Aan het eind van
het jaar zijn de media gewend terug te kijken. Dat is een makkelijke (en
goedkope) vorm van communiceren. Herhalen in de vorm van knippen en plakken.
Op deze aanpak
bestaat één uitzondering: de wetenschapsjournalistiek. Dat valt me ook
dezer dagen weer op. Haar programmering wijkt in geen enkel opzicht af van wat
men gewend is. Die is het hele jaar door hetzelfde, nl. melding maken van
‘veelbelovende ontwikkelingen’. Als patiënt doe je er goed aan deze teksten niet
tot je te nemen want het gaat altijd over wijkende horizonnen. Willekeurig
voorbeeld: zo hoorde ik prof. Bernards (NKI) in een recent radioprogramma
antwoorden op de vraag wanneer kanker nu echt beheersbaar wordt, althans tot
chronische ziekte gemaakt, dat dat – in elk geval voor de meeste vormen ervan –
wel over een jaar of twintig zou zijn! Vrijblijvender kan het niet worden, zou
je zeggen, maar de interviewer nam het voor kennisgeving gaan.
Het vaakst strandt
deze berichtgeving overigens bij dierproeven. Wanneer deze succesvol geacht
worden, zijn ze rijp voor de media. In de regel hoor je er daarna nooit meer
iets van.
Doordat de media
voortdurend berichten over mogelijke positieve ontwikkelingen, is er totaal geen
aandacht voor wat er in enig jaar bereikt IS, zeg 2012. Op die manier lijkt het
er zelfs op dat er nooit wat bereikt wordt. Geneeskunde als trial and error
– misschien is dat ook wel zo.
Hartelijk dank voor uw briefje. Inderdaad kijken de media aan het eind van een jaar graag terug, en ik heb de indruk dat ook onze lezers dat graag doen.
BeantwoordenVerwijderenOok de wetenschapsredactie van NRC Handelsblad kijkt terug: aanstaande maandag, op oudejaarsdag, geven we een overzicht van de belangrijkste wetenschappelijke ontwikkelingen en doorbraken van 2012.
Vriendelijke groet,
NRC Handelsblad, redactie wetenschap