De provincie Groningen staat toeristisch niet hoog aangeschreven. Toch wordt het gekenmerkt door veel rust en ruimte, en fraaie landschappen, met aardige dorpjes en verspreid in het land staande kapitale boerderijen.
Heel anders is mijn oude stad Groningen die bruist van vitaliteit en waar ‘het student’ zich bij voorkeur nog in groten getale per fiets verplaatst. Hoe bijdetijd de stad is, blijkt bijv. uit het feit dat gisteravond de Duitse vedette Shantel daar een show gaf, de man van ‘Disko Partizani’. Voor een groot en enthousiast publiek bracht hij twee uur lang - nonstop - uitbundig Balkanpop ten gehore.
‘Er gaat niets boven Groningen’ mag dan het motto zijn waarmee de stad zich graag afficheert, maar voor wie verder kijkt dan zijn neus lang is, valt ‘daarboven’ toch nog heel wat te ontdekken. Wie bijvoorbeeld in het midden van dat stille land Pieterburen weet te vinden, ontdekt tot zijn verbazing wellicht, heel wat toeristische activiteit. Er zijn daar verschillende hotels en caférestaurants, die je in de wijde omgeving niet in zo’n aantal zult aantreffen. De belangstelling wordt veroorzaakt door de schepping van Lenie ’t Hart, zo’n 40 jaar geleden: de zeehondenopvang. Ter plaatse spreekt men, ook Lenie zelf, van ‘de kres’. (= crèche).
In het hoofdgebouw kun je achter glas de zieke dieren zien en de quarantainedieren. Nieuwe dieren worden enige weken in quarantaine gehouden. Men spant zich tot het uiterste in om geen bacteriën of virussen in de populatie te krijgen; bij het terugzetten in zee zou dit immers een gevaar voor alle zeehonden kunnen opleveren.
Buiten zijn er enige verblijven waarin je zeehonden kunt zien die al flink gegroeid zijn en die binnen afzienbare tijd terug naar zee kunnen. Er zwemmen en duiken veel dieren in vrij kleine bassins. Ze zijn reageren nieuwsgierig op bezoekers. Je kunt niet te dicht bij de dieren komen, in ieders belang. Ze kunnen flink bijten, zoals een vrouw in de buurt van Kaapstad (ZA) ondervond in de zomer van 2005 toen ze een aangespoelde ‘huiler’ in zee probeerde terug te duwen. Hij beet haar neus af.
.
Buiten ook een enorme berg van verzameld vistuig, waarin de dieren soms verstrikt raken.
In totaal heeft de kres op dit moment enige tientallen zeehonden. De opvang die niet gesubsidieerd wordt, groeit uit z’n jasje.
Er wordt een goed voorlichtingsfilmpje vertoond, waarbij ook kort wordt ingegaan op de kritiek van sommige biologen dat het centrum overbodig is: zeehonden zijn geen bedreigde diersoort. Dat moge waar zijn, het antwoord van Lenie is dat geen fatsoenlijk mens een dier in nood aan zijn lot overlaat. Hier wordt geraakt aan aloude tegenstellingen. Het WNF bijvoorbeeld bekommert zich niet om individuele dieren maar alleen om soorten. (Daarom steun ik het WNF niet en het werk van Lenie ’t Hart wel!)
De schandelijke jaarlijkse zeehondenslachting in Canada wordt niet genoemd.
Bij het weggaan viel mijn oog op een bord met een tekst over de betekenis van ‘vrijheid’, als herinnering aan Hannes, de zeehond die in 2004 ontsnapte uit de dierentuin van het Duitse Nordhorn. En opgevangen werd door de mensen van Lenie. Toen de dierentuin het dier opeiste, was het plotseling in zee verdwenen…
Het is geen centrum van de omvang van bijv. het Dolfinarium in Harderwijk, maar zeker veel sympathieker en alleen al daarom is een bezoek alleszins de moeite waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten