Respect voor dieren

woensdag 20 januari 2016

Nationaal Dierproefbeleid



Voorzitter Nationaal Comité Advies Dierproevenbeleid

Blog van de voorzitter
Het nieuwe jaar is alweer meer dan een halve maand oud en de eerste vergadering van het NCad in 2016 zit er op. Ook hebben we alweer onze derde maatschappelijke consultatie achter de rug: die was gewijd aan het 2e deel van ons advies over het beheer en ontsluiten van data voor het monitoren van proefdiergebruik en 3V alternatieven. Ik kan wel zeggen het moeilijkste deel, namelijk het benoemen van indicatoren die inzicht kunnen verschaffen in de inspanningen die zijn ondernomen om het proefdiergebruik terug te dringen dan wel met minder ongerief toe te passen. Een hele mond vol, ga daar maar eens aan staan!
Het bijhouden van de aantallen gebruikte dieren, ja dat is goed geregeld en al vele decennia verschaft het “Zo Doende” rapport gedetailleerde informatie hierover. Maar hoe krijgen we op een inzichtelijke wijze boven water wat er (hopelijk) allemaal gebeurt op het gebied van vervanging, vermindering en verfijning? In ieder geval niet in de vorm van getallen. Een dierverzorger die bedenkt hoe door een kleine wijziging in het voorgeschreven werkprotocol het hanteren van zijn ratten zonder stress kan gebeuren, komt echt niet in de krant door die verfijning. Ook wordt dit soort verbeteringen zelden gerapporteerd.
Datzelfde kan gebeuren wanneer een onderzoeker in staat is om antwoord op zijn wetenschappelijke vraag te krijgen met behulp van zebravisjes in plaats van de gebruikelijke hogere diersoorten. Kortom, de leden van het NCad zijn hard aan het werk om de appels en peren en ander fruit te onderscheiden en te duiden in de grote schaal potpourri van dierproeven en 3V's. Wij houden u op de hoogte!
Op 14 januari heeft het NCad formeel kennis gemaakt met de leden van de Instanties voor Dierenwelzijn (de IvD’s). Deze IvD’s zijn de bij wet verplichte waakhonden die in alle instellingen waarin dierproeven worden uitgevoerd toezien op de gezondheid en het welzijn van proefdieren. Maar deze experts doen nog meer: ze adviseren onderzoekers bij nieuwe projecten, maken ze alert op beschikbare alternatieven en bepalen voor een groot deel de cultuur in hun instelling van “nee, tenzij”. Dat wil zeggen: eerst zoeken naar mogelijkheden om zonder proefdieren antwoorden op vragen te krijgen en pas als dat niet kan, dan met zo weinig mogelijk dieren en met het voorkomen van pijn of ongerief.
Het zal duidelijk zijn dat deze IvD’s tezamen over een schat van informatie, kennis en ervaring beschikken, waarover het NCad maar wat graag wil beschikken! Daarom zijn we begonnen met een lijst op te stellen van experts die ons kunnen en willen helpen met moeilijke vragen die wij op ons bord krijgen. De lijst zal onbeperkt zijn dus als u als lezer meent dat uw kennis en ervaring zou kunnen bijdragen aan onze adviestaak, en uw werkgever is akkoord, laat het ons dan weten!

Herman Koëter
 ***
Commentaar (toegezonden aan dhr. Koëter)

Het optimisme van de voorzitter is haast aandoenlijk. Ondanks zijn grote staat van dienst is hij op dit gebied kennelijk een groentje, en heeft hij – ernstiger – weinig of geen steun aan zijn medegecommitteerden. Deze Gutmensch staan nog wel wat teleurstellingen te wachten!

In het kort:

1.       “Zo doende”. Nog niet de helft van het aantal misbruikte proefdieren wordt vermeld! BPRC, TNO, KNAW-instituten, en nog ruim vijftig andere vergunninghouders zult u er niet in vinden. Zoveelste schijnvertoning.
-
2.       “Dat wil zeggen: eerst zoeken naar mogelijkheden om zonder proefdieren antwoorden op vragen te krijgen en pas als dat niet kan, dan met zo weinig mogelijk dieren en met het voorkomen van pijn of ongerief.”

Dream on, Mr. Koëter.
-
3.       ‘Zebravis ipv hogere diersoort’. Dat is wettelijk voorschrift (Wet op dierproeven) Daarbij volgt, na de zebravis, - u snapt het.
-
4.       ‘Instantie van Dierenwelzijn’:

i)        Uiteraard zijn de leden (‘experts’) geheim. Geheimhouden is de gouden standaard.
ii)       Nog een Commissie, naast de DEC. Kan het treuriger?
-
5.       Is een gepaste terminologie mogelijk? In plaats van:  ‘welzijn’ (van proefdieren!); ‘ongerief’ (!).

1 opmerking: