1.
In het begin van de 90-er jaren wordt, naar het
voorbeeld van de ziekte van Parkinson, de oorzaak van Alzheimer gezocht in een
probleem met neurotransmitters. Dit is het spoor van de haperende signaaloverdracht
die tot afstervende hersencellen zou leiden, met stapeling van eiwitten tot gevolg.
Maar noch bij Parkinson noch bij Alzheimer wordt genezing bereikt, met toediening
van resp. dopamine en acetylcholine.
2.
Wanneer het spoor van de neurotransmitters
begint dood te lopen worden oorzaak en gevolg omgekeerd: het zijn nu de plaques
en kluwens die de hersencellen doden. Dat veronderstelde Alois Alzheimer zelf
al in 1906.
In 1999 publiceert Dale Schenk zijn eerste
resultaten. Hij zet in op vaccinatie: een kleine hoeveelheid beta-amyloid Zijn dierexperimenten
zijn opzienbarend: bij de meeste MUIZEN lost de plaquevorming helemaal op,
zonder schadelijke bijwerkingen. Schenk voert daarna experimenten uit bij APEN
en KONIJNEN.
Dan komen de patiënten aan de beurt,
Amerikanen en Britten. Het wordt een daverende mislukking.
3.
In 1998 brengt Novartis rivastigmine (©Exelon) op de markt. Het remt een
enzym, t.w. cholinesterase. Neuroloog Jansen Steur is een van de
voorschrijvers. Een middel met minieme effecten en akelige bijwerkingen.
Gepresenteerd als dementieremmer: “niet
genezend, wel vertragend.” Maar zegt de voorzitter
van de Gezondheidsraad - nu: “Dat is feitelijk onjuist. Als iemand met longkanker erg hoest en je geeft een
middel tegen de hoest, ben je dan de kanker aan het vertragen? Natuurlijk
niet.”
4.
In januari 2008 wordt de oplossing voor de
ziekte van Alzheimer dan toch eindelijk gevonden. Overal ter wereld maken kranten
en tijdschriften (Science!) er melding van: de lang verwachte doorbraak is
daar!
Het betreft toepassing van etanercept (©Embrel), een ontstekingsremmer voor
reuma.
In 2011 wordt toediening gestaakt: het middel
werkt niet blijvend.
***
Bron: Koos Neuvel, Alzheimer. Biografie van een ziekte (2014)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten