De Zee, waarin mijn Ziel zichzelf weerspiegeld ziet;
De Zee is als mijn Ziel in wezen en verschijning,
Zij is een levend schoon en kent zichzelve niet.
Heel soms krijg je veel waar voor weinig geld. Dat geldt zeker voor het essay van Bert Keizer over de ziel. Hij polemiseert daarin met Dick Swaab, de man van de stelling ‘wij zijn ons brein’. Ik heb Swaab niet gelezen, dus over de polemiek heb ik geen oordeel. Maar Keizer probeert de ziel in leven te houden. Hij verwerpt het reductionisme van Swaab, in een redelijk heldere, maar zeker niet eenvoudige exercitie.
Ik ga niet hele betoog navertellen – ingedeeld in achttien korte hoofdstukken - maar pik er slechts enkele elementen uit die mij opgevallen zijn. Het gaat in hoofdstuk 1 vooral over niet-humaan, geestelijk leven. De schrijver levert scherpe kritiek op de manier waarop vissen gedood worden in de beroepsvisserij. Hij vervolgt met de manier waarop de mens met kippen omgaat. Je gaat ervan over je nek als je terugleest, hoe in het Verre Oosten de kippen geruimd werden.
Wat het lijden betreft waarin mens en dier overeenstemmen, en wat dierlijk leven aanspraak op gelijkberechtiging geeft, stelt Keizer dat de mens mèèr lijdt dan het dier, door zijn tijdsbesef. Welnu, het is waar dat dieren geen besef van eindigheid hebben. Daar staat tegenover dat het dier ook niet weet waardoor of waaraan het lijdt, en er dus ook geen zin aan kan geven. Het is dus nog maar de vraag wie de kampioen-lijden is.
Hieraan vast knoopt hij het probleem van de euthanasie. Als we dieren laten inslapen om humane redenen, zou dat dan ook niet mogelijk moeten zijn bij uitzichtloos lijden, van bijv. diep-dementen en comapatiënten?
De schrijver is niet vies van het begrip ‘persoon’, dat m.i. een theologische notie is. Wel is er ook een sneer naar het christendom, die hij baseert op Plato. Het gaat over de afkeer van de wereld, “een van de meest penetrante en vervelende aspecten die Plato aan de ziel meegaf, en die de sfeer binnen het christendom grotendeels bepaald heeft.”
De filosoof van wie Keizer graag een foto met handtekening zou willen hebben, is een Amerikaan, met de naam Alva Noë. Deze beschrijft dierexperimenten, net als twee geciteerde Nobelprijswinnaars. Ondanks Keizers afkeer van deze proeven noemt hij ze wel, zowat in iedere publicatie. Hij zegt dat die proefdieren ‘pech’ gehad hebben. Een smet op zijn werk.
De ontknoping is verrassend in die zin dat hij terugvalt op een wijsgerige stroming uit de vorige eeuw, zonder die overigens met zoveel woorden te noemen: de fenomenologie. Door zijn focus op de Angelsaksische filosofie heeft Keizer de continentale ontwikkeling blijkbaar gemist.
De theorie wordt mooi geïllustreerd aan de standaardweergave van zien, als volgt:
Er valt een beeld op ons netvlies.
Dat beeld wordt omgezet in impulsjes, die de gezichtszenuw verder leidt naar de optische schors (in de hersenen).
In de optische schors worden die impulsjes weer omgezet in een beeld, zodat er gezien wordt.
Terecht vraagt Keizer hoe dat dan precies gaat: hoe kom je van impuls tot beeld? En ook: wat heb je aan een beeld in de hersenen?! Welnu: wij zijn niet ons brein. Wij zijn wel een samenspel tussen brein, lichaam en wereld.
***
Bert Keizer, Waar blijft de ziel? (2012); 148 blz. € 4,95
P.S. Grappig is Keizers typisch medische afkeer van aderlaten:”stompzinnige maatregel” die duizenden mensen het even gekost heeft.(hst. 2) Hierin loopt hij achter. Aderlaten kan bijv. levensreddend zijn voor lijders aan hemochromatose (ijzerstapeling). De oorzaak van deze ziekte is een puntmutatie van een HLA-gelinkt gen, die resulteert in een afwijking in het MHC-1 proteïne.
Eén op acht mensen van West-Europese afkomst is drager van deze mutatie. Het is de meest frequente mono-allelische genetisch overdraagbare ziekte bij het blanke ras. Een historische verklaring voor het voortbestaan van deze mutatie is dat lijders aan de ziekte de pestepidemieën hebben kunnen overleven.
Al eerder is op dit blog Godfried Bomans geciteerd, die zei dat dieren meer lijden dan mensen omdat zij niet weten waarom ze lijden. Om deze reden moet je naar mijn mening ook terughoudend zijn bij het geven van bv. chemotherapie aan dieren.
BeantwoordenVerwijderen