In deel 4 hiervoor ging het over de misleiding met betrekking tot de aantallen proefdieren in het publieksjaarverslag-2010 van het Erasmus MC. Vandaag twee opmerkingen over de soorten.
Muizen en ratten
Wie eenmaal het hellende vlak betreden heeft, die glijdt gemakkelijk steeds verder af. Zo benadrukken dierproefnemers steevast dat de meeste proeven gedaan worden met muizen. Zo ook in het publieksjaarverslag van het Erasmus MC. Wat Fentener van Vlissingen c.s. ons nu wil aanpraten is dat muizen inferieur zijn. M.a.w. deze dierproeven zijn helemaal geen misbruik!
Wie eenmaal het hellende vlak betreden heeft, die glijdt gemakkelijk steeds verder af. Zo benadrukken dierproefnemers steevast dat de meeste proeven gedaan worden met muizen. Zo ook in het publieksjaarverslag van het Erasmus MC. Wat Fentener van Vlissingen c.s. ons nu wil aanpraten is dat muizen inferieur zijn. M.a.w. deze dierproeven zijn helemaal geen misbruik!
Daarom wordt volstaan met het noemen van een percentage van een verder niet genoemde grootheid. Welnu, dit percentage muizen was in 2010: 86,6%. Wel iets om even bij stil te staan. Niet vermeld wordt dat dit 32.352 muizen betreft. Gemiddeld worden per dag meer dan 88 muizen de dood ingejaagd.
Uiteraard laat een fatsoenlijk mens zich niet om de tuin leiden. Muizen kunnen onder omstandigheden plaagdieren zijn, maar dat rechtvaardigt niet ze bloot te stellen aan een wrede behandeling. Deze dieren worden net zo goed als huisdier gehouden.
Daarnaast hebben dierproefnemers nog de ‘pech’ dat de rat in het onderzoek een beetje uit de gratie is. Percentage 7,9: 2.969 dieren.
Muizen zijn kleiner en makkelijker te houden. Maar de rat heeft zo’n slechte naam dat de soort zelfs tot scheldnaam verworden is. Niets geschikter om van te profiteren! Niettemin volkomen ten onrechte: van contact met een rat kun je ziek worden, maar ook medemensen kunnen ziekten overbrengen. En ook ratten worden als huisdier gehouden.
Muizen en ratten kunnen net zo goed als andere dieren bogen op een intrinsieke waarde.
Chimpansees
Het interessantst is wat gezegd wordt over chimpansees. De auteur erkent dat experimenten daarmee verboden zijn in de Europese Unie. Wat nu?! Experimenteel onderzoek naar bepaalde virussen kan alleen met chimpansees gedaan worden, schrijft ze. Letterlijk: “(…) omdat geen andere diersoorten experimenteel geïnfecteerd kunnen worden in het kader van bijvoorbeeld vaccinonderzoek.”
Waarschijnlijk doelt ze op het fiasco met de chimpansees in het hiv/aidsonderzoek.
Ligt dat onderzoek nu stil?
Is bijvoorbeeld het BPRC in Rijswijk gesloten nadat de proeven met chimpansees verboden zijn?
Welnee, niets van dit alles.
Het gevolg is, lezen we: “Dat maakt het onderzoek naar bepaalde virussen wel moeilijker.”
Moeilijker maar dus niet onmogelijk. Uiteraard blijft onderzoek bestaan, alleen met andere middelen. Dit is wat activisten sinds jaar en dag beweren. Onderzoek ZONDER dierproeven moet mogelijk zijn.
De brochure gaat hier verder niet op in. Over de alternatieven hiervoor, noch over alternatieven in het algemeen, wordt iets concreets vermeld.
Muis, rat of aap:
BeantwoordenVerwijderenvivisectie deugt voor geen raap.