MARTINUS
Dikwijls, Martinus, heilige naamgenoot,
Als ik uw snijdend beeld zie, denk ik schamper:
.
Ook gij waart klein, want aan uw naaste in nood
Gaaft gij een helft, geen ganse mantel.
Gij steegt niet af als goed Samaritaan,
Gij bleeft te paard boven de man verheven.
Toen gij uw zwaard greept, hebt gij willen slaan
Naar 't creatuur dat zat te beven.
Maar toen, uit deernis, uit geërgerdheid,
Want zo ontwaakt ons hart, hebt ge ingehouden;
Toen, met een drift die eerst zichzelf bestrijdt,
Uw kleed gedeeld; toen half behouden.
Zo denk ik, staande voor een afgrond: Nooit,
Nooit durf ik dieper dan mijn hoofd buigt blikken;
Ginds wordt elke aanvang onverdeeld voltooid,
Hier blijven half alle ogenblikken.
Martinus Nijhoff
Dit gedicht kende ik al. Martinus Nijhoff is een van mijn lievelingsdichters.
BeantwoordenVerwijderen