Leendert Cornelis Brinkman, in 1948 te Dirksland
geboren, is momenteel fractievoorzitter van het CDA in de Eerste Kamer. De
bedenker van de term 'de zorgzame samenleving' was van 4 november 1982 tot 7
november 1989 minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.
Daarna werd hij fractievoorzitter van het CDA in de
Tweede Kamer.
In het voorjaar van 1995 verruilde hij het politieke
toneel voor de wereld van de bouw als voorzitter van Bouwend Nederland, werd
ook
baas van Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds en
verzamelde zoveel andere bijbanen en commissariaten dat hij zelf de tel moet
zijn kwijtgeraakt. Zo druk had hij het met alle klussen dat hij zijn vrouw
Janneke alleen nog maar tussendoor, 'bijvoorbeeld tijdens het tandenpoetsen',
kon bijpraten, biechtte zijn Janneke eens op in een interview in het
tijdschrift Margriet.
Commissaris bij Philip Morris
Met enige regelmaat is Brinkman tot 'machtigste man
van Nederland' of 'invloedrijkste bestuurder' uitgeroepen. Dat moet de reden
zijn geweest dat de tabaksmultinational Philip Morris Holland hem graag als
commissaris wilde. En Brinkman gaf zijn ja-woord. Jarenlang liep de
oud-minister Den Haag plat om ervoor te zorgen dat Philip Morris goed draaide,
dus dat zoveel mogelijk mensen in Nederland gaan of blijven roken. En dat deed
het geboren lobby-talent verdraaid goed.
Eind juni vorig jaar kwam dankzij een rapport van De Algemene Rekenkamer in het nieuws dat Brinkman
in maart 2009 toenmalig staatssecretaris van financiën Jan Kees de Jager wist
te overtuigen zijn standpunt over Europese regels voor minimumprijzen voor
sigaretten te veranderen ten gunste van de tabaksfabrikanten.
Het actualiteitenprogramma Nieuwsuur maakt er op 18
juni 2012 een nieuwsitem van. De dan nét vertrokken commissaris Elco
Brinkman – op 15 juni 2011 legt hij zijn commissariaat neer - komt in beeld. Om
zijn nek bungelt een groene stropdas bezaaid met witte bolletjes. Hij geeft toe
dat hij bij Jan Kees De Jager voor Philip Morris heeft gelobbyd. Maar vanwaar
al die ophef? Zo gaat dat lobbyen in Den Haag, zegt hij: 'Je hebt met
ambtenaren een gesprek, met bewindspersonen een gesprek. [...]. Het is niet zo
dat je elkaar ter plekke de hand schudt en zegt: "Joh, hier heb je een
pakje sigaretten, het is wel goed zo."'
De interviewer: 'Maar u hebt wel het Nederlandse
standpunt weten te veranderen.'
Brinkman: 'Nou, wij hebben hier in ieder geval ons
best voor gedaan.'
'En dat is gelukt?'
'Gelukkig maar!' En met een brede grijns beent
Brinkman weg.
De tv-kijker wrijft zich in zijn ogen. Een oud-minister
van Volksgezondheid die er prat op gaat dat de belangen van tabak vóór die van
de gezondheid gaan. Is er een steekje los bij deze beroepsbestuurder? Nota bene
heeft hij zelf kanker gehad. Is kaal geworden door de chemotherapie en heeft
pijn geleden. 'Ik weet nog heel goed hoe ik buitengewoon bibberig in de scanner
lag, klappertandend van de zenuwen.'
Deze man kent dus de hel waardoor kankerpatiënten
gaan. Hoe kan hij zich dan laten inhuren door de sigarettenfabrikant? Een interview in Vrij Nederland (23 november 2002) werpt enig
licht op zijn gedachtenkronkels. De interviewer vraagt Brinkman of hij nog
altijd commissaris is bij Philip Morris. 'Ja.' De interviewer: 'Onvoorstelbaar
voor iemand die zelf kanker heeft gehad en zeven jaar minister van Welzijn,
Volksgezondheid en Cultuur is geweest.' In Brinkmans antwoord komt de aap uit
de mouw. De burgemeesterszoon is grootgebracht 'met een manier van denken
waarin de eigen verantwoordelijkheid van mensen wordt benadrukt. Ik vind dat
roken een individuele afweging van mensen is.' Bovendien is tabak een legaal
product. En dus 'komt het aan op de eigen verantwoordelijkheid. Dan zou ik niet
weten waarom ik daar geen commissaris kan zijn. We geven eerlijke voorlichting.
Het beleid is bovendien strak gereglementeerd [...] Ik rook zelf niet, maar wat
is er mis met af en toe een sigaretje? Alles in het leven met mate.'
Roken zou een vrije keuze zijn? Deze opvatting heeft
CDA-man Brinkman met zijn VVD-collega's zoals Anne Mulder en Edith Schippers
gemeen. En met af en toe een sigaretje zou niets mis zijn? Meneer Brinkman
toch! Rokers kunnen niet 'af en toe' een peukje opsteken; de nicotine heeft het
brein in haar greep. De roker is de slaaf van de sigaret. Hoezo vrijheid?
Brinkman heeft duidelijk geen idee wat het betekent om
verslaafd te zijn. Het is gênant dat hij als oud-minister van Volksgezondheid
geen notie heeft van de vracht aan onderzoeken over het meest dodelijke
consumentenproduct dat ooit op de markt is gebracht – tabak doodt de helft van
zijn gebruikers. Waarom is hij nooit door het parlement ter verantwoording
geroepen? Ook zijn eigen CDA vindt het kennelijk prima. Over de andere
tabakslobbyist in hun midden, Hans Hillen, zwijgt de partij eveneens in alle
talen.
Het is pikant dat Brinkman zelfs in het comité van
aanbeveling van Alpe d'Huzes zat, een organisatie die geld inzamelt voor
kankerpatiënten. Toen zijn commissariaat bij Philip Morris bekend werd, hebben
ze hem er uitgezet. Dat zal hem niet vaak zijn overkomen. Maar veel heeft hij
er niet van geleerd, gezien zijn opmerkingen bij Nieuwsuur.
Zijn vrouw Janneke die hem al meer dan veertig jaar kent, beschrijft hem als
'stabiel, soepel en heel sociaal'. Wij denken dat hij ook een beetje dom is.
Anders had hij wel beter nagedacht voordat hij commissaris bij Philip Morris
werd. Want dat hij totaal gewetenloos is, en het prima vindt dat minstens
20.000 mensen per jaar doodgaan door hun tabaksverslaving, dat gaat er bij ons
niet in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten