Respect voor dieren

zondag 17 juli 2011

Cheetah in de dierentuin (door Philip)

Wilde dieren horen niet thuis in een dierentuin, zij horen thuis in de wilde natuur. Maar laat nu net deze natuur overwoekerd worden door een andere diersoort, ze noemen zich mensen en ze hebben het lef om zich intelligent te noemen.
Intelligente mensen leven samen in symbiose met de natuur om hun heen. Deze zgn intelligente mensen zijn de parasieten geworden, ze nemen maar geven niets meer terug. Dus soorten blijven verdwijnen, enerzijds omdat de omgevingsruimte van deze diersoorten inkrimpt, anderzijds door het massaal jagen op deze diersoorten voor de fun.

Dan komen de dierentuinen te pas, waarbij diersoorten moeten leven in een hokje van 10/10 meter, terwijl hun natuurlijke biotoop hun de vrijheid gaf om te leven op een stuk land van een paar vierkante km.
Waarbij de dieren dan worden bekeken door vele bezoekers zoals een rariteitenshow. Waarbij ze shows gaan opvoeren, of fokprogramma's op poten gaan zetten, zodat de soort kan terug uitgezet worden in het wild.

Hoe hypocriet is men dan niet, men neemt die dieren hun biotoop af, gaat dan fokprogramma's in het leven roepen om die diersoorten weer uit te gaan zetten. Waar worden ze uitgezet? Hun biotoop is vernield door zgn intelligente mensen.

Enkele tijd geleden nog een nieuwsbericht in de krant: Vlaamse bever doodgereden in Nederland. Deze bever was enkele uren er voor pas uitgezet.

Of de cheetah's, die op het randje van uitsterven staan; gaan ze fokprogramma’s voor op poten zetten, maar wat blijkt nu: de genetische diversiteit neemt zienderogen af.
Dus omdat ze nagenoeg volledig genetisch verwant zijn, wat meestal zo is met dierentuinendieren, haalt de soort het in het wild niet meer.

De meeste dierentuindieren zijn genetisch verwant aan elkaar, dat komt nu eenmaal door fokprogramma’s, waarbij vrouwtjes of mannetjes worden uitgeleend aan een andere dierentuin.

Dierentuinen en hun zgn uitzetprocedures en fokprogramma's zijn hypocriet.

***
Commentaar (BW):
Er zijn uiteraard volop cheetahs in ons land (evenals in dierentuinen onmiddellijk over de grens).
Tot zelfs de kleinste dierentuin van ons land, Amersfoort, 10 ha, heeft een hokje voor 1 cheetah.
Geen medelijden.

Kneuter

(aanklikken voor vergroting)

Dit is paleis Kneuterdijk in Den Haag, een achttiende-eeuws bakstenen gebouw, echter verfraaid met een zandstenen voorgevel. 

Het heet naar de straat waaraan het ligt.

Die dankt weer zijn naam aan een sijsje, de kneu of kneuter, door zijn zang een van de gewildste kooivogels. 

Kneuteren betekende vroeger kwinkeleren.

Nu zijn de woorden kneuter en kneuterig in waarde gedaald tot aanduidingen van kleinburgerlijkheid. In zoverre terecht dat vogels natuurlijk niet in kooien thuishoren. 
Volière betekent 'vliegruimte'; zangvogels beschikken zelfs daar niet over.


woensdag 13 juli 2011

De klokkenluider moet dokken

 
Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg heeft de pastoor van de Margarita Mariakerk in 2009 terecht een dwangsom opgelegd, omdat hij in de vroege ochtend te hard de kerkklokken luidde. 

Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (13 juli 2011). Daarmee bevestigt de Raad van State een eerdere uitspraak van de rechtbank in Breda (hieronder) die in oktober vorig jaar tot hetzelfde oordeel was gekomen. De pastoor was tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Raad van State. 

In 2009 droeg de pastoor dagelijks om 7.30 uur de ochtendmis op en luidde hij om 7.15 uur de kerkklokken. Naar aanleiding van klachten van omwonenden constateerde het gemeentebestuur dat door het klokgelui minstens enkele malen de toegestane geluidsnormen waren overschreden. In de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Tilburg staat het verbod om door middel van klokgelui deze normen te overschrijden tussen 23.00 uur 's avonds en 7.30 uur 's ochtends. Volgens de pastoor beperkte het gemeentebestuur hem in zijn recht op vrijheid van godsdienst dat in de grondwet is vastgelegd.
Naar het oordeel van de Raad van State brengt een 'redelijke uitleg van het grondwetsartikel met zich dat dit recht niet de vrijheid tot kerkklokgelui van elke duur en met elk geluidsvolume impliceert'. De wijze waarop de gemeenteraad de duur en het geluidsniveau van klokgelui in de gemeentelijke verordening heeft gereguleerd, beperkt niet de vrijheid van godsdienst, aldus de hoogste bestuursrechter. De Raad van State is evenals de rechtbank in Breda van oordeel dat de gemeentelijke verordening de mogelijkheid tot het belijden van godsdienst 'niet illusoir' maakt. De verordening maakt het luiden van de klokken vóór 7.30 uur niet onmogelijk en bepaalt dat tussen 7.30 uur en 23.00 uur geen geluidsbeperking voor het luiden van klokken geldt.      
Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.
------------------------------------------------------------------------
Eerste aanleg
RECHTBANK BREDA
Sector bestuursrecht, team bestuursrecht
uitspraak van de meervoudige kamer
in de zaak van

de pastoor van de parochie H. Margarita Maria Alacoque (parochie),
wonende te Tilburg, eiser,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg,
verweerder.

1. Procesverloop ( )
2. Beoordeling
2.1 Eiser leidt als pastoor de diensten in de kerk op het perceel [adres] (kerk). Aldaar vindt dagelijks om 7.30 uur een kerkdienst plaats. In dit kader luidt eiser dagelijks vanaf 7.15 uur de klok.
Een aantal omwonenden heeft aan verweerder gevraagd een einde aan deze praktijk te maken. Naar aanleiding hiervan heeft verweerder onderzoek laten verrichten, om te bezien hoeveel geluid het klokgelui produceert. Op basis van dit onderzoek heeft verweerder geconcludeerd dat artikel 109a van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Tilburg 2005 (APV) onder meer op 26 mei 2009 en 27 mei 2009 is overtreden.

Bij besluit van 7 juli 2009 heeft verweerder het bestuur van de parochie gelast om na 26 juli 2009 het klokgelui vanuit de kerk te staken en gestaakt te houden, voor zover dit meer geluid veroorzaakt dan ingevolge artikel 109a van de APV is toegestaan. Verweerder heeft aan de last een dwangsom van € 5.000,- per geconstateerde overtreding verbonden, met een maximum van € 50.000,-.

Per brief van 12 augustus 2009 heeft het bestuur van de parochie bezwaar tegen het besluit van 7 juli 2009 gemaakt.

2.2 Eiser staat op het standpunt dat verweerder niet bevoegd is om tegen overtreding van artikel 109a van de APV handhavend op te treden, en meer in het bijzonder dat artikel 109a van de APV wegens onverbindendheid buiten toepassing moet blijven.
Ter ondersteuning van dit standpunt betoogt eiser allereerst dat artikel 109a van de APV de vrijheid van godsdienst meer beperkt dan artikel 6 van de Grondwet (Gw) en artikel 10 van de Wet openbare manifestaties (WOM) toelaten.

Eiser heeft de rechtbank gevraagd om het beroep gegrond te verklaren en het bestreden besluit te vernietigen, en om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de gemaakte proceskosten. ( )

2.4.2 Ingevolge artikel 109a van de APV is het verboden om van 23.00 uur tot 7.30 uur door middel van klokgelui dan wel op andere wijze op te roepen tot gebed, in de zin van artikel 10 van Wet openbare manifestaties, met een geluidsniveau dat meer dan 10 dB(A) ligt boven de normen uit het Barim en meer dan 10 dB(A) boven het referentieniveau van de omgeving.

2.4.3 Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Gw heeft ieder het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

Ingevolge artikel 6, tweede lid, van de Gw kan de wet ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.

Artikel 10, eerste volzin, van de WOM bepaalt dat klokgelui ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden en lijkplechtigheden, alsmede oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, zijn toegestaan.

Artikel 10, tweede volzin, van de WOM bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is ter zake regels te stellen met betrekking tot duur en geluidsniveau.

2.5 De rechtbank oordeelt dat artikel 109a van de APV de in artikel 10, tweede lid, van de WOM omschreven bevoegdheid niet overschrijdt. Daartoe overweegt zij het volgende.

Artikel 10, tweede lid, van de WOM laat toe dat de gemeenteraad het geluidsniveau van klokgelui voor het gehele etmaal aan banden legt. Dit betekent dat de gemeenteraad niet handelt in strijd met artikel 10, tweede lid, van de WOM indien hij het geluidsniveau van het klokgelui voor een deel van het etmaal aan banden legt.

Naar het oordeel van de rechtbank is niet staande te houden dat artikel 109a van de APV de mogelijkheid tot – het oproepen tot – de belijding van godsdienst illusoir maakt. Tussen 7.30 uur en 23.00 uur geldt voor klokgelui helemaal geen beperking, en als vaststaand kan worden aangenomen dat ook met gedempt klokgelui in ieder geval een aantal inwoners van de parochie kan worden bereikt. Gelet hierop kent de rechtbank aan eisers klacht dat verweerder geen onderzoek naar het exacte bereik van het toegestane klokgelui heeft verricht, niet het gewicht toe dat eiser wenst.
2.7 Nu de rechtbank van oordeel is dat artikel 109a van de APV niet onverbindend is en verweerder gelet op de geluidsmetingen terecht geconstateerd heeft dat eiser artikel 109a van de APV heeft overtreden, is verweerder bevoegd handhavend op te treden. Volgens vaste jurisprudentie zal, gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Hiervan is in dit geval geen sprake.

2.8 Het beroep is ongegrond.

2.9 Nu het beroep ongegrond wordt verklaard, ziet de rechtbank geen aanleiding tot een proceskostenveroordeling.

3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door mr. L.P. Hertsig, voorzitter, mr. C.A.F. van Ginneken en mr. S. Ketelaars-Mast, rechters.

'Avastin' en dierproeven

Het Amerikaanse agentschap voor geneesmiddelen (FDA) heeft in november 2010 aanbevolen om het geneesmiddel Avastin van de markt te halen voor de behandeling van gevorderde borstkanker. Als redenen werden de beperkte doeltreffendheid in termen van gestegen overlevingskansen en een verhoging van zware neveneffecten aangehaald.

De commercialisatie van Avastin blijft evenwel van kracht voor de behandeling van darmkanker, nierkanker, hersenkanker en longkanker.
 ***
Commentaar van de Stichting tegen Kanker
Avastin is een geneesmiddel dat de vorming van nieuwe bloedvaten blokkeert, die nodig zijn om het gezwel te voeden. In combinatie met chemotherapie (paclitaxel) wees dat tijdens de eerste klinische proeven op een vertraging in de groei van gevorderde borstkankers en een langere overlevingsperiode.

In februari 2008 zette de FDA dan ook het licht op groen voor een v e r s n e l d e procedure om het op de markt te brengen. Dit geneesmiddel zou kunnen worden voorgeschreven aan patiëntes met een HER2 negatief borstkanker in een gevorderd stadium. Dat wil zeggen dat ze niet kunnen genieten van een andere behandeling met herceptine.

De FDA, daarin gevolgd door het European Medicines Agency (EMEA), heeft zijn standpunt dus gewijzigd na onderzoek van de resultaten van 4 klinische onafhankelijke klinische studies bij vrouwen met borstkanker, die een behandeling met Avastin kregen. De resultaten van deze onderzoeken tonen jammer genoeg geen verbetering aan van de globale overlevingsduur of zelfs geen duidelijke vertraging van de vooruitgang van de ziekte. Bovendien stelden de onderzoekers veel en zware neveneffecten vast: zware slagaderhypertensie, bloedingen en bloeduitstortingen, ontwikkeling van perforaties in neus, maag en darmen, hartaanval of hartstoornissen.

De procedure om het geneesmiddel terug te trekken voor deze welbepaalde indicatie moet nu dus voortlopen. In tussentijd moeten de patiënten, die momenteel een behandeling ondergaan met dit geneesmiddel, hun oncoloog of huisarts raadplegen.

Dit voorstel tot terugtrekking roept wel twee bedenkingen op:
  1. Het geval Avastin toont duidelijk het belang aan van een strikte opvolging van geneesmiddelen zodra ze gecommercialiseerd zijn.
  2. Het toont ook de complexiteit en de moeilijkheden van het kankeronderzoek aan voor het ontwikkelen van nieuwe ontdekkingen. Het blijft laveren tussen ontdekkingen, hoop, evaluatie en herkadering…
***
Commentaar BW
Bovenstaande bedenkingen zijn wel erg open deuren, zeker voor een 'Stichting tegen Kanker'.
Zinniger bedenking zou zijn die over het nut van dierproeven, - en de urgentie te investeren in onderzoek naar vervanging daarvan.

dinsdag 12 juli 2011

Israelitisch Kerkgenootschap de waarheid gezegd



De verbetenheid waarmee vooral een klein groepje orthodoxe joden de onverdoofde rituele slacht verdedigt, maakt deze mensen niet geliefder. 
Zij demonstreren ook helder hoe verbetenheid kan leiden tot verblindheid.
Nog nadat het wetsvoorstel tot het verbod op de onverdoofde slacht in de Tweede Kamer was aangenomen, spande het Nederlands-Israelitisch Kerkgenootschap een kort geding aan, - als mosterd na de maaltijd. 

De rechter was er gauw mee klaar. Hij gaat zich natuurlijk niet in een wetenschappelijk debat mengen noch kan hij de politiek de wet voorschrijven.

Om zijn vonnis wat body te geven citeert hij ruimschoots uit de betwiste rapporten, waarmee hij tot 25 A-viertjes kwam. Daar kunnen de schriftgeleerden in de synagoge het wel weer even mee doen.

***
Uitspraak rapporten ritueel slachten 
Arnhem  , 7-7-2011 
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van het Nederlands Israëlisch Kerkgenootschap (NIK) c.s. tegen Wageningen University & Research Centre (UR) c.s. afgewezen. 

Het gaat in deze zaak om twee rapporten van Wageningen UR en een standpunt van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) over onverdoofd ritueel slachten. 

NIK c.s. vinden dat die rapporten en dat standpunt onvoldoende wetenschappelijk zijn onderbouwd en dat daarin ten onrechte conclusies en aanbevelingen zijn gedaan zonder voldoende wetenschappelijke basis. 
NIK c.s. stellen bovendien de wetenschappelijke onafhankelijkheid van de rapporten van Wageningen UR ter discussie.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de rapporten afkomstig zijn van stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO), een geprivatiseerde voormalige dienst van het ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij (LN&V), thans Economische zaken Landbouw en Innovatie (EL&I). 
De rapporten zijn door DLO in opdracht van het Ministerie uitgebracht en gefinancierd in het kader van een subsidierelatie tussen het Ministerie en DLO. Hoewel er heel in het algemeen wel zorgen bestaan over de wetenschappelijke onafhankelijkheid bij contractonderzoek, zijn er geen concrete aanwijzingen dat aan de wetenschappelijke onafhankelijkheid van de rapporten moet worden getwijfeld. In het bijzonder zijn er geen aanwijzingen dat de inhoud politieke of commerciële invloed heeft ondergaan, zoals NIK c.s. veronderstellen en vrezen.
Wat betreft de inhoud van de rapporten oordeelt de voorzieningenrechter dat de rapporten enerzijds onder het grondrecht van vrijheid van wetenschap en van meningsuiting vallen, terwijl de belangen van NIK c.s. bij onverdoofd ritueel slachten anderzijds onder het grondrecht van vrijheid van godsdienst vallen. De door deze grondrechten beschermde belangen moeten tegen elkaar worden afgewogen. 
De voorzieningenrechter oordeelt dat er in een democratische samenleving een groot belang mee is gemoeid dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek vrijelijk gepubliceerd kunnen worden. Rapporten van wetenschappelijk onderzoek moeten in beginsel in het wetenschappelijk debat op hun merites worden beoordeeld. 
Het recht op vrijheid van godsdienst van NIK c.s. en het praktiseren van koosjere slacht is een zwaarwegend belang. 
De rapporten vormen als zodanig echter niet een inbreuk op het recht van vrijheid van godsdienst van NIK c.s. Wel moet worden geconstateerd dat zij een rol - mogelijk zelfs een grote rol - spelen in het politieke en maatschappelijke debat over een verbod op onverdoofd ritueel slachten. In die zin zouden zij mogelijk wel maar alleen indirect kunnen bijdragen aan een inbreuk op het recht van godsdienstvrijheid. Of een dergelijke inbreuk gerechtvaardigd zou zijn ligt niet ter beoordeling in dit kort geding voor. 

Het zou niet juist zijn om de opstellers van de rapporten en van het standpunt te dwingen tot beantwoording van tal van vragen die NIK c.s. relevant vinden. Dat is in strijd met de wetenschappelijke vrijheid. Wat er van die vragen zij moet aan het wetenschappelijk debat worden overgelaten. Bovendien zou rechterlijk ingrijpen in de resultaten van de onderzoeken de politieke besluitvorming kunnen doorkruisen. Het staat NIK c.s. vrij hunnerzijds onderzoeksrapporten te publiceren, zoals zij overigens ook hebben gedaan, waarin steun voor hun opvattingen is te vinden. 

Niet gebleken is dat de rapporten en het standpunt zo kennelijk of apert wetenschappelijk onjuist zijn, dat er grond is voor een verplichting tot beantwoording van vragen. Het enkele feit dat Wageningen UR en KNMvD organisaties zijn met een wetenschappelijk en maatschappelijk prestige, verplicht hen niet tot een beantwoording van vragen van derden.
--------------------------------------------------------------------------------

En dit zegt de eiser van het vonnis (Ned.Isr. Kerkgenootschap):


Het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap en de Joodse Gemeente Amsterdam hebben kennis genomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in Arnhem in een kort geding dat door beide was aangespannen tegen een conglomeraat van Wageningse instituten, de KNMvD en de Staat der Nederlanden.

De eisen zijn weliswaar niet toegewezen, maar de rechtsgang heeft hoe dan ook voor de eisende partijen datgene verschaft waarom het hen ging: duidelijkheid.

Vragen
Doel van de gang naar de rechter was vooral om duidelijkheid te verkrijgen over de vraag naar de status van rapporten die in de behandeling van het wetsvoorstel onbedwelmd ritueel slachten een grote rol hebben gespeeld. De rechter heeft vastgesteld dat de rapporten niet zijn gemaakt door de Universiteit Wageningen, maar zijn uitgebracht door DLO, een geprivatiseerde rijksdienst, waarmee het ministerie een subsidierelatie onderhoudt. Hiermee waren een aantal essentiële vragen beantwoord. De eisende partijen betreuren het dat slechts door tussenkomst van de rechter en pas op de zitting de gedaagden bereid waren hieromtrent duidelijkheid te verschaffen.

Duidelijkheid en waarheidsvinding
Voor de twee eisende partijen die vooral op zoek waren naar duidelijkheid en waarheidsvinding, was de zitting voor de voorzieningrechter te Arnhem reeds van grote waarde. Daar verklaarde de wederpartij dat niet de Wageningen universiteit de opsteller is geweest van twee rapporten die de Kamer wel als zodanig zijn gepresenteerd, maar een geprivatiseerde rijksdienst.
Ook bleek ter zitting dat de onderzoekers in tegenstelling tot wat het betreffende rapport vermeldt, de slacht volgens religieuze methoden niet hebben onderzocht. Het experiment dat zij hebben uitgevoerd bleek, anders dan in het rapport vermeld, geen slacht te zijn geweest volgens een religieuze slachtmethode.
De KNMvD verklaarde ter zitting dat het ingenomen standpunt was gevormd door de ethische commissie van de Maatschappij voor Diergeneeskunde; waarmee dus is komen vast te staan dat het om de menselijke ethiek, niet om een oordeel op dierkundige grondslag gaat.
In het kader van dit kort geding, waarbij een volledige toetsing niet kan plaatsvinden was de Voorzieningenrechter van mening dat voorshands de rapporten in kwestie niet op onrechtmatige wijze tot stand zijn gekomen en evenmin de inhoud van de rapporten onrechtmatig.
In een eerste reactie maakt eisers duidelijk dat ze gematigd tevreden zijn over het vonnis.
Het is jammer dat de rechter niet zwaarder heeft laten meewegen in zijn beoordeling dat op de zitting is komen vast te staan dat inderdaad niet de Universiteit Wageningen het rapport heeft gemaakt. Uiteindelijk werd die openheid van zaken pas gegeven op de zitting zelf. Hiermee is aangetoond dat ook de politiek op een verkeerd been is gezet. Het is daarom des te meer jammer dat het verzoek van de CU om de stemming aan te houden, niet door de Tweede Kamer is gesteund.

aldus Ronnie Eisenmann, voorzitter van de Joodse Gemeente Amsterdam.

De rechter maakt in de uitspraak helder dat wetenschappelijk onderzoek en politieke duiding verschillende zaken zijn. Het beoordelen van wetenschappelijk onderzoek is mensenwerk, en de Tweede Kamer en anderen dienen dus kritisch te staan ten opzichte van dergelijk onderzoek. De rechter zegt ook dat het rapport voor leken, en dat zijn politici in zekere zin ook, een verkeerd beeld zou kunnen geven van de betekenis van de resultaten van het onderzoek.

maandag 11 juli 2011

Ich streue Rosen auf den Weg…

Het is wat killer geworden in mijn wijk: het poezenvrouwtje is weg. Het was een Amerikaanse, haar man werkte hier voor een buitenlands bedrijf. Ze hadden geen kinderen, zij was de hele dag alleen thuis. Veertien jaar lang woonden ze in deze straat. Zij was klein en tamelijk in zichzelf gekeerd. Al die tijd had ze hetzelfde lange, grijze haar. Ik zag haar soms voorbijgaan terwijl ze naar het winkelcentrum liep. Maar het vaakst zag ik haar haar voortuintje cultiveren. Daar had ze kennelijk plezier in.

De kennismaking verliep via Emma, een achtergelaten witte kat, door haar (en haar man) liefdevol geadopteerd. En nu meegenomen naar Genève, waarheen ze verhuisd zijn.

Daar kwam bij dat ze ook lief was voor andere katten in de buurt. Geregeld zaten er op de bank voor haar raam poezen naar binnen te gluren om te zien of er misschien nog iets lekkers onderweg was. Het was maar een klein gebaar maar nu het voorbij is denk ik er toch met enige weemoed aan terug.

Moge haar weg met rozen bestrooid zijn.
.

zondag 10 juli 2011

Stierenvechten

Het Comité Antistierenvechten (CAS) was de enige dierenorganisatie die vandaag in het Amsterdamse Bos meedeed aan een fondsenwervingsactie. Ze haalde daarmee ruim € 300 op. Daarvoor had ze iemand bereid gevonden zes kilometer hard te lopen. Bedoeling is dat volgend jaar meer mensen hieraan meedoen. De beperking is echter dat voor (of: door) iedere loper (minimaal) € 300 gestort moet worden, in de kas van het doel waarvoor hij of zij loopt, in dit geval dus het Comité Antistierenvechten.

Het werven van leden of donateurs is een beetje passé. Wij hebben namelijk liever cash. Verenigingen worden nog zelden opgericht - de 'goede doelen' zijn vrijwel altijd stichtingen. 

Begunstigd door fraai zomerweer mag het evenement een succes genoemd worden. Er waren flink wat organisaties die meededen, met een of meer lopers, en ze hadden natuurlijk de nodige supporters meegebracht. De deelnemers waren joggers, geen wedstrijdlopers. Het geheel had een vriendelijke, ontspannen uitstraling. 

Dat het CAS een dierenorganisatie is kon je al van een afstand zien: niet alleen aan de shirts, maar vooral ook aan het feit dat er honden meegekomen waren.

Weinigen zullen erbij stilgestaan hebben maar voor de meeste deelnemers moet gegolden hebben dat het beste wat je van een hond kunt zeggen het feit is dat je er dierproeven mee kunt doen. Niet vreemd dus dat  er bijv. bij de lopers en hun aanhang voor het KWF, voor het WE, laat staan die van de Universiteit Maastricht (‘UM fights cancer’) geen hond te zien was.

Nochtans vindt vrijwel een ieder van ons stierenvechten weerzinwekkend. Maar dat is niet genoeg om er een eind aan te maken. Hoe vreemd het misschien ook moge klinken, vanuit Nederland beijvert het CAS zich, samen met buitenlandse zusterorganisaties, deze wrede exploitatie van stieren de wereld uit te helpen.
Door on line een donatie over te maken steun je dit werk: https://www.allegoededoelen.nl/externalMod.php?gd=167