Henriette Bout
“De vraag of dierproeven moreel toelaatbaar zijn is maar al te vaak een
kwestie van technische lijstjes langslopen: zijn de 3V’s goed
onderbouwd, snappen we het doel van de proeven, is de opzet van de proef
wetenschappelijk deugdelijk. Dan lijken de dierproeven al gauw
toelaatbaar.
Maar in mijn optiek zijn we er dan nog niet. De
maatschappelijke vraag is ‘Vinden we dat dit doel ook het middel,
namelijk de inzet van dieren, heiligt?’ Daarvoor is een normatieve
uitspraak nodig die Dierexperimentencommissies (DEC’s) gek genoeg niet
graag expliciet doen.
Uitspraken over hoe interessant het onderzoek
eigenlijk is, of men vindt dat er veel of weinig maatschappelijk belang
mee gediend is, of het reëel is om te denken dat het maatschappelijk
doel ook binnen bijvoorbeeld 20 jaar behaald wordt. Dit soort uitspraken
worden niet snel gedaan.
Mij valt op dat de DEC’s (dierexperimentencommissies) eigenlijk heel goed
in staat zijn om verschillende visies op de waarde van dieren en op het
nut van dierproeven te verenigen met elkaar binnen de kaders van de wet.
Nu nog expliciet maken. Daarom lijkt het mij een goed idee om de ‘E’
van ‘experimenten’ in de titel van de Dier Experimentencommissies te
vervangen voor de ‘E’ van ‘ethiek’.”
***
Commentaar
Deze mevrouw, lid van het 'Nationaal Comité', heeft in ieder geval al enig idee waar de schoen wringt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten