Respect voor dieren

vrijdag 10 juni 2011

Openheid Dierproeven

In het vorige nummer van het weekblad van de Amsterdamse Vrije Universiteit stond een artikel van Moleman en Vrindts, over alternatieven voor dierproeven.
Daarop reageert deze week de voorzitter van de Dierexperimentencommissie van VU & VUmc, nu namens de Werkgroep Code Openheid Dierproeven.

Het is altijd ‘aardig’ om te zien hoe mensen die dierproeven verdedigen zich in bochten wringen. 
Deze reactie hieronder, met daaronder nog een keer het oorspronkelijke stuk (iets bekort).

Je kunt reageren: redactie@advalvas.vu.nl. (Max. 300 Woorden.)
_________________________________________________

Dierproeven

Veerle Vrindts en Pablo Moleman roepen universiteiten op om alternatieven voor dierproeven de standaard te maken in het onderwijs (Ad Valvas 31, 26 mei 2011). 

Een sympathieke oproep, die echter ten onrechte de indruk wekt dat dit nog niet het geval zou zijn. Alternatieven zijn namelijk al jaren de standaard in het onderwijs, net zoals alternatieven de standaard zijn in wetenschappelijk onderzoek. Dat is het uitgangspunt op de VU, en ook verankerd in wet- en regelgeving. 

De Nederlandse wet stelt immers expliciet dat het verboden is om ‘dierproeven te verrichten voor een doel dat [...] ook kan worden bereikt anders dan door middel van een dierproef ’. Helaas is het zo dat er op dit moment nog niet voor alle onderwijs- en onderzoeksdoelen volwaardige alternatieven beschikbaar zijn. 

Inderdaad kunnen allerlei vaardigheden geoefend worden met behulp van computersimulaties, kunstdieren, fietsbanden, enzovoorts, maar om bij het in het stuk genoemde voorbeeld te blijven: het eigenhandig ontleden van een echte rat, als onderdeel van het anatomieonderwijs, laat zich niet simuleren. Daarvoor is het lichaam van een dier simpelweg te complex.

Paul van Soest, Werkgroep Code Openheid dierproeven



Geen proefdieren in het onderwijs


Oefen hechtingen op fietsbanden, intubeer pluche honden en snijd digitale kikkers aan gort, betoogt student-reporter Veerle Vindts.

Een jaar of vier geleden vertelde een aardig meisje me vrolijk dat ze die middag een rat had opengesneden. Ze studeerde biomedische wetenschappen. Omdat ze bekend was met mijn aversie tegen dierproeven, voegde ze er ter verdediging aan toe dat het niet erg was. Het beestje was immers “overtollig”. Ik brak me er later het hoofd over wat ze hiermee bedoelde. Is een leven ooit overtollig? Niet vanuit het perspectief van het dier in ieder geval. Ik grapte nog dat het gros van de biomedici uitgeprocedeerde wannabe-geneeskundestudenten zijn en dus eigenlijk ook overtolligerwijs als proefpersonen kunnen dienen. Ze was hier helaas niet van gecharmeerd.
Toch is het interessant haar reactie eens te dissecteren. Waarschijnlijk wist de biomedica niet dat ieder jaar de helft van de proefdieren het label ‘overtollig’ op de snuit krijgt geplakt. Vervolgens worden de diertjes, eufemistisch gesteld, ‘afgevoerd’ of belanden op de studentensnijtafel zonder ooit voor een proef te zijn gebruikt. Snijdieren overtollig noemen is dus geen rechtvaardiging, maar maskeert een groter probleem: de verspilling van leven op de campus. Het gaat bovendien voorbij aan een andere vraag: zijn proefdieren in het onderwijs wel nodig?

Sniffy

Het simpele antwoord is nee. Wie een catalogus openslaat (bijvoorbeeld From Guinea Pig to Computer Mouse van InterNiche) vindt vijfhonderd pagina’s vol alternatieven voor dierproeven in het onderwijs. Plastic ratten om plat te spuiten, pluche honden om te intuberen en digitale kikkers om aan gort te snijden. Op de Erasmus Universiteit oefenen dokters in spe al jaren hun eerste hechtingen op fietsbanden. Zelfs Harvard deed het gebruik van levende dieren in de ban. Volgens Amerikaanse studies zijn deze alternatieven bovendien duurzamer en op termijn vaak goedkoper dan ouderwetse proefdieren.
Zelf had ik de eer om tijdens mijn bachelor Psychologie aan de Universiteit van Maastricht een virtuele rat te conditioneren. Hij huisde achter de link Sniffy_Pro_for_Windows. Sniffy had alles over voor een mondjevol graan. Toen zijn kunstjes niks meer opleverden, werd hij zowat hysterisch van frustratie, vooral in de versnelde weergave.

Alternatieven

Wie een dierproef wil weigeren, kan in de meeste landen (waaronder Nederland) bogen op de wet. De docent is dan zelfs verplicht een alternatief te bieden. In de praktijk gebeurt dit echter zelden: de meeste studenten weten niet dat weigeren mag. Uit buitenlandse enquêtes blijkt dat eenderde achteraf had willen weigeren. Ik ben een van de gelukkigen die nooit in echte dieren hoefde te snijden. Een eerstejaarstudent die geen alternatieven krijgt aangeboden, neemt bijna vanzelf de halfbakken rechtvaardigingen van zijn docent over. Pas bij het vak ethiek leert hij over alternatieven. Als universiteiten vermindering en vervanging van dierproeven serieus nemen, moeten alternatieven de standaard worden in het onderwijs.

Veerle Vrindts, studentreporter, in samenwerking met Pablo Moleman, voorzitter van PINK!, de jongerenorganisatie van de Partij voor de Dieren

 

VU-student Pablo Moleman schrijft zijn masterthese over ervaringen van proefdierweigeraars. Hij is nog op zoek naar verhalen van studenten die een dierproef weigerden of dit hadden willen doen. Je kunt hem mailen op p.molemanatstudent.vu.nl. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten