Sinds de jaren 80 is er een locaal verdovingsmiddel op de markt, dat
onmiddellijk na toediening werkt, i.t.t. de oudere middelen die een minuut of
tien moeten inwerken voor de arts aan een pijnloze behandeling kan beginnen. Het middel heet ultracaïne, is uitgevonden in
de laboratoria van de firma Hoechst en wint wereldwijd meer en meer
terrein - inmiddels onder een grote hoeveelheid verschillende merknamen, o.a.
omdat het patent is verlopen.
Ultracaïne en alle clonen van ultracaïne worden
in vrijwel iedere tandartspraktijk gebruikt, maar ook ziekenhuizen gebruiken
het 'omdat het zo ontzettend makkelijk werkt'. Wanneer men bijv. voor een
operatie onder algehele verdoving wordt gebracht, wordt locaal ultracaïne of
een cloon toegediend om te voorkomen dat de pijnprikkel de patiënt uit de
narcose haalt.
Ook de ruggeprik bij bevallingen wordt gedaan met dit middel. Opvallend is
dat de producent dit middel voor ruggeprikken stilzwijgend uit de handel heeft
genomen. (Overigens tot ergernis van de behandelaars in ziekenhuizen, die het
daarom in eigen laboratorium laten namaken).
In de praktijk krijgt de patiënt nooit de bijsluiter van dit verdovingsmiddel te lezen, terwijl de bijsluiter toch vooraleerst vermeldt dat de gebruiker kennis moet nemen van de inhoud van de bijsluiter voor hij of zij het middel tot zich neemt. Op deze manier heeft de producent zich juridisch ingedekt (en is de arts feitelijk verantwoordelijk). Zou de patiënt de bijsluiter wel lezen, dan zou menigeen zich achter de oren krabben alvorens de arts het werk te laten doen.
In de praktijk krijgt de patiënt nooit de bijsluiter van dit verdovingsmiddel te lezen, terwijl de bijsluiter toch vooraleerst vermeldt dat de gebruiker kennis moet nemen van de inhoud van de bijsluiter voor hij of zij het middel tot zich neemt. Op deze manier heeft de producent zich juridisch ingedekt (en is de arts feitelijk verantwoordelijk). Zou de patiënt de bijsluiter wel lezen, dan zou menigeen zich achter de oren krabben alvorens de arts het werk te laten doen.
Vanaf het moment dat een middel op de Nederlandse markt is, behoort een
bijsluiter jaarlijks te worden ge-update. Aangezien dit bij articaïne houdende locale
verdovingsmiddelen is gerealiseerd (want de producent wil zich immers
indekken), is er in de loop der jaren een waslijst van bijwerkingen in de
bijsluiter van Ultracaïne ontstaan.
Ultracaïne en al haar clonen bevat de
chemische stof 'articaïne'. Articaïne is
opgebouwd uit o.a. thiopheen. In algemene zin kan men stellen dat
articaïnehoudende verdovingsmiddelen schade aanrichten aan het zenuwstelsel.
***
Bron:
Je hoeft je niet onnodig te laten verdoven, maar pijn lijden is ook geen lolletje. Een kankerpatiënt die in het ziekenhuis cytostatica krijgt toegediend, krijgt ook geen bijsluiter te lezen. Wel krijg je een folder van het ziekenhuis met adviezen die je beter kunt opvolgen zolang je chemotherapie krijgt.
BeantwoordenVerwijderen