In de verkiezingsprogramma’s wijden enkele partijen aandacht aan dierproeven. Als volgt.
Het CDA beperkt zich tot genetische modificatie bij dieren. Er geldt: 'nee, tenzij'.
Dit is echter nu al van kracht en betekent in de praktijk niets.
De PvdA houdt het simpel: “Het aantal dierproeven dringen we verder terug.”
De SP vindt dat het aantal dierproeven tot een minimum moet worden beperkt. Waar alternatieven voor dierproeven voorhanden zijn, worden deze verplicht gesteld.
SGP: Het aantal proefdieren kan omlaag. Openheid moet actief bevorderd worden. Alternatieven voor proefdieren verdienen (juridische) steun.
De SGP is tegen genetische modificatie van dieren.
D66 maakt er meer werk van en stelt:
“Dierproeven dienen tot het uiterste worden beperkt, bijvoorbeeld tot onderzoek naar ernstige aandoeningen, waarvoor uitsluitend via dierexperimenteel onderzoek therapie kan worden ontwikkeld.
Alternatieven en onafhankelijke voorlichting daarover moeten actief gestimuleerd worden.
D66 wil het publiek/privaat fonds Alternatieven voor dierproeven opzetten, waarmee Nederland ook in Europees verband het voortouw neemt.“
------------------------------------------------
Aan al deze mooie woorden – veelal dooddoeners - hebben de dieren natuurlijk nauwelijks iets. Het is lippendienst aan het feit dat men vrij breed in de politiek aanvoelt dat dierproeven onbehoorlijk zijn. (Een relatie met de volksgezondheid wordt alleen door D66 gelegd.)
De Partij voor de Dieren daarentegen doet recht aan haar principes in een uitvoerig hoofdstuk over dit onderwerp. Ze stelt o.a.:
1. Genetische manipulatie en klonen van dieren worden verboden.
2. Verder stelt de overheid zich tot doel het aantal dierproeven jaarlijks met minimaal 10% terug te brengen.
------------------------------------------------
Proefdiervrij is weliswaar geen politieke partij maar heeft op haar website ook enige wensen geformuleerd. Zij heeft het over een termijn van acht jaar (!) maar verder begrijp ik er eerlijk gezegd niet veel van:
De overheid versimpelt het huidige versnipperd beleid. Eén ambtelijke commissie op niveau Directeur Generaal is verantwoordelijk. Het beleid heeft twee speerpunten:
1) De eerste is gericht op het heden en zet in op vermindering van het gebruik van proefdieren waar dat nu al kan, ook als dat lastig is.
2) De tweede is gericht op de toekomst om oplossingen te realiseren waar vervanging nu nog niet kan.
Dit beleid heeft een tijdshorizon van acht jaar en heeft een sterke internationale component.
Succesvolle oplossingen worden gevonden in internationale samenwerkingsverbanden die ook nodig zijn voor de acceptatie door nationale en internationale beoordelingsinstanties, de z.g. regulators.
Uit de verkiezingsuitslag mag je concluderen dat voor de meeste mensen dierproeven geen zak uitmaken.
BeantwoordenVerwijderen.....totdat ze gevraagd wordt hun eigen dier voor een proef beschikbaar te stellen....
BeantwoordenVerwijderen