Vivisectie en medicatie (1)

Samenvatting van de Franse toespraak van André Ménache, directeur van de Formation Antidote Europe (= Tegengifbeweging Europa). De complete voordracht beluister je hier: https://www.youtube.com/watch?v=No6RXyaJwHU De Nederlandse samenvatting is gemaakt door Erica Eijberts, waarvoor veel dank. De gehele tekst staat binnenkort op dit blog, maar ik wil eerst stilstaan bij de eerste tegenwerping. André Ménache is een dierenarts die tegen vivisectie is. Hij is geboren in België. (Helaas niet op wikipedia!) 
Hij leert in zijn toespraak welke antwoorden men kan geven op de vijf meest gestelde tegenwerpingen tegen vivisectie.

1.    Wat te antwoorden als je op dieren geteste medicijnen gebruikt? Ménache: Activisten hebben geen keus, omdat een test op dieren bij medicijnen wettelijk verplicht is. Met cosmetische producten kun je wél kiezen.

***

Commentaar

Dit is inderdaad een bekende, veel gehoorde tegenwerping. Scherper gesteld: ‘Als je tegen vivisectie bent, dan gebruik je toch lekker geen medicijnen, ontwikkeld en getest op dieren.’ Als je wel medicijnen gebruikt, ben je ‘niet consequent’, zelfs ‘hypocriet’. 
Van mensen die dierproeven voorstaan kun je op gebied van moraal niet veel verwachten. Om maar iets simpels te noemen: er is niets dat ons verplicht ten allen tijde ‘consequent’ te zijn. 
De kern van de zaak is echter dat  dit argument misbruik maakt van de dominante positie die onderzoek met dierproeven momenteel inneemt. De immoraliteit schuilt er met name in dat geen gelijkwaardig alternatief geboden wordt. Je niet laten behandelen is geen gelijkwaardig alternatief. 
Ik kan dit nog duidelijker maken aan de vlees- en visconsumptie. Het alternatief is niet: niet eten, maar anders eten. Die mogelijkheid bestaat – vegetarisme / veganisme – en die is ook gelijkwaardig, uit een oogpunt van gezonde voeding. 
Het spreekt vanzelf dat ik geneesmiddelen kies waarbij geen proefdieren misbruikt zijn - mits die er zijn! Daarop is de inzet van de antivivisectie-beweging dan ook gericht.