Respect voor dieren

dinsdag 7 mei 2013

Dierenrechten: niet voor proefdieren!

Een landelijke campagne tegen de plofkip, verhitte discussies over de rituele slacht en het al dan niet afschieten van ganzen en ander wild, animal cops en zelfs een Partij voor de Dieren in het parlement. De aandacht voor het dier heeft het laatste decennium in de politiek en het maatschappelijk debat een vogelvlucht genomen. Volgens sommigen is deze steeds verder reikende aandacht te idioot voor woorden, volgens anderen is deze niet vergaand genoeg en gezien al het leed dat wij dieren aandoen niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Idioot of niet vergaand genoeg, als wij een standpunt willen innemen inzake dierenissues, zullen we allereerst onze verhouding tot dieren en de morele status van het dier moeten overdenken. Dit is wat verscheidene prominente nationale en internationale auteurs doen in de essaybundel Bij de beesten af!, onder redactie van rechtsfilosoof Bastiaan Rijpkema en politicoloog en juriste Machteld Zee.

De ondertitel van het boek Over dierenrecht en onrecht suggereert waar de bundel met name over gaat: de vraag of dieren rechten zouden moeten hebben. Dierenrecht wordt in drie delen afgezet tegen verschillende achtergronden: religie, politiek en filosofie. In het eerste deel Dierenrecht en religie wordt de rituele slacht gebruikt als casus om het dier moreel te positioneren ten opzichte van de mens en haar belangen. Allereerst komen rechtsgeleerde en filosoof Paul Cliteur en filosoof Floris van den Berg aan het woord. Beiden staan bekend als liberalen vanuit de vrijdenkersbeweging en zoals je van beide heren mag verwachten hebben zij niet veel op met vrijheden die er exclusief voor religieuzen zijn (gekarakteriseerd als ‘religieuze privileges’). Ze werpen zich dan ook op als tegenstanders van de rituele slacht.
 
Cliteur stelt het als volgt: ‘Een menselijk dier heeft niet het morele recht om een ander dier, het niet menselijke dier, te laten lijden voor de religieuze overtuiging van het menselijke dier.’ Hij voegt daaraan het liberale principe toe dat de overheid als hoedster van het algemeen belang moet optreden en de zwakkeren in deze maatschappij moet beschermen tegen de godsdienstigheid van personen die met hun praktijken anderen schaden. Met andere woorden: dieren moeten beschermd worden tegen de praktijk van rituele slacht. Cliteur hanteert het vrijheidsprincipe ‘zoveel mogelijk vrijheid voor het individu, zolang deze de vrijheid van anderen niet beperkt’ van filosoof John Stuart Mill op een brede manier: niet alleen mensen, ook dieren verdienen bescherming wanneer hun vrijheid wordt beperkt.
( )
De laatste bijdrage in het deel Dierenrecht en religie is van theoloog Erik Borgman. Na het lezen van de essays van Cliteur en Van den Berg komt zijn bijdrage over als een wanhopige poging de rituele slacht te rechtvaardigen.

Borgman wendt zich tot een vorm van metafysisch redeneren door te stellen dat de rituele slacht de intrinsieke waardigheid van het dier markeert. Het lijden als uitgangspunt nemen, zoals Cliteur en Van den Berg doen, is volgens Borgman afbreuk doen aan deze waardigheid, omdat een dier een waardigheid heeft die onafhankelijk is van dit lijden. Om deze reden verdient de rituele slacht juist bescherming, aldus Borgman. De vraag is wat een dier daaraan heeft. Zou een dier gelukkig zijn nu het een intrinsieke waarde bezit en vervolgens pijnvol ritueel geslacht wordt? Ook de andere argumenten die Borgman aandraagt snijden geen hout. Dat tegenstanders van de rituele slacht voorbijgaan aan het feit van de betekenis voor joden en moslims, is al weerlegd door Cliteur en Van den Berg met het argument dat religieuze betekenis niet als rechtvaardiging mag dienen voor immoreel gedrag.
---

Uit de recensie, door Willem Vermaat; volledige tekst hier.
 
***

Commentaar:
Vanzelf gaat het weer niet over dierproeven. Daar zijn we te laf voor.
Geen rechten voor proefdieren.

donderdag 2 mei 2013

Neonatologie


Het eerste - en vermoedelijk enige - discussieprogramma op tv over dierproeven dateert uit 2008: ‘Rondom Tien’.  Voor de proefdieren voerden vertegenwoordigers van Bite Back en Partij voor de Dieren het woord. Het misbruik ervan werd verdedigd door vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie (Dutree, Nefarma), van het Erasmus MC (Fentener van Vlissingen)  en de Radboud universiteit in Nijmegen (Ritskes & De Boode).
De leiding had Cees Grimbergen. Het had hem een goed idee geleken een neonatoloog erbij te vragen:  kinderen, laat staan baby’s, behoren tot de beproefde retorische kunstgrepen.
Hij liet deze man, Willem de Boode (foto), uitgebreid aan het woord over de zgn. ECMO-behandeling (‘Extracorporele membraanoxigenatie’). De specialist kreeg bijna tranen in zijn ogen toen hij uitweidde over de biggen en lammeren die, zijns inziens, hun leven veil hadden voor te vroeg geboren baby’s.
Hij had alle alternatieven onderzocht, maar de bloedstroom moest getest worden in een levend organisme, d.w.z. in deze dieren.
 
Slechts twee jaar later, in 2010, werd evenwel o.a. het volgende bekendgemaakt:
 
In het UMC St Radboud gebruiken artsen en verpleging geen lammetjes meer voor de ECMO-training, een speciale behandeling voor pasgeborenen met ademhalingsproblemen.
De proefdieren zijn ingeruild voor een babypop.
 
 “De nieuwe methode is diervriendelijker, beter te controleren en vaker mogelijk”, stelt kinderarts Arno van Heijst. “Lammetjes werden gebruikt omdat de doorbloeding en het gewicht het meest overeen kwam met een pasgeborene.
 
Maar er kleven toch wat nadelen aan het gebruik van labdieren. Als het lammetje komt te overlijden, moeten we de trainingsdag staken, bovendien brengt het emotioneel gewicht met zich mee.
 
Met de babypop treden deze problemen niet op. Als het fout gaat met de babypop, kunnen we simpel opnieuw beginnen.” Nog een voordeel van de babypop is de mogelijkheid om alle variaties en complicaties in de computer na te bootsen. “Hierdoor kunnen we tactischer trainen op techniek, communicatie en teamvaardigheden”, stelt Van Heijst. “Voor zover wij weten is deze methode uniek in de wereld. ( )."
Pasgeboren kinderen kunnen zeer ernstige ademhalingsmoeilijkheden hebben. Dat gebeurt onder andere als er ontlasting in het vruchtwater zat, bij een gat in het middenrif of bij een aangeboren afwijking. Bij dergelijke kinderen wordt de functie van hart en longen tijdelijk overgenomen door een machine, zodat de longen rust krijgen en kunnen herstellen.
Het UMC St Radboud is een van de twee Nederlandse ziekenhuizen waar ECMO plaatsvindt. Per jaar krijgen circa 20 pasgeborenen een ECMO behandeling in Nijmegen.

Het bloedvolume van het hartje van een pasgeborene is nauwkeurig vast te stellen door de snelheid van het geluid in het bloed te meten.

Het was eerder nog niet mogelijk om exact vast te stellen hoeveel bloed het hart van een heel kleine baby rondpompt, terwijl die gegevens wel van levensbelang zijn.
***
Cees Grimbergen heeft het niet meer meegemaakt. Hij werd in 2009 door de omroep aan de kant gezet. In zijn nadien gepubliceerde  boek over de uitzendingen komt het onderwerp niet voor.
 
 
Willem de Boode repte over het alternatief noch in de uitzending noch erna.

Ik ga ervan uit dat de huidige testmethode minstens gelijkwaardig is, en waarschijnlijk superieur.
Op mijn vraag aan hem hoe het dan mogelijk is dat niet begonnen werd met het ontwikkelen van het (latere)  alternatief kreeg ik geen antwoord.
 
 

dinsdag 30 april 2013

Dierenrechtenactivisme (2012)




In 2012 is de Anti Dierproeven Coalitie (ADC), ondanks een sinds enige jaren gematigder koers, gestart met een campagne tegen een nieuw dierproeven­gerelateerd project: de Landerd Campus in Schaijk. Vanaf de start verwees ADC zelf naar haar succes in 2008, toen een identieke campagne leidde tot het stoppen van het project ScienceLink in Venray. ADC startte destijds met openbare manifestaties aan de poort en e-mailacties, waarbij een deel van de berichten als bedreigend werd ervaren.
 
Als intimiderend werd ook de verstoring ervaren van een seminar/zakendiner van onderzoekers en uitvoerders van dierproeven; enkele deelnemers deden aangifte van bedreiging met home visits.

Het deels anarchistische Respect voor Dieren (RvD) heeft in 2012 de campagne geïntensiveerd tegen Air France/KLM en andere luchtvaartmaatschappijen, betrokken bij het transport van apen. De acties richten zich tegen transport van apen voor de Europese dierproefindustrie.

Naast intimiderende lawaaiacties bij diverse vestigingen van KLM en andere bedrijven heeft de actiegroep in enkele gevallen het werk van KLM-medewerkers verstoord.

De campagne van RvD werd in de loop van 2012 verstoord door een uitspraak van de rechter. Twee kopstukken mogen vanwege een internationaal onderzoek naar home visits, brandstichtingen en chantage in buurlanden worden uitgeleverd aan het Verenigd Koninkrijk.

RvD-actievoerders die zich Stop Huntingdon Animal Cruelty-Nederland (SHAC-NL) noemen, hebben hit-and-run-acties uitgevoerd bij farmaceutische ondernemingen als protest tegen het gebruik van proefdieren.
 
De AIVD heeft afgelopen jaar voorlichting gegeven aan de beveiligingsafdelingen van de verschillende instellingen die doelwit (kunnen) zijn van dierenrechtenextremisten om hun weerbaarheid te verhogen.

Rob Bertholee
Hoofd Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Jaarverslag 2012
 
***

Commentaar

1. Ik was bij een demo in Schaijk, op een verlaten terrein voor lege hokken. Er was, buiten Bertholee zelf (foto), één politieman aanwezig. Was dit 'bedreigend'? 'Intimiderend'?
Het was in werkelijkheid een uiterst tamme bedoening.
 
2. RvD: "d e e l s  anarchistisch". Nou dat valt alweer mee! (of tegen?!)
 
3. "intimiderende lawaaiacties bij diverse vestigingen van KLM".
Komt Bertholee wel eens bij acties in Parijs? In Londen / Brussel / Milaan? enz. Oordopjes meenemen! Over intimidatie gesproken.
Van "verstoring van het werk van KLM-medewerkers" - "in enkele gevallen" (sic) - heb ik niks gemerkt tijdens de acties waaraan ik deelnam.
 
4. Hoe kan het dat EDEV niet genoemd wordt? Wordt dat niet meer serieus genomen?! Acties, inclusief een juridische procedure, tegen Hartelust, de apenhandelaar in Tilburg? Acties voor het Biomedisch Primatencentrum in Rijswijk?
 
6. Kan de AIVD  svp. c o n c r e t e r  zijn en man en paard noemen? Al was het maar in een bijlage. Tenslotte gaat het over het achter ons liggende jaar 2012. Oncontroleerbare beschuldigingen en verdachtmakingen rondstrooien is makkelijk, dat kan iedereen. Ik heb sterk de indruk dat voor de tekst (mede) een beroep gedaan is op de stichting (Mis)Informatie Dierproeven. Nou, dan weet je het wel.

Conclusie
Niet anders kan geconcludeerd worden dan dat er ook in 2012 heel vredig actie gevoerd werd. Het land is niet in gevaar geweest. Je kunt je zelfs afvragen hoever de taak van de AIVD zich eigenlijk uitstrekt, als zij zich ook met allerlei particuliere instellingen gaat bezighouden. Zoekt zij misschien werk?

De bezuiniging die de minister op de dienst aangekondigd heeft, valt in dit licht te begrijpen.

Zeker als je het tekstje uit het jaarverslag afzet tegen het geweld waarmee tegen proefdieren opgetreden wordt. Het aantal dierproeven neemt immers al vele jaren niet meer af, eerder toe. Het aantal dierproeven in 2011 bedroeg 589.853. Dit zijn 14.575 dierproeven (2,5%) meer dan er in 2010 geregistreerd waren. Meer dierproeven zijn o.a. uitgevoerd met varkens en wilde vogels. Dierproeven op genetisch gemodificeerde dieren zijn met 1,6% gestegen. Enz.

vrijdag 26 april 2013

De status van dierproeven

 
Bij gelegenheid van Wereldproefdierendag wijdde dagblad Trouw vorige week een artikel aan het onderwerp. Je leest het hier.
 
Lofwaardig initiatief - totdat je het gaat lezen. Dan blijkt dat de krant de jongste bediende het onderwerp heeft laten doen. Een studente die stage loopt op de redactie, Ellen Nieuwenhuijze. Minder hadden ze niet. Duidelijker kun je als redactie niet maken hoe niks je het onderwerp vindt.
Blijkbaar is er niemand op de redactie die enig benul van het onderwerp heeft. En een eindredacteur die het allang best vindt – als de krant maar gevuld is.
 
De leerling-journaliste begint natuurlijk weer helemaal van onderaan, gevolgd door een verzameling open deuren. Ze praat met Viervoeters om te vragen wat die van dierproeven vindt. Viervoeters! Ze had net zo goed naar de Sophiavereniging kunnen gaan. Dat heeft tenminste nog een verleden op dit gebied… 
 
Voor het contrast belt ze ook nog even met de stichting Informatie Dierproeven, beter gezegd: Misinformatie Dierproeven. Dit is een clubje van onderzoekers dat dierproeven verdedigt – tot de laatste snik.
 
Voor dierproeven loopt vrijwel iedereen weg. Vrijwel niemand is opgewassen tegen de witte jassen. En ethiek is een luxe, waar mensen alleen een beroep op doen als het in hun kraam te pas komt.
 
Laten we het maar weer hebben over de bio-industrie. 


donderdag 25 april 2013

Jagen en vleesconsumptie

Een populair argument van jagers is dat de dieren die zij doodschieten het zoveel beter gehad hebben dan de dieren in de bio-industrie. Met andere woorden: je kunt beter wild consumeren dan ander vlees.

Daar hebben zij (enigszins) gelijk in. ALS JE VLEES EET, tenminste. Daar wordt stilzwijgend van uitgegaan.
 
De jagers permitteren zich een moreel argument: “Het is beter dat…” Ze bedoelen daarmee echter: het is minder slecht.
Het is een argumentatie op het niveau van de doodstraf. Wat is “beter”: de galg, het vuurpeloton, de elektrische stoel of een injectie?
Als ik me ook een moreel argument mag permitteren, dan zeg ik:

het beste is:

1. geen vlees eten;

2. jagen verbieden. 

maandag 22 april 2013

Dierproeven: vleesconsumptie als argument

Ronald Plasterk meende zijn dierproeven te kunnen excuseren met een beroep op de vleesconsumptie.
Als wij dieren slachten voor consumptie, waarom zouden we ze dan ook niet gebruiken in proeven?
Naar mijn mening is vleesconsumptie op zich al erg genoeg. Het is volkomen overbodig misbruik. Eeuwenoud vegetarisme is een duidelijk bewijs ervan. Anders dan carnivoren zijn mensen voor hun overleving niet aangewezen op het eten van vlees.
 
Je ziet ook waar het toe leidt als er geen respect meer is voor dierlijk leven. Namelijk tot de vleesindustrie, in al zijn afschrikwekkendheid.
Het wordt in dat kader begrijpelijk dat mensen dieren niet meer beschouwen als levende, bezielde wezens, maar als voorwerpen waarmee je kunt doen wat je goed lijkt. Als je ze mag doden, dan mag je ze ook mishandelen. Misbruiken in mode, in sport en spel.
 
Voor mensen die levende wezens als principieel gelijkwaardig aan zichzelf beschouwen, ligt dat uiteraard volkomen anders. Die mensen, politiek vertegenwoordigd door de Partij voor de Dieren, verzetten zich tegen iedere vorm van misbruik. Tegen vleesconsumptie èn tegen dierproeven.
 
Een afgeleide hiervan is de vleesconsumptie door huisdieren. Deze dieren hebben vlees nodig om te overleven, en dus moeten hiervoor andere dieren, ‘prooidieren’, worden gefokt en gedood. Er is geen alternatief, in zoverre is de mens hierdoor geëxcuseerd. Er is geen mens die erover peinst proeven op zijn huisdier te laten doen. A fortiori deze beschikbaar te stellen voor consumptie.

Niet iedereen houdt een huisdier. Net als met kinderen heb je er plezier van maar ook zorg. En kosten. Zelfs in dit overbevolkte land getroosten veel mensen zich offers om hun dier een zo natuurlijk mogelijk leven te laten leiden.

woensdag 17 april 2013

De schaamte van dr. Nienke Roescher

Nienke Roescher heeft ook een mening, althans ze poneert graag stellingen.
Ze gooit er bijvoorbeeld zomaar even uit dat we ons zullen schamen over de manier waarop we nu met dieren omgaan – IN DE VLEESINDUSTRIE. Stelling 14 bij haar proefschrift van vorig jaar.

Dat proefschrift behelst in het kort het volgende:
Ongeveer 0,5 tot 1 procent van de bevolking heeft het syndroom van Sjögren (SjS). 
Deze aandoening leidt tot een ernstige mate van droge ogen en mond en is niet goed te behandelen.
Met behulp van gentherapie onderzocht Nienke Roescher het effect van drie immuun-modulerende eiwitten op de speekselklierwerking en op ontstekingen.

Ze deed dit bij muizen met een SjS-achtige ziekte.

Twee van de drie eiwitten verminderden de ontsteking, maar verbeterden de speekselvloed niet. Het eiwit CD40 had onverwacht weinig effect. Een nieuw beschreven eiwit (het cytokine APRIL) bleek bij patiënten met SjS in een lagere hoeveelheid aanwezig dan bij gezonde mensen.

Deze bevinding geeft een interessant aanknopingspunt voor nieuwe therapieën.

***
 
Met andere woorden: wel schamen over vleesindustrie maar NIET over proefdierindustrie. Wel met het vingertje naar anderen wijzen maar niet in de spiegel kijken.

De volledige tekst hier. Ik heb geen vermelding kunnen  vinden van het aantal muizen dat nodig was om tot deze “interessante” bevinding te komen.