Ronald
Plasterk meende zijn dierproeven te kunnen excuseren met een beroep op de vleesconsumptie.
Als
wij dieren slachten voor consumptie, waarom zouden we ze dan ook niet gebruiken
in proeven?
Naar
mijn mening is vleesconsumptie op zich al erg genoeg. Het is volkomen overbodig
misbruik. Eeuwenoud vegetarisme is een duidelijk bewijs ervan. Anders dan
carnivoren zijn mensen voor hun overleving niet
aangewezen op het eten van vlees.
Je
ziet ook waar het toe leidt als er geen respect meer is voor dierlijk leven.
Namelijk tot de vleesindustrie, in al zijn afschrikwekkendheid.
Het
wordt in dat kader begrijpelijk dat mensen dieren niet meer beschouwen als
levende, bezielde wezens, maar als voorwerpen waarmee je kunt doen wat je goed
lijkt. Als je ze mag doden, dan mag je ze ook mishandelen. Misbruiken in mode,
in sport en spel.
Voor
mensen die levende wezens als principieel gelijkwaardig aan zichzelf beschouwen,
ligt dat uiteraard volkomen anders. Die mensen, politiek vertegenwoordigd door
de Partij voor de Dieren, verzetten zich tegen iedere vorm van misbruik. Tegen
vleesconsumptie èn tegen dierproeven.
Een
afgeleide hiervan is de vleesconsumptie door huisdieren. Deze dieren hebben
vlees nodig om te overleven, en dus moeten hiervoor andere dieren, ‘prooidieren’,
worden gefokt en gedood. Er is geen alternatief, in zoverre is de mens hierdoor
geëxcuseerd. Er is geen mens die erover peinst proeven op zijn huisdier te
laten doen. A fortiori deze beschikbaar te stellen voor consumptie.
Niet
iedereen houdt een huisdier. Net als met kinderen heb je er plezier van maar
ook zorg. En kosten. Zelfs in dit overbevolkte land getroosten veel mensen zich
offers om hun dier een zo natuurlijk mogelijk leven te laten leiden.
Zoals ik onder een ander blogartikel ook heb gedaan, roep ik iedereen op te reageren op het artikel op de website van Trouw van vandaag, Wereldproefdierendag, 24 april, over dierproeven.
BeantwoordenVerwijderen