Respect voor dieren

maandag 27 december 2010

Hoe tem je een leeuw?

 
Jet Bakels publiceerde in 2007 een kinderboek, getiteld: Hoe tem je een leeuw? Het is een dun boekje maar het ziet er heel feestelijk uit. Op 37 vrij grote bladzijden, met erg veel kleurenfoto’s en ook nog wat tekeningen, wordt uiteengezet hoe je dat doet, een leeuw temmen. Dat is in één zin gezegd: je zorgt dat je aan een welp komt en vervolgens oefen je dagelijks met hem. Wat attributen, zoals postamenten en een dwarsbalk om het dier te leren opzitten, komen van pas. Dat is het eigenlijk. De ondertitel van het werkje luidt: Van welp tot circusartiest.
Bakels beschrijft de act van een Engelse dompteur wiens grootste wens het is zijn hoofd in de muil van een leeuw te stoppen en het er heelhuids weer uit te krijgen. Dat lukt. Applaus. Maar we zijn er nog niet. De dompteur heeft nog een droom: een act met vier leeuwen en vier tijgers tegelijk. Ook dat lukt: allemaal netjes opzitten en ook nog eens over elkaar heenspringen.

Fokbeleid. Wat kennelijk ook beschouwd wordt als hoogtepunt, is dat het lukt de leeuwen en tijgers onderling te kruisen. Waar dierentuinen zich tenminste nog inspannen raszuivere soorten (terug) te fokken, werkt het circus bewust de andere kant uit. Men creëert ‘lijgers’ en ‘teeuwen’.

Het leven van de circusdieren stelt Bakels voor als rozengeur en maneschijn. Het gaat hier weliswaar alleen over roofdieren maar de suggestie die ervan uitgaat is dat alle circusdieren het tof hebben. Nog zie ik voor mijn geestesoog hoe bij een recente vertoning in mijn dorp de roofdieren in hun getraliede veewagen onafgebroken heen en weer liepen, van voor naar achter en terug.

Met andere woorden: Jet Bakels liegt. Ze heeft het over “grote buitenverblijven” en “speelruimten”. Je zit er haast op te wachten dat ze gaat schrijven: lieve kinderen, deze dieren hoeven helemaal nooit naar school, maar hebben eeuwig vakantie. Stel je dat eens voor!
Uiteraard kon ze niet helemaal om de werkelijkheid heen. Dus worden in twee bladzijden de dierenvrienden even zwartgemaakt. Dat gaat zo. Een infiltrant veroorzaakt een gevecht tussen de dieren door een stuk vlees in de kooi te gooien waar op dat moment alle dieren bij elkaar zijn. Commentaar van de schrijfster: ”Wat een rare mensen. Ze zeggen dat ze van dieren hou-den maar ze lokken een gevecht uit waardoor een dier gewond raakt. Om mensen die wel goed voor de dieren zorgen verdacht te maken.”

Hoe inferieur de uitgave ook is – je kunt er tòch wat van leren. Je leert ervan wat de essentie is van wilde dieren in het circus. Dat is het bewijzen van de menselijke superioriteit. Simpele onderwerping door opsluiting in een kooi is daartoe niet voldoende. Daarvoor ga je maar naar de dierentuin. Nee, het dier moet gedenatureerd worden. Van zijn ziel ontdaan. Dus het moet opzitten en pootjes geven, door een brandende hoepel springen, de kop van de dompteur in zijn bek nemen. Kortom: al diè dingen doen die een dier normaal niet doet. Als dat allemaal lukt, dus als je de dieren op de foto’s nauwelijks meer als zodanig herkent, dan mag je als beloning…………. naar de prins en prinses van Monaco! De prins “heeft een eigen dierentuin en de welpjes logeren wel eens in het paleis.” (blz. 36)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten