Respect voor dieren

dinsdag 25 oktober 2011

Mannen hebben tepels

Barend
De man bepaalt of er negen maanden na de bevruchting een jongen of een meisje wordt geboren.

De eicel van een vrouw heeft één X-chromosoom.
De zaadcel van een man heeft of één Y-chromosoom of één X-chromosoom.

Is het een zaadcel met een X-chromosoom die als eerste het eitje bereikt, dan wordt het een meisje (XX). Is het er een met een Y-chromosoom, dan wordt het een jongen (XY).

Op het moment van de bevruchting is het geslacht dus al bepaald. Maar in het begin ontwikkelen de genitaliën zich nog gelijk. En jongen of meisje, in beide gevallen worden tepels aangemaakt. De uiteindelijk vorming van de geslachtskenmerken vindt plaats in het embryonale stadium.

Tepels ontstaan al rond de derde week na bevruchting.
Dat is veel eerder dan alle andere seksekenmerken en nog voor het ongeboren vruchtje onder invloed van chromosomen definitief een jongetje of een meisje wordt.

Vrouwen en mannen hebben hetzelfde bouwplan: als embryo zien ze er hetzelfde uit.
Na ongeveer negen weken wordt een baby onder invloed van hormonen pas een jongen of een meisje. Het embryo heeft dan al tepels, die gaan niet meer weg. De tepels van een man ontwikkelen zich minder ver als die van een vrouw, waardoor ze bij mannen eigenlijk "voor de sier" zijn.

Dat komt bij meer lichaamsdelen voor, vooral de geslachtsdelen. Die ontwikkelen zich aanvankelijk voor beide seksen gelijk. Maar op een bepaald moment in de ontwikkeling krijgt een jongetje een penis, terwijl een meisje op die plek een clitoris krijgt.

Toch is er met de tepel iets geks aan de hand. Mannen hebben iets kleinere tepels dan vrouwen, maar ze zijn wel helemaal functioneel, inclusief zenuweinden, bloedvaten, spiertjes en een beginnetje van melkklieren. Geef een man genoeg oestrogeen en de melkklieren ontwikkelen zich verder; hij kan gaan lacteren.

De mens is het enige zoogdier waarbij de man complete tepels krijgt; bij andere diersoorten is de tepel ook aanwezig, maar zo klein, dat hij niet kan worden opgemerkt. Vol bij een reu of een kater maar eens aan zijn buik, je voelt hooguit kleine knopjes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten