 trials, and most have them might have failed to show positive results. Still, if there are two trials that have been successful, the antidepressant can be approved. And even in these two successful trials, it doesn't matter how large the drug effect is. It can be small enough to make no real difference in people's lives. It doesn't have to be clinically significant; It just has to be statistically significant. 

Fortunately there are alternatives to treatment with dangerous but largely ineffective drugs. Psychotherapy works, and some types of therapy have been shown to be much more effective than antidepressants over the long run. Physical exercise also works, and at least for mildly depressed people, there are self-help books like David Burns's Feeling Good, that have been tested in clinical trials and found to be effective. So if you're feeling blue, you may not have to take pills to get better. Instead, talk to your doctor about safer and more effective alternative treatments.

Irving Kirsch is Professor of Psychology at the University of Hull in the UK and author of "The Emperor's New Drugs: Exploding the Antidepressant Myth" (Basic Books, 2010).

donderdag 21 juli 2011

Dierproeven voor medicijnen


Waarschuwing! Gevaarlijke bijwerkingen


Neem contact op met uw arts over bijwerkingen bij gebruik van deze medicijnen:
  • Actos (pioglitazon) mogelijk verhoogd risico op blaaskanker - Diabetes type 2 (gemeld op 14-06-2011)
  • Avastin (bevacizumab) samen met bisfosfonaten - Kanker (gemeld op 3-12-2010)
  • Avastin (bevacizumab) samen met docetaxel - Borstkanker (gemeld op 17-12-2010)
  • Competact (pioglitazon) mogelijk verhoogd risico op blaaskanker - Diabetes type 2 (gemeld op 14-06-2011)
  • Cubicin (daptomycine) - Infecties cSSTI, RIE of SAB (gemeld op 25-01-2011)
  • Dianeal - Nierstoornis (gemeld op 20-12-2010)
  • Ebixa (memantine hydrochloride) bij oraal gebruik risico op overdosering - Alzheimer (gemeld op 11-02-2011)
  • Efient (prasugrel) overgevoeligheidsreacties - Acute ernstige hartklachten (gemeld op 21-04-2011)
  • Extraneal - Nierstoornis (gemeld op 20-12-2010)
  • Gadoliniumhoudende contrastmiddelen - Bij deze onderzoeken: magnetische kernspinresonantie (MRI) en bij magnetische resonantieangiografie (MRA) (gemeld op 10-03-2011)
  • Loftyl (buflomedil) hoog risico op cardiotoxiciteit en neurotoxiciteit - Ernstige doorbloedingsstoornissen in de benen (gemeld op 20-05-2011)
  • Lucentis (ranibizumab) verstopte naalden - Maculadegeneratie of visusverslechtering (gemeld op 07-03-2011)
  • Multaq (dronedarone) - Hartritmestoornissen (gemeld op 21-01-2011)
  • Nutrineal - Nierstoornis (gemeld op 20-12-2010)
  • Nplate (romiplostim) - Leverfunctie verminderd (gemeld op 21-12-2010)
  • Onsenal (celecoxib) terugtrekking - FAP, poliepen in de dikke darm (gemeld op 13-04-2011)
  • Pegasys (peginterferon alfa-2) terugroeping spuiten: batches B1208 en B1209 - Hepatitus B en C (gemeld op 28-01-2011)
  • Pulmicort (budesonide) 100 & 200 µg/dosis CFK-vrije dosisaërosol gaat uit productie - Astma bronchiale (gemeld op 11-03-2011)
  • Roaccutane (isotretinoïne) - Ernstige vormen van acne (gemeld op 11-01-2011)
  • Revlimid (lenalidomide) samen met dexamethason - Multipel myeloom (gemeld op 16-12-2010)
  • RoActemra (tocilizumab) - Reuma (gemeld op 03-12-2010)
  • Sutent (sunitinib) samen met bisfosfonaten - Kanker (gemeld op 03-12-2010)
  • Tygacil (tigecycline) risico op superinfecties, in het bijzonder longontsteking (gemeld op 20-02-2011)
  • Vectibix (panitumumab) risico op keratitis (ulcerosa) - Wordt gebruikt na falen van andere vormen van chemotherapie (gemeld op 25-05-2011)
  • Vistide (cidofovir) - Bij Off-label gebruik (gemeld op 19-01-2011)
  • Vivaglobin (humaan normaal immunoglobuline voor subcutane toediening) risico op trombose (gemeld op 4 april 2011)
  • Zerit (stavudine) op langere termijn ernstige bijwerkingen - HIV (gemeld op 20-02-2011)
Lijst bijgewerkt volgens laatste meldingsdatum 14 juni 2011.
Bron: College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG).

Huisarts

Ik bel de huisarts om een afspraak te maken. “Toets 1 voor directe noodhulp. In andere gevallen: blijft u aan de lijn.” Ik blijf aan de lijn, resultaat: in gesprektoon. Dat blijft zo, dus ik besluit uiteindelijk zelf maar even langs de praktijk te fietsen voor een afspraak.
De huisarts heeft drie assistentes, maar geen van drieën is deze middag aanwezig. Afspraak maken lukt niet.

De volgende dag bel ik weer. Bingo: ik krijg een assistente aan de lijn! 

 “Met Barend. Ik zou graag een afspraak willen maken.”

“Dat is goed. Kan dat VOLGENDE WEEK?“

Let wel: het is woensdagochtend.

Ik heb er genoeg van en zeg dat ik niet voor de lol bel. Mevrouw doet een concessie. Ik mag vrijdag komen. Nog maar twee nachtjes slapen. 

Dingetje





Door: Bas van der Schot

woensdag 20 juli 2011

Terese I.M.


Terese Grassi 
(overl. 20-7-2010)

dieractiviste

onvermoeibaar, onverschrokken

***

maandag 18 juli 2011

Duchenne, ziekte van -

De voorzieningenrechter in Amsterdam heeft de vordering van een ouderpaar afgewezen om het geneesmiddel Ataluren, waarvoor in Nederland geen handelsvergunning is verkregen of aangevraagd, aan hun aan de ziekte van Duchenne lijdende zoons van 12,5 en 15 jaar oud, ter beschikking te stellen.

De ouders hadden het Amerikaanse bedrijf PTC en het Nederlandse bedrijf Genzyme in kort geding gedagvaard tot levering van dat geneesmiddel, omdat het middel volgens hen positieve effecten heeft op de gezondheidstoestand van de jongens. Het middel Ataluren wordt ontwikkeld door PTC en Genzyme is rechthebbende om het te zijner tijd op de Europese markt te brengen.

Ataluren bevindt zich thans nog in de experimentele fase. De jongens hebben deelgenomen aan een onderzoek waarbij het middel op experimentele basis werd verstrekt. Volgens de ouders, de jongens zelf, hun fysiotherapeut en de school functioneerden de jongens beter toen zij het middel toegediend kregen dan daarvoor en daarna.
De proef met het medicijn is echter stopgezet, nadat een onafhankelijke commissie daartoe had geadviseerd, omdat een positief effect van de toegediende dosis, in vergelijking met een aan een deel van de deelnemers verstrekt placebo, volgens deze commissie niet is aangetoond.

Er staat wel een vervolgonderzoek op stapel, waaraan de jongens ook zullen kunnen deelnemen, maar het is nog onduidelijk wanneer dat zal plaatsvinden. De ouders stellen daarop niet te kunnen wachten, omdat de ziekte een onomkeerbaar negatief verloop heeft en de levensverwachting van de kinderen gering is. De meeste lijders aan de ziekte van Duchenne, voornamelijk jongens, worden niet ouder dan 30 jaar.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat het PTC en Genzyme op basis van de huidige wet- en regelgeving in Nederland niet vrijstaat om het middel buiten het kader van een wetenschappelijk onderzoek ter beschikking te stellen en dat zij daartoe dan ook niet verplicht zijn.
Op grond van de Geneesmiddelenwet is het verboden om in Nederland medicijnen op de markt of in voorraad te hebben en/of te verstrekken, zonder dat daarvoor een handelsvergunning van de Europese Gemeenschap is verleend. Daarop zijn wel enige uitzonderingen, maar die zijn aan strikte regels gebonden, waaraan in dit geval niet is voldaan. Zo is het middel in een ander land nog niet in de handel, noch is er is een verklaring van een arts, zoals de wet verlangt, beschikbaar waarin deze Ataluren voor de jongens noodzakelijk acht. Evenmin is uit de onderzoeken gebleken dat Ataluren als geneesmiddel voor Duchennepatienten effectief is. Daarnaast is niet duidelijk welke doses zouden moeten worden voorgeschreven en hoe lang.

De voorzieningenrechter overweegt dat de farmaceutische industrie wel een zorgplicht heeft ten opzichte van deelnemers aan dergelijke onderzoeken met geneesmiddelen. Zo moeten de deelnemers kunnen profiteren van eventueel in die onderzoeken geconstateerde gunstige effecten. Dit is ook vastgelegd in het Verdrag van Helsinki. Het gaat daarbij echter om collectieve voordelen op basis van gemiddelden die voortvloeien uit de resultaten van het onderzoek. Het oordeel van de onafhankelijke commissie dat daarvan tot dusver geen sprake is, kan niet terzijde worden geschoven op grond van bevindingen, buiten dat onderzoek om, van derden.

De familie mag wel van PTC en Genzyme verlangen dat zij zich op grond van hun zorgplicht zullen inspannen dat de jongens zo spoedig mogelijk zullen worden toegelaten tot het vervolgonderzoek waarbij het middel, eventueel in verbeterde vorm, weer ter beschikking zal worden gesteld.

Commentaar
Een degelijk vonnis, met een grote emotionele lading voor alle betrokkenen. De rechter houdt het hoofd koel en heeft m.b.t. de toepasselijke regelgeving ongetwijfeld veel steun gehad aan de advocaat van de farmaceut.

Het is heel begrijpelijk dat de ouders het middel aan hun kinderen willen geven, nu die daarop positief reageerden. Het risico van een afwijzing - en kostenveroordeling - in een juridische procedure namen ze voor lief. Hun teleurstelling moet groot zijn.

De farmaceutische industrie heeft echter al heel wat pijnlijke lesjes geleerd, en de weigering van de fabrikant is dan ook wel weer begrijpelijk. Daar komt bij dat de jongens paradoxaal reageerden, d.w.z. op een hoge dosis, terwijl bij de andere kinderen juist enig effect werd gezien bij een lage dosis. Dat maakt het allemaal nog ingewikkelder.
Gemiddeld genomen werd echter te weinig effect gezien - ondanks alle voorgaande dierproeven - en de tests werden stopgezet.

zondag 17 juli 2011

Het supermarktparadijs

Mensen zouden geen mensen zijn als ze niet op tamelijk hysterische wijze op de loop zouden gaan met de onschuld van het dier. Onge­veer zo: dieren zijn beter dan mensen, want dieren slachten elkaar niet op grote schaal af en ze martelen elkaar ook niet. (dierproeven ! BW) Dat klinkt wel zoet, maar de mens zien als een martelende slachter belicht slechts de duistere kant van de mens.

De mens is ook in staat tot oneindige goedheid, dankzij zijn empathische vermogens. Dieroptimisten vergeten gemakshalve dat in de dierenwereld dierenkinderen door hun ouders worden vermoord. Broers en zussen eten elkaar op. Naar menselijke maatsta­ven gemeten is het dierenleven keihard.
Het beste voorbeeld om de mens die het dier hoger aanslaat dan de mens de mond te snoeren, is het ziekenhuis. Welke dierensoort buiten de mens maakt er zoveel werk van zijn soortgenoot voor het leven te bewaren? Dat is toch een geweldige menselijke eigenschap waar geen dier aan kan tippen?
***
Het is tegenwoordig erg populair om het onderscheid tussen mens en dier te bagatelliseren en zelfs te ontkennen. Het bewustzijn als onderscheidend criterium tussen mens en dier zou ook niet meer gelden.
Het hoeft geen betoog dat dieren een daad niet kunnen evalu­eren op de complexe manier zoals de mens dat kan. 'Is het wel ver­antwoord dat ik dit eet?' 'Is het slecht dat ik dominantie in de groep nastreef?' 'Is het goed dat ik besta?' Dergelijke morele vraagstukken die voortkomen uit ons bewustzijn zullen een dier niet uit zijn slaap houden. Dat betekent niet dat het dier per definitie minder is dan een mens. Het is slechts een constatering dat een mens in staat is tot een hoge mate van bewustzijn en een dier niet.

Een Nederlands onderzoek naar luxe en decadentie laat zien dat ook de nuchtere kaaskop waar het hem uitkomt meet met twee maten. Veel mensen die exorbitant hoge salarissen streng veroor­deelden, zouden een dergelijk hoog salaris niet weigeren als het hun zou worden aangeboden. Dit geheel volgens het psychologi­sche principe: anderen verdienen het niet, ikzelf verdien het wel. En: misschien is het niet goed, maar omdat ik het ben is het wel oké om zoveel te verdienen.

De nivelleringsdrift laat het afweten als het lonen van arbeiders in lagelonenlanden betreft. Hoewel deze sloebers vaak maar enkele dollars per dag verdienen, zijn maar weinig Nederlanders daar ver­ontwaardigd over. Er wordt meteen geroepen: 'Ja maar de prijzen zijn daar toch veel lager!' en 'Dat is de economie!' Gemakshalve wordt eraan voorbij gegaan dat de arbeider in de derde wereld echt stukken armer is dan de gemiddelde westerling.
Als anderen het veel slechter hebben vinden we dat blijkbaar heel normaal, als anderen het veel beter hebben, noemen we het onrechtvaardig.

Er bestaat ook een andere definitie van armoede volgens het Sociaal-Culturele Planbureau. Daarin worden andere behoeften opgenomen, zoals het houden van een huisdier, een abonnement op een krant en budget voor beschei­den vormen van recreatie. Dit wordt de 'niet veel maar toereikend'­variant genoemd. Als de minimale armoedegrens wordt opgerekt naar deze norm, zijn er meer mensen arm. In 2008 wordt geschat dat 5,6% van de huishoudens volgens deze definitie arm is. Deze nieuwe armen hebben misschien wel te eten, maar een knaagdier of de Donald Duck valt buiten het schamele budget. Dit is ook armoede volgens velen, want als iedereen in de buurt lid is van een sportver­eniging, is het zielig als dat ene gezin geen geld heeft voor de con­tributie om de kinderen te laten voetballen.

Dat klinkt logisch en het is zeker sympathiek, maar als deze logica wordt doorgetrokken dreigt het begrip armoede aan inflatie ten onder te gaan. Stel dat de hele buurt in een Rolls Royce rijdt, dan is het zielig als je in een B M W naar je werk moet. Dit is natuurlijk een karikatuur, maar het is belangrijk te constateren dat als armoede als relatief begrip wordt gebruikt, de armoedegrens steeds wordt opgerekt naarmate een land welvaren­der wordt.

Met andere woorden: zo blijf je altijd armoede houden en is het een leugen te stellen dat armoede een probleem is dat opgelost kan worden. Bovendien kun je op dezelfde wijze de armoede in Nederland ook helemaal wegredeneren. De 3,4% armsten in Neder­land hebben waarschijnlijk wel meer dan een golfplaten dak boven het hoofd en elke dag een warme maaltijd. Dat kunnen een miljard wereldburgers die veroordeeld zijn tot een bestaan in sloppenwijken onze Hollandse armen niet nazeggen. Vergeleken met deze sloe­bers zijn de Nederlandse minderbedeelden gefortuneerd. Moeten we door deze vergelijking de 3,4% van de Hollandse huishoudens dan niet serieus nemen in hun armoede? Volgens deze redenering is daar wel iets voor te zeggen. Bijkomend voordeel is dat we dan de armoede in Nederland als uitgebannen kunnen verklaren.
De toekomst zal uitwijzen of dit een gouden eeuw is of een zinsbegoocheling, maar genoemde feiten rechtvaardigen de stel­ling: de armoede in Nederland anno 2008 kan in het licht van de geschiedenis worden gebagatelliseerd. De groep armen is historisch gezien klein en volgens deze historische feiten al helemaal niet arm. 3,4% arme huishoudens vertegenwoordigen nog steeds een hoop mensen die de eindjes aan elkaar moeten knopen, maar met de rest gaat het redelijk tot zeer goed. Ondanks kredietcrisis en het bestaan van voedselbanken blijft Nederland een rijk land. De statistiek en onze eigen observaties kunnen niet anders concluderen. De over­grote meerderheid van de Hollanders leeft in letterlijk ongekende welvaart.

 ***
Fragmenten uit:
Roland Duong Het supermarktparadijs
Atheneum Polak & Van Gennep, Amsterdam 2010; €18,95

Cheetah

"Wij vinden het zielig om een jachtluipaard op te sluiten in een kleine kooi. Ons empathisch vermogen vertelt ons dat dit beest wil rennen en de kleine kooi beknot het luipaard dermate dat wij menen de essentie van het luipaard geweld aan te doen door hem in een kooi te stoppen." 

Dit schrijft Roland Duong in het boek Het Supermarktparadijs.
Maar dan vergist hij zich toch behoorlijk. 
Zelfs in kleine dierentuinen als Amersfoort en Kerkrade tref je ze aan. En niemand die er iets van zegt.

Wereldwijd worden er meer dan 2.000 in gevangenschap gehouden.

De totale overblijvende populatie in het wild wordt geschat op 12.000.

Cheetah in de dierentuin (door Philip)

Wilde dieren horen niet thuis in een dierentuin, zij horen thuis in de wilde natuur. Maar laat nu net deze natuur overwoekerd worden door een andere diersoort, ze noemen zich mensen en ze hebben het lef om zich intelligent te noemen.
Intelligente mensen leven samen in symbiose met de natuur om hun heen. Deze zgn intelligente mensen zijn de parasieten geworden, ze nemen maar geven niets meer terug. Dus soorten blijven verdwijnen, enerzijds omdat de omgevingsruimte van deze diersoorten inkrimpt, anderzijds door het massaal jagen op deze diersoorten voor de fun.

Dan komen de dierentuinen te pas, waarbij diersoorten moeten leven in een hokje van 10/10 meter, terwijl hun natuurlijke biotoop hun de vrijheid gaf om te leven op een stuk land van een paar vierkante km.
Waarbij de dieren dan worden bekeken door vele bezoekers zoals een rariteitenshow. Waarbij ze shows gaan opvoeren, of fokprogramma's op poten gaan zetten, zodat de soort kan terug uitgezet worden in het wild.

Hoe hypocriet is men dan niet, men neemt die dieren hun biotoop af, gaat dan fokprogramma's in het leven roepen om die diersoorten weer uit te gaan zetten. Waar worden ze uitgezet? Hun biotoop is vernield door zgn intelligente mensen.

Enkele tijd geleden nog een nieuwsbericht in de krant: Vlaamse bever doodgereden in Nederland. Deze bever was enkele uren er voor pas uitgezet.

Of de cheetah's, die op het randje van uitsterven staan; gaan ze fokprogramma’s voor op poten zetten, maar wat blijkt nu: de genetische diversiteit neemt zienderogen af.
Dus omdat ze nagenoeg volledig genetisch verwant zijn, wat meestal zo is met dierentuinendieren, haalt de soort het in het wild niet meer.

De meeste dierentuindieren zijn genetisch verwant aan elkaar, dat komt nu eenmaal door fokprogramma’s, waarbij vrouwtjes of mannetjes worden uitgeleend aan een andere dierentuin.

Dierentuinen en hun zgn uitzetprocedures en fokprogramma's zijn hypocriet.

***
Commentaar (BW):
Er zijn uiteraard volop cheetahs in ons land (evenals in dierentuinen onmiddellijk over de grens).
Tot zelfs de kleinste dierentuin van ons land, Amersfoort, 10 ha, heeft een hokje voor 1 cheetah.
Geen medelijden.