Hij kreeg autologe stamceltranplantatie (sct), dus met eigen stamcellen. Dat was nodig omdat het bloed van zijn zus helaas niet matchte.
Allogene sct heeft namelijk de voorkeur. Na een allogene stamceltransplantatie zijn de donorcellen in staat de eventueel nog aanwezige kwaadaardige leukemiecellen op te ruimen. Dit wordt Graft-versus-leukemie genoemd. Letterlijk vertaald betekent dit: ‘transplantaat tegen leukemie’. Graft-versus-leukemie vermindert het risico op terugkeer van de ziekte (recidief).
Maar Maarten had geluk: de autologe sct sloeg wel aan. Na ruim een half jaar was hij genezen!
Hij werd met vijf anderen
tegelijk behandeld en was de enige die overleefde. In 2008 werd hij zelfs Olympisch kampioen openwater (10 km).
De casus in de roman van
Hemmerechts speelt zich af op dezelfde hematologie-afdeling van VUmc. Bij haar
gaat over een patiënt (Roos) met chronische myeloïde leukemie. Het verhaal
speelt ruim tien jaar later en hier wordt eerst geprobeerd de leukemie te
genezen met pillen, m.n. Glivec.
Dat mislukt: Roos blijkt resistent tegen het middel.
Daardoor moet ook hier naar stamceltransplantatie gegrepen worden. Zij heeft daarbij meer geluk: het bloed van haar zus is geschikt. Die zus staat stamcellen af, die dan zo gauw mogelijk bij Roos worden getransplanteerd. Uiteraard moeten dan wel eerst alle aanwezige leukemiecellen met chemotherapie gedood zijn.
Daardoor moet ook hier naar stamceltransplantatie gegrepen worden. Zij heeft daarbij meer geluk: het bloed van haar zus is geschikt. Die zus staat stamcellen af, die dan zo gauw mogelijk bij Roos worden getransplanteerd. Uiteraard moeten dan wel eerst alle aanwezige leukemiecellen met chemotherapie gedood zijn.
Het noodlot wil dat de sct
toch mislukt. Bij Roos ontstaat chronische ‘graft versus host’, d.w.z. dat het
donorweefsel (de graft) een afweerreactie vertoont tegen het
weefsel van de ontvanger (de host).
De afweercellen van het
transplantaat vallen het weefsel van de gastheer aan, wat precies tegengesteld
is aan de gebruikelijke afstoting: vrijwel altijd valt het weefsel van de
ontvanger het donorweefsel aan.
Graft-versus-hostreacties
kunnen overal in het lichaam optreden, maar vooral in de huid, de darmen en de
longen. Om graft-versus-host te onderdrukken kunnen afweeronderdrukkende
middelen worden ingezet - met soms moeilijk te behandelen infecties tot
gevolg.
***
Lit.
Maarten van der Weijden, Beter
(Ambo 2009)
Kristien Hemmerechts, Haar
bloed (De Geus 2012)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten