Respect voor dieren

dinsdag 26 januari 2010

The Call of the Wild

Door mijn kennismaking met de husky had ik zin de novelle van Jack London te herlezen, in het Nederlands vertaald met De roep van de wildernis; minder krachtig m.i. dan het origineel: The Call of the Wild.

Het verhaal viel me niet mee, ik had er een mooiere herinnering aan. Het beschrijft het leven van sledehonden op de grens van Alaska en Canada, tijdens de Klondike goudrush van 1896.
Het is erg gewelddadig, maar te vrezen valt dat het niet ver van de werkelijkheid afstaat.
Een hond is de hoofdpersoon; hij heet Buck, en is een kruising van een St.-Bernhard en een collie. Hij is een echte held, de grootste, de sterkste, de trouwste, noem maar op. Hij weegt een kilootje of 70. Maar hij moet zich zien te handhaven in het rauwe milieu van de goudzoekers en dat valt niet mee. Hier regeert de Wet van Knuppel en Kaken. Hij staat aan het hoofd van een groep sledehonden die grote tochten maken om post te brengen naar nederzettingen van goudzoekers, bij temperaturen van 50 graden onder nul.

Het verhaal neemt een wending wanneer Bucks leven wordt gered door een man die het niet kan aanzien dat een prachtige hond als Buck bijna doodgeslagen wordt. Het dier blijft dan bij deze man en vergezelt hem op zijn zoektocht naar goud. Op zijn beurt redt hij de man een keer van een verdrinkingsdood. Kortom, er is erg veel actie in die 82 blz.

Een bijzonder aspect is dat Buck gestolen is van een particulier in Noord-Californië bij wie hij het goed had. Hij wordt verhandeld naar Yukon Territory, waar hij een volkomen ander leven krijgt en moet vechten voor overleving. Dat verandert de aard van het dier: hij verwildert in zekere zin. Hij hoort ’s nachts wolven en ook husky’s huilen, en dat roept in hem een (voorouderlijke) drang wakker om in vrijheid te leven: the call of the wild. Dat aspect krijgt een vrij sterk accent in het verhaal, passend bij de (Europese) literaire stroming van die tijd.

Het is toch wel meeslepend geschreven, ook door de talrijke topografische preciseringen. Ik heb een poging gedaan de trails te vinden, via Google Maps, maar daar kwam ik niet ver mee. Ook na ruim 100 jaar is het nog een gebied waar je, buiten Sarah Palin, niet gauw iemand tegenkomt.
Het verhaal werd gepubliceerd in 1903.

Jack London werd maar veertig jaar. Mede door zijn (dieren)verhalen zal hij niet gauw vergeten worden.

Fragment:

Zo kwam Buck spelenderwijs zijn tijd van herstel door en hij begon een nieuw bestaan. Liefde, ware hartstochtelijke liefde leerde hij kennen, voor het eerst in zijn leven. Dit had hij nooit daarginds in de zonnige Santa Clara Valley (Ca.) gevoeld. Deze man had zijn leven gered, en dat betekende iets; maar meer nog, hij was de volmaakte baas. Andere mannen verzorgden hun honden goed uit een soort plichtsgevoel en zakelijk belang; hij verzorgde zijn honden alsof het zijn eigen kinderen waren, omdat hij niet anders kon. En hij deed meer.

Hij verzuimde nooit hen vriendelijk te begroeten en bemoedigend toe te spreken; bijeenzitten voor een langdurig gesprek (wat kletsen, noemde hij dat) was voor hem evenzeer een genoegen als voor zijn honden.
Hij kon op een bepaalde manier Bucks kop krachtig tussen zijn handen nemen en er zijn eigen hoofd op laten rusten, hij kon hem heen en weer schudden en onderwijl uitschelden terwijl Buck alleen koesterende woorden opving. Bucks grootste geluk was die ruige omhelzing en de klank van gemompelde vloeken en bij elke ruk was het alsof zijn hart uit zijn borst zou springen, zo groot was zijn verrukking. En als hij losgelaten werd en opsprong, met lachende bek en welsprekende ogen, als zijn keel trilde van bedwongen klanken, als hij in die houding roerloos bleef staan, riep John Thornton vol eerbied: 'Mijn God, alleen het spreken ontbreekt je!'

Image and video hosting by TinyPic

2 opmerkingen: