Respect voor dieren

vrijdag 11 september 2009

Partij voor de Dieren

Hebben jullie al het hoedje gezien dat Marianne Thieme op Prinsjesdag gaat dragen? Er staat op te lezen dat er op maandag geen vlees moet worden gegeten.
Eeuwenlang is er in christelijke landen op vrijdag geen vlees gegeten. Bij mijn weten is er geen dier minder om vermoord.

Het is beter om zeven dagen per week vlees- en visloos te propageren en liefst ook ei- en zuivelloos.

En niet alleen geen bont meer kopen, maar ook geen leer.

Ten slotte vraag ik me af waarom de Partij voor de Dieren zich als een milieupartij wil profileren. Alle politieke partijen beweren het milieu een warm hart toe te dragen. Laat de PvdD alsjeblieft de nadruk blijven leggen op het bestrijden van dierenuitbuiting.

Ingezonden door: Erica

donderdag 10 september 2009

Fluwelen Burgwal

Fluweel is een geweven stof, waarbij rechtopstaande pluizen, de zg. pool van zijde of katoen met de kettingdraden zijn meegeweven en zijn afgesneden.
Tegenwoordig worden ook andere stoffen gebruikt, zoals linnen, wol en mohair.
Ook synthetische stoffen worden wel gebruikt. Soms wordt er een beetje lycra toegevoegd om een zekere mate van elasticiteit te bereiken.

Fluweel is een zachte en fijne, glanzende stof, die vanouds gebruikt wordt voor kostbare kleding. De uit Azië afkomstige techniek van het fluweelweven kwam
rond 1400 tot bloei in Italië, speciaal in Lucca, Florence, Venetië en Genua; die laatste stad is nog altijd een fluweelcentrum.

In de 16e eeuw werd Brugge een centrum van fluweelwevers, dat in kwaliteit voor het Italiaanse voorbeeld niet onderdeed.
Ook in andere plaatsen werd echter fluweel geweven.

Rijke mensen in de 17de eeuw droegen vaak fluweel, en woonden op een voorname gracht, waar onder andere de straatnaam Fluwelen Burgwal van getuigt, die zowel in Den Haag als in Amsterdam en Monnickendam voorkomt.

bron: wikipedia

woensdag 9 september 2009

Andries Knevel



http://www.youtube.com/watch?v=2J2bdsRySec&NR=1

maandag 7 september 2009

De tuinman en de dood

Een van de bekendste Nederlandse gedichten is ‘De tuinman en de dood’ (uit 1926), dat gaat over het lot dat men niet kan ontlopen.

Ik meende altijd dat het een vertaling van een Oosters gedicht was, maar wikipedia verwijst naar een Fransman als bron voor deze tekst (1923).
Dat vertelt ook dat de auteur Herman Franke de speurtocht naar de bron van het gedicht beschreven heeft in zijn boek De tuinman en de dood van Diana. In 1999 uitgegeven bij Podium.
Korte samenvatting op:
http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article643346.ece/Van_Eyck_ingehaald_door_De_tuinman_en_de_dood

Hoe dan ook: een vertaling.

Toevallig kwam ik een andere vertaling tegen, uit 1937 van Van Genderen Stort; veel minder dramatisch m.i. dan de overbekende versie van P.N. van Eyck:

Een tuinman snoeide rozen in een gaarde,
Gelegen in een duivengrijze streek,
Het was opeens, dat hij de Dood ontwaarde,
Die roerloos, spottend grijnzend naar hem keek.

Zijn adem stokt, hij beeft en wordt zeer bleek,
Zou graag nog toeven op de goede aarde,
Die hem zo weinig zorgen baarde,
Voor hem steeds mild en goedertieren bleek.

Dan ijlt hij tot zijn meester, die hem wenkt,
Hij stijgt te paard en rent naar Ispahan,
Waar hij zich voor de Sombere veilig denkt.

Des avonds, in de schijn der halve maan,
Doemt weer de Dood, die de heer de mare brengt:
Ik kom vanwaar uw knecht is heengegaan.


Reinier van Genderen Stort (1886-1942)

vrijdag 4 september 2009

Wordt Wakker!

Bij Wakker Dier werken ongetwijfeld aardige mensen, en zeker ook actievelingen, maar naar mijn mening helaas niet de snuggerste.

Het reclamespotje over kip beluisterde ik op de autoradio. Omdat ik uiteraard maar oppervlakkig luisterde, kon ik meteen concluderen dat het spotje niet goed is. Oppervlakkig luisteren naar reclame is de manier waarop de meeste mensen reclame aanhoren.

De tekst ervan is dat op zich wel: “een kip had nog nooit zoveel ruimte als in uw oven.” Daar is niks op aan te merken.

Maar dan volgt de jingle: K -I - P ! – het meest mishandelde stukje vlees.

Ik kon die tekst amper verstaan. Het gaat op de manier van de reclame voor kip van het Productschap voor pluimvee (PPE) die het melodietje al sinds 1979 ten gehore brengt, maar dan met de tekst dat kip het meest v e e l z i j d i g e stukje vlees is.

Het is dus niet moeilijk om in te zien dat bestendiging van deze melodie bij de luisteraar - of die dat wil of niet (subliminaal) - in herinnering h o u d t dat kip “het meest veelzijdig stukje vlees” is.
Na 30 jaar poets je dat niet maar even weg.

Onbegrijpelijk dat Wakker Dier dit niet inziet.

Wordt Wakker - 'het zonnetje (deuntje) is al op.'

Wakkerdierentaal

De leiding van Wakker Dier meent dat het liegebeest is.
Je vraagt je af waar die mensen geboren en opgegroeid zijn.
Ik heb nooit anders gehoord dan liegbeest; mijn wooordenboeken bevestigen dit.

Image and video hosting by TinyPic

Taas

Taas is niet verkeerd gespeld, hoewel het wel een spellingvariant kent, namelijk taats. Woordenboeken verwijzen bij taas doorgaans naar taats, of ze vermelden zelfs alleen de vorm met twee t’s, hoewel je taas in de praktijk veel vaker hoort en leest dat taats. Maar ja, woordenboeken zijn nu eenmaal conservatief.

Taa(t)s is al een oud woord. We hebben het halverwege de 14de eeuw geleend uit het Frans. De oorspronkelijke betekenis is ‘spijker met grote, bolle kop’. Daarnaast is het onder meer gebruikt voor ‘metalen punt aan verschillende voorwerpen aangebracht’ (zo sprak men van een taats aan een wandelstok), voor ‘stalen tap van verticale assen, die in een holte draaien’, voor ‘een pen waarop een hek of sluisdeur draait’, en voor een ‘klein aambeeld dat in een bankschroef gezet wordt’.
Dat zijn veel betekenissen, maar ze maken nog niet duidelijk wat er nu met de uitdrukking iemand aan zijn taas trekken wordt bedoeld. Dat komt doordat taa(t)s nóg meer betekenissen heeft, en wel in het Bargoens of in de platte volkstaal.

Taa(t)s werd daar op twee manier gebruikt, namelijk voor ‘hoofd’ (,,je kunt een klap voor je taas krijgen’’; mogelijk is het Franse tête ‘hoofd’ hierop van invloed geweest) en voor ‘staart, penis’. De Grote Van Dale plaats de uitdrukking iemand bij zijn taas hebben voor ‘iemand te grazen hebben’ bij de betekenis ‘staart, penis’ en daar hoort natuurlijk ook de uitdrukking iemand aan zijn taas trekken bij, een uitdrukking die overigens in de Grote Van Dale ontbreekt. Van Dale Hedendaags Nederlands blijkt de vorm taas zelfs helemaal niet te kennen, noch de platte betekenissen van dit woord. Koenen geeft het woord wel in beide vormen, maar ook hier ontbreken de betekenissen die in de volkstaal volop worden gebruikt.
Gelukkig er nog het Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans van Marc de Coster uit 1998. De Coster vermeldt het woord taas tweemaal, de eerste keer bij de uitdrukking op zijn taas getrapt, voor ‘in zijn eer gekrenkt, beledigd’. Voorts vermeldt hij iemand bij z’n taas hebben voor ‘iemand te pakken hebben’. Als toelichting schrijft hij:

,,Taas is een oud Bargoens woord voor ‘kop, hoofd’, te vergelijken met het informele raap. In deze uitdrukking zou het echter eerder de betekenis hebben van ‘mannelijk lid’, zoals al vermeld door Kiliaan, 1599 (teers). Taars - eigenlijk ‘een rond stuk hout met een ijzeren pin’ - kwam in het begin van de 16de eeuw voor als metafoor voor het mannelijk lid. In dezelfde zin ook iemand aan z'n taas trekken.’’

De Coster geeft bovendien nog twee voorbeeldzinnen.
De eerste komt uit de roman De Jacobsladder (1986) van Maarten ’t Hart en luidt: ,,Als ze niet helemaal gek zijn, zullen ze inzien dat ze enkel Ruygveen en de Pinkstergemeente in de kaart spelen met hun zotternij, en dan zullen ze elkaar weer om de hals vallen en jou de zak geven. Let maar op!' ‘Eerder zullen ze U aan uw taas trekken! Elke week naar de Pinkstergemeente!’

De tweede voorbeeldzin komt uit Kunst met peren (1988) van Harrie Jekkers en Koos Meinderts. Deze zin luidt: ,,Saskia bleef doorvragen, niet omdat ze nieuwsgierig was maar om Maarten aan de praat te houden zodat ze ergens halverwege op een tactisch moment zou kunnen zeggen: Ga er even lekker bij liggen. Een kwartiertje later had ze hem bij zijn taas.’’

Kortom, taas komt uit het Bargoens, het betekent ‘pik’ en waar die zit is tamelijk bekend.
Ewoud Sanders
Reacties naar sanders@nrc.nl