De meeste indruk in het boek over de geschiedenis van de pil maakt de beschrijving van de angst voor bijwerkingen.
Pincus had niet alleen te weinig (en te weinig betrouwbare!) vrouwelijke proefpersonen, de angst zat ‘m ook in de vraag wat er zou gebeuren als vrouwen dit middel langdurig slikten. Het middel bootst de natuur na in het stoppen van de ovulatie tijdens zwangerschap. Het is een ingewikkeld proces: als ik het goed heb, krijgen de bijnieren vanuit de hersenen (hypofyse) het signaal om het hormoon progesteron te produceren dat weer inwerkt op de eierstokken.
Verder moet de anticonceptie niet leiden tot zwangerschap maar ook niet tot onvruchtbaarheid.
Moeilijk experimenteren, net zo moeilijk als dat is met een vaccin.
Trial and error! Tijdgenoot Jonas Salk, van het poliovaccin, wordt ook genoemd.
Pincus had getest op konijnen en ratten, maar hoe vergelijkbaar zijn die
dieren met de vrouwelijke mens? Het grootste deel van het boek gaat
over dit probleem.
Het laat ook iets zien van de zwarte kanten van de experimenten in medisch onderzoek. Over de dierproeven blundert Eig zelfs, op de laatste bladzijde. Daar schrijft hij dat de proefdieren “hun leven aan de wetenschap schonken”!
Dat doen zelfs mensen niet, laat staan weerloze dieren.
Vanuit diezelfde achteloze mentaliteit liet Pincus proeven doen op straatarme vrouwen in Puerto Rico en Haïti. Ook op vrouwen (en mannen!) die in een psychiatrische inrichting in de buurt zaten. (Shrewsbury, MA)
Niks bijzonders, zeker niet midden jarig vijftig van de vorige eeuw - en eerder. Voor een onderzoeker heiligt het doel de middelen. Geweten op een laag pitje. Aan regels en andere beperkingen hebben onderzoekers een bloedhekel.
De schrijver had misschien nog iets dieper op de fysiologische aspecten van het onderzoek kunnen ingaan. Uit het voortdurend zoeken naar de juiste dosis zou afgeleid kunnen worden dat Pincus de benodigde hoeveelheid hormoon in het bloed niet kon meten. Hoe is de interactie met andere medicijnen? Denk bijv. aan het hormoon insuline dat door diabetici geïnjecteerd moet worden. (niet geslikt!) Etc.
----
Jonathan Eig, De man die seks uitvond (Uitg. Carrera 2014)
Het laat ook iets zien van de zwarte kanten van de experimenten in medisch onderzoek. Over de dierproeven blundert Eig zelfs, op de laatste bladzijde. Daar schrijft hij dat de proefdieren “hun leven aan de wetenschap schonken”!
Dat doen zelfs mensen niet, laat staan weerloze dieren.
Vanuit diezelfde achteloze mentaliteit liet Pincus proeven doen op straatarme vrouwen in Puerto Rico en Haïti. Ook op vrouwen (en mannen!) die in een psychiatrische inrichting in de buurt zaten. (Shrewsbury, MA)
Niks bijzonders, zeker niet midden jarig vijftig van de vorige eeuw - en eerder. Voor een onderzoeker heiligt het doel de middelen. Geweten op een laag pitje. Aan regels en andere beperkingen hebben onderzoekers een bloedhekel.
De schrijver had misschien nog iets dieper op de fysiologische aspecten van het onderzoek kunnen ingaan. Uit het voortdurend zoeken naar de juiste dosis zou afgeleid kunnen worden dat Pincus de benodigde hoeveelheid hormoon in het bloed niet kon meten. Hoe is de interactie met andere medicijnen? Denk bijv. aan het hormoon insuline dat door diabetici geïnjecteerd moet worden. (niet geslikt!) Etc.
----
Jonathan Eig, De man die seks uitvond (Uitg. Carrera 2014)
Zelfs meisjes van een jaar of elf uit de Caraïben werden als proefpersonen gebruikt.
BeantwoordenVerwijderen