Respect voor dieren

zondag 19 juni 2011

Dierproeven : publieke opinie


E e n z i j d i g e  communicatie heeft ervoor gezorgd dat de publieke en politieke opinie over het gebruik van proefdieren ernstig verstoord is.

Stelling behorend bij proefschrift van Erik Rutjens (1978),
Differences in cellular immunity between humans and chimpanzees in relation to their relative resistance to AIDS(2011)


Samenvatting hoofdstuk 3
In hoofdstuk 3 wordt de experimentele transmissie van SIVcpz beschreven waarvan bekend is dat er ook in het wild groepen besmet zijn met deze virusstam. (SIVcpz = apenvirus-chimpansee)

De eerste overdracht van dit virus werd uitgevoerd in een dier van de schweinfurthii (Pan troglodytes schweinfurthii, d.i. chimpansee van Centr.Afrika).

De infectie vond plaats door middel van intraveneuze toediening van bloed van een geinfecteerd dier. Kort na transmissie vertoonde het dier een duidelijke virusproductie en werd seropositief op een vergelijkbare manier als omschreven bij HIV-infectie van mensen en chimpansees.

Als vervolg op dit experiment werden 2 dieren van een andere ondersoort nl. Pan troglodytes verus (chimpansee van West-Afrika), die al eerder een experimentele HIV-nfectie hadden doorgemaakt, maar het virus uit hun plasma geklaard hadden, intraveneus blootgesteld aan met SIVcpz geïnfecteerd materiaal, met hetzelfde resultaat als het eerste dier.

Nu er duidelijk was aangetoond dat dieren van een ras waarvan tot op heden geen infecties in het wild zijn aangetroffen ook besmet kunnen worden met dit virus, werden 4 dieren van dit zelfde ras (met een HIV infectie geschiedenis) via een mucosale (slijmvlies) route blootgesteld aan het virus om de natuurlijke overdracht in mensen na te bootsen.

Twee dieren werden rectaal en twee dieren werden vaginaal blootgesteld aan SIVcpz. De rectale route was effectief en de dieren raakten geïnfecteerd, maar de vaginale blootstelling had geen infectie tot gevolg.

De vaginale toediening werd in totaal 3 keer herhaald.

Bij de laatste infectieronde werd een extra dier dat nog niet eerder met HIV-1 in aanraking was geweest toegevoegd aan de andere 2 dieren.

De 2 HIV-geïnfecteerde dieren raakten na 3 pogingen nog steeds niet geïnfecteerd met SIVcpz, terwijl het naïeve dier na een ronde direct geïnfecteerd raakte.

Uit dit experiment kan geconcludeerd worden dat de eerdere infectie met HIV ervoor gezorgd heeft dat het vaginale mucosa (slijmvlies) een beschermende immuunrespons herbergt.

Alle seropositieve dieren vertoonden vergelijkbare piek-virusconcentraties in plasma welke werden gevogd door een relatief hoge chronische virus load gedurende de periode van meer dan een jaar.

Gedurende deze infectie had geen van de dieren afwijkingen in het bloedbeeld en waren de hoeveelheden CD4 en CD8 T-cellen en B- en Natural Killer-cellen binnen de grenzen van een gezond dier. 

1 opmerking:

  1. Toevoeging: een vrouw wordt eerder door een man met HIV geïnfecteerd dan andersom.

    BeantwoordenVerwijderen