Respect voor dieren

maandag 20 april 2020

DIERENARTS

Wat geldt voor schrijvers en critici, geldt ook voor dierenartsen en vivisectionisten. 

De zwakke broeders en zusters worden criticus, of gaan dierproeven doen. (Osterhaus, Koopmans, Fentener v. Vlissingen, enz.)

vrijdag 17 april 2020

ZO DOEN ZE DAT

https://youtu.be/xxFbQfbxXjI
 

PERCENTAGE


De jaarlijkse verslaggeving over dierproeven door NVWA heet ‘Zo doende’. Het woord dierproeven’ liever niet in de titel, dat begrijp je wel. ‘Zo doende’ zou ook een kookboek kunnen zijn, of iets anders onschuldigs.
Verdedig(st)ers van dierproeven maken graag gebruik van percentages. Dat komt beter over. 10% Klinkt beter dan bijv. 50.000 dieren. Bijlage 1 bij dit verslag heet zelfs ‘Dierproeven in 2018 in percentages’!
Toch staat er een interessant percentage in. Het aantal proeven dat gedaan werd ZONDER wettelijke bepaling, dus ‘onverplicht’, voor de lol, is 70,6%! Dat komt neer op ruim 300.000 dieren.

woensdag 15 april 2020

UITFASEREN (dierproeven)


Dierproeven onmiddellijk willen stopzetten is niet reëel en zal ook niet gebeuren.
Het gaat erom dat dierproeven uitgefaseerd worden, afgebouwd. Als daarover consensus bereikt is, dan kan het hard gaan.
Echter, er zal iets tegenover moeten staan. En wel investeringen in nieuw onderzoek, zonder proefdieren. Voorkomen moet worden dat de burger(es) kan denken dat de medische zorg in gevaar komt. Het accent dient dan ook te liggen op het belang van de geneeskunde.

Iets dergelijks is al voorgesteld in 1959. Dat zijn de drie V's: vervangen, verminderen, verfijnen.  Nog altijd zijn die drie V's een excuus, een dekmantel, om door te gaan met proeven. Het aanvankelijk positieve idee is omgeslagen in zijn tegendeel. Dat kon gebeuren door het uitblijven van 'geoormerkte' investeringen.

dinsdag 14 april 2020

AANTAL DIERPROEVEN

Het aantal dierproeven is in de loop van ruim 40 jaar sterk gedaald. Daaraan kun je zien hoe gemakkelijk vroeger dierproeven gedaan werden. Volstrekt gewetenloos, en daar is helaas niets aan veranderd.
Een van de oorzaken is het onderwijs, de opleiding, waarin proefdieren nog altijd vast bestanddeel zijn.


Ook hier maak je kennis met de boosaardigheid van de mens die dierproeven doet. Die beweert namelijk steevast het tegenovergestelde: de daling laat zien hoe gewetensvol vivisectionisten zijn!
De waarheid is dat de oorzaak van de daling de Wet op de Dierproeven is, uit 1977. Pas toen werden dierproeven enigszins aan banden gelegd. Met resultaat!

Daarbij hoort dat deze wet niet uit de lucht kwam vallen. Er is ongeveer 100 (honderd) jaar strijd voor gevoerd! Nederland was een van de laatste Westeuropese landen met zo’n wet. De daling van het aantal dierproeven is dan ook eerst en vooral toe te schrijven aan het niet aflaten van het verzet ertegen door fatsoenlijke mensen. Door activisten. Voor en na de Wet.


Sinds de jaren 90 vlakt die daling alweer af. Kennelijk is het effect van de Wet uitgewerkt. Het laagste aantal dat bereikt werd was in 2016, toen ca. 450.000 dieren in proeven misbruikt werden.
Overigens wordt er alles aan gedaan om die cijfers zo gunstig mogelijk voor te stellen, maar dat is een ander verhaal. Alleen nog dit: niet meegeteld worden de proefdieren die ‘in voorraad’ gedood zijn. De reservedieren. Dat zijn er bijna net zoveel als in proeven misbruikt worden. Alleen al hieraan zie je hoe gewetenloos òòk de overheid - ambtenaren, politici - deze beschamende experimenten probeert te verbloemen.
De les die we hieruit kunnen trekken is enerzijds dat verzet loont; anderzijds dat het niet genoeg is. Zelfs een Partij voor de Dieren in het Parlement maakt geen verschil! Afschaffing van dierproeven zal dus echt van ons dierenvrienden (m/v) moeten blijven komen!

Grafiek: Datagraver

vrijdag 10 april 2020

PROEFDIERVRIJ


Proefdiervrij bericht enthousiast over het feit dat het tien jaar geleden overgegaan is op de financiering van onderzoek zonder proefdieren. Daaraan is sindsdien € 5.000.000 gespendeerd. Er is dus een potje waar onderzoekers die normaal dierproeven doen, als het zo uitkomt beroep op kunnen doen.

Het aantal proefdieren dat daarmee uitgespaard is, is niet te zeggen. Cijfers over 2019/2020 hebben we sowieso niet. In totaal werden er in 2010 ca. 600.000 proeven gedaan, in 2018 ca. 450.000. Feitelijk schommelt het aantal al jaren rond 500.000. Het verschil kan m.i. maar voor een miniem deel aan Proefdiervrij toegeschreven worden.

-De eerste vraag is wat Proefdiervrij ertoe bracht om deze weg in te slaan. De organisatie worstelt haast vanaf het begin, in 1890, met haar identiteit. Na 100 jaar werd definitief afscheid genomen van het woord (anti-) Vivisectie in de naam, en werd het Proefdiervrij. Een zwaktebod. Het is alsof ze zich schaamt tegen dierproeven te zijn. Koren op de molen van de verdedigers van vivisectie en andere dierproeven.

-De tweede vraag is of we blij moeten zijn met het afscheid van de meer activistische koers.
Ik denk het niet. We kunnen niet zeggen dat onderzoek met proefdieren echt teruggedrongen is. Verre van. In mijn ogen is het een fletse club. Haast een wonder dat ze nog bestaat.
Ik herinner me nog goed de spraakmakende tv-spotjes tegen dierproeven. Dat is meteen ook de laatste keer dat de organisatie van zich liet horen. Ik heb het moeten opzoeken: het was in 2005. Ook met Frank Wassenberg, meen ik, destijds werkzaam bij Proefdiervrij. Spotjes helaas niet terug te vinden.

DIERPROEVEN: PRE-KLINISCH

De ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel duurt tien tot vijftien jaar. De verschillende stappen in dat proces hebben invloed op het aantal misbruikte proefdieren. 

Ontwikkelingstraject:
Stap 1: Fundamenteel onderzoek naar ziekteprocessen.
Stap 2: Meer dan 10.000 stoffen worden gescreend op mogelijke farmacologische werking en toxicologische eigenschappen via High-Throughput Screening (HTS) (virtual screening en/of snelle in vitro testen).
Stap 3: Van +/-1000 hitstoffen worden farmacokinetische en toxicologische eigenschappen in silico (=computer) voorspeld.
Stap 4: +/-100 stoffen worden met gerichte in vitro assays getest op farmacologische eigenschappen en opname door de darm.
-----------------------------------------------
Stap 5: Farmacokinetische eigenschappen van +/- 10 overgebleven stoffen worden in rat of muis in vivo getest.

Stap 6: Farmacologische eigenschappen van +/- 5 overgebleven stoffen worden in vivo op muis of rat getest.

Stap 7: 1 stof wordt uitgebreid getest op toxicologische en farmacokinetische eigenschappen, vaak op meerdere diersoorten.
Regelgeving heeft grote invloed op deze stap.