1. De Wet op de Dierproeven verbiedt – sinds 2003 - proeven met apen. Tenminste, dat zou je denken. Maar zo is het niet; de ene aap is namelijk de andere niet. Vandaar dat de wet zegt:
Het is verboden een dierproef te verrichten waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende diersoorten:
– chimpansee (pan troglodytes)
– bonobo (pan paniscus)
– gorilla (gorilla gorilla)
– orang-oetan (pongo pygmaeus)
De eerste drie soorten leven in Afrika, de laatste in Indonesië. Tezamen noemt men ze ‘oude wereldapen’.
Proeven met andere apensoorten uit de Oude wereld en met alle soorten uit de Nieuwe wereld (Zuid-Amerika) zijn o.k.
2. Vandaar dat die proeven dan ook gedaan worden. Eigenaardig onderscheid valt hier op te merken tussen proeven in het hoger onderwijs en daarbuiten. Met ‘daarbuiten’ doel ik op het BPRC in Rijswijk. Dit is een veronderstelling, ik geloof namelijk niet dat elders in ons land apen misbruikt worden.
Voor het BPRC maakt soort noch herkomst iets uit. Als het er maar als aap uitziet (geen staart). Dagelijks wordt in Rijswijk (meer dan) een aap gedood. In 2008 waren dat er in totaal 440 apen. Minder dan gevreesd: de voorraad schijnt omstreeks 1200 dieren te zijn.
Deze instelling heeft ontzettend geblunderd met chimpansees in het aidsonderzoek. Hoeveel mensapen in Rijswijk in de loop der jaren misbruikt en gedood zijn, weet ik niet, maar omstreeks de eeuwwisseling geloofde Ronald Bontrop er niet meer in en daarop volgde het wettelijke verbod. (Nog steeds houdt het BPRC chimpansees gevangen.)
Anders dan het BPRC misbruiken de universiteiten uitsluitend Oude wereldapen; geen idee waarom.
3. Vier universiteiten gebruikten in 2008 apen als proefdier. Dat waren in totaal 55 dieren.
• Utrecht deed het misschien voor het laatst: daar legden ze 1 solitaire aap om.
• De zeer christelijke Vrije Universiteit van Amsterdam doodde er drie.
• In Nijmegen nam mevrouw Ritskes – praktiserend Zen-boeddhiste – er zeven voor haar rekening.
• En dan heb je nog Martje Fentener van Vlissingen in Rotterdam (Erasmus MC), die had het er hartstikke druk mee: zij gaf 44 apen een spuitje. Bijna iedere week een.
4. Wat deze gegevens illustreren is - voor wie het nog niet wisten - dat in de dierproefwereld de schijnheiligheid regeert. Op alle gebieden. Overal hangen rookgordijnen, overal verbergen dan wel verdraaien de professor en de doctor de waarheid. Proeven met apen zijn - in beginsel - wettelijk verboden en toch werden er in 2008 in totaal bijna 500 apen misbruikt en gedood.
Wie ligt daar wakker van? Wie vraagt zich af wat de vier soorten in de wet anders maakt dan andere apensoorten? Of zelfs dan andere dieren?
Bron: ‘Zo doende’ 2008
Frappant dat er een onderscheid wordt gemaakt tusssen apen en andere dieren. Je reinste speciëcisme, dat je helaas ook binnen de dierenrechtenbeweging aantreft. Van een zogenaamde kunstzinnige uiting waarvoor een geslacht varken werd gebruikt dat anders vanuit het abattoir naar de slagerij zou zijn gegaan, werd veel meer ophef gemaakt dan van een bekroonde foto van levende goudvissen die in flessen werden gehouden tot de dood erop volgde. In het laatste geval hadden de dierenactivistencomités opeens andere prioriteiten.
BeantwoordenVerwijderen