‘Ethiek
in praktijk’, een hbo-leerboek, is weer van hetzelfde laken een pak. Er zijn wel
zowaar twee hoofdstukken (van 21), waarin het woord ‘dier’ in de titel voorkomt,
namelijk:
4.
Het welzijn van mens en dier behartigen: weldoen en niet-schaden.
5.
Eigenheid van mens en dier: autonomie en integriteit.
Maar
maak je niet ongerust: over dierproeven gaat het niet. Er worden enkele
voorbeelden besproken: opvang van dieren in het wild; stierenvechten;
dikbilkoeien en pikkende hennen. De schrijver, M.F. Verweij (foto onder), is wel op de hand
van de dieren, maar het blijft bij ‘overwegen’: er zijn argumenten voor en er
zijn argumenten tegen. Er worden geen standpunten ingenomen.
Verweij
maakt zich er als volgt vanaf: “Het idee van de dierlijke integriteit is in de
ethiek nog niet zo goed uitgewerkt.” Nou je zou zeggen: ‘Meneer, wat let u?’
Maar nee, hij vlucht liever in het probleem van de afwijzing door de Jehova’s
van bloedtransfusie; maatschappelijk toch een marginaal probleem.
Belangrijker
is de kwestie van de weigering van vaccinaties door orthodox-religieuzen,
waarbij de vraag rijst of rijksvaccinatie niet verplicht zou moeten worden
gesteld. Het vreemde is dat Verweij beweert dat in landen waar die
vaccinatieplicht bestaat niet of nauwelijks een hogere vaccinatiegraad bestaat
dan in landen met een vrijwillig programma. Voor Verweij genoeg reden om dan
maar niet te pleiten voor dwang. Dubieuze opstelling als je je baseert op
landen die die vaccinatieplicht kennelijk niet serieus nemen.
De
laatste paragraaf heet: Wat is ‘afwegen’?
Verweij
maakt wel duidelijk dat we geen werkelijke norm hebben om iets af te wegen. We
doen maar wat. Dat is wel heel duidelijk geworden in het
biotechnologie-bij-dieren-debat.
***
Bolt, Verweij, Van Delden, Ethiek in praktijk (Kon. Van
Gorcum 20034 )
Iemand vond het bovenstaande grappig. Ik begrijp niet wat er grappig aan is.
BeantwoordenVerwijderen