Respect voor dieren

vrijdag 6 november 2015

Insect


Elk insect heeft de volgende inwendige organen: hersenen; darmkanaal; uitscheidingsorganen (buizen van Malphigi); eierstok; buisvormig hart; buikzenuw (streng). Het bloed van insecten dient n i e t  voor het transport van zuurstof en is meestal kleurloos.
Insecten hebben geen aders, maar wel een hart. Ze
hebben een open bloedsomloop. Het bloed stroomt niet door vaten maar wordt gewoon rondgepompt door het lichaam. Dit kan omdat een insect zijn weefsel vast heeft zitten aan de binnenkant van zijn uitwendig skelet. Het bloed wordt door een keten van hartspiertjes naar voren gepompt en wordt zo allereerst langs de hersenen gepompt. Daarna passeert het alle weefsels om daarna weer door het hart rond te worden gepompt. De hartspieren zijn geankerd aan de achterlijfsegmenten van het insect en beweging hiervan bevordert de bloedsomloop.

Het lichaam van een insect bevat een zeer fijnvertakt stelsel van kleine buisjes met openingen aan de zijkant van het lichaam, dit is het ademhalingssysteem. De ademhaling is niet gekoppeld aan de monddelen, maar verloopt via vele openingen in het uitwendige skelet.  Als je het achterlijf van een insect onder de microscoop zou leggen, zou je een heleboel kleine gaatjes zien, oftewel poriën. Deze poriën vormen het begin van een heel systeem van kleine buisjes, tracheeën genaamd. Deze werken ongeveer op dezelfde manier als de luchtpijp bij de mens. Er loopt een heel netwerk van die vertakte buisjes door hun lichaam. Via deze buisjes wordt de zuurstof in de lucht opgenomen in het lichaam. Om uit te ademen geven ze het koolzuurgas en water af door dezelfde buisjes.


1 Antenne

2 en 3 Bijoog

4 Facetoog

5 Hersenen

7 Rugader

8 Trachee (adembuisje)

11 Voorvleugel

12 Achtervleugel

13 Maag

14 Hart

15 Eierstok

16 Darmen

17 Anus

18 Vagina

19 + 28 Buikzenuw

20 Buis van Malpighi

21 Voet

22 Klauw

27 Krop

30 Speekselklier

32 Monddelen

A Kop

B Borststuk

C Achterlijf

Geen opmerkingen:

Een reactie posten