Respect voor dieren

woensdag 15 juni 2011

De ziekte van Pompe

De ziekte van Pompe, ook wel glycogeenstapelingsziekte type II of zure-maltasedeficiëntie genoemd, is een erfelijke spierziekte die veroorzaakt wordt door een tekort aan het enzym zure a- glucosidase. Hierdoor wordt glycogeen niet of slecht afgebroken en hoopt zich op in de lysosomen waardoor verschillende soorten weefsels beschadigd raken. 
De grootste effecten ziet men in het hart, het skelet en in glad spierweefsel. Er worden twee varianten onderscheiden: de klassieke variant, die zich al in de eerste levensmaanden openbaart met spierzwakte, en waarbij patiëntjes vaak al voor hun eerste verjaardag overlijden. Deze variant werd voor het eerst beschreven door de Nederlandse patholoog Pompe.
Er is echter ook een late-onset variant, die op oudere leeftijd (puberteit, middelbare leeftijd of nog later) kan blijken. Patiënten hebben vooral last van spierzwakte, en ademhalingsproblemen kunnen een oorzaak van overlijden zijn. (Bron: wikipedia)

Aan het Pompe Centre van het Erasmus MC ontleen ik het volgende. 

 

1932 De naam 'ziekte van Pompe' is ontleend aan de Nederlandse patholoog Dr. J.C. Pompe, die in 1932 als eerste de verschijnselen van de ziekte in detail beschreef. 

1945 Pompe wordt door de Duitsers gefusilleerd (represaille).

1954 Dr. G.T. Cori stelt een lijst op van de verschillende glycogeenstapelingziekten die tot dan toe bekend zijn. Op deze lijst staat de ziekte van Pompe op de tweede plaats en wordt daarom ook genoemd:
'Glycogeenstapelingsziekte type II' (GSD II).

1955 De latere Nobelprijswinnaar Prof. Christian DeDuve ontdekt een nieuw intracellulair compartiment: het 'lysosoom'. Letterlijk betekent dit lichaam c.q. compartiment waarin dingen afgebroken worden. Lysosomen bevatten hydrolytische enzymen die nodig zijn voor de afbraak van een veelheid aan biologische stoffen.

1963 Prof. H.G. Hers dat de glycogeenstapeling bij de ziekte van Pompe veroorzaakt wordt door een tekort aan het lysosomale enzym 'zure α-glucosidase'.
Wereldwijd was dit de eerste keer dat de oorzaak van een erfelijke lysosomale enzymdeficiëntie ontdekt werd. Deze ontdekking leidde tot het concept van 'lysosomale stapelingsziekten' en indirect tot de enzymatische definitie van vele andere lysosomale stapelingsziekten in de daarop volgende jaren.
Vanaf 1963 werd met name gezocht naar de oorzaak van de klinische diversiteit. Patiënten met een op latere leeftijd optredende en langzaam progressieve vorm van de ziekte van Pompe bleken in het algemeen meer activiteit van zure α-glucosidase over te hebben dan patiënten met een vroeg na de geboorte optredende en snel progressieve vorm.

1965 Patiënten krijgen beperkte hoeveelheden van gedeeltelijk zuivere α-glucosidase preparaten via het bloed toegediend, met als doel het lysosomale glycogeen uit hun weefsels te verwijderen. Dit type behandeling is gebaseerd op het gegeven dat weefsels en cellen in deze weefsels in staat zijn om biologische stoffen op te nemen en aan de lysosomen af te leveren.

Met onze huidige kennis kunnen we zeggen dat deze eerste klinische studies mislukten door een slechte kwaliteit en een onvoldoende hoge dosis van het toegediende α-glucosidase.

1980-1990 Aandacht voor het mechanisme van de synthese van α-glucosidase en de opheldering van de enzymstructuur. Dit resulteerde uiteindelijk in de klonering van het zure α-glucosidase gen.

1984 Ontwikkeling van enzymvervangingstherapie. Aangetoond dat de lysosomale glycogeenstapeling in gekweekte spiercellen van patiënten kan worden gecorrigeerd door het toedienen van α-glucosidase.

1991 Via het bloed toegediende α-glucosidase wordt opgenomen in het hart en de spieren van muizen.

1995 Humaan recombinant α-glucosidase geproduceerd in ovariumcellen van hamsters.

1998 Productie van α-glucosidase in de melk van muizen en konijnen.

Productie van zure α-glucosidase in hamster ovariumcellen 
(CHO) en in de melk van transgene konijnen
(aanklikken voor vergroting)
1999 Klinische studie naar de veiligheid en effectiviteit van recombinant humaan α-glucosidase uit konijnenmelk.

2006 Enzymvervangingstherapie (Myozyme, fabrikant: Genzyme) goedgekeurd voor zowel de Europese als de Amerikaanse markt.


Stand 2011:
Het gen is bekend en het defect is bekend. Het ontbrekende enzym is beschikbaar en wordt in de bloedbaan geïnjecteerd. Het wordt echter niet opgenomen door de cellen.
Patiënten worden daardoor niet genezen.

Het melken van een genetisch gemanipuleerd konijn
(aanklikken voor vergroting)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten