Dit is een onafhankelijk weblog over dierproeven en proefdieren. Je wordt uitgenodigd te reageren. Daartoe is ruimte onder het bericht. Na het intypen van de tekst vul je je naam in en klik je op: Een reactie plaatsen. Lukt dat niet in 1x, klik dan nogmaals op: Een reactie plaatsen. Contact: edb631(at)gmail.com
Respect voor dieren
woensdag 23 juni 2010
Dierproeven en vaccinontwikkeling
Vorig jaar verscheen een prijzig werkje over vaccinontwikkeling, warrig geschreven door iemand die werkelijk i e d e r e e n geweldig vindt: Piet Borst, Ab Osterhaus, en zeer vele anderen. Uiteraard vindt hij zichzelf ook niet niks. Dus toen ik zag dat een hoofdstukje ging over ‘het mislopen van de Nobelprijs’, was ik verbaasd te zien dat het niet eens over Jaap Goudsmit ging!
En dan is het boekje ook nog eens een lofzang op Goudsmits werkgever, Crucell in Leiden. Je wordt er misselijk van.
De tekst staat vol met voorbeelden van dierproeven: 'Een diermodel is altijd noodzakelijk om geneesmiddelen en vaccins op hun werkzaamheid te testen.' Dat alleen al maakt de lectuur weerzinwekkend. Te meer daar de auteur zich zelfs een enkele keer de woorden ‘onethisch’ en ‘morele plicht’ permitteert: ‘Het voorkomen van kinderziekten is ( ) een morele plicht.’
Dat je daarbij over lijken gaat (van dieren) is blijkbaar onderdeel van die 'morele plicht'...
Ex-president Bush krijgt een veeg uit de pan. Die verbood voor zuiver wetenschappelijk onderzoek het gebruik van cellen afkomstig van embryo’s na abortus. Maar Crucell kreeg van hem wel een zeer grote subsidie om met gebruik van deze cellen een griepvaccin te leveren! Terecht noteert Goudsmit: “Blijkbaar wint de angst voor de griep het dan toch van de gewetensbezwaren.”
En dit Goudsmitje is ook wel 'leuk' (blz. 77): Als een vaccin geen afweer opwekt in muizen kun je beter ophouden omdat het dan zeker niet werkt bij mensen. Als een vaccin wel afweer opwekt bij muizen wil dat nog niet zeggen dat het ook bij de mens werkt. Vaak doe je dan een kleine proef met enkele apen…
Je moet echt moeite doen om enige zinnige informatie uit het boekje op te doen. Die staat er gelukkig wel in. Enkele grepen uit de inhoud.
Baarmoederhalskanker. Over het vaccin tegen kanker van de baarmoederhals zegt hij dat ongevaccineerde meisjes maar in een heel enkel geval iets van de ziekte zullen merken. Bovendien beschermt het vaccin dan wel tegen driekwart van de virussen, maar dus tegen één kwart niet.
Hiv/aids. Het grootste deel van het boek beschrijft Goudsmits zoektocht naar een hiv-vaccin. Het mislukken daarvan lijkt een obsessie geworden te zijn. De afgang met het vaccin dat hij samen met professor Buck gemaakt zou hebben, noemt hij slechts zijdelings.
Mensen die met hiv geïnfecteerd zijn en geen aids krijgen hebben evenveel en even goede of slechte antistoffen als hiv-geinfecteerden die wel aids krijgen. Dat is geen goed teken.
Het eerste aidsmedicijn, AZT, had slechts een bescheiden invloed op de afweerstoornis door hiv, maar zorgde er wel voor dat de hersenontsteking verdween.
Om iets te vinden tegen aids moest eerst een dier gevonden worden dat ziek werd van het aidsvirus. Experimenten met paarden leidden tot niets. Met chimpansees ook niet. 'Uiteindelijk vonden wij geen diermodel en anno 2008 is dat er nog steeds niet, met als gevolg dat het ontwikkelen van een hiv-vaccin heel langzaam gaat.'
De conclusie is dat Goudsmit betwijfelt of hij nog zal meemaken dat een aidsvaccin de epidemie zal stoppen.
Polio. Er zijn geen geneesmiddelen tegen polio. Er zijn wel twee vaccins, uitgevonden door de Amerikanen Sabin en Salk. Het vaccin van Sabin – gemaakt met verzwakt levend virus - vindt Goudsmit onveilig. Desondanks wordt het bijna over de hele wereld gebruikt, met uitzondering van Nederland, de Scandinavische landen en Frans-Canada. Hier te lande wordt het vaccin van Salk gebruikt – gemaakt van gedood virus. Dit zou uitsluitend wereldwijd gebruikt moeten worden. De WHO en de Bill en Melinda Gates Foundation houden dit echter tegen.
Overigens is het doden van een virus moeilijk. De testmethoden zijn nooit gevoelig genoeg om vast te stellen of zelfs het laatste infectueuze virusdeeltje is gedood.
Malaria. Een malariavaccin is al langer in ontwikkeling dan een aidsvaccin. De kans dat er ooit een malariavaccin komt is echter veel groter dan de kans dat er ooit een aidsvaccin komt. De reden is dat we in het laatste geval niet weten wat het beschermende eiwit is. Bij malaria weten we dat wel. Er zijn drie modellen in dit onderzoek: een muizenmodel, een apenmodel en… een mensenmodel.
Het muizenmodel werkt echter alleen bij muizen!
Conclusie: een malariavaccin zal er op een dag komen, al kan dat nog tien jaar duren.
(Mexicaanse) Griep. Over Tamiflu is Goudsmit zeer kritisch. Naast het ontstaan van resistentie noemt hij als nadelen: nachtmerries en zelfdestructief gedrag bij kinderen en pubers, met in Japan - waar Tamiflu het meest en het langst in gebruik is - soms zelfmoord als gevolg.
Het grieponderzoek maakt gebruik van een frettenmodel en – net als bij malaria - van een mensenmodel…
Hondsdolheid.(Rabies). Het belangrijkste argument om niet elk kind wereldwijd tegen rabies in te enten is dat het niet van mens op mens overdraagbaar is.
Jaap Goudsmit, Dromen van vaccins. Dertig jaar op zoek naar de juiste reactie. (Contact 2009; euro 29,95)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
"Over het vaccin tegen kanker van de baarmoederhals zegt hij dat ongevaccineerde meisjes maar in een heel enkel geval iets van de ziekte zullen merken."
BeantwoordenVerwijderenHij bedoelt dat je niet merkt dat je de ziekte hebt, - totdat het te laat is ...