De Partij voor de Dieren heeft een natuurlijke populatie-ontwikkeling van in het wild levende dieren hoog in het vaandel. De partij is daarom ook voorstander van een natuurlijke populatie-ontwikkeling in de Oostvaardersplassen. Het probleem in de Oostvaardersplassen speelt zich af op twee onderwerpen: natuurbescherming en dierenbescherming.
Vanuit het oogpunt van natuurbescherming is het begrijpelijk de natuur zoveel als mogelijk haar gang te laten gaan.
Vanuit het oogpunt van dierenbescherming is het wenselijk onnodig lijden te voorkomen.
Staatsbosbeheer opereert op het snijvlak van natuurbescherming en dierenbescherming. In de natuur zal het altijd zo zijn dat zwakke dieren sterven als gevolg van predatoren, voedselgebrek of extreme weersomstandigheden. Dat lot treft kleine dieren zoals roodborstjes en mezen waarover men eigenlijk weinig hoort hoewel elke winter veel dieren van deze soort sterven, maar ook grote hoefdieren die meer tot de menselijke verbeelding spreken. (...)
Daarnaast is het goed de populatiedynamiek te respecteren en dieren te behoeden voor onnodig lijden door ze een genadeschot te geven als hun dood onafwendbaar wordt. Dat doet Staatsbosbeheer, voor zover de Partij voor de Dieren kan nagaan op een uit oogpunt van natuur- en dierenbescherming optimale wijze.
De Partij voor de Dieren staat in beginsel achter het beleid van Staatsbosbeheer in de Oostvaardersplassen.
Dit beleid houdt in dat Staatsbosbeheer niet ingrijpt in de populaties grote grazers (heckrunderen, konikpaarden en edelherten), omdat het gebied een dusdanig groot natuurgebied vormt dat er een ‘natuurlijk evenwicht’ kan ontstaan. (...)
Interessant is ook om te volgen hoe populaties zich ontwikkelen in een gebied waar niet wordt gejaagd in termen van oogstjacht. De boswachters van Staatsbosbeheer grijpen slechts in wanneer een dier vanuit natuurlijk perspectief ten dode opgeschreven is en nemen in dat opzicht de rol van de ‘wolf’ op zich.
Niet via het omgekeerde bambidenken van de jagers, die emotionele verhalen rondstrooien over creperende dieren, die voor dat lot behoed zouden kunnen worden wanneer de jagers de dieren zouden mogen afschieten in de kracht van hun leven, maar via zo natuurlijk mogelijk ingrijpen en het vergroten van het leefgebied met zo min mogelijk ingrijpen van de mens. Op de Veluwe worden dit seizoen meer dan 90% van alle zwijnen afgeschoten, als het gevolg van dergelijk door jagers gedomineerd beleid.
Niet ingrijpen in de populaties betekent ook dat dieren niet worden bijgevoerd. Echter op het moment dat dieren verzwakt raken, door bijvoorbeeld ouderdom of voedselgebrek, worden de dieren door Staatsbosbeheer afgeschoten om nodeloos lijden te voorkomen.
17-2-2009
Grote grazers in de Oostvaardersplassen
Er is natuurlijk iets voor te zeggen,dat je de natuur zijn gang laat gaan, maar wij als dierenbeschermers kunnen het leed dat dieren hebben, moeilijk aanzien.
BeantwoordenVerwijderenHet doet me pijn als ik een dier zie lijden.