Respect voor dieren

vrijdag 5 februari 2010

Geslachtsbepaling: de techniek

Of een embryo zich tot een jongetje of een meisje ontwikkelt hangt af van de geslachtschromosomen. Een bevruchte eicel met twee X-chromosomen ontwikkelt zich tot een meisje, een bevruchte eicel met een X- en een Y-chromosoom tot een jongen. De eicel, afkomstig van de vrouw, levert altijd een X-chromosoom.

Het geslacht van een kind is afhankelijk van de zaadcel, die een X-chromosoom of een Y-chromosoom bevat. De twee typen zaadcellen zijn moeilijk te onderscheiden. Mannelijke zaadcellen zijn iets lichter dan vrouwelijke, omdat een Y-chromosoom korter is dan een X-chromosoom. Een mannelijke zaadcel bevat 2,8% minder DNA dan een vrouwelijke. Op dit kleine verschil zijn de geslachtskeuzemethoden gebaseerd.

In de Genderkliniek Utrecht gebruikt men een techniek om sperma te scheiden in mannelijke en vrouwelijke zaadcellen, de zogeheten Ericsson-methode, waarna het gewenste type bij de vrouw wordt geïnsemineerd. Deze methode wordt in geslachtskeuzeklinieken over de hele wereld gebruikt. Er zijn er 32 in de Verenigde Staten, 1 in Canada, 3 in Groot-Brittannië, 8 in verschillende Aziatische landen en 1 in Nederland.

Bij de Ericsson-methode wordt sperma gefilterd met behulp van een albumine-oplossing. Albumine is een eiwit dat van nature in menselijk bloed voorkomt.
De procedure verschilt bij een jongetjes- of meisjeswens.
Voor het 'male-protocol' wordt gebruik gemaakt van een zeer visceuze albumineoplossing. Het idee is dat de kleine mannelijke zaadcellen daar makkelijk doorheen zwemmen.
In het 'female-protocol' wordt een albumine-oplossing met een lagere dichtheid gebruikt. Onder invloed van de zwaartekracht zouden de iets zwaardere vrouwelijke spermacellen sneller door de oplossing heenzakken.

Beide filterprocessen moeten een aantal keer worden herhaald en gecombineerd met een centrifugeprocedure om spermaconcentraties te verkrijgen waarin zich relatief veel mannelijke of juist relatief veel vrouwelijke zaadcellen zouden bevinden.

Volledige scheiding bestaat niet. Volgens cijfers van de Genderkliniek werden meisjeswensen in 79 procent van de gevallen en jongetjeswensen in 90 procent van de gevallen vervuld.

In Amerika heeft het Genetics & IVF Institute een andere spermascheidingstechniek ontwikkeld, de MicroSort-methode, waarvan de werking voor het verkrijgen van meisjes is aangetoond. Bij MicroSort wordt het DNA in spermacellen gemarkeerd met een fluorescerende kleurstof. De gekleurde spermacellen worden door een dunne buis geleid, waar ze aan het einde heel snel achter elkaar, maar een voor een uitkomen. Daar worden ze met een laser beschenen. Afhankelijk van de hoeveelheid licht die de zaadcellen weerkaatsen, stuurt het sorteerapparaat ze naar links of naar rechts. Vrouwelijke zaadcellen bevatten meer fluorescerend gekleurd DNA dan mannelijke, en reflecteren daardoor meer licht. Mannelijke en vrouwelijke zaadcellen worden dus verschillende kanten opgestuurd.
In onderzoek met schapen konijnen, runderen en varkens zijn tot nu toe geen schadelijke gevolgen gebleken, zelfs na drie tot vijf generaties niet. Maar het is altijd heel moeilijk te voorspellen wat het effect zal zijn bij mensen.

Een werkende spermascheidingstechniek heeft toekomst. Zij kan van groot nut zijn bij geslachtskeuze om medische redenen. Er bestaan meer dan 350 aandoeningen, zoals hemofilie en Duchennespierdystrofie, die overerven via het X-chromosoom. Daardoor hebben bijna alleen jongens die ziekten. Jongens die een afwijkend X-chromosoom van hun moeder erven beschikken niet, zoals meisjes (en hun moeder die daardoor niet ziek is), over een tweede, normaal X-chromosoom dat de aandoening onderdrukt. Aanstaande ouders bij wie zo'n ernstige aandoening in de familie voorkomt, zijn dus gebaat bij een betrouwbare geslachtskeuze-techniek die hen helpt een meisje te verwekken.

Op dit moment wordt aan de Universiteit van Maastricht 'pre-implantatiediagnostiek' (PID) toegepast bij echtparen die een geslachtsgebonden aandoening in de familie hebben. Bij deze nog experimentele techniek worden eicellen in het laboratorium kunstmatig bevrucht (in-vitrofertilisatie), waarna alleen vrouwelijke embryo's bij de moeder worden ingeplaatst. Het zou praktisch zijn om PID te combineren met spermascheiding. Dan kunnen de vaak schaarse eicellen met een X-chromosoom-bevattende zaadcel worden bevrucht, zodat er tweemaal zo-veel embryo's beschikbaar zijn.

De MicroSort-onderzoekers zelf hebben de techniek in hun onderzoek niet alleen toegepast bij ouders met een erfelijke geslachtsgebonden ziekte. Negen van de tien ouderparen die meededen kwamen uit oogpunt van 'family balancing': ze willen een gezin met minstens een zoon en minstens een dochter. Deze mensen zijn meestal in de dertig, hebben al twee of drie kinderen van hetzelfde geslacht, en willen hun gezin voltooien met een kind van het andere geslacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten