De spiegel van het paradijs, geschreven door Biruté Galdikas, is een prachtig boek. Zij beschrijft erin haar 30-jarig verblijf in de wildernis van Borneo. Vanaf 1971 – ze was toen 25 - bestudeert ze wilde orang oetans, en, en passant, bevrijdt ze deze dieren wanneer ze daar als ‘huisdier’ gehouden worden.
Ze neemt ze mee naar haar kamp – alleen over water bereikbaar – en probeert ze te ‘deprogrammeren’. Ze zijn vrij om te vertrekken wanneer ze dat zelf willen. Dat gaat heel geleidelijk.
Het is voor mij onvoorstelbaar dat een Westerse vrouw zo’n leven kan volhouden, zonder het minste comfort niet alleen, maar ook onder voortdurende dreiging van malariamuskieten, van slangen, krokodillen, bloedzuigers en ander klein maar gemeen bijtend onderkruipsel. En last not least, wilde orang oetans. Overigens zijn orang oetans van nature niet agressief. De man van Biruté, Rod, houdt dat leven uiteindelijk niet vol. Hij gaat met hun kleine kind, en een jonge Indonesische assistente, terug naar de VS. Hij is Biruté jarenlang tot grote steun geweest. Het is dan ook niet gemakkelijk voor haar om dit te verwerken.
Een curieuze wending is dat zij daarna een Dajak trouwt, genaamd Pak Bohap, met wie ze twee kinderen krijgt.
Deze man wil geen orang oetans in hun ‘huis’, hoewel dat niet altijd te vermijden is. De vergelijking tussen opgroeiende kleine kinderen en hun speelkameraadjes, kleine orang oetans, zijn grappig en leerzaam.
Het boek is zo veelomvattend dat het niet na te vertellen is. Ik stip een paar punten aan.
Je leert kijken naar orang oetans. Volwassen mannetjes hebben ‘wangplaten’. (afb.) Overeenkomsten met mensen: ogen frontaal; zwakke reuk; 32 tanden en kiezen. Enz.
Het woord orang oetan betekent: ‘mens van het bos’.
Ze leven op ca. 30 m hoogte in bomen. Daardoor zijn ze moeilijk te volgen. Ze komen niet graag op de grond, daarop komen ze maar langzaam vooruit. Ze leven meest solitair, anders dan chimpansees en gorilla’s. Hele dag bezig met voedsel verzamelen. ’s Avonds maken ze in de bomen een nest voor de nacht.
De dieren leven alleen nog in Indonesië, Borneo. Misschien zijn ze nog niet helemaal uitgestorven in Sumatra. Anders dan Galdikas vrees ik dat er geen enkele hoop op overleving voor de soort is.
Interessant is verder, speciaal ook voor ons Nederlanders, dat ze ook vrij veel over Indonesië en de cultuur ervan schrijft. Zo hebben mannen er niet zelden twee vrouwen. Voor de tweede, de jongste, is er een speciaal woord, nl. madoe (d.i. honing).
De betekenis van de kris komt ter sprake, bijv. als poesaka.
De overlegcultuur: moesjewara. Indonesiërs hebben een hekel aan ‘overruling’; afspraken werken het beste als men het ‘met elkaar eens geworden is’.
Ze heeft kritiek op de primatologie, die haar, Jane Goodall en Dian Fossey lange tijd niet – en misschien nog niet - serieus namen. Ze verdedigt zich tegen het verwijt van onwetenschappelijkheid, dat berust op het feit dat ze geen afstand tot haar studie-object, de dieren, houdt. De drie vrouwen werden weggezet als
‘sentimenteel’. Zo geven zij hun dieren voor het eerst namen, in plaats van, zoals gebruikelijk, nummers.
Mooi zijn haar herinneringen aan Dian Fossey, die in Afrika als beschermster van de gorilla’s haar hand overspeelde en vermoord werd. Haar lievelingsgorilla ging haar al voor: ook deze, Digit, werd vermoord. Vanaf dat moment schrijft Galdikas, was Fossey “het verdriet voorbij.”
Ze liggen in Rwanda naast elkaar begraven.
Fossey bestudeerde berggorilla’s; in dierentuinen vind je haast altijd laaglandgorilla’s, die zijn makkelijker te houden.
Anders dan Goodall spaart Galdikas dierentuinen niet.
Het is een wonderlijke speling van het lot dat Louis Leaky drie westerse volgelingen – vrouwen - vond die bereid waren in de wildernis te leven om primaten te bestuderen. En dan ook nog eens drie verschillende soorten: Goodall de chimpansees, Fossey de berggorilla’s en Galdikas de orang oetans.
Biruté Galdikas, Reflections of Eden
Ned.vert.: De spiegel van het paradijs (2007)
Sommige vrouwen hebben dus wat met apen. Denk ook aan die vrouw die bijna door Bokito aan zijn harem was toegevoegd. Volgens mij vallen de meeste vrouwen op poezen. Ken je overigens dat liedje van Georges Brassens: "Gare au gorille"? Dit gaat over een gorilla die een grotere aantrekkingskracht op vrouwen uitoefent dan mannetjesmensen. Toch blijven de vrouwen voor de zekerheid op een afstand. Alleen een oude vrouw en een (mannelijke)rechter lukt het niet op tijd te vluchten. Volgens Brassens zijn gorilla's wel potenter dan mannetjesmensen, maar hebben ze een minder fijne smaak. Iedereen die moest kiezen tussen het verkrachten van een oude vrouw en een rechter zou volgens Brassens voor het eerste kiezen. Maar de gorilla trekt de rechter mee naar een struikgewas. De rechter roept om zijn moeder, net als de man die op dezelfde dag door toedoen van die rechter werd onthoofd.
BeantwoordenVerwijderenWikipedia:
BeantwoordenVerwijderenZonder twijfel kunnen we Georges Brassens (1921-1982) als één van de meest invloedrijke chansonniers bestempelen. Hij begon zijn zangcarrière in de jaren veertig, maar zou pas in de jaren vijftig grote successen boeken. Zijn teksten waren sterk beïnvloed door de grote Franse dichters, maar behandelden gelijktijdig vaak controversiële thema’s. Hij combineerde hierbij als het ware het imago van een pastorale poëet, met dat van een
‘baldadige’ anarchist. Hij schuwde hierbij de ‘vieze woorden’ niet, wat ervoor zorgde dat hij in zijn begindagen soms uitgejouwd werd door het publiek.
In zijn liedjes behandelde hij zelden of nooit actuele onderwerpen. Als hij dit toch deed, gebeurde dit via veel omwegen zodat het lied een universeel karakter kreeg. Op deze manier kwam er toch een zeker engagement naar voren.
Een mooi voorbeeld van zijn stijl is Le Gorille (De Gorilla), een lied uit zijn beginperiode. In dit lied zingt hij over een op geslachtsgemeenschap beluste gorilla die ontsnapt uit zijn kooi. Uiteindelijk houdt deze een jonge rechter, wegens zijn kledij, voor een vrouw en randt hem aan.
Opmerkelijk is dat hij op het eind van het lied, via een kwinkslag, een standpunt inneemt tègen de doodstraf.
PS. Ook bij Galdikas wordt een vrouw verkracht, ditmaal door een (bevrijde) orang oetan. Het betrof de kokkin van het kamp.
Toen ze volkomen overstuur bij haar man aankwam, zei deze 'troostend' dat het maar een aap geweest was...
Aannemelijk is dat meisjes en vrouwen die veel van paarden of apen houden een surrogaatman in deze dieren zien. Ik denk dat vrouwen die op katten vallen deze als kinderen beschouwen. Overigens was Georges Brassens een groot dierenliefhebber, die zich altijd over allerlei zwerfdieren ontfermde. Katten hadden zijn voorkeur. In verscheidene chansons heeft hij het over poezen. In "P... de toi" gaat het over een verleidelijke, katachtige vrouw, die Brassens in de steek laat, zodat deze zijn geluk alleen nog bij zijn echte katten zoekt. In "Le testament" schrijft hij dat een andere man na zijn dood zijn vrouw (weduwe) mag beminnen, zijn wijn mag drinken, zijn tabak mag roken en zijn kleren en schoenen mag dragen, maar als hij de katten van Brassens kwaad doet, komt laatstgenoemde bij hem rondspoken.
BeantwoordenVerwijderen