RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
Vonnis van 26 september 2012
in de zaak van
1. DE STAAT DER NEDERLANDEN (MINISTERIE VAN VWS, Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu)
gevestigd te Den Haag,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
2. ROELAND ARNOLD COUTINHO,
wonende te Nigtevecht,
eisers in conventie,
advocaat mr. drs. S.M. Kingma te Den Haag,
tegen
HANS VAN DER LINDE,
wonende te Burgh-Haamstede,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie jegens de staat,
advocaat mr. A.C. van der Bent te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als “de staat”, Coutinho en als “eisers” voor
de staat en Coutinho gezamenlijk en als Van der Linde.
1. ( )
2. De feiten
2.1. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft
onder meer taken ten behoeve van de monitoring, het onderzoek, de advisering
ten behoeve van beleid en de regievoering op het terrein van de volksgezondheid
in Nederland. De meeste activiteiten op het gebied van de bestrijding van
infectieziekten zijn gebundeld in het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb),
een onderdeel van het RIVM. Dit CIb voert de regie op de toetsing en uitvoering
van het Rijksvaccinatieprogramma en is inhoudelijk betrokken bij het Nationaal
Programma Grieppreventie. Het CIb staat sinds 1 februari 2005 onder leiding van
Coutinho.
2.2. Het CIb is verantwoordelijk voor de jaarlijkse
influenzavaccinatie, ook wel griepprik genoemd. De Gezondheidsraad, een
onafhankelijk adviesorgaan van de minister van VWS, heeft in een advies van 28
september 2011, de eerdere aanbeveling griepvaccinatie aan risicogroepen aan te
bieden, gehandhaafd.
2.3. Van der Linde is huisarts. In een interview in Trouw van 26
oktober 2011 met als titel “Wel of geen griepprik, dat is de vraag” heeft Van
der Linde gesteld dat er geen valide bewijs is dat jaarlijkse vaccinatie van
gezonde ouderen en risicopatiënten effectief is.
Vervolgens is in dat artikel
opgenomen: “Ik denk niet dat huisartsen zo goed wetenschappelijk zijn onderlegd
of op de hoogte zijn van nieuwste wetenschappelijke inzichten. De praktijk
leert dat vooral richtlijnen van de beroepsgroep of adviezen van de
Gezondheidsraad worden opgevolgd.
Ik heb twaalf jaar lang in opdracht van het
Nederlands Huisartsen Genootschap allerlei verre oorden bezocht om
bijscholingscursussen op kwaliteit te controleren. Daar heb ik zelf kunnen zien
hoe de farmaceutische industrie de voorschrijver wil beïnvloeden. In dertig jaar
tijd zijn de grenzen steeds meer opgeschoven, ook door de rol van adviseurs op
het terrein van vaccinatie, zoals Ab Osterhaus of Roel Coutinho.
Over hoe
Osterhaus’ commerciële belangen zijn rol als adviseur bij de Mexicaanse griep
beïnvloedden, is al veel bericht. Maar ook Coutinho heeft als wetenschapper
veel onderzoek gedaan in opdracht van de industrie.”
2.4. In een uitzending van het radioprogramma ‘Avondspits’ op 26
oktober 2011 was de stelling waarop luisteraars konden reageren: “De griepprik
helpt alleen de pillenindustrie”. Van der Linde was in de studio te gast om
deze stelling te verdedigen. Nadat de presentator had gezegd dat de industrie
natuurlijk wel baat zou hebben bij de griepprik, antwoordde een voorstander van
de jaarlijkse griepprik, huisarts Van Essen: “Ik ben niet industrie. Dus ik
weet niet wat de industrie voor drijfveer heeft. Maar het gaat hier erom of
diegenen die de overheid adviseren dat onafhankelijk doen vanuit hun eigen
kennis en eigen verantwoordelijkheid, of dat ze, zoals u ook weer beweert, dat
ze worden gedreven door financiële belangen van de farmaceutische industrie. En
dat bestrijd ik ten enenmale. Dit zijn deskundigen die de overheid adviseren
die dat doen omdat ze vinden dat de overheid een goed advies moet krijgen.”
Van der Linde heeft daarop gereageerd met: “Daar is wel iets op af te dingen. [
] Meneer Osterhaus die heeft gewoon aandelen met de bedrijven die alle belangen
erbij had, vorig jaar dat de Mexicaanse griep verkocht werd. Eh, Coutinho is
iemand die op een gegeven moment zijn hele aids-onderzoek in het verleden is
door de industrie betaald. Hij heeft grote belangen om op een gegeven moment,
dat die goed, die relatie goed te houden, voor nu en vooral ook in de toekomst.
Daar is absoluut een belangenverstrengeling. En wat een heel andere categorie
van mensen is, dat zij dat in de publieke discussie mengen zich niet
commissieleden, die in het verleden verantwoordelijk waren voor de vaccin
adviezen die nu onder vuur liggen. En eh, deze mensen die zou je zeggen,
stellen zich open voor nieuwe analyses die in binnen- en buitenland breed
gedaan zijn. Het is niet zo dat een klein clubje mensen op staat. Een
meerderheid van de mensen gelooft hier absoluut niet meer in, aan artsen. En
dat krijg je op een gegeven moment nu polemieken die meer imponeren als de
hakken in het zand dan open staan voor nieuwe evaluaties. En ik ben dus bang
dat de angst voor reputatieschade momenteel de discussie aan het domineren is.
En dat geldt ook voor collega van Essen trouwens, die zeer ver is meegegaan
daarin.”
2.5. Het televisieprogramma ‘De Moraalridders’ van diezelfde dag
ging ook over een publicatie van een onderzoek naar het effect van de griepprik
in “Geneesmiddelenbulletin”. Het voor dit geschil relevante deel van het interview is als volgt:
Interviewer: “en Trouw suggereert dus zelfs dat meneer Coutinho van het RIVM
zelfs persoonlijke belangen heeft bij die griepprikken. Hierop antwoordt Van
der Linde: “Een heleboel mensen hebben belangen. Natuurlijk.”
Interviewer vervolgt: “ook meneer Coutinho?” waarna Van der Linde antwoordt:
“Coutinho heeft op een gegeven moment.. al zijn onderzoek vroeger tegen AIDS,
heel verdienstelijk en knap onderzoek, werd wel door de farmaceutische
industrie gefinancierd en…”
Interviewer: “Maar dan hoeft dit onderzoek toch niet…?”
en Van der Linde vervolgens: “Nee, maar goed, nu als RIVM heeft hij zakelijk
grote belangen bij de griep en ook voor zijn toekomst is een profijtelijke
relatie met de industrie voor hem belangrijk. Het zijn mensen die op een
gegeven moment zeer terdege rekening houden met hoe een farmaceutische
industrie aankijkt tegen hun uitlatingen.”
Intervierwer: “Hij is niet integer, dat is wat u zegt?” Gedaagde: “Nee, dat is
iets anders…” Interviewer: “Hij is niet zuiver op de graat?””. Gedaagde
antwoordt: ‘Als u een zakelijke onderneming heeft en u doet zaken met iemand,
dan zult u die zakelijke partner nooit voor zijn hoofd stoten en zult u hem
vriendelijk proberen te bejegenen. En dan gaat ’t te ver om te zeggen: hij is
niet integer, nee je streeft goede relaties na en in dat kader van die goede
relaties krijg je bedenkelijke zaken als lippendienst en te vriendelijk zijn
voor. En dan komt het op een gegeven moment zover dat er een…, dit is heel
langzaam de afgelopen 30 jaar gegroeid.”
3. Het geschil
in conventie
3.1. De Staat vordert samengevat – een verklaring voor recht dat Van
der Linden jegens het RIVM en Coutinho onrechtmatig heeft gehandeld door
uitlatingen te doen met de strekking dat het RIVM en/of Coutinho bij hun (deskundigen)
advies over (het nut van ) de influenzavaccinatie:
1. zich mede laten leiden door zakelijke (grote) belangen en/of
belangen als privé persoon bij de farmaceutische industrie en/of profijtelijke
relaties met de farmaceutische industrie;
2. lippendienst betonen aan zakelijke partners.
Verder wordt een proceskostenveroordeling gevorderd.
3.2. Eisers stellen dat Van der Linde met zijn uitlatingen tijdens
de radio- en televisie-uitzendingen, zoals die hierboven zijn geciteerd, de
reputatie van het RIVM en Coutinho ernstige schade toebrengt.
De uitspraken missen feitelijke grondslag en ondermijnen het vertrouwen dat de
Nederlandse bevolking moet kunnen hebben in het RIVM/CIb als leidinggevende
instantie bij het voorkomen en bestrijden van ziekten. Hij handelt daarmee
onrechtmatig jegens eisers.
RIVM heeft als werkgever van Coutinho belang bij de vordering omdat zij ervoor
moet zorgen dat haar werknemers in de uitoefening van hun functie verstoken
blijven van onterechte verdachtmakingen, die zowel die werknemer als het RIVM
in een kwaad daglicht kunnen stellen.
3.3. Eisers hebben ter onderbouwing van hun stelling dat de
uitlatingen van Van der Linde feitelijke grondslag missen, onder andere een
overzicht gegeven van de wetenschappelijke prestaties van Coutinho en van zijn
betrokkenheid bij diverse onderzoeksprojecten. Verder hebben zij gesteld dat
indien een onderzoek van Coutinho door de farmaceutische industrie zou zijn
gefinancierd, dat nog geen grond oplevert voor de beschuldiging zoals Van der
Linde die heeft geuit.
Coutinho heeft zelf ook geen zakelijke belangen. Hij heeft een volledige
aanstelling bij het RIVM en is daarnaast nog parttime hoogleraar.
Het RIVM heeft als instituut evenmin een financieel belang bij de omvang van de
griepvaccinatie. Zij ontvangt € 0,50 per vaccin ter dekking van de kosten.
Winst wordt er als overheidslichaam niet gemaakt. Voor de gunning van de
levering van de vaccins worden de regels van de Europese aanbesteding gevolgd.
3.4. Eisers stellen dat het gezag en de positie die RIVM en Coutinho
innemen worden ondermijnd door de onterechte beschuldigingen van Van der Linde.
Het uiteindelijke effect hiervan kan zijn dat mensen komen te overlijden.
3.5. In reactie op het verweer van Van der Linde hebben eisers
gesteld, dat hij zijn uitlatingen aan het adres van Coutinho verdraait, door te
stellen dat “belangenverstrengeling” slechts een neutrale betekenis heeft in
medisch- wetenschappelijke zin. Hij wil daarmee de aandacht afleiden van wat
hij werkelijk heeft gezegd.
3.6. Van der Linde stelt dat hij zich sinds 2001 toelegt op het
signaleren en aan de kaak stellen van praktijken van beïnvloeding door de
farmaceutische industrie. Hij heeft daarbij diverse successen geboekt.
Het kan nu alleen gaan om uitlatingen die hij heeft gedaan op 26 oktober 2011
in het radioprogramma ‘Avondspits’ en het televisieprogramma ‘Moraalridders’.
Het dagblad Trouw heeft een artikel gepubliceerd dat niet eerst aan hem is
voorgelegd. Hij is voor dat artikel dan ook niet verantwoordelijk.
Hij erkent dat hij publiekelijk heeft beweerd dat Coutinho
belangenverstrengeling heeft. “Belangenverstrengeling” is volgens hem een
neutrale benaming die in de geneeskunde een gangbare en waardevrije aanduiding
is. In dat kader heeft Van der Linde zijn uitlatingen gedaan.
Hij betwist dat hij Coutinho privé ervan heeft beschuldigd dat deze zich laat
leiden door persoonlijke, zakelijke en profijtelijke belangen en dat Coutinho
privé lippendienst betoont aan zakelijke partners.
Hij houdt vol dat het RIVM zakelijk belang heeft bij de griepprik omdat het
gevolgen heeft voor de exploitatierekening van het RIVM.
De publieke bewering door Van der Linde dat Coutinho belangenverstrengelingen
heeft, kan nauwelijks bijdragen aan verslechtering van het imago van eisers.
Hij verwijst daarbij naar de wetenschappelijke, journalistieke en publieke
opinie over de rol van het RIVM, Coutinho en de Gezondheidsraad in het kader
van de Mexicaanse griep en naar onderzoek naar het nuttig effect van vaccinatie
tegen griep.
Zijn beweringen zijn voldoende onderbouwd en op feiten gebaseerd volgens Van
der Linde.
Door belangenverstrengeling hebben farmaceutische bedrijven een overheersende
invloed in de geneeskunde gekregen. Dit heeft grote gevolgen voor het welzijn
van mensen.
Verder stelt hij dat het RIVM een overheidsinstelling is en Coutinho een
publiek persoon. De grenzen van acceptabele kritiek zijn daarbij ruimer dan
wanneer het om privé personen gaat. De uitlatingen aan het adres van Coutinho
zijn neutraal van toonzetting geweest.
in reconventie
3.7. ( )
3.8. Van der Linde stelt dat de overheid door het dreigen met het
aanhangig maken van een procedure de vrijheid van meningsuiting beperkt. Het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft daar voorwaarden aan
gesteld. Dit geschil voldoet niet aan die voorwaarden.
Van der Linde stelt dat groot gewicht toegekend moet worden aan de vrijheid van
meningsuiting. Zijn uitlatingen zijn noodzakelijk in een democratische
samenleving. Hij stelt een maatschappelijke kwestie aan de orde, namelijk het
nut van een griepvaccinatie en het functioneren van ambtenaren en
overheidsorganen met betrekking tot een nationale aangelegenheid. Die vrijheid
van meningsuiting vraagt om bescherming..
3.9. De staat stelt dat zij het recht heeft de door Van der Linde
gedane uitlatingen door een rechter te laten toetsen. Bij de vraag of sprake is
van een inbreuk op art. 10 EVRM gaat het om toetsing van een
overheidsmaatregel. Hier is geen sprake van een overheidsmaatregel, maar van
uitlatingen aan het adres van de overheid of een medewerker van die overheid.
Zij heeft het recht te laten toetsen of de uitlatingen van Van der Linde hun
eer en goede naam beschadigen of dat diens vrijheid van meningsuiting zwaarder
moet wegen. Het maakt daarbij geen verschil of de vordering van de staat wordt
toe- of afgewezen. Verder wijst de staat erop dat hij heeft geprobeerd vóór de
procedure tot een vergelijk met Van der Linde te komen door middel van het
opstellen van een gezamenlijke verklaring.
(wordt vervolgd)