Respect voor dieren

dinsdag 12 juli 2011

Israelitisch Kerkgenootschap de waarheid gezegd



De verbetenheid waarmee vooral een klein groepje orthodoxe joden de onverdoofde rituele slacht verdedigt, maakt deze mensen niet geliefder. 
Zij demonstreren ook helder hoe verbetenheid kan leiden tot verblindheid.
Nog nadat het wetsvoorstel tot het verbod op de onverdoofde slacht in de Tweede Kamer was aangenomen, spande het Nederlands-Israelitisch Kerkgenootschap een kort geding aan, - als mosterd na de maaltijd. 

De rechter was er gauw mee klaar. Hij gaat zich natuurlijk niet in een wetenschappelijk debat mengen noch kan hij de politiek de wet voorschrijven.

Om zijn vonnis wat body te geven citeert hij ruimschoots uit de betwiste rapporten, waarmee hij tot 25 A-viertjes kwam. Daar kunnen de schriftgeleerden in de synagoge het wel weer even mee doen.

***
Uitspraak rapporten ritueel slachten 
Arnhem  , 7-7-2011 
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van het Nederlands Israëlisch Kerkgenootschap (NIK) c.s. tegen Wageningen University & Research Centre (UR) c.s. afgewezen. 

Het gaat in deze zaak om twee rapporten van Wageningen UR en een standpunt van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) over onverdoofd ritueel slachten. 

NIK c.s. vinden dat die rapporten en dat standpunt onvoldoende wetenschappelijk zijn onderbouwd en dat daarin ten onrechte conclusies en aanbevelingen zijn gedaan zonder voldoende wetenschappelijke basis. 
NIK c.s. stellen bovendien de wetenschappelijke onafhankelijkheid van de rapporten van Wageningen UR ter discussie.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de rapporten afkomstig zijn van stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO), een geprivatiseerde voormalige dienst van het ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij (LN&V), thans Economische zaken Landbouw en Innovatie (EL&I). 
De rapporten zijn door DLO in opdracht van het Ministerie uitgebracht en gefinancierd in het kader van een subsidierelatie tussen het Ministerie en DLO. Hoewel er heel in het algemeen wel zorgen bestaan over de wetenschappelijke onafhankelijkheid bij contractonderzoek, zijn er geen concrete aanwijzingen dat aan de wetenschappelijke onafhankelijkheid van de rapporten moet worden getwijfeld. In het bijzonder zijn er geen aanwijzingen dat de inhoud politieke of commerciële invloed heeft ondergaan, zoals NIK c.s. veronderstellen en vrezen.
Wat betreft de inhoud van de rapporten oordeelt de voorzieningenrechter dat de rapporten enerzijds onder het grondrecht van vrijheid van wetenschap en van meningsuiting vallen, terwijl de belangen van NIK c.s. bij onverdoofd ritueel slachten anderzijds onder het grondrecht van vrijheid van godsdienst vallen. De door deze grondrechten beschermde belangen moeten tegen elkaar worden afgewogen. 
De voorzieningenrechter oordeelt dat er in een democratische samenleving een groot belang mee is gemoeid dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek vrijelijk gepubliceerd kunnen worden. Rapporten van wetenschappelijk onderzoek moeten in beginsel in het wetenschappelijk debat op hun merites worden beoordeeld. 
Het recht op vrijheid van godsdienst van NIK c.s. en het praktiseren van koosjere slacht is een zwaarwegend belang. 
De rapporten vormen als zodanig echter niet een inbreuk op het recht van vrijheid van godsdienst van NIK c.s. Wel moet worden geconstateerd dat zij een rol - mogelijk zelfs een grote rol - spelen in het politieke en maatschappelijke debat over een verbod op onverdoofd ritueel slachten. In die zin zouden zij mogelijk wel maar alleen indirect kunnen bijdragen aan een inbreuk op het recht van godsdienstvrijheid. Of een dergelijke inbreuk gerechtvaardigd zou zijn ligt niet ter beoordeling in dit kort geding voor. 

Het zou niet juist zijn om de opstellers van de rapporten en van het standpunt te dwingen tot beantwoording van tal van vragen die NIK c.s. relevant vinden. Dat is in strijd met de wetenschappelijke vrijheid. Wat er van die vragen zij moet aan het wetenschappelijk debat worden overgelaten. Bovendien zou rechterlijk ingrijpen in de resultaten van de onderzoeken de politieke besluitvorming kunnen doorkruisen. Het staat NIK c.s. vrij hunnerzijds onderzoeksrapporten te publiceren, zoals zij overigens ook hebben gedaan, waarin steun voor hun opvattingen is te vinden. 

Niet gebleken is dat de rapporten en het standpunt zo kennelijk of apert wetenschappelijk onjuist zijn, dat er grond is voor een verplichting tot beantwoording van vragen. Het enkele feit dat Wageningen UR en KNMvD organisaties zijn met een wetenschappelijk en maatschappelijk prestige, verplicht hen niet tot een beantwoording van vragen van derden.
--------------------------------------------------------------------------------

En dit zegt de eiser van het vonnis (Ned.Isr. Kerkgenootschap):


Het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap en de Joodse Gemeente Amsterdam hebben kennis genomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in Arnhem in een kort geding dat door beide was aangespannen tegen een conglomeraat van Wageningse instituten, de KNMvD en de Staat der Nederlanden.

De eisen zijn weliswaar niet toegewezen, maar de rechtsgang heeft hoe dan ook voor de eisende partijen datgene verschaft waarom het hen ging: duidelijkheid.

Vragen
Doel van de gang naar de rechter was vooral om duidelijkheid te verkrijgen over de vraag naar de status van rapporten die in de behandeling van het wetsvoorstel onbedwelmd ritueel slachten een grote rol hebben gespeeld. De rechter heeft vastgesteld dat de rapporten niet zijn gemaakt door de Universiteit Wageningen, maar zijn uitgebracht door DLO, een geprivatiseerde rijksdienst, waarmee het ministerie een subsidierelatie onderhoudt. Hiermee waren een aantal essentiële vragen beantwoord. De eisende partijen betreuren het dat slechts door tussenkomst van de rechter en pas op de zitting de gedaagden bereid waren hieromtrent duidelijkheid te verschaffen.

Duidelijkheid en waarheidsvinding
Voor de twee eisende partijen die vooral op zoek waren naar duidelijkheid en waarheidsvinding, was de zitting voor de voorzieningrechter te Arnhem reeds van grote waarde. Daar verklaarde de wederpartij dat niet de Wageningen universiteit de opsteller is geweest van twee rapporten die de Kamer wel als zodanig zijn gepresenteerd, maar een geprivatiseerde rijksdienst.
Ook bleek ter zitting dat de onderzoekers in tegenstelling tot wat het betreffende rapport vermeldt, de slacht volgens religieuze methoden niet hebben onderzocht. Het experiment dat zij hebben uitgevoerd bleek, anders dan in het rapport vermeld, geen slacht te zijn geweest volgens een religieuze slachtmethode.
De KNMvD verklaarde ter zitting dat het ingenomen standpunt was gevormd door de ethische commissie van de Maatschappij voor Diergeneeskunde; waarmee dus is komen vast te staan dat het om de menselijke ethiek, niet om een oordeel op dierkundige grondslag gaat.
In het kader van dit kort geding, waarbij een volledige toetsing niet kan plaatsvinden was de Voorzieningenrechter van mening dat voorshands de rapporten in kwestie niet op onrechtmatige wijze tot stand zijn gekomen en evenmin de inhoud van de rapporten onrechtmatig.
In een eerste reactie maakt eisers duidelijk dat ze gematigd tevreden zijn over het vonnis.
Het is jammer dat de rechter niet zwaarder heeft laten meewegen in zijn beoordeling dat op de zitting is komen vast te staan dat inderdaad niet de Universiteit Wageningen het rapport heeft gemaakt. Uiteindelijk werd die openheid van zaken pas gegeven op de zitting zelf. Hiermee is aangetoond dat ook de politiek op een verkeerd been is gezet. Het is daarom des te meer jammer dat het verzoek van de CU om de stemming aan te houden, niet door de Tweede Kamer is gesteund.

aldus Ronnie Eisenmann, voorzitter van de Joodse Gemeente Amsterdam.

De rechter maakt in de uitspraak helder dat wetenschappelijk onderzoek en politieke duiding verschillende zaken zijn. Het beoordelen van wetenschappelijk onderzoek is mensenwerk, en de Tweede Kamer en anderen dienen dus kritisch te staan ten opzichte van dergelijk onderzoek. De rechter zegt ook dat het rapport voor leken, en dat zijn politici in zekere zin ook, een verkeerd beeld zou kunnen geven van de betekenis van de resultaten van het onderzoek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten