Respect voor dieren

dinsdag 2 juli 2013

Nationale Traploopweek


Hoe zit het met alle lichamelijke inspanningen die we in de loop van een dag verrichten? Moeten we niet ook e-t-e-n om daar­voor brandstof te leveren? Trappenlopen, in huis scharrelen of stofzuigen? Het huishouden kan behoorlijk inspannend zijn, dus moeten we er een heleboel energie in steken, of niet?  Af en toe wordt voorgesteld, in de strijd tegen het overgewicht, roltrappen stil te zetten en geen nieuwe meer aan te leggen. En het Diabetesfonds organiseert ieder jaar in oktober de Nationale Traploopweek.

Ik ben bang dat ik een verrassend resultaat heb, en weliswaar nogal teleurstellend. De activiteiten die wij in het dagelijks leven ver­richten, verbruiken zo verbluffend weinig energie dat we ze vol­ledig kunnen verwaarlozen als het gaat om wat we eten, tenzij we ons in een sportstudio werkelijk heel erg inspannen.

Stel dat je de trap neemt naar je kantoor op de derde verdieping in plaats van de lift. Ik ken heel wat mensen die er prat op gaan dat ze trappenlopen, maar laten we nu eens de rekensom uitvoeren.
Stel dat die derde verdieping zich op een hoogte van 10 meter bevindt, en je er drie keer op een dag via de trap naartoe loopt. Omdat ik niet kan weten hoe mijn lezers eruit zien, dicht ik ie­dereen een massa van 70 kilo toe. Hoeveel energie is er nodig om drie keer die trappen op te lopen? Of laten we niet kinder­achtig zijn, vijf keer per dag? Dan zeggen we dat je echt je beste beentje voorzet. Vijf keer op een dag naar de derde verdieping.

De energie die je zult moeten leveren, is mgh, waarbij h het ver­schil in hoogte is tussen de eerste en de vierde verdieping. We vermenigvuldigen de 70 kilo (m), met 10 meter per secondekwa­draat (= g = gravitatie, zwaartekracht), met 10 meter (h), met 5, aangezien je het vijf keer op een dag doet, en dit is de uitkomst: 35.000 joules.

Vergelijk dat nu eens met de 10 miljoen joules die je lichaam per dag uitstraalt (aan warmte). Dan is het toch echt niet nodig om wat meer te eten voor die schamele 35.000 joules. Die stellen echt niets voor, slechts 1/3 procent van het totaal.         

***

Vrij naar:
Walter Lewin, Gek op natuurkunde 
(2012, Thomas Rap Amsterdam)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten