HET GEBED VAN DE HARPSPELER
Geen aanhang dezer duist'ren, noch 't vermetel
streven ten zetel,
dien zij met onderworpen ruggen schoren...
Geen aanhang, want dan kan ik u niet hooren.
Maar geef - o, gij, die altijd weer mij vindt,
en tot mij spreekt van achter licht en wind -
dat ik mijzelf alleen van u mag weten,
en doe mij nimmermeer vergeten
dat ik op deze harp, die is uw leen,
geen liefde spelen mag, dan die in u verdween -
en dat ik luist'ren moet opdat ik spele...
En zoo mij bijval dezer velen
ten deel komt, waai uw schemer tusschen mij en hen.
dat ik in uw geheim onvindbaar ben,
en peinzend weggedoken -
En als mijn felst begeeren is ontloken
en weggeritseld op uw duistren wind,
zoo geef dan, dat mijn vreugd de wijsheid vindt
afstand te doen, en ten behoeve
van rust - en - als gij 't wilt - een afgelegen groeve
voor mijn liefste droom, die trouw bleef tot den ende....
En dan geen pracht meer voor mijn oogen,
en voor mijn lust geen macht meer en geen rijk,
maar de van alle deze dingen afgewende
aandacht, en het vermogen
tot inkeer, onherroepelijk.
A. Roland Holst
Voor de geestelijke gezondheid is het inderdaad goed om af en toe wat afstand te nemen van de waan van de dag.
BeantwoordenVerwijderen